Door onze redacteur MAX PAUMEN VLISSINGEN, 10 feb. — RSV-groep de Koninklijke Maatschappij De Schelde KMS) in Zeeland heeft de afgelopen zeven jaar voor enkele honderden miljoenen u ldens meer overgedragen aan het noodlijdende moederconcern dan het half miljard jj a t tot nog toe werd aangenomen.
Directeur drs. J. C. de Jong va n het Economisch Technologisch Instituut Zeeland in Middelburg meent, dat het uit de «MS-pot overgehevelde bedrag j n de buurt van 1 miljard gulden ligt. Hij verklaart dat in een gesprek met deze krant. Leden van je ondernemingsraad van KMS zeggen, dat die berekening er niet ver naast ligt. OR-voorzitter P. D. de Leeuw: "RSV gebruikte ons jaren lang als melkkoe". Naast een bedrag van 450 miljoen gulden aan liquide middelen, die de KMS in de vorm van kasgeldleningen aan RSV afstond en dat RSV voor het grootste deel stak in het weinig geslaagde ko[engraafproject in de Verenigde Staten, zijn er nog eens enige honderden miljoenen overgegaan. Ze komen uit de opbrengst van de verkoop van het KMS-huizenbezit en uit wat wordt genoemd de verhypotheking van KMS-bedrijfspanden. Met dit laatste alleen al zal 100 miljoen gulden zijn gemoeid. Uit berekeningen
van de ondernemingsraad van KMS is ook gebleken, dat sinds 1975 meer dan 200 miljoen gulden van de totale tot en met 1982 gemaakte winst door KMS van 324 miljoen, naar RSV is gegaan in de vorm van vennootschapsbelasting en dividend (respectievelijk 140 en 63 miljoen). Bovendien blijkt de KMSgroep ook nog hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor een krediet van 118 miljoen gulden dat de Nationale Investeringsbank en twee particuliere banken aan RSV gaven en voor de miljarden schuld die RSV aan de staat heeft. Rendabel Zowel de ondernemingsraad van KMS als ETI-directeur De Jong pleiten voor een zo spoedig mogelijke "verzelfstandiging" van KMS. Huns inziens is de KMSgroep in zijn totaliteit rendabel. In een zogenaamde KMS-notitie, die het ETI Zeeland aan de •vooravond van de hoorzittingen over de RSV-problemen door de Tweede-Kamercommissie voor economische zaken en voor sociale zaken en werkgelegenheid maakte, wordt opgemerkt dat "een zekere verzelfstandiging van de gehele KMS-groep thans nog de enige mogelijkheid blijkt om een volledige aftakeling van deze perspectieven biedende bedrijven te voorkomen". Het ETI heeft berekend, dat bij een eventuele vermindering van het KMS-personeel met 2250 man, waarvan in de plannen van minister Van Aardenne (economische zaken) sprake zou zijn, de werkloosheid in Vlissingen tot 23 procent oploopt, op Walcheren tot 20 en in Midden-Zeeland tot 16 procent (is nu respectievelijk 9,5, 10,3 en 9,9 pet.). Volgens De Jong verdienen op dit moment ongeveer 7000 Zeeuwse werknemers hun brood, direct en indirect, door KMS. Loskoppeling In de hoorzitting vanmiddag voor de vaste Kamercommissie heeft de woordvoerder van de OR van KMS gewezen op het belang van snelle loskoppeling van zijn groep en de overige RSV-bedrijven. Hij wees als oorzaken van het ook voor KMS dreigende debacle aan enerzijds wat hij noemde het "leegzuigen" door RSV en anderzijds de nadelige effecten van ingrijpen door de overheid. Daardoor dreigen zo zei hij, vooral de twee hoofdmoten van KMS, de marinebouw en de ketel- en apparatenbouw in de problemen te komen. De marinebouw komt in de problemen door de kabinetsbeslissing om de order voor de bouw van zogenaamde M-fregatten vor de marine te verschuiven van 1983 naar 1987, hetgeen zei hij, in strijd is met eerder
gemaakte afspraken. De ketelbouw van KMS komt in de moeilijkheden als minister van Aardenne vast houdt aan zijn voornemen, deze versneld te concentreren bij Stork in Hengelo, wat volgens de o.r.-woordvoerder van KMS ook al in strijd is met Kameruitspraken. In een gesprek met drie o.r.-leden (naast voorzitter De Leeuw, de leden A. J. van Gelderen, P. R. Tiethof en P. Veen) werd gesteld dat "de verantwoordelijkheid voor wat nu met KMS gebeurt, volledig bij de rijksoverheid ligt".
Minister Van Aardenne in debat over RSV met een groepje Kamerleden (foto NRC Handelsblad/Ton Poortvliet)
"Directeur economisch instituut Vlissingen: De Schelde spekte kas RSV met 1 miljard". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
Door een onzer redacteuren DEN HAAG, 10 febr. — De gemeente Rotterdam is onder een aantal strikte voorwaarden bereid voor 20 tot 25 miljoen gulden de terreinen te kopen van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM), een van de scheepswerven van het Rijn-Schelde-Verolme concern. Dit zei gisteren de Rotterdamse wethouder voor haven en economische zaken, drs. R. den Dunnen tijdens de hoorzitting van de Kamercommissie van economische zaken over RSV. Denm Dunnen denkt dat de 20 tot 25 miljoen gulden "de RDM na uitsplitsing van alle schulden van RSV tot steun kan zijn." Hij zei zich ervan bewust te zijn dat het slechts gaat om een "piepklein impulsje" waarvan wij geen overspannen verwachtingen moeten hebben". De gemeente is alleen bereid het RDM-terrein (gelegen op de kop van de Heyplaat tussen de Waalhaven en de Eemhaven in Rotterdam) te kopen als de RDM openblijft en als duidelijk is dat de 20 tot 25 miljoen gulden niet worden doorgesluisd naar de banken van RSV. De derde en laatste voorwaarde is dat er een McKinsey-achtig onderzoek komt naar de kansen en bedreigingen van scheepsreparatie in de regio Rijnmond. Die kampt volgens Den Dunnen met overcapaciteit. Met de mogelijke aankoop van het RDM-terrein denkt de gemeente ongeveer duizend banen te kunnen behouden. Op dit moment is er nog sprake van dat ten minste de scheepsreparatie-afdeling van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij moet sluiten wegens onvoldoende perspectief.
"R'dam biedt 20 mln voor RDM-terrein". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
Door een onzer redacteuren DEN HAAG, 10 feb. — RSVdochter Thomassen International in De Steeg (gasturbines en compressoren) dreigt ten gevolge van de surséance van het concern twee orders met een totale waarde van ruim honderd miljoen gulden te verliezen. Dit heeft de directie van dit bedrijf gisteren gezegd tijdens een hoorzitting over RijnSchelde-Verolme met leden van de vaste Kamercommissies voor economische zaken en voor sociale zaken en werkgelegenheid. Ten eerste dreigt Thomassen een order uit Brunei te verspelen, omdat aan de opdrachtgevers (de staat Brunei en Shell Brunei Petroleum) niet de benodigde garanties kunnen worden gegeven en de Nederlandse regering geweigerd heeft een soort verklaring van goed gedrag voor het bedrijf af te geven. De order uit Brunei heeft een totale waarde van ongeveer 245 miljoen gulden. Thomassen zou hiervan 75 tot 80 miljoen in de wacht kunnen slepen met de bouw van vijf gasturbines. Verder heeft Thomassen een opdracht van het Amerikaanse engineeringsbureau Kellogg in de reparatiesfeer met een waarde van 25 miljoen. Ook voor deze opdracht, waarop behoorlijk kan worden verdiend, is een bepaalde garantie nodig. Verreweg het nijpendst voor dit bedrijf is echter de onmogelijkheid de reparatieploeg uit te sturen. Thomassen-directeur B. Idema: „Stel dat wij morgen het bericht krijgen dat wij in Pakistan dringend onderhoud moeten uitvoeren, dan hebben we niet eens het geld om vliegbiljetten te kopen". Voor Thomassen, waar vrijwel alles draait om de snelle inzetbaarheid van de onderhoudsploeg, is dit volgens Idema dodelijk. „Met zoiets zouden we in één klap onze uitstekende naam verspelen". Algerije-projecten Desgevraagd verklaarde de directie dat eventuele schadeclaims
zullen schaden, omdat de betreffende bv, Thomassen Holland, volledig is uitgekleed. De produktiemiddelen en het personeel zijn al lang overgeheveld naar Thomassen International bv. De directie liet er geen twijfel over bestaan dat deze stap louter en alleen was genomen in verband met het mislukte Algerije-project, waarop zo'n 230 miljoen werd verloren. Eerder had financieel-directeur J. van Rijn van het RSV-concern de Kamercommissies voorgehouden dat het geschuif met de bv's "niet alleen in verband met Algerije" had plaatsgevonden. Volgens Van Rijn was het schuiven met de bv's vooral om organisatorische redenen uitgevoerd. „Thomassen Holland is er om turn-key-projecten aan te nemen en Thomassen International is er voor de produktie", aldus Van Rijn. Voldoende informatie Op de eerste hoorzittingsdag over RSV werd gisteren het spits afgebeten door de raad van bestuur bijgestaan door de raad van commissarissen. President commissaris ir. L. M. Kretzers verklaarde desgevraagd: „Er is geen sprake van dat wij niet over voldoende informatie beschikten". De commissarissen zetten zich hiermee af tegen uitlatingen van regeringswaarnemer J. A. M. Molkenboer en minister Drs. G. M. V. van Aardenne van economische zaken. Beiden hebben inmiddels laten weten dat de raad van commissarissen herhaaldelijk te laat door de raad van bestuur over bepaaldeontwikkelingen binnen het RSV-concern is ingelicht. Molkenboer weet hierbij ook te melden dat de raad van bestuur meer geld heeft laten afvloeien naar het kolengraafproject in de Verenigde Staten dan waartoe hij door commissarissen was gemachtigd. Niettemin zei Kretzers dat de communicatie bij RSV tussen de
raad van bestuur en de raad van commissarissen niet verschilde van die bij DSM, waar hij president-directeur is. Overbelicht De centrale ondernemingsraad die hierna aan het woord kwam, haalde uit naar de regeringswaarnemer. De contacten met hem zouden allesbehalve bevredigend zijn. Ook had de cor kritiek op de, rapportage van de projectgroep. „Die heeft overwegend gebruik gemaakt van gegevens die hebben geleid tot de opstelling van het 'Oktoberrapport', waardoor de zwakke kanten van RSV overbelicht zijn", aldus cor-voorzitter J. W. van Schellebeek. Specialistisch Even later kwam het personeel van de holding, toch nog zo'n 100 mensen, zijn belangen bepleiten. Wat er met hen zal gebeuren staat nergens omschreven. Gewezen werd op de in de holding aanwezige grote, specialistische kennis. „Die mag niet verloren gaan". M. Plaisier, directeur administratie en financiën van de holding, voelde zich gegriefd door de uitlating van premier Lubbers afgelopen vrijdag over „de groezelige boekhouding van RSV". Niets laakbaars Die opmerking is „vreemd overgekomen". Plaisier, wiens handtekening prijkt onder een aantal contracten van het kolengraafproject: „Er zijn zeker geen laakbare handelingen gepleegd. Wij zullen Lubbers no| nadere informatie vragen". Op de hoorzitting verschenen onder andere ook nog delegaties van de Machinefabriek Breda (MFB), de apparaten- en ketelfabriek AKF in Goes, de liftenfabriek De Reus in Krimpen aan den IJssel en van Rijn-ScheldeVerolme
Montage (RSVM) in Vlissingen. De MFB-delegatie sprak er zijn verbazing over uit de de minsiter haar bedrijf geen boedelkrediet wenst te geven. Zij wees erop dat zij betrokken is bij de Brunei-order van Thomassen. De afgassenketels waarop de MFB aanspraak maakt, zullen echter hoogstwaarschijnlijk bij Vmf-dochter Bronswerk in Utrecht terechtkomen. _ Op eigen benen De directie van De Reus verklaarde nog eens heftig dat zij helemaal geen boedelkrediet wenst. Dat bedrijf wil alleen maar zo snel mogelijk op eigen benen staan. De Surséance belemmert dat. Het gevaar dreigt, aldus de dfrectie, dat het bedrijf straks wordt overgenomen door derden die alleen maar geïnteresseerd zijn in de onderhoudsploeg en het marktaandeel. Overnemingskandidaten zouden zich al tot de raad van bestuur hebben gewend. Chantage. , . ■■ • . . .^ h i J i !J i , . Z ! n _ , ?^: kree 8' eenvou - RSVM, ruim 500 werknemers, wees de Kamercommissie op de goed gevulde orderportefeuille en de mogelijkheid van dit bedrijf reparaties aan kerncentrales uit te voeren. Het bedrijf zit echter wel met een probleem: het komt nieti voor op enige lijst van minister Van Aardenne. „We weten dus echt niet wat ze met ons van plan zijn", aldus de delegatie van RSVM. De directie van AKF tapte uit een geheel ander vat. Topmanager ing. A. S. van de Vijver dreigde, dig met de topleiding op te stappen. „Het enige dat de regering je niet kan verbieden", aldus Van de Vijver. Hij voegde eraan toe dat de AKF in dat geval meteen de poorten zou kunnen sluiten. De Kamercommissies lieten er geen twijfel over bestaan dat zij voor deze chantagepolitiek weinig waardering kunnen opbrengen.
"Thomassen dreigt orders te verliezen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
Door onze sociaal-economische redactie DEN HAAG, 10 febr. — De twee regeringsfracties in de Tweede Kamer, CDA en VVD, steunen het kabinetsbeleid inzake het RSV-concern. Dit bleek gisteren tijdens het tweeënhalf uur durende kamerdebat over de op handen zijnde ontmanteling van RSV nu het kabinet heeft besloten het concern geen financiële overheidssteun meer te geven. De Kamer was unaniem van mening dat aan "de steuncyclus aan RSV" een einde moet komen. De oppositie vindt echter dat het nu genomen kabinetsbesluit te ver gaat. Zij vindt dat elk RSV-bedrijf in principe een boedelkrediet van de overheid moet ontvangen zodat ieder afzonderlijk bedrijf een gelijke kans wordt geboden na ontmanteling van het concern zelfstandig te kunnen doorgaan.
CDA en VVD delen deze mening niet. Met minister Van Aardenne (economische zaken) vinden zij dat er voor de vier bedrijven, Verolme Elektra (565 man), de gieterij Middelburg (110 man), Thomassen Amsterdam (145 man) en de machinefabriek Breda (680 man), in een surséance van betaling of faillissement kansen aanwezig zijn om als zelfstandig bedrijf de toekomst in te gaan. Het niet geven van een boedelkrediet aan deze vier RSV-bedrijven hoeft volgens de twee regeringspartijen niet te betekenen dat deze ondernemingen zullen moeten sluiten. Ontoelaatbaar De PvdA is het hiermee volstrekt oneens. Woordvoerder Van der Hek vroeg de minister in een motie deze bedrijven alsnog een boedelkrediet te verstrekken. "Het zou ontoelaatbaar zijn als dat niet gebeurde", aldus Van der Hek. "Gebeurt dat niet dan is er sprake van een onverantwoorde en onzorgvuldige besluitvorming over de positie van deze vier bedrijven". Van Aardenne ontraadde deze motie. Het zou de schatkist nog eens 40 miljoen gulden extra kosten. Voor de nu aan veertien bedrijven in het vooruitzicht gestelde boedelkrediet moet 150 miljoen worden uitgetrokken op de begroting van economische zaken. Die 40 miljoen extra zullen volgens Van Aardenne in een „bodemloze put" verdwijnen bij de vier bedrijven. Gezien in het licht van de industriële politieke doelstellingen en de kansen op rendementsherstel vindt het kabinet dat de vier bedrijven niet in aanmerking komen voor een boedelkrediet. Dat door dit besluit deze bedrijven ten dode zijn opgeschreven, wordt door Van Aardenne bestreden. „Er zijn genoeg gevallen bekend van bedrijven die na surséance van betaling of faillissement toch weer tot leven komen. Ook zonder krediet van de overheid; ik wijs daarbij op onderdelen van het Bruynzeelconcern". Werven Ook wat betreft het beleid over de drie grote werven, de Schelde, Wilton-Fijenoord en RDM kreeg Van Aardenne de steun van de twee regeringspartijen. Deze zullen in afgeslankte vorm kunnen blijven voortbestaan. Daarnaast zal de offshore-poot van RDM (420 man) moeten sluiten evenals
de reparatieafdeling van deze werf (900 man) en de marinepoot van Wilton-Fijenoord (950 man). Een motie van Van der Hek waarin de regering wordt gevraagd dit besluit terug te draaien zodat eerst met alle betrokkenen overleg kan worden gevoerd voordat er verregaande beslissingen worden genomen werd door Van Aardenne ontraden. Ook dit zou volgens hem betekenen dat er overheidsgeld in een bodemloze put wordt gepompt. Unaniem vindt de Kamer dat de haar verstrekte informatie op grond waarvan het kabinet tot dit besluit is gekomen, erg summier is. Zij wil, desnoods vertrouwelijk, van de minister meer weten over het onderzoek van de projectgroep, bestaande uit topambtenaren van economische zaken en financiën, naar het RSV-concern. Handdruk Over de 'gouden handdruk' aan RSV-topman Stikker — deze zou volgens sommigen 1,1 miljoen gulden ontvangen bij zijn vertrek dat hij verleden jaar oktober heeft aangekondigd — is een overgrote meerderheid van de Kamer niet te spreken. VVD-woordvoerder Jacobse: „Als er geen bovenwettelijke afvloeiingsregeling kan gelden voor het personeel dat op straat zal komen te staan, dan mag dat ook niet gelden voor de top". Van Aardenne bestreed gisteren tijdens het debat dat alleen het Amerikaanse kolengraafproject de grote slokop zou zijn geweest binnen het concern waardoor het nu niet meer over liquide middelen beschikt en derhalve weer bij de overheid om steun heeft moeten aankloppen. Het ministerie van defensie en Taiwan hebben samen in totaal zo'n 600 miljoen gulden vooruitbetaald voor de ophanden zijnde opdrachten. Het kolengraafproject heeft tot nu toe 400 miljoen gulden gekost. De overige 200 miljoen zijn naar andere RSV-onderdelen gegaan die, zo nu blijkt, ook onrendabel zijn aldus Van Aardenne.
"Regeringsfracties CDA en VVD steunen kabinetsbeleid RSV". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
NEW YORK, 10 feb — De grootste bandenfabrikant ter wereld, Goodyear Tire and Rubber, brengt een bod van 825 miljoen dollar (2,2 miljard gulden) uit op het energieconcern Celeron Corporation in Louisiana. Goodyear wil de activiteiten spreiden omdat ongeveer tachtig procent van de omzet wordt behaald met banden en aanverwante produkten, zo heeft het concern meegedeeld. Krachtens de overnemingsovereenkomst, die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan aandeelhouders van de twee ondernemingen, ruilt Goodyear aandelen in de verhouding van 1,15 aandeel per aandeel Celeron. Celeron exploiteert aardgasleidingnetten, voornamelijk in de staat Louisiana, maar is eveneens betrokken bij een groot aantal andere activiteiten op het gebied van olie en gas. De resultaten van dit bedrijf zijn altijd goed geweest, maar vorig jaar zijn ze gedaald als gevolg van vermindering van de vraag naar en de prijsdaling voor aardgas. Goodyear heeft vorig jaar in de Verenigde Staten een recordwinst van 233,6 miljoen dollar geboekt, 38 procent meer dan over 1981.
"Goodyear koopt bedrijf". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
VENLO, 10 feb. - Océ-Van der Grinten heeft in het per 30 november afgesloten boekjaar, bij een van 1642 tot 1654 miljoen gulden toegenomen omzet, een nettowinst behaald van 43,3 miljoen tegen 30,1 miljoen in 1981; een stijging met liefst 44 procent. Voorgesteld wordt een dividend uit te keren van acht gulden in contanten per gewoon aandeel van twintig gulden tegenover vier gulden in 1981. Hiermee is het dividend terug op het peil van 1980. Vorig jaar moest het dividend worden gehalveerd in verband met de tegengevallen resultaten. Het omzetcijfer is voor acht procent gedeflatteerd door wisselkoerseffecten en voor drie procent door het beëindigen van enkele niet rendabele activiteiten. De omzet op de kantoormarkt heeft zich goed ontwikkeld. De activiteiten op de tekenkamermarkt stonden onder druk van het zwakke investeringsklimaat, aldus het bestuur.
"Jaarwinst Ocevan der Grinten 44 pct lager". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
LISSABON, 10 feb. — Twee hoge functionarissen van de Portugese regering zijn gisteren naar Washington vertrokken om met het bestuur van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) te onderhandelen over een nieuwe lening aan Portugal, zo is in bankkringen "> Lissabon vernomen. Het gaat om voortzetting van de besprekin8cn die premier Francisco Pinto Balsemao met het IMF voerde v oor zijn aftreden op 19 december. De gouverneur van de centrale ''ank van Portugal, Jacinto Nuheeft begin deze week met " e t bestuur van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) in Bazel beraadslaagd. In financiële "ingen in Lissabon wordt vergoed dat het over de verkoop van ?°ud aan de BIB ging. Van officie zijde viel geen bevestiging 'e krijgen. De Portugese centrale bank bez 't 688 ton goud. Dat is bijna ev enveel waard als de buitenland54 schuld van het land van ongeler dertien miljard dollar. Portujj a ' is al een paar maal eerder gedongen geweest goud aan de te verkopen bij gebrek aan kasmiddelen. Pas nadat dat gebeurd was wilde het IMF een krediet verschaffen dat het mogelijk jtioest maken dat Portugal weer 'eningen bij banken opnam. 'n Lissabon kon men niet zegj> e n hoeveel Portugal dit keer van IMF wil lenen. De functiona'■ssen die naar Washington onderWeg zijn, zijn de vice-president " a n de centrale bank. Rui Villar, Cn , het hoofd van het kabinet van Minister van financiën Joao SalSieiro, Fernando Ulrich. Beiden *ïren ook bij vorige onderhandelen met het IMF betrokken. 'Reuter)
"Portugal wil nieuwe lening van het IMF". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011
Door onze correspondent DICK VAN DER VEEN ENSCHEDE, 9 febr. — Transferpunten aan hogescholen en universiteiten voorzien in een groeiende behoefte als doorgeefluik van kennis en deskundigheid aan kleine en middelgrote bedrijven. Zij worden sinds 1981 in toenemende mate over de drempel getrokken. "Het werd de hoogste tijd voor wetenschappers om uit hun ivoren toren af te dalen. Voor ondernemers was het goed om de angst voor de wetenschap te overwinnen. We hebben elkaar hard nodig in het belang van de NV Nederland." Ing. D. van Barncvcld staat aan het hoofd van het transferbureau aan de TH Twente, dat sinds 1979 wetenschappelijke kennis overhevelt naar kleinere bedrijzen. Dc TH Eindhoven begon in (datzelfde jaar met zo'n bureau, waarna in 1981 de TH Delft, de Tijksuniversiteit Groningen en de katholieke universiteit Nijmegen volgden. Deze vijf transferpunten worden met "wetenschapsgeld" betaald: de rijksnijverheidsdienst en het industrieel dienstencentrum TNO putten uit eigen middelen om hun overdrachtfunctie waar te maken en ten slotte is er een samenwerkingsvorm tussen de -ijksuniversiteit Leiden en de TH Delft. Er is nog geen reden voor een hoera-stemming. Ing. Van Barneveld: "Onze bureaus werken zonder enige twijfel drempelverlagend. Dat is de conclusie van een 'instituut in Nijmegen dat ons werk heeft geëvalueerd en dat zonder enig voorbehoud de aanbeveling doet om met dit werk dooi te gaan. De kleinere ondernemer komt tot de ontdekking dat de wetenschap zijn probleem nietig zou vinden. Verder ervaren we dat veel kleinere ondernemingen het kader missen dat- voor een goede samenwerking met onze mensen onontbeerlijk is. Het gaat tenslotte niet om het bij de voordeur afgeven van een probleem en het bij de achterdeur ophalen van een oplossing."
Vastgesteld wordt dat de consument in toenemende mate behoefte heeft aan een verklaring oven de samenstelling, de werking of bijwerking van een produkt. Een wens die de kleine ondernemer vaak niet kan vervullen. Daarvoor moet hij de wetenschap aanspreken. Aan de TH Twente werden in 1981 150 bedrijfsbezoeken en contacten geregistreerd (toeneming 25 procent) en daaruit kwamen 125 wezenlijke samenwerkingsvormen voort. Hoe kan die wetenschapper zich voor het bedrijfsleven verdienstelijk maken. Er zijn drie mogelijkheden: • het verlenen van meet- en testfaciliteiten, het analyseren van kennis, verstrekken van bedrijfskundige adviezen en het vrijmaken van laboratoria (geringe kosten);
• het doornemen van problemen in gesprekken van enkele uren, openstelling van bibliotheek, doen van verwijzingen (kosteloos): • lange-termijnhulp (afstudeerobjecten
enz.), waaraan een contract ten grondslag ligt. Het is vooral het laatste waarom het de TH Twente en de partners begonnen is. Ing. Van Barneveld waarschuwt tegen te hoge verwachtingen bij het bedrijfsleven. "Wij kunnen uiteraard geen succes garanderen. Vergeet niet dat tal van bedrijven ons pas benaderen wanneer ze elders volledig zijn stukgelopen, wanneer het bij wijze van spreken een minuut voor twaalf is." Het overdragen van kennis door wetenschappers aan het bedrijfsleven bevindt zich in feite pas in een experimenteel stadium, men heeft nog weinig anders gedaan dan aan elkaar snuffelen. • Hoe ligt het met de geografische spreiding van de bedrijven die om hulp vragen? Van Barneveld
zegt: "Tachtig procent komt uit Noord-oost-Nederland, tien procent uit Midden-Nederland en tien procent uit het westelijk en zuidelijk deel van ons land. Indien men ons aanspreekt op een specialisme dat niet het onze is, kan direct binnen het transfersysteem naar een van de partners Worden doorverwezen, hetgeen de slaagkans belangrijk vergroot." Betaalbaar Is de wetenschappelijke ondersteuning betaalbaar? "Om het kostenaspect hoeft niemand ons te mijden. Er wordt flink gesubsidieerd (tot zeventig procent technisch ontwikkelingskrediet) en zelfs bestaat er de mogelijkheid tot algehele kwijtschelding van aangegane verplichtingen in geval een artikel volledig flopt. Daar staat tegenover dat een bedrijf met een goedlopend produkt een deel van de opbrengst naar het wetenschappelijk instituut moet toesluizen. De praktijk leert dat bedrijven die eenmaal de hulp van de wetenschapper hebben ingeroepen vaker een beroep doen. "Je kunt zeggen dat we toegroeien naar een vast klantenbestand," zegt Van Barneveld. De transferbureaus hebben er geen enkele moeite mee wanneer het bedrijfsleven zelf de weg naar de wetenschapper vindt, hetgeen in de praktijk overigens alleen met grotere ondernemingen het geval is. De financiering kan op den duur wel een breekpunt vormen. Van Barneveld: "Er gaan steeds meer stemmen op die zeggen dat de transferbureaus zichzelf moeten kunnen bedruipen. Indien dat het uitgangspunt moet zijn, ontstaat wellicht de neiging om alleen "grotere vissen" binnen te halen. Dat mag echter nooit tot principe worden verheven. Valt evenwel niet te ontkennen dat het steeds moeilijker wordt om de niet-betaalde adviesfunctie te vervullen." Het bedrijfsleven krijgt niet zonder meer geld uit de subsidiepot. Er moet wezenlijk sprake zijn van een vernieuwinesproces.
Blij De ondernemer moet met zijn produkt nieuwe markten kunnen veroveren. In België zijn de universiteiten (Leuven vooral) een stuk verder in het verhandelen van hun kennis. "Er valt in ons land een kloof te overbruggen. Het belangrijkste is dat de wetenschap het venster naar de industrie heeft geopend," vertelt Van Barneveld. Er zijn enkele leuke successen behaald bij het overhevelen van kennis naar het bedrijfsleven. Daarbij valt te denken aan een tingieterij die in samenwerking met de TH het uitvalpercentage Van haar produkten van vijftig naar tien procent terugbracht, aan de ontwikkeling van een geluidsarme glasbak en aan een beter functionerend droogproces in een suikerwerkfabriek. . Jaques Bik, general manager van JT Baker Chemicals in Deventer, verwoordt de mening van een middelgrote ondernemer die blij is met de samenwerking, hoewel die (nog) geen concreet resultaat heeft opgeleverd. "We hebben samen met de TH een produkt verbeterd op het gebied van de analytische chemie. Door technische, financiële en octrooiproblemen zijn we in een hardloopwedstrijd met een buitenlandse concurrent verzeild geraakt, waarbij we mogelijk de race verliezen." Betekent dit dat u niets aan de samenwerking hebt gehad? "Integendeel, innoveren is een must. Indien we niet tot aanpassing van dat produkt waren gekomen, zou het ons veel meer hebben gekost dan we nu kwijt zijn voor de hulp van de TH. De TH denkt met ons mee en kan deuren openen die anders voor ons gesloten zouden blijven. Er zijn bedrijven die ideeën in een bureaula hebben liggen waar ze niets mee kunnen doen, maar die voor ons van grote waarde zijn. We betalen er graag voor want in het bedrijfsleven worden geen cadeutjes weggegeven".
Computers aan de TH-Twente zijn een belangrijk instrument in de hulp van de wetenschap aan het bedrijfsleven (foto NRC Handelsblad/Freddy Rikken)
Ing. D. van Barneveld
"Wetenschappers werken voor de NV Nederland". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/02/10 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027905:mpeg21:p011