Terwijl de lezers van NRC Handelsblad oliebollen bakten, de kerstboom aftuigden of bij de visboer zalm in aspique kochten, zaten de illustratoren van deze krant in hun werkkamers. Het verzoek was: spaar jezelfpostzegels en stuur iedereen per krant een nieuwjaarskaart. Als het waar is dat de kunstenaar de gevoeligste seismograaf in onze samenleving is, dan gaat Nederland niet barstend van enthousiasme 1984 in. Wie kranten van dertig jaar geleden openslaat ziet dat de stemming toen anders was. Minder cynisch, simpeler humor, en met duidelijk meer plezier om aanwezig te zijn. En nog langer geleden deden de gedrukte media het af met blije foto's: schaatspret, bezoek van de Koningin aan een herstellende zieke, of die eeuwige kat met een feestmuts op. Het mag niet zo zijn. Onze — overwegend jonge — tekenaars stappen onzeker en dralend over de drempel; de minister-president wordt spontaan tweemaal onthoofd als straf omdat we met z'n allen de zaak niet beter kunnen organiseren. En: waar zijn de goede voornemens? Bestaan er nog mensen die zichzelf plechtig beloven dat zij in het nieuwe jaar minder zullen drinken, niet meer overspelen, taart laten staan, dat zij niet meer zullen roddelen? Of heeft iedereen het gevoel dat onbeheersbare techniek, de Grote Schaarste aan Werk en de internationale onveiligheid het futiel maken om privé-deugden na te jagen? Dan blijven alleen de functionarissen en instituten over om ons naar de toekomst te leiden, en die wantrouwen wij juist. In elk geval: we staan al in 1984, er is niets meer aan te doen. Gisteren alle familie en vrienden gekust, vanmorgen de collega's; de nieuwe kleren zitten nog wat nieuw maar over een paar dagen is 1984 alweer een pak met een vlekje op de elleboog. Namens de hele redactie van deze krant:
C/5 H UJ LU C/5 oc <