Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Kop
- BRIEVEN Enquête
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 15-09-1992
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 295
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- op 13 april 2016
-
-
Geen zoekvraag opgegeven
-
-
- Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
-
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Kop
- BRIEVEN Enquête
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 15-09-1992
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 295
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- op 13 april 2016
Kernsplitsing even fout als optelefoneren
Opheffen donor-anonimiteit zal spermadonors afschrikken
BRIEVEN Enquête
BRIEVEN Enquête
Staatssecretaris Ter Veld vestigde, aldus het artikel van redacteur Kees Caljé (NRC Handelsblad, 2 september), in een Commissievergadering van 18 april 1991 de aandacht op een schrijnende misstand uit de jaren zeventig en tachtig. Zij verwees naar de 'verdiscontering van werkloosheid' waartoe de Federatie van Bedrijfsverenigingen besloot in 1973 zonder dat de toenmalige bewindslieden op Sociale Zaken (Boersma en Mertens) protest aantekenden. Een misstand, zei Ter Veld en een 'contra legem uitvoering'. Pas bij de stelselherziening van 1987 kwam aan dit getolereerde misbruik een einde. Deze voorstelling van zaken is onjuist. De WAO schreef in artikel 21 lid 2 voor: „Bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt, zoveel doenlijk, rekening gehouden met door deze arbeidsongeschiktheid veroorzaakte verminderde gelegenheid tot het verkrijgen van arbeid". Deze zeer vage en voor velerlei uitleg vatbare formulering vroeg om een nadere interpretatie, omdat GMD, GAK en bedrijfsverenigingen die regel verschillend toepasten. Dat gebeurde als gebruikelijk sinds 1930 (!) in de Federatie van Bedrijfsverenigingen. De daar overeengekomen uitleg was royaal te noemen, maar paste geheel in de sociaal-politieke opvattingen van die dagen. De richtlijn werd vastgelegd in een voor iedereen toegankelijke circulaire. Departement en SVR waren dus volledig op de hoogte. Er was dus geen sprake van een contra legem uitvoering, laat staan van misbruik. Wel zou men kunnen spreken van oneigenlijk gebruik: dat is dus een gebruik maken van de wet, maar in een zin waarvoor de wet eigenlijk niet is bedoeld. De enige manier om daaraan een einde te maken is de wet te wijzigen. En dat heeft dan twintig jaar geduurd. J.M .G. Kuin, Amsterdam. Tweemaal duidelijk De hoofdredactie van NRC Handelsblad roept mij in het commentaar van 11 september over het 'Plan Simons' op, niet alleen als deeltijdhoogleraar maar ook als Kamerlid voor mijn mening uit te komen. Zij meent blijkbaar dat ik „als hoogleraar tot diame1 traal andere conclusies" kom dan als Kamerlid. In mijn boek 'De achterkant van het belasting- en premiebiljet' kom ik tot de conclusie dat de financieringsgrondslag van dit plan onvoldoende doordacht is en doe ik een suggestie voor een verbetering van de opzet. Tijdens de parlementaire behandeling van 'Simons' is deze grondslagproblematiek — ook door mij — niet voldoende onderkend. Het boek heb ik weliswaar geschreven in mijn functie als deeltijd-hoogleraar, maar als Kamerlid neem ik hetzelfde standpunt in. Sterker nog, het volgende standpunt over de 'Simons-financiering' heb ik als Kamerlid al eerder naar buiten gebracht. (Zie Het Parool van 20 juni 1992 op de voorpagina met de kop 'Kamerlid Vermeend tegen Simons'.) Voor alle duidelijkheid: het spreekt vanzelf dat ik alle standfiunten en ideeën die ik als hoogeraar (in mijn boek) verkondig, ook als volksvertegenwoordiger aanhang. Dit wil overigens niet zeggen dat ik voor mijn plannen en opvattingen steeds een meerderheid in mijn fractie weet te vinden. De hoofdredactie meent dat „de kiezer recht heeft op duidelijkheid" over mijn opvattingen. Dat is juist, maar aan die duidelijkheid heeft het dus niet ontbroken. „Twee maal Vermeend" is ook mij te veel. Willem Vermeend, Leiden. Europa Politici en commentatoren lijken te zijn bevangen door het misverstand dat het voor de eenwording van Europa iets ertoe doet of het verdrag van Maastricht wordt aangenomen of niet. In werkelijkheid is het verenigde Europa al lang een feit, of we dat nu leuk vinden of niet. Economisch bestaat er al een zodanige vervlechting, dat een weg terug niet mogelijk is, in ieder geval niet zonder zeer hoge kosten. Daarbij maakt het niet eens iets uit, of een land lid is van de EG of niet, want mijn observatie geldt voor Zwitserland, Oostenrijk, Noorwegen en Zweden net zo goed als voor de EG-landen. Nederland heeft al in de jaren vijftig de gulden zo vast aan de mark gekoppeld, dat het de facto een Duitse provincie met een beetje zelfbestuur is, en we varen er wel bij. Iets dergelijks geldt voor Oostenrijk. Engeland heeft zich onder Thatcher genoopt gezien het pond aan het EMS (lees: de mark), te koppelen en hoewel dat soms nadelen heeft, zijn de nadelen van ontkoppeling veel groter. Toen en daar heeft Engeland zijn souvereiniteit ingeleverd, niet pas bij 'Maastricht'. Door politici en commentatoren wordt het beeld opgehouden, dat de Europese eenwording voortschrijdt via topconferenties en verdragen, maar dat is onzin. Door dergelijke oppervlakkigheden worden de economische (integratie-)processen in de diepte niet geraakt. Wat topconferenties en verdragen doen (op z'n best) is het bestuur over Europa enigszins
aanpassen aan de economische realiteit. Men pretendeert dat daar de echte zaken worden gedaan, dat daar 'souvereiniteit wordt ingeleverd'. Er zijn dan mensen die dat niet willen — alsof we nog iets te willen hebben — en die stemmen tegen, zoals in Denemarken of misschien in Frankrijk. Het effect daarvan is niet dat de (verdere) eenwording in gevaar komt of zelfs maar wordt vertraagd, maar dat het bestuur over Europa archaïsch blijft, met een democratisch tekort en een hoog gehalte aan geritsel en politieke spelletjs. De zaken anders voorstellen komt in feite neer op kiezersbedrog. Dat wil niet zeggen dat verwerping van 'Maastricht' geen vervelende gevolgen zal hebben, want ook misverstanden kunnen heel reële consequenties hebben. Het zal crisis alom zijn, maar op de echte (economische) integratieprocessen zal dat hoegenaamd geen invloed hebben. Mischien zelfs wel een versterkende invloed, omdat een democratisch en sociaal Europa voor het bedrijfsleven misschien wel minder interessant is dan een archaïsch bestuurd Europa. Wat we van de crisis echter kunnen verwachten is, dat de dagelijkse vernedering die je als Europeaan voelt door de onmacht tegenover Servië, blijft doorgaan en dat Europa keer op keer opnieuw vernederd zal worden in soortgelijke conflicten die in Oost-Europa nog zullen ontstaan. E. Voogd, Amsterdam. Zijlstra's vuistregels Het door Zijlstra opgeworpen probleem (NRC Handelsblad, 11 september) over de ongedefinieerdheid van een kapitaalsdienst is mijns inziens slechts schijn; het gaat niet om een politiek vraagstuk maar om een bedrijfseconomische defnitie. Op een kapitaalsdienst staan die overheidsuitgaven die voldoen aan twee criteria: - naar hun aard eenmalig - werkzaam gedurende meerdere jaren, zodat de kosten via afschrijving over deze jaren kunnen worden verdeeld. Ten laste van de lopende rekening komen de jaarlijkse afschrijvingen en de toe te rekenen rente; tezamen met de overige uitgaven dient de lopende rekening te sluiten. De kapitaalsdienst wordt gefinancierd met leningen die worden afgelost uit de vrijvallende afschrijvingen. De totale omvang van de staatsschuld wordt bepaald door de historische omvang van de overheidsuitgaven op de kapitaalsdienst en de (gemiddelde) afschrijving daarop. De functie van de begroting als conjunctuurinstrument kan tot uitdrukking komen in een hoger of lager niveau van de kapitaaldienstuitgaven. Het werkelijke probleem is het tot stand brengen van de politieke (en departementale!) bereidheid om zich aan bovenstaande discipline te onderwerpen; het probleem van te hoge collectieve lastendruk en marginaal belastingtarief zou daarmee binnen een generatie zijn opgelost. Ir. P.F. de Maat, Dieren. Paspoort In het artikel van redacteur Theo Westerwoudt over de chaos op de Nederlandse Antillen (Weekeditie NRC Handelsblad van 11 augustus) is mij de zinsnede: „de Antillianen en Arubanen behouden hun geliefde Nederlandse paspoort" opgevallen. Helaas is niet vermeld dat het hier slechts om eenrichtingverkeer gaat. Want Antillianen en Arubanen kunnen met dit geliefde Nederlandse paspoort zonder enige restrictie in Nederland neerstrijken maar andersom is dit geenszins het geval; Nederlanders met precies hetzelfde paspoort kunnen zich beslist niet vrij op Aruba en de Antillen vestigen. Sterker nog, zij worden slechts voor een periode van maximaal negentig dagen op deze eilanden gedoogd. Dit op zichzelf is al een ergerlijke rechtsongelijkheid, maar de Nederlandse regering heeft hier onlangs nog een schepje bovenop gedaan. Sinds kort is het namelijk voor in Nederland woonachtige buitenlanders mogelijk zich tot Nederlander te laten naturaliseren zonder dat zij daarbij afstand moeten doen van hun oorspronkelijke nationaliteit. Vroeger was dit wel noodzakelijk maar de Nederlandse regering heeft zich, hoe kan het ook anders, grote moeite gegeven de allochtonen in Nederland in hun wensen tegemoet te komen. De naturalisatiewet werd op dit punt aangepast. Helaas zijn hierbij de rechten en wensen van permanent in het buitenland woonachtige Nederlanders wederom en voor de zoveelste maal genegeerd. De nationaliteitswet (1892 en 1895) werd onberoerd gelaten zodat Nederlanders die zich laten naturaliseren tot staatsburger van het land waar zij woonachtig zijn, hun Nederlandse paspoort nog altijd en met onmiddellijke ingang verliezen. Voor talloze Nederlanders in den vreemde is dit ongetwijfeld een zeer bittere pil, zeker nu voor buitenlanders de mogelijkheid van een dubbele nationaliteit wel geschapen is. Robert Alewijnse, LiverpooJ, Australië.