lorVera lllés seerste in Nederland is ■tCentraai museum in recht met een serie tennnsteilingen begonnen einde beste zin van het oord educatief belooft te orden. Educatieve diensvan musea zijn de laatjaren een veel besprooen vaak gekritiseerd derwerp. Het lijkt wel of mand —de musea niet de critici evenmin — ed raad weet met deze stellingen. Wanneer men vanuit gaat dat begrip or kunst en thuis raken in usea iets is wat geleerd n worden en dan liefst zo ng mogelijk, dan is het initiefvan de Utrechtse ucatieve dienst een uitkende poging om daar s aan te doen. eerste tentoonstelling die op oktober geopend is en tot 1 ruari loopt behandelt de be>pen ruimte en perspectief, tweede zal over abstractie n. Een derde samenvattende toonstelling over vorm, lijn, ' :T stond nog op het pro®una maar zal dit jaar arschijnlijk niet meer doorDoor de grote belangstel(3500 bezoekers in één ind) loopt de eerste expositie dan de bedoeling was 1 februari) en het schoolduurt tenslotte maar tot In elk geval blijft het geJ w aan de Maliebaan, dat een verscholen bestaan leidde dependance voor moderne H beschikbaar als schoolgum. ' krijgen de schoolkinderen 12 tot 16 jaar (van alle . van voortgezet onijs) die door de week in n naar het museum ko: e " in het Weekend hun it,, 4 mees ' r 'P en , op de exposiii,n„ aen? Niet de geijkte opi.,f van schilderijen en aklfor r i Werpen ' 00 k geen ^eh ]ke • expositie met m,, en spelletjes waarmee » , a Wel eens om de kunst ,, t£, n wordt terwijle van Cf^elijkheid. De tenf i "5 Ruimte en perspec2( . a °P goed doordachte ichin^j e kunstenaars in iben f,> . Periodes "ruimte" ullenrio f ld> hoe de verPersrÜ ,. tec hnieken werken Weik^! 1 ® weer te geven en lijkhpiri ^ 1Jze illusie en wergaan ln e " caar over kunu eglnt dicht b Ü 'zwsrt hand van foto's. Her Vr l kamer en een witte 'te' levpn Werpe I n uit het da ~ ' allerlei « ordt de bezoeker r,i die h • ecten geconfron; dappiiiu' t y inder bewust, in 1 Od 1 f ven °ok ondere man! en aantrekkeWkT Wordt gedemon,m. inv ,°L afstand, kleur, 1 -en■ Ü-! hebben op wat ktne en -. ? rneer nt. De zo opVrd ngen worden geil«rbn „ met kunstwerken, f'-bistorisrlT' 011 ' jaartallen, beschikt* gegegevens een kte rol spelen. ini ulans ttst » aantli , ■ k Y nst hangen sta 1 kln dertekeningen 1 Modern» verdu i d elijking ^tipp kunst - en een door ? m Pe d '°eil geschilvan een li 8 dat h dp d i blJ de bege " i la ssen L le raren die met ' v e da„ : "] ee ga.an eerst een '"g is d a t , U1J ae D egeJ assen L leraren die met Ve da» ;J^ eegaan eerst een ' e 1. A n j stru ctie hebben gedruu ' rs zou het museum !® r een hJl let aan kunnen. de ] er an grijker reden is ^ aar zelf het beste
weet op welk niveau het gemiddelde van zijn klas ligt. wat zijn kinderen het beste aanspreekt. Daarnaast is er een begeleidend boekje, maar dat is meer iets voor thuis. Lezen en kijken gaan slecht samen. Een kort overzicht met plaatjes over ruimte-uitbeelding in de westerse kunst completeert het boekje. Bij elk onderdeel zijn een aantal opdrachten geformuleerd. Geen weet-vragen, maar bedoeld om na te gaan of alles goed is doorgedrongen. Het is aan de leraar om al of niet te spelen met de opdrachten, net zoals het aan hem wordt overgelaten of hij het bezoek voorbereidt en of hij erop door zal gaan. Ten overvloede zijn er nog de hoog - te hoog naar .mijn smaak - opgehangen tekstborden. Wie moeite wil doen vindt daarop ongeveer dezelfde informatie als in het boekje. Een bezoek aan zo'n tentoonstelling is natuurlijk niet genoeg, maar de kans is groot dat kinderen die op deze manier kennis hebben gemaakt met kunst een goede eerste les in kijken hebben gekregen. Letten op de omgeving en kijken naar kunst doen beroep op hetzelfde soort gevoeligheid en het uitein- . delijke rendement is een intenser manier van leven. Als stimulans daartoe is Ruimte en perspectief een uitstekende tentoonstelling. Geen imbecielen Initiatiefneemster tot de téntoonstellingsserie is Hoos Blotkamp die - voorlopig alleen - de educatieve dienst van het Centraal Museum verzorgt. In de twee jaar tijd dat ze bij het museum werkt heeft ze de dienst van de grond af opgebouwd. Een aantrekkelijke situatie voor een kunsthistorica die voor zichzelf „het vertalen van kunst voor een groot publiek" als de meest zinvolle taak beschouwt binnen een museum. „Ik zou er nooit over dromen om conservatrice te .worden. Als je een schilderij geconserveerd hebt, dan moet je daar wat mee doen, zodat zoveel mogelijk mensen er wat van kunnen meepikken." In tegenstelling tot de praktijk op veel musea is de educatieve dienst in Utrecht geen sluitpost. „Ik krijg niet alleen alle medewerking op financieel gebied", zegt Hoos Blotkamp „wat uitzonderlijk is, maar ik word ook altijd van het begin af aan betrokken bij de voorbereiding van de tentoonstellingen, iets wat ook niet overal het geval is." Hoos Blotkamp is geen voorstander van een overdaad aan
informatie bij exposities. „Je moet het publiek niet als imbeciel beschouwen. Je moet er bovendien van uitgaan \dat de mensen die naar het museum komen al een zekere belangstelling hebben. Anders ligt het als het om groepen kinderen gaat die in schoolverband naar het museum komen en juist daarom was de situatie die we vroeger hadden eigenlijk voor iedereen onbevredigend. Twee maal per jaar schreven we de lagere scholen in Utrecht aan of ze wilden komen en welke afdeling ze kwamen bezoeken. Als ze dan kwamen waren ze totaal onvoorbereid en de meesten hadden geen enkele belangstelling. Bovendien was het voor ons heel vervelend want twee keer per jaar lag voor een maand de hele zaak hier plat, omdat de conservators zelf de rondleidingen verzorgden op hun afdeling." Hoos Blotkamp wilde het anders - meer gericht op het onderwijs en speciaal op het voortgezet onderwijs, omdat daarvoor niets gedaan werd. Zij vormde met een aantal leraren een werkgroep en het resultaat werd de tentoonstelling die nu op de Maliebaan te zien is. Kwaliteit „We gingen er van uit dat de leerlingen nog nooit iets met kunst te maken hebben gehad en dat daarom de collectie tonen zonder meer, de verkeerde toegang zou zijn. We hebben daarom gekozen voor een opzet die aansluit bij de ervaringen van de kinderen en bij hun geestelijke bagage. Dat laatste is toch wel een probleem gebleken omdat het niveau nogal uiteen loopt. In de toekomst moeten we de informatie misschien splitsen, „Maar om op het uitgangspunt terug te komen: we wilden de kinderen geen weetjes bijbrengen maar we zochten naar een manier om hen beter te leren kijken. Zo zijn we op begrippen als thema's gekomen, begrippen die een directe aansluiting hebben met kunst. Want we zijn in de eerste plaats een kunstmuseum. Het meeste op de tentoonstelling komt uit eigen bezit; alleen in uiterste noodzaak zijn we overgegaan tot lenen. Maar alles wat er hangt is topkwaliteit, dat wil ik met nadruk stellen, want het wordt educatieve diensten nog wel eens verweten, onder andere in het Cultureel Supplement nog niet zo lang geleden, dat we kwaliteit uit het oog zouden verliezen, omdat het ons er alleen om zou gaan het publiek iets te leren. Bij ons is dat zeker niet het geval." Verlakkerij Hoos Blotkamp is niet voor „zelfexpressie" of „creatief bezig zijn", die bij educatieve diensten van sommige musea meer en meer in zwang raken. „Het idee dat je beter begrijpt wat een kunstenaar bezield heeft als je zelf met verf of klei geknoeid hebt, vind ik uitermate dubieus. ,En om kinderen of zelfs volwassenen wijs te maken dat ze zelf creatief bezig zijn als ze aan een draaischijf zitten of een penseel in handen nemen, vind ik ronduit verlakkerij." Wat kinderen en de in steeds grotere aantallen toestromende volwassenen leren van de door haar en de werkgroep opgezette tentoonstelling, is nog niet te overzien. Het is een experiment, en het moet nog blijken wat anders en beter zou kunnen. Eén ding staat al min of meer vast. „We hebben teveel van de leraren verwacht, hun begeleiding speelt een hele belangrijke rol. Ze zijn ons een beetje tegengevallen. Er zijn wel goede bij, maar de meesten maken zich er veel te makkelijk van af. Of ze zijn te autoritair en smoren elke spontane opmer- ' king van de kinderen. Dat is niet de bedoeling."
Hoos Blotkamp
"Kunst voor kinderogen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031497:mpeg21:p025
DE BROEK VAN CORRY BROKKEN Jef Rademakers vertelt élles! De Gooise matras piept. Een onthullend boek over de ellende van de Nederlandsé 'televisie. Synopsis.,"f 19,90 In iedjere boekhandel te koop ARBEIDERSPERS mmm
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031497:mpeg21:p025
door ANDREAS BURNIER
Jill Johnston, bekend van haar artikelen in The Village Voice en door haar voortreffelijketweede boek. Lesbian Nation, betreedt de kale tentoonstellingszaal waar zij de achtste avond in een serie van negen over Women in Society mag vullen. (1) „Wat is hier aan de hand? Ik krijg hier géén goede vibraties!", zegt zij, nadat zij enige tijd op het podium heeft staan wachten. En met deze Heer Bommel kreet (maar voor Amerikanen heel gewoon: er zijn good vibes en bad vibes, you know) ontstaat er meteen een gespannen, vijandige sfeer. Het blijkt dat zij drie uur in een restaurant heeft zitten wachten, met de haar vergezellende filmploeg, die de Jill johnston film aan het maken is, en dat zij om acht uur hier was uitgenodigd, maar pas om tien over negen mocht optreden, omdat er op deze avond plotseling eerst muziek moest worden gemaakt. Een afschuwelijke combo (drie mannen en één vrouw) speelde en zong verscheurend hard en lelijk voor haar komst. Tijdens hun optreden deed iedereen in de zaal erg hush, hush. Nu de spreekster van de avond er is, zijn de toehoorders gechaotiseerd door de muziek en loopt, praat en draait iedereen rond. Zitten kan alleen op de harde parketvloer. Er wordt nu geschoven en geschuifeld. Pijnlijke ruggen worden gestrekt. De deur gaat voortdurend open en dicht. Mensen praten op de gang en in alle hoeken van de schelverlichte zaal. Inderdaad: bad vibes. „Als hier mensen zijn die mij even gezien willen hebben", zegt Jill (zij is de beruchte eerste openlijke schrijfster over - haar - homoseksualiteit), „dan kunnen zij nu verdwijnen." Nog steeds vertrekken enkele mensen; de onrust blijft. Ondertussen hebben de vrouwen van de filmploeg hun apparatuur opgesteld. (2) Er is nog iets met de zaal aan de hand, behalve de steeds weer opengaande deur, het gepraat, de door de muziek verpeste sfeer. Er zijn, voor een avond als deze, veel te veel mannen aanwezig, en geen aardige. (Er zijn drie dingen in onze cultuur waarover niet dan met ademloos, religieus respect mag worden gesproken: dat zijn popmuziek, sport en hippe mannen. Ik zeg u: zij deugen geen van drieën. Very bad vibes.) Plotseling een geweldige uitbarsting. „Er is' hier een zeer vijandige man, dat voel ik." (Jill kijkt hem aan). De man staat op. „Ik ben helemaal niet vijandig. Waarom denk je dat?" „Omdat ik het voel. Nu ga je natuurlijk vragen of ik een mannenhater ben. En dan zeg ik (zij gaat steeds sneller spreken; het is een routine ): 'Ik heb vrienden; ik heb een zoon, maar ik mag jou toch niet.' En als je niet ophoudt of oplazert, dan trap ik ie er eigenhandig uit." (3) Hevig geschreeuw; lichte hysterie bij de vrouwen in de zaal
die er zich mee bemoeien; snorrende camera's. • Een andere man vraagt Jill of zij Mein Kampf heeft gelezen. Jill: „No. Have you?" Ineens een golf van kalmte. „Sorry. Ik moet proberen weer rustig te worden. Maar er deugde hier iets niet. Ik dacht: if l throw a scene, misschien helpt . dat, en kan dat de avond nog redden." Een vrouw biedt aan iets te drinken te halen voor Jill. Inmiddels is er bijna een kwartier van de spreektijd om. Jill bedankt lachend en haalt een grote fles bessesap uit haar leren aktentas, waaruit zjj verder de hele avond af en toe een slok zal nemen. Na nog wat gewacht vraagt een (vijandig) jong meisje waarom
zij niet begint met haar lezing en waarom zij zo tekeer ging. Jill: „Nu hebben jullie hier een vrouw die haar gevoelens toont, en nu is het weer niet goed. Kom nou." Er ontstaat wat gelach (twijfel bevangt mij in hoeverre Jill's acting out bestemd was voor de film) en Jill begint te lezen, mompelend, in een (mooi) New Yorks timbre, af en toe hijgend en zich verslikkend in haar zinnen.
Charme „Toen ik naar Zwitserland ging om de tweede dochter van Jung te interviewen, een astrologe, die psychische adviezen geeft...", en dan volgen pagina's lang over kastelen, holle penissen, ruïnes, de ruïnes van de masculinistische cultuur, haar ontmoeting met een jonge gids ( representing my as yet undeveloped masculine self) en al zeer gauw raak ik de draad kwijt (als die er was: want het verhaal schiet kriskras door Zwitserland, Engeland, Frankrijk, Zwitserland, van de ervaringswereld naar de binnenwereld, van Jung's dochter naar Emma Jung en haar boek over de Graal, en ik ben al blij als het
mij, met ten slotte maar vier jaar gymnasium-Engels en wat Engelse levenservaring, lukt in dat gehijg en het jachtige gemompel af en toe fragmenten te ontwarren). „Alles is nu gezegd en geschreven over vrouwen wat er niet deugt", vertelt Jill in het verhaal van de reizen, de kastelen en de ruïnes. „The lovsy job situation; de verkeerde rolverdeling; het gebrek aan een eigen identiteit. Heel fijn allemaal. So now that we know, what do we do?" Op dat moment ga ik voor de bijl voor haar charme en wittiness (zij is nog geestiger dan Gore Vidal; Lesbian Nation bevat op bijna elke pagina quotable statements, zoals: 'Feminism is the complaint. (Political) lesbianism is the solution.').
So now that we know, what do we do? Ik besef dat ik voor de komende paar jaren een nieuwe lijfspreuk heb gekregen. Helaas blijkt in de korte pauze, waarin ik Jill vraag om een interview voor a leading Dutch newspaper, dat mijn voorgaande lijfspreuk (gekregen van een dame in een café, die mij haar treurige levensgeschiedenis vertelde) ook nog steeds van kracht is: 'Hout op hout, dat zaagt niet'. Er is geen enkel contact,j bad noch good vibes. Een ingewikkelde afspraak, via een van de meisjes in haar filmploeg, zal zeker tot niets leiden. Nu ik Jill van dichtbij heb gesproken, weet ik ook niet meer wat ik vragen moet. Aangezien Jill even later, in de plenaire discussie, weer vol flair en charme blijkt te zijn, ga ik mij ook afvragen wat er aan mij mankeert dat ik een zo spontane figuur zo totaal kan doen dichtklappen. Heeft zij een hekel aan buitenlanders, Nederlanders, joden, vrouwen van haar eigen leeftijd, vrouwen die zeggen dat zij van de pers zijn? Ben ik te square gekleed in mijn nieuwe blauwe blazer' en te saai? Wow! Dit is een aardige projectietest. Wat een hekel moet ik aan mijzelf hebben als ik het na enig nadenken reëel vind, dat een vrouw zoals zij niet geïnterviewd wil worden door, ja zelfs niet even echt kan praten met, een vrouw zoals ik. Mijn stemming stijgt pas weer als ik de volgende dag in haar boek Gullibles Traveü, dat ik nog niet kende, het verslag heb gelezen van Jill's poging tot eer interview met Bella Abzug (de vrouw die president van de Verenigde Staten probeerde te worden). Jill schrijft: „I think basically I just wanted to spend some time with her and my only excuse was posing as a reporter." Maar Bella geeft haar a cold shoulder (zoals Jill mij gaf) en Jill schrijft „I went into instant devastation. I thought it was because I was a lesbian. I thóught I was too tall or had too many freckles or altogether I was just to goy looking." In elk geval heb ik van Jill geleerd dat je zulke gevoelens, tot troost van anderen en tot lering voor jezelf, kunt beschrijven. Vragen De discussie levert alle gebruikelijke vragen op. „Waarom schrijf je?" „Waarom schrijf je zo intellectueel en elitair?" „Waarom schrijf je niet voor de massa: pulp??"
Antwoord: „Wel, ik denk als je dat doet, dat je het dan erg goed wilt doen. Je zou dan erg goede pulp moeten schrijven: de beste pulp die er is. Dat kan ik niet. Schrijf jij pulp?" De vraagstelster zegt nee. Jill: „Oh." „Maar je bent toch voor de massa verantwoordelijk?" wordt er doorgedramd. Jill: „There is only a limited circle that anybody is involved with. „But what is your trip? Come on! There is another question here that is not being asked." Jill heeft herhaaldelijk geschreven en gezegd: „All women are lesbians, except those that don't know it yet." Een vriendelijke meneer vraagt nu, of als mannen zich humaner gaan ontwikkelen, vrouwen nog homoseksueel zullen zijn. Jill: „I don't know." Een jongeman die (symbolisch) op een kast is gaan zitten, vraagt of het niet in de allereerste plaats gaat, niet om mannen en vrouwen, maar om mensen als leden van de werkende klasse. De produktiekrachten in het algemeen in de maatschappijstructuur, zogezegd. Jill laat hem uitzeuren en zegt dan alleen maar: „It is getting too abstract. Anybody with a question?" Hoewel ik aan het andere eind van de zaal op de grond zit, hoor ik de man op de kast enige malen gekwetst bullshit! zeggen. „Krijg je royalties voor je boeken?", vraagt een andere man. Jill: „Nee. Alleen maar voorschotten. Ik ben echt arm. Ik ben vanavond hier komen spreken omdat ik geen geld meer had voor de rest van de maand. You want to see my bankbook?" Heeft zij spijt van haar vroegere, zeer heftige radicaal-feminisme, waarmee zij iedereen (zowel de squares, als de feministen, als de gay libbers). van zich vervreemdde? (Jill is, met vele anderen, wat minder politiek en wat meer spiritueel geworden). Jill: „Ik vind het naar dat ik nu de prijs moet betalen voor mijn politieke ontwaken. Je bent dan boos, en dat geeft a backlash for quite a while. Ik vind dat wel naar." Een vrouw: „You seem to be happy." Jill: „What?" „You seem a really happy person." Jill: „Hihi." En even later haar uitsmijter voor het officiële gedeelte van de avond: „You are not free. Nobody is free. We are prisoners in our bodies here." Noten: 1) De JJ bibliografie tot heden bevat, afgezien van de artikelen in The Village Voice: Jill Johnston. Marmelade Me, New York, 1971; Jill Johnston, Lesbian Nation, New York, 1973; Jill Johnston, Gullibles Travels, New York, 1974. Een verslag van een poging tot een interview met JJ staat in Ms van oktober 1975. 2) De zetter, corrector, lector of censor van deze krant heeft in twee van mijn vorige artikelen in deze reeks geheel eigenhandig haar in zijn en zij in hij veranderd, waar ik, om kosmisch-didactische redenen, zeer welbewust de feminina had geschreven. Het zij haar/hem vergeven, dat zij/hij haaryzijn masculinistische tegenpropaganda en/of sabotage poogt té bedrijven. Zij/hij doet maar: het masculinisme is toch een verloren zaak. Alleen wijs ik haar/hem erop dat het hier niet didactisch maar empirisch om vrouwen van de filmploeg ging (geen mannen dus). 3) Dit is een, voor de schichtige krantenlezer, sterk ingekorte en gekuiste vertaling.
C Ü O) 3 I C <0 > w. £ % Q. O) c
"Een avond met Jill Johnston Hout op hout, dat snijdt niet AMERIKAANSE CEVOELENS 5". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/11/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031497:mpeg21:p025