eCH T , 22 nov. - Het Basis elementen rEB) in middenmeer gaat *%, ruim 50 werknemers binnenkort zonder werk Volgens districtsbe5lten ^ van Vliet zijn even:rd er C '. kandidaten om de onder0 ver te nemen de afge'kweken afgeschrikt door de Velingen rond het bouwHolborn in Lelystad. is ongeveer drie jaar geD begonnen met een nieuw 'teem. De aanloopkosten echter dermate hoog dat • ' niet heeft kunEB i' tier: < «iccnaar he, wilwerken. Vorig jaar kreeg, fi L a Moei uit Alkmaar een Lrheidsbelang van 60 nrohet bedrijf Het ministeIn economische zaken heeft Z* financiële steun verj* m et daarbij de bepaling j r ' gezocht moest worden ■lieen kandidaat die het bewillen overnemen. zou ?)
NRC Handelsblad
- 22-11-1975
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 22-11-1975
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 46
- Jaargang
- 6
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ouwbedrijf dicht: jftig ontslagen
Een asociaal recept
ALS POLITICI tegen de inflatie geen ander middel meer invalt dan lonen en overige inkomens feitelijk te bevriezen, zijn ze in het meestal opwekkende gezelschap van de beroemde Amerikaanse econoom John Galbraith. Die heeft deze week de hele schuld van de loon- en prijsspiraal gegeven aan de grotere ondernemingen en aan de vakbeweging. In ren vraaggesprek met U.S. News and World Report bepleit hij loon- en prijsbeheersing van zwaar kaliber, behalve voor kleine ondernemingen en voor kleine groepen van werknemers. Ook bepleit hij een sterke investeringsbeheersing in de vorm van voorgeschreven plannen. Wanneer een loonquote (loonaandeel in nationaal inkomen), zowel autonoom door de macht van de vakbeweging, als ten gevolge van een daling van het bruto nationaal produkt, zo hoog is geworden dat er aanleiding lijkt te zijn een verdere groei te remmen, zijn er twee middelen. Het meest voor de hand liggende is de algemene economische groei te stimuleren, waardoor het BNP stijgt en geprobeerd kan worden de loonsomstijging minder sterk te laten zijn. De andere methode is die van de fameuze nullijn, waarvan overigens in de praktijk meestal niet zo veel terecht komt, zeker niet bij goedlopende bedrijven, die met herclassificeringen van functies e.d. meestal een aardig eind komen. Indien in een periode van stagnatie een regering — als die in Den Haag — ten einde raad besluit een soort loonstop in te voeren wanneer het inflatiepercentage in aanmerking wordt genomen, is politiek geheel begrijpelijk dat dan ook de prijzen worden „bevroren" evenals de overige inkomens (vrije beroepen e.d.) Dat evenwel een totale' prijsstop — zoals
Galbraith voorstelt — in feite a-sociaal werkt ,wordt wel wat gemakkelijk over het hoofd te zien. Er is een historisch aantoonbare relatie tussen prijsbeheersing en schaarste .Prijsbe,heersing wordt ingevoerd als er niet genoeg van iets is (distributie), maar prijsbeheersing kan er evengoed toe leiden dat er spoedig niet genoeg meer van iets is, omdat de marge zo klein is gemaakt dat de produktie niet meer lonend is. In de dienstensector treedt dat al heel duidelijk aan het licht, maar de goederensfeer is al even duidelijk nu ook aan de beurt. Er wordt dan zwart gewerkt en gehandeld, hetgeen in wezen a-sociaal is. Asociale effecten zijn er ook als produkties worden gestaakt en de mensen de straat op vliegen. Prijsbeheersing was een uitvinding tegen de woeker, zoals de Belgen indertijd zeiden, maar daarmee is de zin van prijsbeheersing tegen de inflatie nog niet gelegitimeerd. Een nevenverschijnsel van zulke grove inkomenspolitiek is dat ook de dividenduitkeringen worden getroffen. Nu is het „gevaar" voor dividendverhogingen in 1976 over 1975 uitermate gering, maar een paar zijn er mogelijk en te verwachten. Het betreft dan aandelen die vooral in institutionele (sociale) portefeuilles zitten (Unilever, Shell e.d.) Terwijl de particuliere aandeelhouder wellicht gecompenseerd wordt met wat vermogens(koers)winst, hebben de sociale instellingen meestal de contanten nodig om hun sociale functie normaal te vervullen. Men wil macro-economie bedrijven, maar men baseert het beleid op het micro-economisch wat hoge inkomen van 'n handvol bankiers en chirurgen. (Dn)
Unidata in Nederland opgeheven
DEN HAAG, nov. — Siemens zal haar activiteiten met betrekking tot de computerfamilies 4004 en 7.000 weer onder eigen verantwoordelijkheid gaan uitvoeren. Hiertoe is in Nederland opgericht Siemens Data b.v. in Den Haag. Deze firma zal, in zeer nauwe samenwerking met Siemens Nederland, de verkoop en ondersteunende activiteiten op het gebied van computertechniek en data-communicatie-apparatuur en de bijbehorende „software", voortzetten. In overleg met de vroegere partners, Philips en de Franse CII, is besloten de verkooporganisatie Unidata in Nederland op te heffen. De in Unidata-verband tussen CII, Philips en Siemens begonnen Europese samenwerking op computergebied heeft niet tot succes geleid. De beslissing van de Franse regering van 12 mei 1975, om de totale Franse computerindustrie samen te brengen in de combinatie CII-Honeywell-Bull, en de daarop volgende mededeling van Philips over de inkrimping van haar computeractiviteiten hebben bij Siemens tot de conclusie geleid dat verdere samenwerking niet mogelijk is.
Werkloosheid EG dubbele van '73
BRUSSEL, 22 nov. — De werkloosheid in de EG bedraagt momenteel het dubbele van 1973 en het aantal volledig werklozen in de Europese Gemeenschap ligt, volgens de meest recente gegevens, nu op 4.856.107. Een woordvoerder van de Europese commissie wees er op dat in alle landen van de gemeenschap de werkloosheid nog steeds stijgt. Slechts in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland lijkt de werkloosheid wat minder snel te stijgen dan tevoren. De EG heeft in totaal 1.833.603 werkloze vrouwen. De vrouwenwerkloosheid en de jeugdwerkloosheid stijgen snel. (ANP).
Ontslagen bij Pirelli
MILAAN, 22 nov. — Aan ongeveer 10 procent van de 34.000 werknemers van de Italiaanse rubberfabriek Pirelli is met een termijn van 25 dagen ontslag aangezegd. Dit besluit viel nadat besprekingen tussen de onderneming, de vakvereniging en de Italiaanse regering over een herstructurering van de Pirelli-groep waren mislukt.
Aantal bedrijven met OR ook in '75 toegenomen
.DEN HAAG, 22 nov. — Hot aantal ondernemingen met ondernemingsraden is in 1975 verder gegroeid. Minister Boersma constateert dit met voldoening in een brief aan de Tweede Kamer. Een onderzoek van de arbeidsinspectie dit jaar bij 969 ondernemingen die in 1974 nog geen raad hadden, en bij 39 raadsplichtige bedrijven (ruim 291.000 werknemers) heeft uitgewezen dat 434 bedrijven (128.000 werknemers) nu een OR hebben. Van de overige 574 ondernemingen hebben er 269 een ander overlegorgaan (bijv. een OR zonder of met een ondeugdelijk reglerrjent). Tussen juli '74 en juli '75 is het aantal (bij het onderzoek betrokken) ondernemingen met een OR gestegen van 75 naar 85 pet. Het aantal met een ander overlegorgaan is gedaald van 13 naar 7 pet. en het aantal zonder overlegorgaan van 12 naar 8 pet. De stijging van het aantal bedrijven met een OR is het • grootst in de bouwnijverheid en aanverwante bedrijven.
Drinken op niveau
IN DEZE WERELD, waarin steeds minder verboden gelden en waarin ook zelfbeperking gezien wordt als een beknotting van de levensvreugde, is het drinken onder kantooruren nog steeds geen gemeengoed geworden. Gf misschien ... ? In Engeland is hierover een kleine discussie ontstaan naar aanleiding van een artikel in het blad The Director. Daarin werd gesteld dat een goedvoorziene drankkast voor de directie van ondernemingen een onmisbaar instrument is. Voor sommige lezers opende dit geheel nieuwe perspectieven, anderen zagen er het begin in van het einde. In de Britse nationale raad tegen het alcoholisme werd aangedrongen op een officieel onderzoek — „ik denk dat als de waarheid eindelijk onthuld wordt, een heleboel mensen werkelijk erg geschokt zullen zijn", aldus de voorzitter — maar een ex-directeur van het Britse instituut van directeuren verklaarde het probleem erg overtrokken te vinden. „Ik heb in mijn leven waarschijnlijk meer directeuren ontmoet dan iemand anders in de wereld, en voorzover ik het heb kunnen zien — en ik heb mijn ogen niet in mijn zak — zijn verreweg de meeste directeuren hardwerkende mensen die genoegen nemen met niet veel meer dan één whisky en soda op het eind van de dag. Hun tempo is te hoog en hun verantwoordelijkheid te zwaar om veel te drinken." Nu kan ditzelfde argument, de spanning en de druk, worden gebruikt om het drankgebruik in de directiekamer goed te praten.
Overmatig roken helpt niet genoeg, het gebruik van drugs stuit nog op teveel remmingen — kom, laten we een borrel nemen. Het is duidelijk, dat er in de top van het bedrijfsleven — en zeker niet alleen in Engeland — gedronken wordt. De vraag is alleen in hoeverre dit schadelijk is. We moeten dan om te beginnen vaststellen dat een betrekkelijk geringe hoeveelheid alcohol al een duidelijk effect heeft op het concentratievermogen. De meer ontspannen benadering van de problemen biedt dan ook geen garantie voor betere oplossingen, integendeel. Wat deze kant van de zaak betreft zijn er zeker argumenten tegen drinken gedurende werkuren — ook als het door de bedrijfstop gebeurt. Belangrijker wellicht is de persoonlijke kant van de zaak. De usance van het drinken-met-zakenrelaties leidt gemakkelijk tot een zodanige gewenning dat de weg terug niet meer te vinden is. Zelfs als vele waarschuwingstekens op rood staan, zal ook niet door collega's aan de bel worden getrokken. Maar wee de man die aantoonbaar een belangrijke fout maakt doordat hij teveel had gedronken. Bij veel bedrijven rest hem weinig anders dan op te stappen — mooi voorbeeld van dubbele moraal. In Nederland zijn naar schatting 150.000 mensen die problemen hebben door hun drinken. Maar niet op directieniveau! Misschien toch een moment om te beseffen dat drank en werk niet zonder meer verenigbaar zijn. En vooral dat hier in teamverband een taak kan liggen (bB).
Marge voor loonbeleid smal geworden
Door onze sociaal-economische redactie DEN HAAG, 22 nov. — De kabinetsdelegatie heeft gisteren in het gesprek met de Stichting van de arbeid geen bijzonderheden bekendgemaakt over de inhoud van de maatregelen die getroffen zullen worden om de loonstijging duidelijk binnen de 10 pet. te houden. Ook over de instrumenten die daarvoor zullen worden gebruikt, werd geen opheldering verschaft.
Nu het onmogelijk is gebleken de prijscompensatie op 1 januari te beperken door de cao's-1975 open te breken, is de marge uiterst gering geworden. De regering zal nu een beslissing moeten nemen over de prijscompensatie op 1 juli. Te verwachten valt dat de regering besluit tot een uitkering in een vast bedrag dat net voldoende zal zijn om de koopkracht van inkomens tot ƒ20.000 te handhaven en de laagste inkomens er nog iets op vooruit te laten gaan. Geen enkele zekerheid bestaat nog over de prijscompensatie aan het eind van 1976. „Onaanvaardbaar" "NW-voorzitter Kok zei vannacht dat hij van dit kabinet, niet had verwacht dat het zelfs de gedachte kon opperen om de voor 1975 afgesloten cao's open te breken. Voor de vakbeweging was deze ingreep volstrekt onaanvaardbaar. omdat daardoor de rechtszekerheid van de werknemers zou zijn aangetast. Volgens Den Uyl had het kabinet gehoopt door een beperking van de prijscompensatie op 1 januari, die al een belangrijk deèl van de loonsomontwikkeling in 1976 bepaalt, een gelijkmatiger spreiding van de loonkostenstijging en inkomensontwikkeling mogelijk te maken. Het kabinet heeft nu ook afgezien van het voornemen om de verhoging van de minimumlonen, die per 1 januari ongeveer 7 procent zal bedragen, met 2 procent te verminderen. Het kabinet beoogt met de maatregelen die het zal nemen een „zekers verbetering van de rendementen. enige daling van het arbeidsaandeel in het nationaal inkomen en enige groei van het, overig inkomen te bereiken", zo zei Den Uyl voorzichtig. H^t kabinet zal bij. het samenstel van maatregelen ook immateriële zaken betrekken. Hiermee zou gedoeld kunnen worden op de indiening van het wetsontwerp vermogensaanwasdeling
en het wetsontwerp over de ondernemingsraden. Om enige garantie te geven dat het rendementsherstel gebruikt wordt om de werkgelegenheid te verbeteren, zullen, zo zei de minister-president, enige elementen uit de nota structuurbeleid naar voren worden gehaald. Kok zei later dat het kabinet juist op dit punt weinig concrete toezeggingen had gedaan. Hij twijfelde ook aan de doeltreffendheid van het prijsbeleid. Arbeidsplaatsen Het sterke voorbehoud van de vakbeweging tegenover het inkomensbeleid van het kabinet bracht Kok aldus onder woorden: „De regering zal in haar brief aan de Kamer duidelijk moeten maken dat de economische vooruitzichten zo slecht zijn dat een drastische ingreep in de lonen noodzakelijk is." De regering heeft de vakbeweging er niet van kunnen overtuigen, dat een verlaging van de arbeidsinkomensquote kan bijdragen tot het scheppen van meer arbeidsplaatsen. ..Tegenover de gevraagde loonmatiging stelde het kabinet niets anders dan een gratuite modelmatige redenering", aldus Kok. Den Uyl heeft er gisteren bij de werkgevers sterk op aangedrongen hun principiële verzet tegen de vermogensaanwasdeling op te geven om op die- manier een oplossing mogelijk te maken. De werkgevers zijn daar niet op ingegaan. Zij drongen aan op een ander begrotingsbeleid, maar het kabinet ziet geen mogelijkheden om de lasten voor het bedrijfsleven verder te verlagen. D" werkgevers bl'jven op hpt standpunt. sta?n dat er in 1976 geen ruimte is voor ori.iscompensatie. De loonsomstijging moet naar hun mening niet meer dan 8 procent zijn. ,.Ik heb de vrees", zo zei mr. Van Veen. „dat wij daar toch boven uit zullen gaan."
Ten behoeve van een nieuwe centrale in het Bulgaarse bergdis'.rict Plovdiv is een enorme damwand verrezen; één van de grootste van Europa. Het bijbehorende krachtstation werd gebouwd met steun van Rusland, Tsjechoslowakije en de DDR. Het in het ontstane stuwmeer opgespaarde water speelt ook een belangrijke rol by de irrigatie vfin de aangrenzende districten.
bij
rfilJNDEL, 22 nov. — De diic van Koninklijke kousen — «kketifabriek Jansen de Wit Schijndel wil honderd partli medewerksters van de ves-i Danlon in Emmen ontHet overcompleet worden 52 arbeidsplaatsen in het rijf in Schijndel wil de dirè opvangen met werktijdSorting, „in afwachting van wettelijke regeling voor out werknemers" teident-directeur mr. J. van Meer zei gisteren, na voort - I overleg met de bonden een deel van de oneerustis weggenomen rond een fljdijke opheffing van de vesjjg in Schijndel en concen:e van het bedrijf in EmDe reorganisatieplannen de directie van Jansen de behelzen behalve maatregein Emmen en Schijndel, ook ting van de vestiging in het gische Hamont, waar 330 isen werken. (ANP)
Advertentie
7 Z \ i. 11111 >i ir y i ■: i r i, • i' uitzonderlijke Aanbieding ,I I.I ii V.'' /ili 1 ',^ THEATRVM ORBIS TERRARVM ABRAHAM O R TEL I VS Een ongelooflijk mooie en nauwkeurige facsimile, vervaardigd naar een vroege atlas uit 1570. In Nederland zijn van deze eerste editie nog acht exemplaren bekend; het originele exemplaar dat tot voorbeeld heeft gediend voor deze facsimile is wel het meest karakteristiek voor het systeem waarmee in de tweede helft van de zestiende eeuw kaarten met de hand werden ingekleurd. De cartografie had in die tijd een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Grote wandkaarten, van nagenoeg alle delen van Europa waren beschikbaar, samengesteld uit kleinere onderdelen. Ze hadden echter meer decoratieve dan functionele betekenis. AO Het is juist de grote verdienste van ABRAHAM ORTELIUS geweest dat hij de beste van deze kaarten op handzaam formaat nauwkeurig heeft nagegraveerd, teneinde deze in een atlas te kunnen bundelen. Dankzij deze arbeid bezitten wij thans een nagenoeg volledige inventarisatie van de geografische n kennis van de zestiende eeuw. ai ' s i3e P er ^ t zich niet tot Europa alleen. Als wij weten, dat nog maar 60 jaar vóór de tfrd publicatie van THEATRUM ORBIS LKRARUM de Nieuwe Wereld slechts door een eenvoudige lijn van de westkust werd aangegeven, in het midden latend of deze de oostkust van Azië betrof of die van een ander continent, dan toont Ortelius' atlas ons die ontwikkeling der geografische wetenschap overduidelijk. Want niet alleen is de oostkust tot in finesses weergegeven, in het binnenland van Mexico en Peru bijvoorbeeld vinden wij tal van plaatsen exact gesitueerd. THEATRUM ORBIS TERRARUM, afkomstig van uitgeverij Elsevier bevat 53 kaarten (over twee bladzijden) en een titelblad in zes kleuren. Bij de atlas krijgt u gratis een geïllustreerde inleiding in de Engelse of de Franse taal door dr. ir. C. Koeman. Het formaat van de atlas is 29 x 42 cm. Het papier benadert het origineel in kleur, dikte en vergure. Gebonden in similileder met goudstempeling. Plusprodukties heeft een kleine 500 van deze atlassen in bezit. De normale prijs van deze buitengewoon fraaie facsimile bedraagt ƒ 395,00. Plusprodukties biedt hem u aan voor slechts 250.EEN EXEMPLAAR TER INZAGE Belangstellenden zijn welkom in onze boekhandel, N.Z. Voorburgwal 228, hoek Paleisstraat te Amsterdam en in ons kantoor te Rotterdam, Westblaak 180, waar zij een exemplaar van deze atlas kunnen inzien. Een exemplaar van deze facsimile kunt u bestellen door overschrijving van ƒ 250,00 op postgiro nr. 10303 t,n.v. Plusprodukties, Rotterdam (of rek. nr. 64.05.74.726 bij Slavenburg's Bank, Rotterdam). Graag vermelden: Ortelius. Zodra uw overschrijving is ontvangen, krijgt u de atlas thuisgestuurd.
van week tot week Bankcentrale Euromarkt
VOOR HET EERST sinds de Tweede Wereldoorlog is het aantal buitenlandse banken, gevestigd in de Londense City, gedaald. Er zijn volgens The Banker dit jaar 15 banken van de vorig .jaar bestaande opgeheven. Er zijn er nog 224 over doordat enkele nieuwe er bij gekomen zijn. Het zal niemand verwonderen dat de toeneming voor rekening kwam van olielanden, o.a. twee Iraanse banken. Ook enkele continentale en een Canadese bank openden vertegenwoordigingen in Londen. Hiermede zijn er nog 87 consortiumbanks, eigendom van groepen buitenlandse en/of Britse banken binnen de befaamde vierkante mijl gevestigd. Tezamen tonen hun balansen 69,8 miljard pond sterling aan activa, meer dan de helft van de totale bankensector. De Amerikaanse banken met 33,6 beschikken over meer middelen dan de grote-clearingbanken en de Japanse met 10,9 miljard volgen daarop. Deze groep bankinstellingen controleert 72,5 procent van de 120 miljard dollar omvattende Euromarktmiddelen te Londen. De veranderingen geven — weliswaar nog niet zeer duidelijk — de wijzigingen aan op de Eurogeld- en kapitaalmarkten. Sedert 1960 is deze voor een groot deel overgegaan van The Citybanken naar de buitenlandse en de consortiumbanken. Veranderingen in het materiaal op de Euromarkt zelf droegen ook bij
tot wijziging van het karakter van de markt. Was het oorspronkelijk een markt in leendollars met een usantiële krediettermijn van drie maanden, thans domineert het verschaffen van internationale middellange kredieten (nadat nog in 1970/1971 Amerika optrad als geldnemer via „dollar deposit certificates").. En met die veranderingen is ook het personeel veranderd. Die activiteit wordt in sterke mate bedreven door de al genoemde consortiumbanken die de laatste jaren als paddestoelen uit de grond zijn gerezen. Londen heeft echter op dit terrein de laatste jaren wat concurrentie gekregen in wat Europa betreft het rustige Luxemburg dat in verschillende opzichten attracties biedt voor de consortiale banken als administratieve vestigingsplaats. Ook de kredietnemers op de Euromarkt tonen wisselende schakeringen. Door de economische depressie is de kredietvraag van de westerse industrielanden — behalve van Japan — gedaald. De ontwikkelingslanden en zelfs OPEC-landen zijn als kredietnemers opgetreden. Het nieuwste is wel dat ook NoordVietnam een 5-jarige Euro-DM-lening van 70 min. zal sluiten. Deze emissie wordt aan de markt gebracht door de Banque Commerciale pour 1'Europe du Nord te Parijs die geheel Russisch eigendom is. Co-existentiële détente op de Euromarkt. (vG)
Verwarrende betiteling
HET IS EEN soort mode kwaad te spreken van „multinationals'', voornamelijk in progressieve kringen, vakverenigingen en regeringen. Daartegenover hoort men uit geestverwante kringen ook geluiden van waardering. Prof. J. Tinbergen is bij voorbeeld iemand die de internationale ondernemingen te hulp wil roepen bij de steun aan ontwikkelingslanden en die ook het nut van zulke ondernemingen voor de wereldeconomie ziet. Het is nogal verwarrend voor de geXvone burger. Het staat bovendien te bezien of ieder over hetzelfde praat — onverschillig of men zulke ondernemingen verafschuwt dan wel waardeert. Want onder de verzamelnaam multinationals betitelt men veelal ondernemingen. organisaties of concerns van zeer uiteenlopende aard. Een onderneming als de Koninklijke is als nationaal bedrijf bijv. eenvoudig onbestaanbaar. Er zijn ook organisaties die men tot de besproken groep rekent die slechts een samenvoeging zijn van een aantal bedrijven van uiteenlopende aard die onderling niets gemeen hebben en zelfs geen toeleveringsbedrijf voor de moedermaatschappij zijn. Dergelijke „conglomeraties" zoals men ze wel noemt, zijn doorgaans ontstaan door overnemingen van bedrijven in ruil voor aandelen. Het zijn vaak zuiver financiële organisaties, niet gericht op een industriëel doel, maar uit financiëel oogpunt opgericht. Dit ontaardt
soms in een verhandeling van ondernemingen als een „quick turn", zonder rekening te houden met de belangen van de meest-betrokkenen in die verhandelde ondernemingen. Het is begrijpelijk dat de afkeer zich voornamelijk richt op déze groep van multinationals, scheppingen van „brasseurs d'affaires". Daartussen bestaan tal van nuances van multinationale ondernemingen. Men is in de wandeling zelfs geneigd nationale onderneningen die internationaal een monopolie- of bijna-monopoliepositie hebben tot multinationals te rekenen, zoals The Economist bijv. de Zwitserse Hoffman-La Roche. Deze verwarring van multinationaal met monopolist houdt weer verband met de achter de afkeer stekende angst voor een machtspositie die men aan de multinationals toeschrijft, ook al hebben ze geen monopoliepositie. Men verdenkt hen dan vaak van een streven naar olipologie, een onderling verdelen van de macht op de markt, een verschijnsel waarop zich ook de anti-trustpolitiek van de Amerikaanse regering richt. Kenmerk van de rechtstaat is dat alle macht, ook economische macht, onderworpen moet zijn aan het Recht. Dit recht te vinden zonder schade aan vitale economische belangen, is vaak moeilijk; zeker waar het zo'n ingewikkelde en politiek beladen materie betreft als het verschijnsel multinationals. (vG)