LHAAG ,4 ]uni -Het i jaar zal een hervatten g even v u an de f tile economische exis een van de „gen in een nieuw W v 'an de Organisatie jnomische samenen ontwikkeling f over het vraagstuk .inflatie. Lvoorspelling geldt voor landen omvattende jied in zijn geheel frapport gaat niet in . verschillen die van L -ot land kunnen optre[ n och op de onzeker. jie van invloed kun5-jjging van het algemeen Lju zo luidt een andere ge zal kunnen vermindej van 6 proctnt in de eers" van 1970 tot 4,5 procent e helft van 1971. Dit evenwel een tameJjêmene vermindering van B ang der loonsverhogingen it dusverre zijn er slechts vrij verspreide en gedeelaanwijzingen, dat dit inhet geval zal zijn. rrapport constateert verjgt er tot het leedwezen ie 22 landen van de Oeso mogelijkheden blijken te o om tot gecoördineerde itionale actie tegen de inkomen. Het rapport is steld door het Oeso-se1 maar door de werk5 er 4 van het comité voor txomische politiek. Deze bestaat uit hooggeisgeringsfunctionarissen landen. ! rapport geeft de visie r 'f de anti-inflatie aanbelen die de secretaris-gene'an de Oeso in november heeft gedaan. Het bevat ook nentaren op de jongste ontgingen en op de politiek 22 landen voeren om de |k («Kier controle te krijhervatting van een vrij tempo van economische ziet de werkgroep al in ®te helft van het volgend iebeuren. De verwachting • voorbehoud van matiger "Thogingenf dat de prijssSj in de tweede helft van za ' verminderen tot 4,5 per jaar, is gebaseerd op «waagde effect van een. «nering van de druk van *5 en op grotere dan ge? Produktiviteitsstijginn van de her " k ÏC . 6 economische exèt^ r , igens is het moge•« kostenbesparing die UKtiviteittswi nsten opn r m een deel zal worden j 'J?5V n bepaalde geval^^arges te herstelsi g n aleert een vermindering (ja» ' di e Uitging van de De nor. goederen en diensti 3fcln n ? i ^ de ° eso - in - *n anrti e produktie *iri» i en december van e '® ai ! me t 1.3 procent B S r t de j ° ngste bnfti stl J§ m g v an ta de^ nationaal pro® (Vnw*,® voornaamste C» Staten, Canajjand Engeland, \ 2 2 , " Italië) i n 1970 l jv P r °cent hebben bekt do ^k^oep constatog g^^njuncturele veri^ieens ct f gegaan m et van ^ verspreide) ^landen w erkloosheid . die
Engeland) een hoog peil heeft bereikt. Over het geheel genomen is de Vermindering van de druk van de vraag later gekomen en is zij minder markant geweest in de kleinere industrielanden van Europa. De druk is zelfs groot gebleven in Oostenrijk, België, Nederland, Noorwegen en Zwitserland, aldus het rapport. Wat de zeven grote landen betreft is 'het echter duidelijk, dat er geen excessieve vraag meer is in Frankrijk, Italië, Japan en dat dit teveel in West-Duitsland op het punt staat te worden geëlimineerd. Méér dan geëlimineerd is het teveel aan vraag in Canada, de VS en Engeland. Inflatie Het rapport van de werkgroep legt de nadruk op de eenst, die alle 22 landen van de Oeso maken met hun pogingen om de inflatie te 'bestrijden en op de ongewone hardnekkigheid van de inflatore tendenties en de koppigheid, waarmede deze weigeren te reageren op de toegediende medicijn. De werkgroep noemt het indrukwekkend wat de 22 regeringen htbben gedaan om de inflatie te 'bestrijden en vestigt er de aandacht op, dat zij zich bereid hebben getoond het risico van politieke wrijving te lopen om het doel, betere prijsstabiliteit, te bereiken. In verscheidene landen, zegt de werkgroep in een opsomming van wat er al zo is gedaan, hebben de autoriteiten een standvastige houding aangenomen tégenover looneisen van werknemers in de overheidssector, in weerwil van stakingen. In sommige landen hebben zij zelfs met voorbijgaan van de traditionele procedures de stakers bevolen weer aan het werk tegaan. In niet minder dan zeven kleinere europese landen is een prijsstop en/of een loonpauze van kracht. In het licht van al deze krachtige pogingen is het ontmoedigend te moeten constateren, dat er nog steeds geen overtuigende tekenen zijn van een algemene verlangzaming van het tempo der prijsstijgingen in het Oesogebied. Wel ziet de werkgroep, dat de grootste stijging van de lonen achter de rug lijkt te zijn in sommige europese landen, o.a. in Duitsland en Engeland. „Echter pas als de algemene prijsstijging kan worden teruggebracht tot ongeveer 3 procent per jaar of zo mogelijk nog minder, is er een gezonde basis aanzwezig voor een periode van aanhoudende expansie."
"jaar groei economie Oeso-commissie:". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
, de aanrtï^j- — Binnenie? e | k en " ma S er " s,, kescuj^kprodukten N v a T r , md - Er is een - 3n ^ et melkbesluit a magere zui&*aarna Procent vet mof!^ ! Ci ersc heid H ^sen n«. worden S?» e n ^ rirna ire melkfr U itf Cu ^ daire als W" re Drori°i Voor ?5a? esc hrevo« zullen [Seiden- 8 " aan duidin (min^^rhai^I^ent vet), g P lA ot i- 8 Pro, iblik and | ardf sëerd de Sp procent 3r° 8 ri 6nb lik .^tf.' «e sepimj'"- tJlulJt;ru '■ «al r . 0 " daire melk^n ge haltet]a * nd eling in "^ge^en geiden, n niet-mager.
"" voor". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
@e CREDIET- EN EFFECTENBANK N.V. Kromme Nieuwe Gracht 4-10 Tel. (030) 33 55 33. UTRECHT Postbus 93 Telex 47031 Postgiro 75651 Alle bank- en assurantiezaken
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
Door een onzer redacteuren ROTTERDAM, 4 juni — De coöperaties hebben vorig jaar verder terrein verloren in de concurrentieslag met de andere ondernemingsvormen in de levensmiddelenbranche. De Co-op-organisatie meldt een teleurstellende ontwikkeling van de omzetten. Vorig jaar zijn opnieuw flinke verliezen geleden. Een ingrijpende reorganisatie, zowel in de winkelsector als in de fabricage en de distributie, is ingezet. Verwacht wordt er dit jaar nog krachtiger ingrepen zullen moeten volgen. De raad van bestuur van Co-op Nederland laat in het jaarverslag doorschemeren dat het nog geruime tijd zal duren voordat de organisatie er weer helemaal bovenop zal zijn. Vorig jaar hebben acht regionale winkelcoöperaties (Amsterdam, Enschede, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Leiden, Roterdam en Tilburg, samen goed voor de helft van de totale omzet van de Co-op-organisatie) zich rechtstreeks onder beheer van de topcoöperatie Co-op Nederland geplaatst. Co-op Nederland
is onmiddellijk begonnen met een drastische inkrimping van het aantal winkels bij deze zwaar verliesgevende coöperaties. Sluitingen Het totale aantal Co-op winkels is vorig jaar met ruim honderd teruggelopen tot 452. Er werden tachtig bedieningswinkels gesloten; verwacht wordt dat de resterende 59 van deze zaken dit jaar alle dicht zullen gaan. Het aantal gewone zelfbedieningswinkels liep vorig jaar terug met dertig tot 170. Er kwamen 6 supermarkten bij, zodat het totaal in deze groep op 223 kwam. Het aantal personeelsleden van Co-op Nederland daalde met honderd man tot 828; dat van de aangesloten coöperaties met ruim duizend tot 6781. De omzet van Co-op Nederland daalde een fractie tot 251 miljoen gulden; die van de aangesloten coöperaties steeg met 25 miljoen gulden tot 580 miljoen. Met deze omzetgroei van 3,7 procent steekt de Co-op bijzonder ongunstig af bij de verkoopresultaten in 1970 van de andere ondernemingsvormen in de levensmiddelenhandel: warenhuizen plus 16 procent, grootwinkelbedrijf 11,7 procent, midden* en kleinbedrijf 4,6 procent). Uit het verslag van de Co-op blijkt dat behalve in het winkelapparaat, ook in andere sectoren
van de organisatie drastische inkrimpingen hebben plaatsgevonden en nog zullen plaatsvinden. Behalve de overdracht van de chocoladeproduktie aan Euro-Co-op gaat het hier om de sluiting van 4 bakkerijen (huidige aantal 28). Verder is besloten het distributiecentrum in Hengelo in de tweede helft van dit jaar te sluiten. Deze maatregel moet worden gezien tegen de achtergrond van de opheffing van een vrij groot aantal bedieningswinkels en kleinere zelfbedieningswinkels in het noorden van het land en de voorgenomen centralisatie van de distributie in Utrecht. Het aantal speciaalzaken van de Co-op voor textiel en huishoudelijke artikelen zal verder worden teruggebracht. Het groothandelsbedrijf in deze artikelen is gestaakt. In de voortdurend teruglopende brandstoffenhandel is een sanering en bundeling doorgevoerd. Warenhuizen De Co-op noemt in zijn verslag slechts één uitbreidingsproject: nadat enkele concurrenten hun eerste zelfbedieningswarenhuizen al hebben geopend, heeft de Co-op een projectgroep nieuwe ontwikkelingen in het leven geroepen, die de stichting van Co-op-zelfbedieningswarenhuizea moet voorbereiden.
"Zwaar verlies dwingt Co-op tot krachtige ingrepen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
Door een onzer redacteuren AMSTERDAM, 4 juni — Nu de Kamer van Koophandel de winkeliers van Kalverstraat en Heiligeweg toestemming heeft gegeven voor een vervroegde zomeruitverkoop noemt het CPNraadslid de heer W. van het Schip de redenen daartoe - de werkzaamheden in de buurt - „ongebruikelijk". In vragen aan B 'en W zegt hij, dat bij werkzaamheden van soortgelijke aard in andere delen van de stad eventuele schade vrijwel nooit werd „vergoed" met een uitverkoop en dat door de nu gegeven vergunning rechtsongelijkheid wordt veroorzaakt ten opzichte van winkeliers in andere delen van de stad. Hij wil ook voor die winkeliers toestemming van de Kamer van Koophandel voor een vervroegde uitverkoop. Met name door winkeliers in de Leidsestraat en de Kinkerbuurt is tegen de opruiming in de Kalverstraat-Heiligenweg geprotesteerd.
"Bezwaren tegen vervroegde uitverkoop". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
Door een onzer redacteuren ZAANDAM, 4 juni — Albert Heijn bestudeert hoe zij de Surinaamse regering kan helpen bij het opzetten van een reeks volkssupermarkten in dat land. De hulp van het Zaanse grootwinkelbedrijf zal waarschijnlijk uitsluitend bestaan uit de levering van technische kennis: variërend van het geven van adviezen voor de winkelinrichting tot de opleiding van het supermarktpersoneel. Albert Heijn is beslist niet van plan zich ook financieel te interesseren bij het Surinaamse winkelproject. Het is evenmin de bedoeling dat het Nederlandse filiaalbedrijf de supermarkten vanuit ons land zal bevoorraden. Een woordvoerder van Albert Heijn legt er de nadruk op dat er over de deelneming van zijn bedrijf nog geen enkele beslissing is genomen en dat de bestudering
van een eventuele deelneming nog maar net is begonnen. Goedkoper De mededelingen van Albert Heijn zijn een reactie op de verklaringen die de Surinaamse minister-president J. Sedney gisteren heeft afgelegd in het parlement. In antwoord op vragen van statenleden van de oppositie zei de premier dat het plan voor de stichting van een keten van staats-supermarkten beoogt het leven van de Surinamers goedkoper te maken. De regering is ervan overtuigd dat door centralisatie van de inkoop prijsvoordelen zijn te behalen. Het ligt in de bedoeling dat de assistentie van Alttert Heijn slechts van beperkte duur zal hoeven te zijn en dat de Surinamers na de aanloopperiode hun zaken helemaal zelf zullen kunnen behartigen.
De toekomstige Surinaamse volkssupermarkten zullen voor Nederlandse begrippen van geringe omvang zijn en zich in hun assortiment meer tot de eerste levensbehoeften beperken. Volgens dhr. Sedney zullen de levensmiddelen,zaken in eerste instantie door de Surinaamse staat worden opgezet, maar hij sloot deelneming van particuliere organisaties (bijvoorbeeld vakbonden en consumentengroeperingen) niet uit. De heer Sedney drukte zich veel positiever uit over de deelneming van Albert Heijn dan de woordvoerder van het Zaanse bedrijf. Volgens Sedney heeft Albert Heijn zich al bereid verklaard in de beginfase van het supermarktproject de nodige kennis te verschaffen en de opleiding van Surinamers ter hand te nemen. Verder zou Albert Heijn de bevoorrading van de winkels op zich willen nemen.
Met een opgebroken wegdek komt de opruimingsdrukte in de Amsterdamse Kalverstraat dubbel hard aan
"Albert Heijn helpt Suriname bij bouw staatssupermarkten". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
Door JAN STARK Als in 1960 de dan 34jarige Westduitse kousenfabrikant Fritz Karl Schulop de idee komt zijn nylons niet alleen in textielzaken, maar ook in levensmiddelenbedrijven te verkopen, hebben nog maar weinig branchegenoten in ons land van hem gehoord. Binnen een paar jaar ligt dat geheel anders en nu is Schulte (& Dieckhoff) de voornaamste leverancier van de ongeveer 45 miljoen panty's die in ons land worden ingevoerd en tegen lage prijzen worden verkocht; in totaal kochten de Nederlandse vrouwen vorig jaar ruim 108 miljoen panty's. In ons land bezit Schulte sinds enkele dagen ook de grote kousen- en pantyfabrilkant Tricotbest. In 1960 ontdekt Schulte dat de huisvrouwen negen maal vaker een levensmiddelenzaak bezoeken dan een textielzaak. Hij handelt snel. Hij maakt zijn nylons naadloos, waarvoor hij in de hele wereld produktietapparatuur opkoopt en naar Duitsland laat vliegen. Intussen lanceert hij een reclamecampagne ter waarde van 40 miljoen mark om de Duitse vrouwen te vertellen dat zij bij hun kruidenier naadloze beenbekleders, genaamd Nur Die, kunnen kopen voor 1,95 mark per paar. Nu verkopen 120.000 levensmiddelenzaken de > nylons van Schulte uit verkoopstandaards die zo zijn geconstrueerd dat er alleen verpakte Schulte & Dieckhoff — produkten in passen. Stabiele kous Maar ook Schulte weet dat zijn grootste kousenfabriek ter wereld met een dagproduktie van 2 miljoen panty's, resp. paar
nylons in de modische wereld van het damesbeen een marktstabilisator nodig heeft. Daarom kwam hdj dit voorjaar met zijn nieuwe produkt: de stabiele kous. De naam is Opal Forming en ten koste van ruim een miljoen mark heeft Schulte samen met chemiegigant DuPont het materiaal ontwikkeld voor deze eigentijdse versie van de gezondheidskous, de steunkous of (handelsnaam van > Elbeo) supp hose. Dergelijke kousen zijn al ruim twaalf jaar op de markt. Maar het verschil met andere fabrikanten is dat Schulte zijn reclamemakers iHoeek & Kramer een hige-druk reclamecampagne van 8 miljoen mark laat voeren om in de introduktiefase te vertellen
idat zijn Opaaltjes 5,90 mark dn kousenversie en 7,90 mark in pantyversie 'kosten, tegen zo'n 17 tot 20 mark bij andere fabrikanten. Binnen vijf weken moest Hoeck & Kramer de nu lopende campagne klaar hebben. Schulte's i reclamebureau adviseerde aanvankelijk dat zijn steunkous eerst maar in een kleine kring zou moeten worden aangeboden: verkoopsters, verpleegsters, stewardessen, onderwijzeressen. Maar daar wilde Schulte niet aan. Zijn doel is een maandproduktie van 1 1 /t miljoen Opal's een gelijke hoeveelheid als tot nu toe de gehele Westduitse kousenindustrie in een half jaar maakt. Schulte moet zijn produktiecapacite
't. benutten. Nog in 1968 en 1969 had hij zijn kousenfabriek in Allenburg verpacht aan Spiesshofer & Braun, < makers van Triumph-BH's die in die tijd i hun assortiment lingerie versterkten met panty's. Maar sinds Triumph in 1970 de kousenfabriek Max Steinberg kocht, produceert men de panty's zelf. Voor Schulte was het verpachten van zijn fabriek in Allenburg overigens een uitkomst. In 1967 kreeg hij ruzie met zijn partner Werner Ótto van het Hamburgse postorderhuis. Otto bezat de meerderheid van de aandelen in Schulte & Dieckhoff en hij bezorgde Schulte bij zijn vertrek een financiële crisis. Maar met een garantie van 20 miljoen mark en het verpachten van zijn fabriek in Allenburg rolde Schulte door de moeilijke jaren heen. Zijn jaaromzet van 620 miljoen mark ligt nu niet ver af van die van de grootste lingeriefabrikant van Europa: Triumph International, die vorig jaar 660 miljoen mark noteerde, 10 miljoen mark minder dan in 1969. Die omzetdaling was voor Triumph overigens een reden om zijn fabriek in Ingolstadt aan Audi NSU te verkopen, het bedrijfsvliegtuig — volgens het blad Capital de vliegende bustehouder genoemd — af te schaffen en een paar honderd bedrijfswoningen af te stoten.
"Nur Die zaait paniek Duitse fabrikant ook in gezondheidskous". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
De zes landen van de EEG ^ijn voor hun energievoorziening in belangrijke mate afhankelijk van invoer. Deze afhankelijkheid, die in de afgelopen jaren nog groter is geworden is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het overwegende en regelmatig toenemende aandeel dat de aardolie ten opzichte
van de andere brandstoffen vertegenvvaM|^^Bij|ia 60 pet van de energiebehoeften van de Gemeenschap worden door aardolie gedekt. Het energieverbruik heeft structurele Veranderingen ondergaan, zoals onze tekening laat zien.
"HET VERBRUIK VAN PRIMAIRE ENERGIE IN DE EUROPESE GEMEENSCHAP". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
Door prof, dr. F. HARTOG _ Van de hand van dr. F. L. G. Slooff verscheen in Economischstatistische berichten van 19 mei een artikel onder de titel „Spaarloon als conjunctuurinstrument". Daarin ontvouwt hij een belangwekkende gedachtengang, die heel in het kort hier op neer komt: blokkeer in deze tijd van overbesteding een deel van de loonsverhoging en deblokkeer die bedragen in een tijd waarin de conjunctuur bestedingsimpulsen nodig heeft. Daarbij verstaat hij onder spaarloon een geblokkeerd loonbestanddeel dat anders in contante vorm zou zijn uitgekeerd. Dit in onderscheid met investeringsloon, dat eveneens geblokkeerd wordt maar dat bovenop het gewone loon komt. Overigens geeft hij in zijn betoog zelf toe dat dit onderscheid in de praktijk moeilijk te hanteren valt: het is altijd moeilijk na te gaan, wat er anders gebeurd zou zijn. Afgezien daarvan is er voor spaarloon veel te zeggen. Alleen rijzen er grote problemen wanneer we het als conjunctuurpolitiek instrument willen gebruiken. Juist de kern van het betoog van Slooff roept dus twijfel op. Hij denkt immers aan een conjunctuurbeweging met ups en downs, en die bestaat niet meer: we leven in een inflatore trend. De enige verschillen die er nog zijn is dat de inflatie soms wordt versneld, zodat de spanning overgaat in overspanning, en dat zij soms harder loopt dan in het buitenland, zodat de betalingsbalans verslechtert. In zo'n situatie schuiven we, om de woorden van Slooff zelf te gebruiken, de inflatie alleen maar voor ons uit. Er komt een tijd waarin het spaarloon gedeblokkeerd zal worden, en dan komen er bovenop de normale aanwas van de bestedingen de van vroeger meegesleepte, uitgestelde bestedingen. De problemen worden verschoven naar een periode waarin we ze vermoedelijk evenmin kunnen hebben. Het gaat precies als met vele andere conjunctuurpolitieke instrumenten, die bot geworden zijn doordat er geen conjunctuurcyclus meer is. Neem de openbare werken. In een op- en neergaande conjunctuur kan dit instrument, mits goed voorbereid, prachtig werken. Er vindt een verschuiving in de tijd plaats, tot er ruimte voor is. Bij een inflatore trend kan men echter niet blijven uitstellen. Dan komt er tenslotte een zo dringende behoefte aan allerlei collectieve voorzieningen, dat alles tegelijk nodig is. Op dat moment wordt de inflatie verergerd in plaats van verminderd. Of denk aan de belastingprogressie. Bij een proces met open neergang worden de tarieven beurtelings hoger en lager, zodat zij gemiddeld ongeveer gelijk blijven. Bij een inflatore trend draaien zij bij de huidige mate van progressie echter al spoedig
dol, en dan moet bijstelling plaats vinden, met verergering van de inflatie. Daarom hebben we dit instrument buiten werking gesteld. Een derde voorbeeld is de loonbeperking. Men kan hiermee alleen maar looneisen opschuiven naar de toekomst, maar dan komen zij bovenop de looneisen die anders gesteld zouden zijn. Het komt er allemaal op neel dat de meeste van onze conjuncturele instrumenten alleen maar helpen bij een proces met fluctuaties in beide richtingen, maar niet bij een voortdurende scheeftrekking in inflatore richting. We kunnen dit ook zo zeggen, dat het instrument van het spaarloon als inflatiebestrijding maar één keer kan worden gebruikt, namelijk als het wordt ingevoerd. Op een gegeven moment zullen de deblokkeringen de blokkeringen echter inhalen en dan gaat het averechts werken. Daar komt nog bij, dat het voor de arbeiders niet plezierig is als het moment van deblokkering niet v£n te voren vast staat, als het afhankelijk is van een nadere beslissing, zoals Slooff wil. Dat kan moeilijk anders wanneer men dit instrument wil gebruiken voor beheersing van de conjunctuur. De rechthebbenden en de geblokkeerde bedragen weten dan niet wanneer zij er over kunnen beschikken. Daardoor kunnen zij dit geld moeilijk inpassen in hun bestedingsplannen. De vraag is of het dan voor hen veel waarde heeft. Geldt dit alles niet eveneens voor het betalen van pensioenpremie? Ook dan wordt er geld geblokkeerd waarover men pas in de toekomst kan beschikken. Toch zijn er twee grote verschillen. In de eerste plaats is de deblokkering zo geleidelijk over de tijd uitgesmeerd dat er geen tegenschok komt. In de tweede plaats komt de vrijgave juist op het moment waarop daaraan de grootste behoefte van de zijde van de rechthebbenden bestaat. Pensioenvoorzieningen komen ook niet in aanmerking als instrument van conjunctuurpolitiek. Men kan niet manipuleren met de uitkeringen en manipulatie met de premie heeft geen zin omdat dit altijd in twee richtingen werkt: verhoging van de premie ter bestrijding van inflatie werkt wel stimulerend in op de besparingen, maar ook op de kosten en dus op de prijzen. Zo vallen we toch weer terug op het spaarloon als we een „vrij" instrument willen hebben, maar dat werkt, zoals we zagen, op lange termijn niet goed. Er zijn daarom geen trend-instrumenten. We zijn aan de inflatie overgeleverd als de verschillende belangengroepen zelf elkaar niet weten te vinden in een wederzijdse matiging. Als de mentaliteit zich niet ten goede keert hebben we aan de instrumenten weinig of niets. Als zij zich wèl ten goede keert, is er altijd wel een geschikt instrumentarium te vinden.
"Spaarloon". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009
ROTTERDAM, 4 juni — De verbetering van de resultaten van metaalbedrijf Rademakers heeft zich door de reorganisatie, die zich al in ■ 1969 aftekende, ook in 1970 voortgezet. De é^kteieve ldBhorïtwikkeling hê'èft het bedrijf z^vare lasten opgelegd. In alle sectoren van de onderneming vertoonde zich een ^anmerkelijkg,.stijging van de^ra^pUen. De winst steeg van ƒ498.000 tot ƒ561.000, waaruit zft^ls bekend, een dividend vailj^pct. (8 pet.) zal' dórden voorgesteld.
"Rademakers boekt beter resultaat". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1971/06/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 07-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031526:mpeg21:p009