My Dading Pussy. The Letters of Lloyd George and Frances Stevenson 1913-1941. Weidenfeld and Nicolson. Prijs ƒ 35,60. Brieven in druk zijn interessante leesstof, die nog boelender wordt wanneer de briefschrijvers bekende personages rijn, goed kunnen stellen en hun relatie een liefdesrelatie is. Zo'n verzameling brieven is kortgeleden in Engeland uitgekomen. Het zijn de brieven die Lloyd George en Frances Stevenson ongeveer dertig jaar lang aan elkaar hebben geschreven. Bij het begin van hun relatie en correspondentie, in 1913, was de 50-jarige liberale Lloyd George minister van Financiën. In de Eerste Wereldoorlog werd hij Prime Minister. Hij speelde in Versailles tijdens de vredesconferentie samen met Clemenceau de eerste viool. Frances Stevenson, tenminste 25 jaar jonger, was als secretaresse voortdurend in zijn nabijheid en vervulde heel wat functies: ze was mooi, een geweldige golfspeelster, ze bewonderde hem en gaf intelligente raad. En wat ook belangrijk was: ze hield hun geheim zoveel mogelijk verborgen om zijn carrière niet te schaden. In de eerste jaren van de correspondentie is er zelfs sprake van, dat Frances om de schijn op te houden zal trouwen. Dat leek Lloyd George een mooie dekmantel en tegelijk een nog vastere greep op een veel jongere vrouw, die misschien wel eens te makkelijk verliefd zou worden en veiligheid zou zoeken bij iemand anders. Maar in meer intieme momenten bleek hij het idee niet aan te kunnen en Frances zag van het plannetje af. Maar haar vrijlaten of haar aan zich binden is steeds weer een probleem voor Lloyd George. Hij schrijft: "don't get miserable, I would rather you got naughty (within decent limits of course)" en een paar maanden later: "seek. nor desire any substitute for me". Alleenganger Na Lloyd Georges aftreden in 1922 braken lastige tijden voor hen aan. Frances was niet meer aan het officiële Downingstreetsecretariaat verbonden en hij hoefde niet meer geregeld in Londen te zijn, maar voerde vanuit zijn geboortestreek Wales de liberalen aan of ging tegen hen in de oppositie. Want hij was een alleenganger, die telkens weer andere denkbeelden voorstond dan de officiële liberale. Bovendien eiste zijn gezin hem op, vooral zijn dochter Megan. Zij was even oud als Frances, vast jaloers, en zij zette haar moeder aan zich niet te isoleren en bij haar vader in de buurt te blijven. Gedrieën maakten zij grote reizen voor politieke doeleinden, voor vakantie of voor de gezondheid. Uit deze jaren stammen de meeste brieven, vol verlangen naar elkaar, berusting en uitzien naar weerzien, zoals Frances eens opmerkt: "it does seem useless that we should have these separations, but perhaps it makes our reunion all the more thrilling". Blijkbaar was beider geloof in "public life" en politiek succes en in de opofferingen, die het gevolg waren, groot. Bovendien was Hoyd George gehecht aan zijn vrouw en geboortestreek. Dit weerhield hem ervan te trouwen voordat zijn echtgenote in 1941 stierf. Blijkbaar, want in de brieven raken zij deze punten niet aan. Een keer zegt Frances even terloops: "trek je niets aan van wat 'zij' (de familie) zeggen over mij". Ook maakte zij geen verwijten, toen zij tijdens een ernstige ziekte van Lloyd George een half uur was binnengeslipt en achteraf betrapt, omdat ze een bloem had achtergelaten en hem toen maanden niet meer kon ontmoeten. Het boek eindigt met een
brief van Frances aan Megan, waarin ze haar om begrip voor hun huwelijk vraagt. Opoffering aan de publieke zaak en trouw aan eerder aangegane banden gingen zelfs zóver, dat zij de geboorte van een kind, waarop zij beiden allang hoopten, geheim hielden en de dochter wegmoffelden met "zij is geadopteerd". De dochter zelf heeft pas na de lezing van deze brieven geweten, wie ze eigenlijk was. De dingen waarover men zich geneert tegenover de buitenwereld en tegenover kinderen zijn in bijna een halve eeuw natuurlijk
veranderd. Ook het verschil in positie van man en vrouw speelde een rol. Niet alleen decreteerde Lloyd George: "I want you to meet me", maar hij voelde zich de man, die aankan wat een vrouw niet mocht opbrengen. Hij schrijft haar waarschuwend: "the doublé life is full of worry and apprehension which wrecks the nerves". Het is een zin uit een brief van de jaren 1932-1935, waarin heel weinig brieven geschreven lijken te zijn. Frances had een verhouding met iemand anders en ook in haar dagboek uit die tijd is weinig persoonlijks te vinden.
Veel is gebaseerd op "blijkbaar" en "lijken". Deze verzameling bestaat namelijk uit brieven, die door Frances Lloyd George aan de Beaverbrook-foundation zijn gelegateerd na de dood van haar man, tesamen met al zijn politieke paperassen en haar dagboeken. Zij heeft erin toegestemd, dat de brieven en een paar jaar eerder de dagboeken werden uitgegeven. Op de vraag van de bewerker, A.J.P. Taylor, of hij ze mocht publiceren, antwoordde zij: "Natuurlijk, daarom bewaarde ik ze". Maar voordat zij alles overhandigde heeft zij weggestreept, veel vernietigd, als het ware de zaak persklaar gemaakt. We hoeven niet alle ins en outs van deze romantische geschiedenis te weten, maar zij ziet er nu wel erg mooi uit Lloyd George beleed met veel schwung zijn liefde. Bovendien was Frances een klankbord. Hij formuleerde voor haar snel en puntig zijn ideeën en ergernissen over de politiek, maakte scherpe opmerkingen over b.v. Churchill en speelde met de gedachte van zijn eigen comeback, hij de man, die in moeilijke tijden (in het begin van de Tweede Wereldoorlog was daar sprake van) geroepen zou worden, al was hij bijna tachtig, maar Clemenceau was ook zo oud geweest en op Clemenceau wilde hij lijken. Er staan veel minder brieven van Frances in dit boek. Taylor verantwoordt zich hierover met te melden, dat het hem ging om een aanvulling op het beeld dat te voorschijn komt uit biografieën over Lloyd George. Ook een reden daarvoor zal zijn, dat de brieven van Frances vlakker zijn en soms de indruk wekken, dat zij haar gevoelens en meningen pas onder woorden kon brengen in navolging van Lloyd George; dat hij alles éérst moest zeggen. In een encyclopedie kan men over feiten lezen, over successen en nederlagen en in biografieën meer over ideeën en motieven, maar uit deze brieven komt inderdaad een persoonlijker beeld van Lloyd George te voorschijn: een hartelijke en levendige man, soms zeurderig of gekwetst, iemand die springt van de ene mening naar de andere, maar als grondtoon zich duidelijk bewust is van de liefde, die hij en Frances voor elkaar voelden: "You have lived through my worries as well as your own it has filled me with wonder that I should ever have won such an affection. It is my greatest achievement in life & I mean it." F.J. VAN MARLE
Frances en Lloyd George In de tijd omstreeks 1913 toen ze elkaar leerden kennen (boven), en In 1943 kort na hun huwelijk.