^ tq 6 dec. — Japanse staalfabrikanten willen een l^aan vormen om de uitvoer van walsstaalprodukten t Europese Gemeenschap aan banden te leggen. Zes staalfabrieken zullen waarschijnlijk volgende week t „anse ministerie van internationale handel en indusiüestemming vragen voor de vorming van het kartel, zo fjjjppon Steel gisteren bekend gemaakt.
die een jaar zal k n og 'niets bekend. Gewordt over honderddui(0 reling. die een Jaar r Vai waarschijnlijk de ft, maand in. Er zal een L voor de gezamenlijke ii van de zes staalbedrij0 de Europese Gemeen«orden vastgesteld, maar de hoogte van het maxinog ni wordt c jon per maand. raoanse fabrikanten waren „n exportcampagne begon " „ de dalende vraag in Jacompenseren. In de eerton maanden van dit jaar t uitvoer naar de EG, verin met dezelfde periode 1 vorige jaar. met 65 protoe tot 1,47 miljard ton. la nden van de Europese ischap hebben Japan gezijn uitvoer aan banden
te leggen, omdat — net als de Japanse fabrikanten — de staalfabrieken in Europa hun produktie in verband met de economische recessie in de wereld hebben moeten inkrimpen. Hoogóvens Zoals bekend heeft Hoogovens voor een periode van zes weken, met ingang van morgen, werktijdverkorting aangevraagd voor zesduizend van de in totaal 24.000 werknemers. De gemiddelde werktijdverkorting zal naar verwachting 15 procent zijn. Volgens Estel (HoogovensHoesch) kan slechts instelling van minimum-staalprijzen door de Europese Commissie op de kortere termijn enig soelaas bieden.
De Sowjet-Russische winnaar van de Nobelprijs voor de economie (die deze prijs deelt met de Nederlandse Amerikaan prof. T.ialiing Koopmans) arriveert in Stockholm om de uitreikings-ceremonie bü te wonen. Hij wordt begroet door de secretaris va n de Koninklijke Zweedse academie van wetenschappen. Achter Kantorovich staat zijn vrouw. Foto AP)
"Japan beperkt van naar EG". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
ORINCHEM, 6 dec. — Nederhorst Staal Constructie, onjeel van Verenigde Bedrijven Nederhorst en met vesti\ in Gorinchem en Rotterdam, is in bespreking met de nemingsraden en de vakorganisaties voor een aant; tot werktijdverkorting, aldus het bedrijf.
k gevolg van de conjunctu|en structurele problemen en publiciteit rond Verenigde jjven Nederhorst Is de or«vangst in de tweede helft 1975 onder het gewenste in gebleven, terwijl dit in ongunstige zin beïnis door de bekendmaking de surséance-situatie. Aan ichtgevers zijn inmiddels «den gegeven, onder meer een brief van de bewinden de directie. erhorst Staal vraagt een ijdverkorting aan van 50
pet. In welke mate hiervan gebruik gemaakt zal moeten worden, is sterk afhankelijk van het feit, hoe de vele potentiële opdrachtgevers reageren op de inmiddels gestelde zekerheden. Een aantal opdrachtgevers heeft dit reeds in positieve zin gedaan, aldus Nederhorst Staal. (ANP) — Aan F. J. Holla is op zijn verzoek met ingang van 1 mei 1976 eervol ontslag verleend als notaris in Arnhem.
"Nederhorst Staal gaat korter werken". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
ÜSSEL, 6 dec. — Eind dit Mi de Europese Gemeen| naar schatting 250.000 ton 1.000.000 ton magere poeder en 350.000 ton rundin voorraad hebben, zo de Europese Commissie edeeld in antwoord op telijke vragen uit het lees Parlement. 1 september 1975 was er kitervoorraad van 265.468 igen 324.711 ton precies een jeleden. De voorraad mageelkpoeder op 1 september '97.242 ton, tegen 321.662 °P 1 september 1974. De lees voorraad bedroeg op 1 Ober van dit jaar 295.777
ton tegen 198.070 Jon een jaar terug. De botervoorraad in de gemeenschap wordt door de Commissie als normaal beschouwd. De voorraad magere melkpoeder is echter veel te groot. Dat komt onder meer omdat de produktie ervan, vergeleken met vorig jaar, met meer dan 100.000 ton is gestegen. De ontwikkeling van de voorraden rundvlees hangt samen met de marktsituatie, die in het laatste kwartaal van elk jaar gekenmerkt wordt door een overvloedig seizoenaanbod, aldus ae Commissie AN(P)
"G: teveel melkpoeder". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
Door onze redacteur F. den Houter
JïCHT, 6 dec. — In hoger P heeft de Utrechtse recht* ri igesproken een oud-adf ,' e v orig jaar maart was oaliseerd toen hij zich op Jwveense Plassen met een rjssenvoertuig harder had J w ogen dan de daar voor Ppn toegestane snelheid Wimaal 10 kilometer per L Verweer ' dat de voor sen geldende bepalingen r® toepassing konden zijn "luchtkussen-vehikel (een tpo r ? aangezien men . 1:le t Pleegt te varen — contact ruet het water (. z weven resp. te 'vla. n samentrekking van v aren), werd door de ik aanvaard. ■advocaat j. a . Massault J een liefhebber van — wilde via een ' es duidelijkheid ever s onder welk rechtsregii v v liik een ACV < Air etucle) ressorteert en l«t rr. Was geïnteresseerd ®°gelijk op het gebied 'fussenvoertuigen Ym_ [Trachten in ons water liikJ 6 . en wa * daartegen doen - Cj ... met aller medekar,. een Proefproces. l W a ^ rechter in Utrecht *WJ toende - liet m Hu ! e de kernvraag, een ACV is > «Istr^wing. Hij achtte tass en , lrr elevant' of een CS rtui g ™ wel of *t j. . j» (omdat het geen Ï^ïto,. j wa ter heeft) k «star A der geval op krvlaj. t boven het waS* riM^eegt. Hij conti a ^ Qa t het 'toestel' zich PP i en sne l varende fr» Slagen". res n \vf a t het toestel Jtters 7 , n ' n der oplevert r^ n aar- Vemmers en an dete nviii u an de water' le t de kennelijï®! v 0e de gemeente is SlkpVWn als het onvoi„ d p n de plassen te fi, "fe ve roorde^at ^ Sc ^ e boete oals bedoeld, de
mogelijkheid overliet van hoger beroep. In lioger beroep Bij de behandeling in hoger beroep voor de Utrechtse rechtbank (op 18 nov. jl.) kwam bij herhaling ter sprake een artikel van mr. W. P. Heere (verschenen als bijlage bij Schip en Schade 1972) waarin o.m. wordt uiteengezet dat een ACV een voertuig is dat zich los boven een draagvlak bevindt doch dat niet kan opereren zonder dit draagvlak. Daarmee onderscheidt de ACV zich van een draagvleugelboot, die steeds contact met het water houdt en niet buiten water kan, en een vliegtuig dat zich op iedere gewenste hoogte kan
voortbewegen. Dit artikel van mr. Heere (de enige in Nederland die tot dusverre van de juridische hoek uit over het luchtkussenvoertuig heeft gepubliceerd) — waaraan indertijd (18 nov.) het nodige l"tbben ontleend — vormde de kern van de verdediging van mr. Massault. Aangezien hij niet meer is inEf sohreven als advocaat liet hij zijn belangen vertegenwoordigen door mr. Ph. M. de Brabander,
cie de rechtbank o.m. voorhield aat een ACV geen schip is terwijl het, ondanks zijn goede bewegelijkheid, boven land ook niet kan worden beschouwd als een motorvoertuig, aangezien het niet is geplaatst op wielen of een mechanische constructie die contact heeft tussen land en voertuig. De officier van justitie, mr. T. van Dijk, wilde — ondanks wat hij noemde 'een geweld aan technische informatie' — blijven binnen de grenzen van het ten laste gelegde en zich niet te veel verdiepen in de vraag of een ACV nu een boot is of niet. Voor de Vinkeveense Plassen geldt een vaarverbod voor race-, glij,- speed- of andere, soortgelijke boten (tenzij men
een vergunning heeft) en de vraag voor hem was slechts of de Hover-over van verdachte valt te rangschikken onder dat 'soortgelijke boten'. Hij meende van wel, schaarde zich achter de uitspraak van de kantonrechter en vroeg bevestiging van het vonnis. De raadsman van mr. Massault, mr. Ph. M. de Brabander, vroeg juist de ratio niet centraal te stellen. „Dan was er geen proefproces nodig geweest." Hij betoogde dat een luchtkussenvoertuig een totaal eigensoortig voertuig is met mogelijkheden die geen ander voertuig kent — Lloyd's Registcr of Shipping heeft er .een eigen register voor gecreëerd — en artikel 40 c van de Algemene politieverordening van de gemeente Vinkeveen is er zeker niet op van .toepassing. Hij bepleitte vrijspraak, resp. een vonnis dat de mogelijkheid tot cassatie zou openlaten. Vrijspraak De rechtbank ln Utrecht oordeelde deze week dat een luchtkussenvehikel geen vaartuig is in de zin van artikel 40 c van de gemeenteverordening van Vinkeveen en kwam derhalve tot vrijspraak. In het vonnis wordt gezegd dat in 1958, toen bedoelde verordening tot stand kwam, luchtkussenvoertuigen niet bekend waren zodat volstaan werd met het noemen van race-, glij-, speed- of andere soortgelijke boten. De rechtbank, erkennend dat een ACV zich wezenlijk onderscheidt van genoemde vaartuigen, concludeerde tot vrijspraak. De ratio van art. 40 c — gericht op het voorkomen van schade aan oevers, beschoeiing e.a. — werd niet zonder meer van toepassing op een luchtkussenvehikel geacht. Na afloop van de zitting heeft mr. Massault nog een tijd gesproken met de officier, teneinde na te gaan of er mogelijkheden voor het O.M. zijn in cassatie te komen. Het ziet er intussen niet naar uit dat dit zal gebeuren.
Luchtkussenvoertuigen zijn al lang geaccepteerd. In Engeland bestaat er bijvoorbeeld al jaren een Hover-club, die bouwplannen verstrekt en rally's organiseert. Al twaalf jaar verschijnt er een tijdschrift, gewijd aan de ACV (Air cushion vehicle) getiteld Hovering craft and hydrofoil terwijl er al verscheidene drukwerken zijn van Jane's Surface skinimcrs. Nochtans vormt het luchtkussenvoertuig een juridische puzzel.
"voor luchtkussenchauffeur". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
Boomsma's Handelmij te Naarden levert een nieuw apparaat ter voorkoming van diefstal uit auto's of het stelen van de hele auto. Het is een elektronisch werkend apparaat dat bestaat uit een elektronisch, brein, een elektronisch oog en een magneetsleutel. De sleutel dient bij het verlaten van de wagen enkele malen over het elektronisch oog te worden gestreken en dit gebeurt volgens een code die men zelf bepaalt. Alleen met deze code is het mogelijk om zelf de pqrtieren, het kofferdeksel of de motorkap te openen en de motor te starten. Als het door onbevoegden gebeurt dan begint de claxon te loeien, tot een beperkte tijd, om het uitputten van de accu te voorkomen. Het starten van de motor is dan niet mogelijk. S. S. Stopstart, zoals het apparaat heet, kost ƒ154,40 exclusief BTW. De inbouwtijd door een 1 ervaren monteur is ongeveer één uur. Het aantal werklozen in Zweden is in november met 1000 gedaald, namelijk van 72.000 naar 71.000. Dat betékent, dat het werkloosheidspercentage, nu op 1,7 ligt. Zweden is slechts licht' door de recessie, die de rest van West Europa zwaar teistert, aangetast (AP). De koffieplantage van Brazilië, die in juli zo zwaar door nachtvorst zijn getroffen zullen pas in 1980 hun normale proc uktie hebben bereikt. (AP) Texaco, de Amerikaanse oliemaatschappij, heeft In Chicago meegedeeld, dat het bemoedigende resultaten verwacht van zijn laatste vondsten in de Noordzee. Texaco 's president Mayrice Granville zei, dat „wij genoegen bewezen reserves aanwezig achten om de zaak verder te'Ontwikkelen", Texaco boort in het Moray firthveld in het Britse deel van het continentale plat JAP)
"Nieuw apparaat tegen autodiefstal". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
DEN HAAG, 6 dec. — Verder uitstel van beslissingen over kernenergie op grond van hoop op verdere ingrijpende elektriciteitsbesparingen is onverantwoord. Dit zegt de NV. Samenwerkende Elektriciteitsproduktiebedrijven (SEP) in een commentaar op de tweede bezinningsnota, die de 'Bezinningsgroep energiebeleid' enkele weken geleden heeft aangeboden aan de Tweede Kamer en de regering.
De bezinningsgroep meent, dat met de beslissing over de bouw van een of meer kerncentrales in ons land tot 1977 kan worden gewacht, omdat grote besparingen op het elektriciteitsverbruik mogelijk zijn. De SEP zegt hierop, dfat besparingen geen alternatief zijn voor kernenergie, omdat beide van belang zijn. De jongste prognose van de SEP houdt al rekening me) aanzienlijke besparingen. De bezinningsnota, die stelt, dat op de prognose van de SEP voor het in de toekomst te verwachten elektriciteitsverbruik nog tien procent kan worden bespaard, ziet dit over het hoofd. Achter de haalbaarheid van de voorstellen in de tweede bezinningsnota moeten volgens de SEP grote vraagtekens worden geplaatst. Een voorbeeld hiervan zijn de besparingen, die de bezinningsgroep aangeeft in de huishoudelijke sector. Door 50 pet van de huishoudelijke toestellen zuiniger te maken zou 800 megawatt elektrische energie bespaard kunnen worden in 1985, meent de bezinningsgroep. Dit komt overeen met ongeveer 20 pet van het verwachte huishoudelijke verbruik. De nota gaat er dus van uit, dat het mogelijk is om huishoudelijke toestellen gemiddeld 40 pet zuiniger te maken. Voor een aantal toestellen (koelkasten, vrieskasten) lijkt dit haalbaar, zegt de SEP. Er zijn daarnaast echter andere belangrijke elektrische toestellen waarvoor besparingen denkbaar zijn, maar ds ze besparingen zullen dan
ëerder 10 tot 20 procent bedragen, geen 40 pet. Voordat deze besparingen verwezenlijkt kunnen worden, is voorts tijd nodig. Tijd voor onderzoek en ontwikkeling, voor*' de omschakeling van de industrie en voor de verspreiding van zuiniger toestellen. Een vergelijking met ie opgedane ervaring met de iso'atie van woningen is leerzaam. Goede isolatie geeft grote energiebesparing en de techniek hiervoor is al jaren beschikbaar. Tóch gebeurt er vrijwel niets: bij de nieuwbouw van woningen wordt betrekkelijk weinig en bij bestaande woningen wordt vrijwel niets aan isolatie gedaan. Het is dan ook niet erg realistisch om in de komende tien jaar een groot effect te verwachten van het beschikbaar komen van energiebesparende elektrische toestellen. Om te besparen op energie stelt de bezinningsgroep voor om bijvoorbeeld wasmachines, waarin thans water wore'i verwarmd met elektriciteit, zodanig te veranderen, dat hiervoor in de toekomst gas kan worden gebruikt. Tegenover de overigens vrij geringe besparing aan elektriciteit, die dit oplevert, staat echter, dat er dan weer meer aardgas moet worden gebruikt. Het probleem is juist, dat het aardgas opraakt. Alles bijeen vindt de SEP dte 2de bezinningsnota eenzijdig en te optimistisch en blijft er bij, dat een beslissing over de bouw van kerncentrales nu moet worden genomen.
"Energiebesparing biedt geen alternatief". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
DEZE WEEK HEEFT de regering — die met het hele volk waarachtig wel wat aan haar hoofd had — kans gezien om bij monde van dr. Duisenberg duidelijk stelling te nemen te-: gen een socialistische uitgangspunt bij de inkomensverdeling. Tijdens de Kamerdebatten zei dr. Duisenberg aan het adres van een kritische spreekster, dat een dividendstop onder de huidige omstandigheden weinig praktische zin heeft, terwijl een stop bovendien het gevaar in zich draagt dat juist de nog renderende ondernemingen geen kapitaal meer zouden kunnen aantrekken op de openbare kapitaalmarkt in .de vorm van aandelenemissies. Het regeringsstandpunt getuigde zowel van logisch denken als van gevoel voor realiteit, maar dat wil nog niet zeggen dat de socialistische spreekster zo erg ongelijk had. Zij werd door de regeringstafel min of meer verwezen naar de groep die het idealisme van de gelijkheid en de eerlijke verdeling van wat steeds minder dreigt te worden overdrijven en onpraktisch worden. Op grond van haar overtuiging had de vrouw gelijk, terwijl er emotioneel een zekere rechtvaardiging in zit als men zegt: loonstop, dan ook prijsstop en dividendstop.
De dividendstop jiou de toch al bedreigde continuïteit van het Nederlandse bedrijfsleven verder in gevaar brengen door het uitschakelen van een deel van de middelenstroom naar de ondernemingen. Het kabinet-Den Uyl aanvaard — voorshands — de gemengde maatschappij en trekt daaruit de consequenties. Moeilijker ligt het met het prijsbeleid, waarbij de regering probeert alles over één kam te scheren, maar in feite alleen de industriële winstmarges onder druk zet. Dat er nu en later in 1976 een verdere stijging van de produktiekosten optreedt, is nauwelijks een discussiepunt. Het doorberekenen daarvan duwt inderdaad het inflatiepercentage naar boven en is afschuwelijk voor een regering die probeert de loonkosten naar beneden te drukken. In mindere mate de straf georganiseerde industrie, maar in ruimere mate de handel en het ambacht gaan dan uitwegen zoeken: minder biscuitjes in het pakje, geen koekje bij de koffie en een kleiner agendaatje voor de slechts matig hogere prijs. Met een over-straf prijsbeleid overdrijft de regering de praktische aanpak van een probleem, waarvan zij wel inziet dat het met overdrijving niet op te lossen is. (Dn)~
"van week tot week Overdreven idealisme". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
HET EG-VERDRAG van Rome kent een procedure, die veel nationale wetgevingen —o.a. in ons land — met kennen, in de z.g. sententia declaratoria, waarbij aan het Europese Gerechtshof een uitspraak worlt gevraagd zonder dat een tegenpartij deelneemt aan het proces. Een juridisch advies en beslissing over een bepaalde kwestie op voorhand, zou men kunnen zeggen. De Europese Commissie heeft nu — voor het eerst — gebruik gemaakt van de mogelijkheid, die artikel 228 van het Verdrag biedt, door het Hof van Justitie zijn mening te vragen over een actuele en belangrijke zaak. In OESO-verband is men doende een regeling te maken voor exportkrediet. De kwestie is al meer dan 25 jaar oud en geeft aanleiding tot oneerlijke concurrentie op exportgebied. De Verklaring van Rambouillet wenst ook een snel besluit van de onderhandelingen over ex' portkrediet. Mogen leden van EG-staten afzonderlijk toetreden tot een desbetreffend Verdrag, of moet dit namens de 9 leden door de EG geschieden? Het ontwerp is in de OESO-Commissies behandeld en goedgekeurd, maar de vaststelling door de Raad van de OESO wacht nog op het besluit van de EG. Dit moet voorkomen dat juridische bezwaren worden ingebracht
door één der lid-staten. De onderlinge concurrentie met exportkrediet is, niettegenstaande het Verdrag in de artikelen 92 en 93 zulke steun verbiedt, steeds zeer groot. De EG-Commissie heeft zich nu vergewist dat volgens het Hof een verdrag "tot vaststelling van de lokale lasten" bij exportkrediet onder de competentie van de Gemeenschp valt. Op 11 november heeft het Hof zijn sententie inmiddels gegeven. Het acht de Gemeenschap volkomen bevoegd een verdrag te sluiten over exportkrediet, omdat dit valt onder de uitvoerpolitiek, zoals geregeld in art. 113 van het EG-Verdrag. Ook acht het Hof de Gemeenschap bevoegd — en wel uitsluitend bevoegd — het exportkrediet-verdrag te sluiten. Een gelijktijdige deelneming eraan door de lid-staten komt niet in aanmerking. Vooral dit laatste punt heeft grote politieke draagwijdte. Het sluit de mogelijkheid uit dat de lid-staten afzonderlijk zo'n verdrag aangaan, of — wat belangrijker is — er n i e t aan willen deelnemen als de Gemeenschap als geheel wel deelneemt. De sententie is volkomen logisch en in overeenstemming met de bedoeling van het Verdrag van» Rome: uitsluiting van oneerlijke concurrentie, niet alleen binnen de gemeenschappelijke markt, maar ook op de exportmarkten. (vG)
"EG en het exportkrediet". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
ER WORDT GEKLAAGD over een teveel aan topconferenties, waardoor een soort inflatie ontstaat die de betekenis van de bijeenkomsten van staatshoofden en regeringsleiders zou devalueren. Zeker is dat hoe belangrijker de deelnemers zijn, des te vager zijn gemeenlijk de resultaten, neergelegd in een plechtig slotcommuniqué dat vaak meer plattitudes bevat dan het concrete besluiten vermeldt. Zo is het ook met de topconferentie der Grote Zes gegaan. Geen der monetair» commentatoren heeft nog „de geest van Rambouillet" ontdekt. Het meest hoopgevende resultaat is het begraven van de monetaire strijdbijl tussen de Verenigde Staten en Frankrijk, het akkoord Simon-Fourcade, dat een eind moet maken aan het al vier jaar durende meningsverschil over — kort gezegd — vaste en zwevende wisselkoersen. Een „constructieve dialoog" (om woorden uit de Verklaring van Rambouillet te gebruiken) is echter niet tot stand gekomen op het conferentiekasteel, maar tijdens een lunch in Parijs van de Franse en de Amerikaanse ministers van financiën. De verklaring spreekt alleen maar van een streven naar grotere stabiliteit waartoe de monetaire instanties „gestoorde marktomstandigheden" en „onberekenbare koersschommelingen" zullen tegenwerken. Het akkoord Simon-Fourcade, waarop deze passage berust, is door beide ministers — Fourcade in Brussel en Simon in Washington — toegelicht, maar daarbij trad toch wel weer verschil aan het licht. Fourcade meent dat op grond van het overschot op de Amerikaanse betalingsbalans Amerika in de dollarkoers kan interveniëren. Hij vond een dollarkoers van fr. 4,38 te „zwak". Een koers van fr. 4,50 tot 4,60 zou z.i. beter zijn.
Simon zei te hopen dat het akkoord door 20 landen zal worden aanvaard om de wisselkoersen te „monitoren op dagelijkse basis, en dan te interveniëren als zij fluctueren „zonder gegronde economische redenen", zonder dat de bandbreedte is vastgelegd voor de dollar tegenover de andere valuta's. De vorming van een 'consultatieve groep' moet op praktische dagelijkse basis plaats hebben. De vraag is nu of dit een basis vormt voor een feitelijke stabilisatie. De Inzichten van Fourcade en Simon blijken ook nu nog wel uiteen te lopen. De Verenigde Staten, met een geringe buitenlandse handel in verhouding tot het nationaal produkt, hechten veel minder waarde aan een koersstabiliteit van de dollar dan de Europese landen met hun • veel grotere afhankelijkheid van de buitenlandse handel. Het betalingsbalansoverschot als maatstaf voor interventie, waarop de Verklaring van Rambouillet ook reeds doelt, zal voor Amerika anders zijn dan voor de meeste andere landen, los nog van de vraag of dit de werkelijke economische reden is voor een verandering in de wisselkoers, waarop immers zoveel factoren van invloed zijn. De praktijk zal daarom moeten uitwijzen of het akkoord, als het algemeen wordt aanvaard, tot het gewenste resultaat zal leiden. Er staan intussen nog ettelijke internationale conferenties te wachten: eerst de grondstoffen- en energieconferentie te Parijs, dan in januari de conferentie in Jamaica over het monetaire stelsel en verder de besprekingen over het General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), om nog maar te zwijgen van de Unctad-conferenties. Elk van die conferenties op zichzelf kan de aspecten van de wereldhandel weer veranderen.
"Akkoord Simon - Fourcade". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
DE RECLAME CODECOMMISSIE timmert , de laatste tijd nog^l aan de weg met soms spectaculaire uitspraken over bedrijven die zich in hun reclame-uitingen niet aan de vorig jaar nog fors opgeschroeide regels van de reclame-code houden. Er blijkt voor de commissie inderdaad nog veel werk aan de winkel. Niet voor niets is ook onlangs een speciaal wetsontwerp tegen misleidende reclame ingediend. De codecommissie is een zelfregulerende Instantie binnen het reclamewezen. Het adverterende bedrijfsleven, de reclamebureaus etc. verkiezen die zelfregulering verre boven een wettelijk orgaan dat toezicht op de reclame uitoefent. Het behoeft daarom geen verwondering te wekken dat het zgn. 'college van contractanten' pogingen in het werk stelt het imago van de codecommissie bij het publiek op te vijzelen. Op z'n minst opmerkelijk is het dat het bedrijfsleven en de reclamewereld zich binnenkort gaan bedienen van een campagne van de Sire (de Stichting Ideële Reclame) om het
publiek over het werk en het nut van de reclame codecommissie voor te lichten. In vier grote tekstadvertenties wordt het publiek bekend gemaakt met het bestaan van de commissie. Ook worden de gedragsregels, waaraan de reclamemakers zich dienen te houden, in brochurevorm beschikbaar gesteld inclusief klachtenformulier, waarmee men zijn misnoegen over bepaalde advertenties of radio- en tv-reclame kenbaar kan maken. Deze campagne is vermoedelijk ook een antwoord op pogingen uit progressieve politieke kring om de zelfregulering in dit soort zaken uit te bannen. Het PvdA-Kamerlid drs. K. Kolthoff hamert al enkele jaren op dit aambeeld. Bij de recente begrotingsbehandeling van Economische Zaken formuleerde hij zijn bezwaren tegen de zelfregulering nog eens duidelijk: 1. de maatregelen zijn ineffectief door het compromiskarakter tussen de tegengestelde belangen; 2. tuchtrechtspraak door betrokkenen leidt tot afscherming van de normale rechtsgang, (bg)
"De code en de gewone man". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013
Het Haagse Royal is de gelegenheid, waar ediplomaten, (CDA) politici, en de superbusinessmen het diner gebruiken. Een uniek etablissement, vol pluche en haute cuisine. Woensdag jl. trakteerde er de Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel een uitgezocht aantal Nederlandse en Duitse zakenlieden op patrijs met zuurkool ter gelegenheid van het bezoek van de heer G. Schwanck, directeur van de Köiner Messe. Nu is het zo, dat de Bondsrepubliek onze aller-, allervoornaamste handelspartner is, en dat de grootheid, de macht, en het daaraan verbonden zelfbewustzijn zo'n gezelschap Messe-herren ook afstraalt. Dat is bepaald niet onaardig bedoeld, zeker niet wanneer niet alleen de aanwezige Duitse ambassadeur vloeiend en accentloos Nederlands blijkt te spreken, maar opk de heer Schwanck zich voortreffelijk van onze taal kan bedienen tot en met het onvertaalbare begrip „gezelligheid". Cijfers spreken wat dat betreft wel de beste taal. De heer J. P. van der Bent, vice-voorzitter van de Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel heeft er een paar uit de mouw » geschut: De Nederlands-Duitse betrekkingen hebben in 30 na-oorlogse jaren een intensiteit bereikt, die elders in de wereld nauwelijks bestaat. In 1974 was ons land met 26 miljard
gulden de grootste leverancier van de Bondsrepubliek. Het jaar '75 zal voor eenzelfde bedrag aan export opbrengen, hetgeen in verband met de inflatie aan kwantiteit een terugloop van 10°/o betekent. In de eerste 9 maanden van dit jaar (vergeleken met dezelfde periode van 1975) groeide de agrarische export met 5°/o, maar daalde in gewicht met 9°/o. Alleen sierteeltprodukten toonden een toeneming van 16%, hetgeen ook geldt voor cacaoprodukten met 42°/o naar waarde en 19°/o naar gewicht. Textiel toonde een dalende lijn: garens - 9"/o, weefsels -10%, maar wollen garens 4-19%, wollen weefsels +12%, en wollen kleding + 30%. Meubelen gingen 5% achteruit, fotochemische produkten 15%, maar benodigdheden voor de fotobranche gingen met 15% omhoog. Ijzerwaren liepen 14% terug, fietsen 4%. De export van industriemachines voor voedingsmiddelen stegen met 29%. Het zijn maar enkele cijfers, maar er blijkt uit fyoe bijzonder belangrijk de Duitse markt wel is. De klacht bij de Kamer van Koophandel is, dat dit belang van regeringszijde niet of weinig gesteund wordt. Vice-voorzitter van den Bent: „De overheid vergenoegt zich over die 26 miljard, maar enig initiatief er meer aan te doen ontbreekt geheel, en dat is meer dan verdrietig". o jbsr
"Uit Duitsland: 26 miljard". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031592:mpeg21:p013