ÏNGTON, 23 dec. — bt Ford heeft de als een wis ingediende energieï'C-dgekeurd Hierdoor is jade gekomen aan een gelet het Amerikaanse ConJ'er het nationale energiedat een jaar heeft geDe wet wordt op 1 fevan het volgend jaar van _ Bepaald is dat de prijs iiwe olie in de Verenigde wordt geproduceerd, iets verlaagd en dat daarna Ka verhogingen mogen Tj doorgevoerd. Aan het " °P de prijzen komt bin■■'Wig maanden een einde. president verklaarde dat 'Stsvoorstel niet volmaakt , het niet voldoet aan al mistellingen, maar dat het s ' a P is in een poging ' r ® reni gde Staten minder — . 'ik te maken van bui»tv. 0 ^ e en om geheel on( , e "jk te worden op het [ T an energie. ^leeft de toeslag van twee °F de invoer van elk vat ™ e olie ingetrokken, i tf. 1 . J aar had hij dit ingedeed een beroep op Mgres verdere maatregenemen om onafhankelijk Nen F ! (Reuter) op het gebied van
NRC Handelsblad
- 23-12-1975
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 23-12-1975
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 71
- Jaargang
- 6
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
beëindigt met via
stellen personische 144 in dienst
f s Kou, dec. _ De supersof'ussische Toepolew — P 25 december in vaste ""ïiu.if 1611 op traject !:■ bT a Ata, de hoofdstad ï'an JSS ' sc ' le republiek Ka?°Pig >ht j'8 zullen slechts post ,,, gorden meegenomen. b december waren er al r^r - hten vastgesteld Ji W e ®n aantal mensen ^y t "°digd, onder wie «nto^landse journalisten, die op het vliegveld fr^^egen zij te horen r '3a~ 0e sten wachten tot voliri beginnen de eerste „van de Frans/Britse p 9tïii! Concorde, resp. ï(i j na ar Zuid-Amerika >in tien naar het eiland ^i«r^ P r °bercn de Russen '» e Europese diensten l-'-ziet i maar zoals het er ! ?i ?r ,,, la »t een geregelde ' en st toch nog even ac hten. (AP)
Zwitserse economie houdt zich redelijk
Door onze correspondent S. de Winter
GENÈVE dec. — De werkgelegenheid in Zwitserland is in één jaar met tenminste 9 procent teruglopen. Weliswaar waren er eind november, volgens officiële gegevens uit Bern, niet meer dan 20.316 werklozen, 0,7 procent van de totale beroepsbevolking, maar alleen tussen september vorig jaar en september dit jaar, gingen in Zwitserland zeker 230.000 arbeidsplaatsen verloren. De eerste slachtoffers van de daling van de werkgelegenheid in Zwitserland zijn de buitenlandse arbeiders. Tussen augustus 1974 en augustus 1975 (recentere gegevens zijn niet verkrijgbaar) konden 107.328 buitenlandse arbeiders niet méér naar Zwitersland terugkeren, of moesten het land verlaten, omdat er geen werk meer voor hen was. Een aanzienlijk aantal werklozen is niet geregistreerd, omdat ze geen werkloosheidsverzekering hebben: voornamelijk buitenlanders, vrouwen en jongeren, die na het schoolverlaten geen baan hebben kunnen vinden. Voorts yerdween etn aantal arbeidsplaatsen door natuurlijke afvloeiing. Intussen was eind oktober 3,8 procent van de beroepsbevolking gedeeltelijk werkloos (arbeidstijdverkorting, gedwongen vakanties), in totaal 113.344 personen. Op iedere acht arbeidsplaatsen in Zwitserland is in één jaar tijds tenminste één arbeidsplaats door de recessie getroffen. De bestedingen liepen door dit alles natuurlijk sterk terug. De
handelsomzet was in oktober 8,5 procent lager dan in oktober vorig jaar. Als deze trend zich voortzet, betekent dit voor 1975 een .teruggang van de consumptie van ca. zeven miljard Zw. francs. De consumentenprijsstijging van nog geen 4 procent die men voor dit jaar verwacht, is geen verrassing. De prijsindex (plus 3,7 procent tussen november 1974 en november 1975) is zplfs nog aan de hoge kant, wanneer men deze vergelijkt met de ontwikkeling van de groothandelsprijzen van consumptiegoederen, die ih dezelfde periode 3,5 procent daalden. Het verschil tussen groothandelsprijs en detailhandelsprijs steeg daardoor tot 7,1 procent De prijsdalingen als gevolg van sterke vermindering van de vraag en de goedkoper geworden invoer (door het duurder worden van de Zw. frank ten opzichte van buitenlandse valuta), worden dus nog niet volledig aan de consument doorberekend. Er lijkt ondanks alles in Zwitserland nog betrekkelijk veel geld besteed te worden. Dat de dure Zw. frank, naast de sterke vraagvermindcring (voor een belangrijk deel als gevolg van werklooshëidsexport) een reden is voor de relatief geringe 'prijsstijgingen dit jaar in Zwitserland, ligt voor de hand. Eèn gulden was in april van dit jaar nog 1 frank en 5 rappen. Vandaag is 1 gulden niet meer waard dan 97 rappen. De Zw. frank is tussel april en december van dit jaar ca. 8 procent duurder geworden. Als in Nederland
in die tijd de prijzen met 8 procent zijn gestegen, merken de Zwitsers daar niets van, als ze met hun Zw. franks in Nederland inkopen doen. Ze kunnen immers met dezelfde hoeveelheid geld 8 procent meer betalen. Export De Zwitserse exportbedrijven klagen steen en been ovér de dure frank. Produktén uit Zwitserland worden in het buitenland onbetaalbaar. Maar is dat wel zo? Met name de horlogeindustrie merkt de 17,6 procent teruggang (gemeten naar de waarde) van de Zwitserse horloge-export gedurende de teTste tien maanden van dit jaar, in de eerste plaats aan de dure frank. De laatste gegevens over de handelsbalans echter, wijzen veel meer in de richting van de dure frank. De Zwitserse horlogeindustrie heeft in de moderne technologische ontwikkeling (elektronische kwartshorloges) de boot gemist en zal toch in de eerste plaats daarin de terugval van zijn export moeten zoeken. Maar terwijl de frank in november nog duurder werd, vormde zich op de Zwitserse handelsbalans, gedurende die maand , een overschot van 445,3
miljoen franken. De Zwitserse handelsbalans leverde over 1974 een tekort van 7,58 miljard franken op. Daarvan was begin deze maand al bijna 5,5 miljard franken weggewerkt. Natuurlijk gaat het de Zwitserse export niet zo goed als enkele jaren geleden. Maar dat ligt veel meer aan een achteruitgang van de vraag in de exportlanden, dan aan de duurte van de Zw. Frank. De Zwitserse importeurs van grondstoffen kunnen dankzij de dure frank grote koersvoordelen boeken. Bij de verwerking van deze grondstoffen tot exportprodukten, maakt de invoerprijs van de grondstoffen in sommige gevallen voor Zwitserland zelfs 70 procent van de produktiekosten uit Telt men daarbij, vergeleken met andere landen, de gematigde loonontwikkeling in Zwitserland, dan kunnen Zwitserse exporteurs niet ondanks, maar dankzij de dure frank, nog met concurrerende prijzen komen. T oevalstref f ers De Zwitserse economie slaat zich dus tot nu toe betrekkelijk redelijk door de recessie, dankzij voornamelijk twee toevalstreffers van de, op het gebied van nationale economische politiek vrijwel volledig machteloze, regering in Bern: de export van de werklozen en de dure frank. Minister Chevallaz van financiën wil overigens desgevraagd niets weten van „werkloosheidsexport". De buitenlandse arbeiders, die naar Zwitserland kwamen, waren al werkloos in hun land. Zwitserland hielp ze aan
werk. Nu keren ze terug, zoals ze kwamen, als werklozen. De buitenlandse arbeiders zijn er niet slechter op geworden, want ze hebben tenminste een aantal jaren, dankzij Zwitserland, toch kunnen werken, aldus de theorie van de Zwitserse minister van Financiën. Het bruto nationale produkt zal dit jaar waarschijnlijk 4 procent lager uitkomen, dan vorig jaar (139,5 miljard franken). De verwachting is, dat de recessie zich zeker gedurende de eerste helft van het volgend jaar zal voortzetten. Dat betekent een verdere inkrimping van de werkgelegenheid, meer bedrijfssluitingen, meer verplichte vakanties en meer arbeidstijdsverkortingen in Zwitserland. Waarschijnlijk zullen de grootste klappen vallen onder de ca. 425.000 buitenlandse arbeiders, die momenteel nog, op basis van tijdelijke verblijfsvergunningen, in Zwitserland werken. Volgens een studie van de Schweizerische Bank Gesellschaft komt voor Zwitserland in de tweede helft van 1976 het einde van de recessietunnel in zicht. Maar het herstel zal in eerste instantie vooral komen van vermeerderde vraag in het buitenland. Niettemin zou het herstel tijdens de tweede helft van het volgend jaar voldoende zijn, om de voortgezette achteruitgang tijdens de eerste zes maanden van 1976, te neutraliseren, zodat het bruto nationale inkomen in Zwitserland in 1976 gelijk kan blijven aan dat van dit jaar.
Advertentie
Pidi Mali Export 6 °/ pilltf ^ Leef met plezier Rook de échte Pall Mali Export Wereldbekend aroma Pall Mali Export
Subsidies aan bedrijven
Door prof. dr. F. HARTOG Het subsidiëren van bedrijven grijpt op het ogenblik om zich heen. Het gevaar bestaat dat dit tot wildgroei leidt. Er worden ad hoe maatregelen genomen die niet of weinig zijn doordacht. Later kan het zeer moeilijk zijn, daar weer vanaf te komen. In het volgende wordt getracht, deze politiek te onderbouwen door haar in verband te brengen met economisch Inzicht. De bedoeling is, enig houvast te krijgen over wat op dit gebied wel en niet verantwoord is. Het gaat voornamelijk om het in stand houden van werkgelegenheid. Als er massale werkloosheid is, geeft het geldende loon blijkbaar geen juiste afspiegeling van de schaarste aan arbeid. Het evenwichtsloon, waarbij volledige werkgelegenheid heerst, is lager. De bedrijven gaan dus bij hun beslissingen af op een loonsignaal dat verkeerd is afgesteld. Door toekenning van subsidies wordt in hun calculaties het overtrokken loon teruggebracht tot zijn evenwichtspeil. Dat is lager dan het marktloon en dus komt er meer werkgelegenheid. Een meer oppervlakkige redenering, die tot dezelfde uitkomst kan leiden, is de overweging dat een subsidie in het algemeen minder kost dan werkloosheidsuitkeringen, terwijl in het eerste geval bovendien een bijdrage wordt geleverd tot de produktie. Maar dit is erg rechtlijnig geredeneerd. Er zijn indirecte gevolgen van subsidiëring, die tot behoedzaamheid nopen. In de eerste plaats kan het buitenland klachten aanhangig maken over concurrentievervalsing en tegenmaatregelen nemen. In de tweede plaats hoopt zich een grote macht en verantwoordelijkheid op bij de centKalé overheid. In de derde plaats kan het management verslappen als verliezen toch door de overheid gedragen worden. In de vierde plaats kan bij een systeem van subsidiëring van bedrijven in moeilijkheden discriminatie ontstaan t.o.v. beter geleide bedrijven, die het hoofd op eigen kracht boven water hebben weten te houden en die nu beconcurreerd worden met overheidsgeld. Dit alles in aanmerking nemende. is misschien meer te zeggen voor een algemene loonsubsidie dan voor het dekken van verliezen. Nu gaat het in de gevallen die in het voorgaande zijn bedoeld om het volbezet houden van de produktiefactor arbeid. Naar analogie daarvan wordt ook wel gepleit voor het volbezet houden
van de produktiefactor kapitaal: zowel verliezen aan arbeid als verliezen aan kapitaal moeten worden voorkomen. Die analogie gaat echter niet op. Het niet volledig inschakelen van de produktiefactor arbeid betekent een verlies, omdat arbeid alternatief aanwendbaar is. Eenmaal geïnvesteerd kapitaal is dat echter niet of nauwelijks. Het is doorgaans dermate gespecialiseerd dat het alleen nog maar in de bestaande richting aanwendbaar is. We maken dan ook geen grote fout door de restwaarde van kapitaalgoederen op nol te stellen. Kapitaal dat niet gebruikt wordt gaat dus niet verloren: het is al verloren en dat valt niet meer ongedaan te maken. Wanneer er verliezen worden geleden is doorproduceren toch gewenst als tenminste nog de variabele kosten worden gedekt. De afschrijvingen behoeft men niet terug te verdienen, want er moet niet opnieuw worden geïnvesteerd. Moet er dan geen subsidie worden toegekend tot het kapitaal versleten is? Neen, want het is ook in het belang van het bedrijf zelf, in zo'n geval door te produceren. Een subsidie kan de zaak alleen maar vertroebelen, want dan bestaat de kans dat men toch weer herinvesteert en dat er dus nog meer kapitaal verloren gaat. De tweede mogelijkheid is dat zelfs de variabele kosten niet meer worden goedgemaakt. Dan moet zo'n bedrijf onmiddellijk worden stopgezet. Maar dat gebeurt ook, als er maar geen subsidie wordt toegekend. De derde mogelijkheid is dat weliswaar gedurende enige tijd de variabele kosten niet worden gedekt, maar naar wordt verwacht in de toekomst wel weer. Dat is een randgeval wat betreft subsidiëring. Het is dan in het belang van het bedrijf zelf, de verliezen in die tussentijd bij te passen uit eventuele reserves en in zoverre is geen subsidie nodig, maar het is denkbaar dat men op deze wijze door zijn actief heen raakt en tenslotte ook de vlottende produktiefactoren niet meer kan betalen. Alleen in dit laatste geval is een kapitaalsubsidie, aflopend en zonder precedentwerking, verantwoord. Een andere operationele conclusie die we uit het tweede deel van het betoog kunnen trekken Is dat het bij premies aan bedrijven in ontwikkelingskernen meer voor de hand ligt, arbeidsplaatsen te subsidiëren dan kapitaalkosten van investeringen, zoals thans gebeurt. Zo beginnen we meest met improvisaties. Als we daar maar r.net mee eindigen.
Zaken-kerstmis
DOOR E. DAMEN HOEWEL de druk op de Nederlandse samenleving nog net vóór Kerstmis werd weggenomen door het einde van de gijzelingszaken, is de hele Sinterklaas- en Kersteconomie wat rustiger geweest dan in andere jaren. Daaraan waren niet alleen de conjunctuur en de inflatie schuld. Er is ook sprake van structurele veranderingen in het consumptiepatroon die ertoe leiden dat het vierde kwartaal minder het grote zakenkwartaal van het jaar begint te worden. Een van die structuurelementen is vermoedelijk het feit dat zoveel miljoenen mensen met Kerstmis niet meer thuis zijn. Zij lopen, althans wat dit jaar betreft, in de regen op de Canarische Eilanden, of zitten in de sneeuw met z'n vijf miljoenen. Het veelvuldiger ook nog buitenshuis werken van de gehuwde vrouwen heeft daarmee wel wat te maken. Bovendien ligt de tijd al lang achter ons waarin de (huis)vrouwen alleen maar domweg de boodschappen deden. Ze beslissen niet alleen mee in het hele bestedingsschema der huishoudingen, maar — laten we ervoor uitkomen — bepalen in hoge mate dat schema. Terwijl de meeste mannen, ook al op grond van de inkomstenontwikkeling, zo'n koopactiviteit aan het einde van het jaar nog wel mogen, zijn de vrouwen meer te vinden voor een zekere spreiding, hetgeen trouwens ook minder rommel geeft en je inderdaad een nieuwe koelkast beter in juli kunt kopen dan daags voor Kerstmis. Naast deze in zekere zin toch wel structurele veranderingen en ontwikkelingen is er de kwestie van de mentaliteitsverandering. Het „ik hoef niet alles te hebben" wordt bovendien in de hand gewerkt door „je kunt niet alles hebben", want december was al met al een flink dure maand. Dat is echter nog maar een voorproefje van wat ge in januari kunt verwachten als er een kostenstijging komt, waarvan het grootste deel niet wordt verwerkt in
de eenvoudige statistieken van de prijzen voor de elementaire goederen, waaraan de inflatie wordt gemeten. Na januari 1976 komen er dat jaar dan nog 11 maanden, waarin men de keus krijgt tussen „niet" of „duurder" voor wat een groot aantal industriële produktén betreft. Het afgeronde inflatiepercentage van 10 procent werd enigszins in de hand gehouden door de verdere daling van de industriële marges en door
de oplopende werkloosheid, maar veel rek zit daar niet meer in, terwijl het niet-compenseren van prijsstijging bij een belangrijk deel van de inkomens onherroepelijk moet leiden tot verminderde aanschaffingen of uitstel van vervanging. In 1975 is de consument gewend geraakt aan het comfortabele gevoel van een vrij grote liquiditeitsreserve en het lijkt wat naiel te verwachten dal de mensen dat comfort zullen prijsgeven om dingen te kopen die ze na kritische beschouwing (nog) niet nodig hebben. Daaruit kunnen trouwens paradoxale situaties groeien, zoals bij de auto's. Gezien de kostenontwikkeling bij het onderhoud van de auto, naarmate deze ouder wordt, èn gezien de liquiditeitenreserves bij een niet onbelangrijk deel van het publiek, kan een snellere vervanging van de auto, na minder kilometers, worden verwacht. Het proces zal zich nog versnellen in de loop van 1976, als het tot de grote massa begint door te dringen dat de financieringskosten alleen maar stijgen, want dal zit erin ondanks de huidige ruimte op de geld-, krediet- en kapitaalmarkt.
Advertentie
NaarSchiphol?PakdeKLM-bus! . Frekwente diensten van 's ochtends zeer vroeg tot 's avonds laat vanuit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht v.v. . Ook als u reist met een andere-luchtvaart- ■ maatschappij. «jriTui • Haal de dienstregeling bij uw reisbureau. K.L.IVI KLM-Autobusbedrijf
Nederland 1975 in cijfers Minder werken (45%), naar meer lezen
lp HAAG* -■> der. IIri nu aflopende jaar mag ons land geen materiële voor L hebben gebracht — de werkloosheid steeg met 45 procent, het nationaal inko [liep met bij™ 1 vier procent terug en ook de investeringen lieten te wensen over — ee l doen we het nog niet zo slecht iivr dt meer gelezen, we gaan meer naar musea en ook het bioscoopbezoek neemt \fliispu nt i s 00 k dat het aantal dodelijke verkeersongelukken opnieuav is gedaald, al - bij worden vermeld dat het aantal verkeersmtsdrijven toenam, zoals dat voor Ujiinaliteit als geheel geldt.
n oV erzicht van 1975 van «S blijkt het dat de 13,7 Xederlariders van nu Jneer dan eind 1974, ,j oor immigratie, want I ,,boorte-overschot wordt [jaar kleiner) gemiddeld il zo vaak een museum t { n als in 1963 en vergeleL e t vorig jaar liep de beUf'requentie op van 78 per ] inwoners naar 82. Het „pbezoek bedroeg dit jaar . 100 inwoners (in 1974 in 1973 196 en in 1972 186 m inwoners). Een zeer sterjjcing vertoont het aantal "i n °gen van de openbare bi" k ° n en wel tot 800 per [woners in het lopende vergeleken met 714 in 1974. 1973, 350 in 1968 en 210 in aantal dodelijke verongelukken daalde dit jaar, je voorlopige cijfers van I.S. Per 100.000 inwoners ,en dit jaar 18 mensen door .^ongevallen om het leven Il9.6 in 1974 en 23,5 in 1973. olute cijfers: in 1975 verons land ongeveer 2.500 het leven tegen onge660 in 1973. Door andere ilen verloren dit jaar on4.100 mensen het leven, de criminaliteit betreft, ital misdrijven dat ter van de politie kwam, I in 1975 tot 32,2 per 1000 ers. vergeleken met 31,4 in j:5.9 in 1973, 17,0 in 1968 en |ji 1963. De agressieve misJsi stegen van 2,8 naar 3.1 !W0 inwoners, maar het |d seksuele misdrijven daalgszins. De v-armogensmisstegen tot 24,5 per 1000 re, waarmee zij ruimit verdubbeld zijn sedert 111,5). Het aantal verlisdrijven steeg van 3,1 100 in 1974 tot 3,3 in 1975. nationaal inkomen in ante prijzen (netto, tegen Stprijzen is dit recessiejaar |::sfd van de bevolking met jvier procent gedaald. :hoofd van de bevolking ugt het indexcijfer (1970 is an het nationaal inkomen, het C.B.S. dat in overleg Ihet Centraal planbureau
h-eff samengesteld. 105 tegen 109 voor 1974 en 110 voor 1973. In vergelijking met 1973 is het nationaal inkomen dus bijna vijf procent gedaald. De gezirxsbesparingen stegen tot 14 procent van het bruto nationaal produkt. In 1974 was dit nog 12,9 en in 1973 11,6 procent van het b.n.p. De bruto-investeringen in vaste activa waren opnieuw lager: 21,2 procent van het b.n .p. In 1974 beliepen zij 22,1 procent, in 1973 23,3 proc-snt, in 1972 23,6 procent, in 1971 25,7 procent en in 1968 26,6 procent van het b.n.p. In geld uitgedrukt toonden de bruto-investeringen in vaste activa van bedrijven nog een lichte stijging en wel van 34,5 (1974) naar 35 miljard gulden . Produktie Nog enige recessiecijfers: de industriële produktie is dit jaar ongeveer negen procent gedaald. De CBS-index van de industriële produktie zakte van 115 in 1974 tot 105 in 1975, Van de grote bedrijfstakken kon alleen d-= voedings- en genotmiddelenindustrie de produktie op peil houden. De grootste dalingen deden zich voor in de textiel- en confectie-industrie (ongeveer vijftien procent), d'j papierindustrie (twintig procent) en de chemische industrie [ongeveer vijftien procent). In de metaalindustrie bedroeg de produktiedaling ongeveer acht procent. De uitvoer is dit jaar met vier miljard gulden in waarde gedaald tot 84 miljard gulden. De prijsstijging van de uitvoer bedroeg ruim vier procent, zodat de achteruitgang van de omvang van de uitvoer bijna twee maal
zo groot is geweest als blijkt uit de waarde-achteruitgang met ca. 4.5 procent. De recessie had ooghaar invloed op de bedrijvigheid in onze zeehavens: er werd dit jaar 327 miljoen ton in de zeehavens omgeslagen tegen 336 miljoen ton in 1974, een daling van een kleine drie procent. Werkloosheid De geregistreerde arbeidsreserve steeg van 143.000 in 1974 tot 206.000. Mede als gevolg daarvan moest dé werkloosheids- en wachtgeldverzekering die jaar 1,7 miljard gulden uitkeren tegen iets minder dan een miljard gulden in 1974. De uitkeringen onder de arbeidsongeschiktheidsverzekering liepen op van 4,4 miljard gulden in 1974 tot 5,5 miljard gulden. Er werd in het afgelopen jaar 38,3 miljard gulden aan premie voor sociale verzekeringen betaald (v.j. 34 miljard), terwijl de overheid 3.6 miljard in de vorm van subsidies bijpaste (v.j. 1,8 miljard). De uitkeringen en verstrekkingen krachtens de sociale verzekeringen stegen van 33,52 miljard in 1974 tot 40.6 miljard gulden in 1975. De prijsstijging heeft in 1975 iets meer dan 10,5 pet. bedragen (CBS-index steeg van 142 naar 157) en de bruto-uurverdiensten (van volwassen mannelijke arbeiders) in de industrie gingen van 9,36 naar 10,59 gulden, een stijging van ruim 13 procent. Er waren dit jaar in het geheel geen stakingen en het ziekteverzuim van werknemers daalde iets: van 9,0 procent in 1974 tot 8,8 procent, waarmee dit percentage toch nog boven de cijfers van alle andere vorige jaren blééf. (ANP)
In het kader van de vlootvernieuwing bij Transavia zijn verouderde toestellen afgestoten terwijl drie Caravelles een roemloos einde gevonden hebben. Ontmanteld staan ze nu op Schiphol-Oost met als eindbestemming: de sloper. (Foto ANP)
Schiphol breidt ruimte voor vracht verder uit
l)oor een onzer redacteuren SCHIPHOL, 23 dec. — Op Schiphol is de eerste paal geslagen voor uitbreiding van de luchtvrachtloods. Aan de bestaande douaneloods met een oppervlakte van 35.000 m ! zal 11.000 m s worden toegevoegd, meer dan 30 procent, waarmee — inclusief de nodige nieuwe wegen — een bedrag is gemoeid van ƒ 5 miljóen. Schiphol neemt, ondanks de beperktheid van het Nederlandse afzetgebied, voor buitenlandse industriële produktén een belangrijke plaats in in het Europese kader. Het staat — na Londen, Frankfort en Parijs — op de vierde plaats. In de entrepots werken nu 58 firma's waarbij het Amerikaanse en Japanse aandeel verreweg het grootst is. Er is allengs een duidelijke verschuiving van de Europese vracht naar die uit Afrika en Azië merkbaar. Ir. D. R. A. Stapel, directeur van de NV Luchthaven Schiphol, verklaarde dat Schiphol dit
jaar 7 procent minder vracht boekt dan in 1974. Nochtans een uibreiding, omdat er een groeiende chartermarkt is in het intercontinentale luchtvrachtvervoer (eerste maanden van 1975: 7 pet meer); dit door grotere export uit „derde wereld-landen".' De eerder gesignaleerde daling wordt sterk beïnvloed door het Europese verkeer. Deze daling heeft volgens hem een structureel aspect. Door de tariefstij ging in de luchtvracht wordt het vervoer over korte afstand sterk beïnvloed. Op korte afstand is het wegvervoer relatief veel goedkoper geworden. Gevolg is dat goederen van intercontinentale herkomst, die met charters worden ingevlogen, in toenemende mate over de weg worden afgevoerd. Was het in 1972 nog zo dat van het uitgaande entrepotvervoer op Schiphol 86 pet door.de lucht verder ging en 9.6 over de weg, nu — in 1975 — gaat maar 45 pet door de lucht verder en 36,3 pet over de weg.
Fosfaten maken wasgoed niet schoner
DEN HAAG, 22 dec. — Bij wasmiddelen bestaat geen duidelijk aantoonbaar verband tussen fosfaatgehalte en wasresultaten. Wasmiddelen met veel fosfaten wassen niet beter dan die met minder. Aldus de Stichting Vergelijkend Warenonderzoek die een aantal wasmiddelen onder de loep heeft genomen. Het accent van het onderzoek li'g op de waspoeders voor de bonte was: speciale bontwasmiddelen zonder bleekmiddel en waspoeders met bleekmiddel die worden aanbevolen voor alle temperaturen. Dat bleekmiddel vergroot volgens de StichtingVWO doorgaans wel de helderheid van het wasgoed, maar tast aan de andere kant wat meer de beuren van het bonte goed aan. Met de meeste onderzochte v/asmiddelen werd het goed redelijk tot goed schoon. Over de colosbaarheid van veel waspoeders waren de onderzoekers minder te spreken. Bijna de helft van de geteste merken bieek moeilijk op te lossen. De Stichting VWO weerlegt de bewering dat men, om energie te V esparen, beter kan wassen bij 60 graden dan bij 90 graden. Uit het VWO-onderzoek bleek welï >waar. dat wassen bij lagere temperaturen eenderde minder s'room vergt, maar hij hogere temperaturen wordt de was veel schoner. Om even schoon goed te krijgen bij 60 graden, moet men de spullen minder vuil laten worden en dus vaker wassen. Van energiebesparing is dan f,een sprake meer. Bovendien wordt door vaker wassen meer water en meer waspoeder gebruikt, en worden als gevolg daarvan meer voor het milieu schadelijke fosfaten geloosd. (ANP) — De 20 varkensslachters van het slachthuis in Utrecht zijn gisteren, na vier dagen staking, weer aan het werk gegaan. Over het conflict over de tarieven met de grossiersstichting waarvoor zij werken, wordt in januari het overleg weer geopend. — Uruguay heeft de waarde van zijn peso ten opzichte van de dollar met 2,5 procent verminderd. De peso noteert nu 2,70 bieden en 2,73 laten per dollar tegen voorheen 2,63-2,66.