door Ton Elias
Hl aast ongelooflijk en toch is het niet eens zo verschrikkelijk lang geleden. In 1956 nog hield het ministerie van Bini nenlandse Zaken vol dat er niet genoeg gronden waren om schoolconciërges beter te salariëren dan conciërges bij andere gebouwen. Geen notie bij de ambtenaren op het Binnenhof van wat er zou kunnen omgaan in een
zo levendig instituut als een school. Schoolconciërges en amanuenses beIhoorden tot de achtergebleven groepen. Verbetering van hun salarisnormen werd al jaren bepleit, maar OKW kreeg bij Binnenlandse Zaken geen voet aan de grond. Dat bleef zo, tijden achtereen. Eind '63 moest de mening' van 317 schoolleiders die een betere betaling voor hun conciërges gerechtvaardigd achtten, het afleggen tegen de uitkomst van een functie-analyse die nog steeds in de schoolconciërge niet meer dan een gebouwconciërge zag.
■ ' t Activiteiten van conciergeg » die een tegens frequentieschattinffen van respondenten frequentie , vér dak schattingen • p 8 per week Itrn* 11x neer' 6.12? 15*.. 5 et tx 1 ef .--««ten, voi4ktlTiteiten vaa * * ®*5eleiden van 11. naar ssiekenhui» of { haarhuis. ■ °Pvangen van 11. oet persoonlijke problemen als ;*®fdesv«rdriet # ploteeoverlijden etc. ipialtren en doorgeven v *n die moeilijkheden 3 directie/docenten. • «Pvangta van laatkomer, 5 bij lesvisselingen •t registreren van ab 10, laatkomers. aar * sc h*i3ven van © «ra over absenten. ,?* 2 * c "t houden op kla ♦') 4fv * 2i £beid leraar ypeverk, ni«t voor de '9. j C Oolkr ant. ' van auto- 1 . #t U«che klok. Vol «ende aktivitei3ï (en omgekeerd) ' ^boonmaken van lokaCr" '"S* 71 tin >Maak«n vin tollat « vaitaf.lt ,ala j. ."'"oppen. lPas na nog, meer vijven en zessen, waaronder de nodige aandrang van het Georganiseerd Overleg, kreeg in 1972 de afdeling Methoden en Technieken in de psychologische subfaculteit van de Leidse universiteit opdracht tot een nader onderzoek naar de functies van conciërges, amanuenses en toa's (technische onderwijsassistenten). Intussen was er, in 1971, wel wat aan de salarissen geharmoniseerd, maar het wachten bleef op de juiste functiebeschrijving. CAT-rapport Die kwam ten langen leste dit jaar. Tussen de vele andere stukken die O en W in 1975 heeft gepubliceerd, is het CAT-rapport (Enquête betreffende de functie van' conciërges, amanuenses en toa's, verschenen bij de Staatsuitgeverij) nauwelijks opgevallen, maar met dit rapport zijn, naar het oordeel van kenners, harde gegevens op tafel gekomen ter ondersteuning van de bezoldigingseisen van het niet-onderwijzend personeel. Niet-onderwijzend is eigenlijk maar een rare, negatieve term. Onderwijs-ondersteunend of zoiets zou het moeten zijn. Maar dit terzijde. Wat de conciërge betreft: hij is een veelkoppige en veelpotige figuur. De kern van zijn functie bestaat uit 75 werkzaamheden waarin weinig samenhang zit, van stencilwerk tot de zorg voor verloren en' gevonden spulletjes, van het legen van prullenbakken tot het ontvangen, c.q. afschepen van vertegenwoordigers, van het vullen van dè koffieautomaat tot het opvangen van verdrietige ' leerlingen. Ongeveer de helft van zijn bezigheden krijgt de conciërge dagelijks te doen. Niet idealiseren hierbij: je hebt gemoedelijke en geestige, maar ook lichtgeraakte en naargeestige conciërges; wijze bemiddelaars zowel als hinderlijke bazers. Maar daar gaat het in het CATrapport niet over. Laten we het houden op de prettige conciërges; die moeten wel in de meerderheid zijn, want andere karakters zullen zich in dit vak veel moeilijker kunnen handhaven'. Clusteranalyse Een goede conciërge is net zoveel waard als een goede directeur, hield de $ocia-" hst Kleijwegt minister Cals in '56 in de Kamer voor. ' Dat is via een vooronderzoek, hoofdonderzoek en steekproef nu deugdelijk uitgepluist. Excuses aan de makers van dit rapport (179 bladzijden en ook nog 309 bladzijden voor de bijlagen): wie zich een verdienstelijk schoolconciërge voor de geest haalt, zal meer dan eens in de lach schieten wanneer hij ziet hoe men zich van 's mans bezigheden heeft meester gemaakt om er plechtig over te
rapporteren met achtergrondsvariabelen, scoringsprofiel, clusteranalyse, correlatiematrix en kanonieke discriminantenanalyse. Maar zo schijnt het wel té moeten, wil iemand aan z'n rechtspositionele trekken komen. Dat de zaak thans ernstig genomen moet worden, blijkt uit een voorwoord van de minister die zich voorzichtig opstelt: zijn oordeel over mogelijke consequenties van deze veldbeschrijving behoudt de minister zich nadrukkelijk voor. Inmiddels is echter in Deurne vast een voorschot genomen op een betere erkenning van het conciërgeschap. Op het schoolplein van het Peellandcollege werd kort geleden een beeld onthuld van de pas gepensioneerde conciërge W. Ketelaars die sinds de oprichting van deze school in 1959 allerhande activiteiten welke het CAT-rapport indrukwekkend heeft gerangschikt naar dekkingsgraad met frequentieschatting, op zo'n voortreffelijke manier uitvoerde dat hij een schoolbegeleider-avant la lettre mocht heten. Een van de leraren, de classicus drs. W. Oehlen, heeft Ketelaars' kop geboetseerd die vervolgens gebakken werd in Tegelen en nu het schoolplein siert. Op een straatnaambord wordt nu ook vermeld: Willem Ketelaarsplein. Je weet het nooit; misschien is iets dergelijks ook elders al eens gebeurd, maar de kans lijkt groot dat dit eerbetoon aan de conciërge - trait d'union in een schoolgemeenschap - een novum was voor ons land. 1975 mag een jaar zijn geweest van ministeriële topactiviteiten. maar als Van Kemenade zelf zegt dat bovenal gelet moet worden op wat in het veld gebeurt, dan'is niet hij de onderwijsman van het jaar, maar Willem Ketelaars uit Deurne.
"WILLEM KETELAARS, ONDERWIJSMAN VAN HET JAAR". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019
oor het volgend jaar - | ^ f zo zou je willen wensen - \i wat minder afkortingen | » in de krant: een gewoon mens kan het niet bijhouden: Vroeger had je de KLM en de HBS, een enkele sportenthousiast had er nog een paar clubs bij die eveneens uit hoofdletters waren opgebouwd maar dan was je er wel. Een beginneling op een redactie kreeg te horen dat de lezers van het blad een IQ hadden van een kind van de lagere school en dat je dus nimmer mocht verzuimen achter Franklin D. Roosevelt 's mans functie te vermelden. Een geest van internationaal formaat wist dan eventueel wel wat die D. betekende maar de gewone man was al in zijn nopjes als hij uit zichzelf wist dat hier sprake was van de president van de Verenigde Staten. Langzamerhand ging men deze uitstekende benaming veranderen in U.S.A. niet te verwarren met UNO hoewel die aldaar kantoor houdt. En toen ging het hard. De EEG verscheen in de kolommen en geen enkele krant ging meer in op wat die letters beduidden. Evenmin als die van NATO en NAVO en dan wordt het lelijk. Als er geen explicatie meer wordt gegeven, durft niemand meer toe te geven dat hij niet weet waaraan die initialen zijn ontleend. Want de afwezigheid van de toelichting vooronderstelt kennis van zaken. Het scheelde de redactie een hoop papier en voor zover mij bekend is er nergens een klein handig boekje in omloop, waarin een eenvoudige van geest kan vinden waar de initialen van de FNLA, de SALT en de SER voor staan. Iedereen weet wel dat het niet gaat om een uitverkoop van een partijtje chocoladeletters maar niemand durft te zeggen wat is het nou ook maar weer. En iedere maand komen er afkortingen bij. We weten nu wel allemachtig goed waar RMS voor staat, maar hoevelen weten dat het de initialen zijn van Republik Maluku Selatan. NVSH heeft niets te maken met de SRV-man noch voor zover bekend met CVSE, de conferentie voor veiligheid en samenwerking in Europa, hoewel je nooit weet. Je ademt verlicht op als je leest over de landen van het Warschaupact, niet dat je zo een pret hebt als je merkt dat ze daar weer voor iets aan het oefenen zijn,' maar je kunt ze tenminste plaatsen. Een gunstige uitzondering. Want de Unitd heeft niets te maken met Unitas, van de Unicef kun je kinderkaarten krijgen en van de IRA een schot in je nek. Je kunt uren doorgaan. Je kunt er een gezelschapsspel van maken voor Oudejaarsavond alhoewel familieveten dreigen. Er zijn altijd principiëlen aanwezig, die roepen dat ze met die rotzakken niets te maken willen hebben. Afgekort of niet. Nu is er, zo las ik vorige week in onze krant, een SWAPO hetgeen Zuid-West Afrikaanse Volksorganisatie betekent, enige elementaire kennis van de Engelse taal is kennelijk vereist. Bovendien is er een Unasi, dat wist u vast niet, u bent in uw onschuld nooit verder gekomen dan C&A en de VPRO. Bij de HAVO begon u al aardig moeite te krijgen. Trekt u er zich niets van aan. De anderen, uitgezonderd dan vanzelfsprekend de heren Heldring en Van der Stoel, weten het ook niet. Laat u niet imponeren. Al die anderen doen ook gewoon alsof.
"Ina vander Beugel UNO,SALT, HAVO,ENZ.". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019
door Els Smit
.-nsen- die dezelfde achternaam age n, voelen zich toch een tik& met elkaar verbonden, ook i kennen ze elkaar niet. Dat 3 !ldt zeker als het namen betreft, £ wat verder gaan dan Jansen, t Vries of Pietersen. De stam" - is een bindend element. ze bomen worden in leven geLden via de familiekrantjes, aarin feiten met een zeer speL e nieuwswaarde worden beJandeW.
De eigenaar van de papegaai met de manke poot, de Persianer poes die nog net op tijd door acht politiemannen uit het brandende huis wordt gered, het jongetje dat aan de Koningin vraagt: „Waarom draag jij geen kroon?", de bulldog die zes keer achter, elkaar „waf zegt en volgens zijn baas bedoelt: „Het is mooi weer vandaag." Dat wordt gevreten,, dat laat de kassa van een groot aantal kranten en tijdschriften rinkelen, dat is het Kleine Nieuws. Het kleine nieuws is ook: het bericht over de aanrijding, gisteren op de hoek van de straat, de kleine zelfstandige op het pleintje die zijn zaak moet sluiten. Het kleine nieuws, wil je de concurrentiestrijd volhouden, kun je niet missen, geen dag. Toch is er een groep bladen die uit vrije wil de formule 'van het kleine nieuws hanteert, zonder dat er sprake is of ooit is geweest van onderlinge concurrentie. Dit merkwaardige verschijnsel in de Nederlandse pers luistert naar de naam familieblad: op maat gesneden publikaties, uitsluitend bedoeld voor de leden van een enkele familie. Er verschijnen min of meer regelmatig een kleine dertig familiebladen, in vorm uiteenlopend van zeer eenvoudig tot ronduit sjiek, met een oplage die wisselt van enkele tientallen tot twee-, driehonderd en een benadering die varieert van ouwe-jongens-krentenbrood tot amice. Maar de liefde voor het kleine nieuws lijkt hun allen aangeboren. Neem nou de Famfaf, het huisorgaan van de families Fafié, van Teeseling, Gerritsen en Petri. Het is een gestencild blad van zes pagina's. Het is in zijn twintigste jaargang. In het septembernummer onder meer: Een toespraak, gehouden bij de begrafenis van Christina Fafié op maandag 14 juli door haar zoon drs. G. Fafié: „Het liefste denk ik aan moeder zoals ze was in de fleur van haar Rotterdamse jaren, zoals ook velen van u haar hebben gekend. Wat was zij toen altijd bezig in haar huishouding en in haar gezin en wat deed ze dat met overgave en vaak onder het zingen van een lied. Dan werden de meubels gewreven, de gordijnen gewassen en met honderden haakjes gespannen. Dan zat moeder naast ons bed als we ziek waren. Ze vertelde verhalen en hielp ons met ons huiswerk, zodat we weer met de klas mee konden." In hetzelfde nummer in de familiekroniek: „Vrijdag 24 november staat als een belangrijke dag in onze agenda genoteerd. Op die dag hoopt mijn vader te promoveren tot doctor in de godgeleerdheid." In het septembernummer ook een oproep tot het leveren van kopij. Het familieblad komt niet alleen in de beste families voor. De familie v.d. Heuvel in het Limburgse Sittard is een oerdegelijke Nederlandse familie-doorsnee. Zij publiceert (of publiceerde - niet alle familiebladen zijn centraal geregistréerd) eenmaal per maand De Nieuuisheuvel Tante Ria verzorgt daarin het kinderhoekje, tante Willy geeft seksuele voorlichting, een ander familielid verzorgt de rubriek ongelukken in de familie, weer een ander vult de kolom familiesport. De rest van het blad bestaat uit gemengd nieuws, variërend van wat de kleine voor zijn verjaardag wil hebben tot de melding dat de poes ioneen heeft gekregen. Anders van aanpak zijn de bladen van ondermeer de families Van der Linden en Prakke. De laatste geeft een zoge
naamd familieboekje uit: een kapitaal, in stijve kaft gebonden drukwerkje, een uitgave van het Prakkeverbond. Het is, evenals het blad van de familie Van der Linden, gewijd aan één thema. Bij het familieboekje is dat de familie Prakke zelf. Het bevat het levensbericht van Herman Prakke, de medeoprichter van de familiestichting en een Who is who? van de jongere generatie. Eén thema ook in het blad van de familie Van der Linden Niet zo benauwd CNiet zo benauwd' was een vaste uitroep van overgrootvader Jan). Het thema van het blad, dat een keer per jaar verschijnt, was met kerst '74: religie. Hiertoe uitgenodigd door de eindredacteur schreven verscheidene familieleden hun opvattingen over godsdienst In het blad ook een verslag van Marlies Leeghwater-van der Linden over een verblijf van twee jaar in Kenia als vrijwilliger in de ontwikkelingssamenwerking.
Het slot; „In Kenia geldt nog steeds letterlijk: van je familie moet je het hebben. Door onze zogenaamde sociale, maar in werkelijkheid financiële voorzieningen zijn volgens mij de familiebanden losser geworden en daarmee de sociale relaties afgenomen. Een familieclub' als de onze, die daaraan iets probeert te doen, zou in Kenia een rare zaak zijn, omdat het normaal is dat je elkaar bezoekt en voor elksar klaar staat." De liefde voor de familie lijkt een van de belangrijkste waarborgen voor het ont- en voortbestaan van het familieblad. Die uit zich ook in de voorkeur om in de bladen stambomen te beschrijven. •Liefdewerk oud papier is het samenstellen van het blad in vrijwel alle gevallen. In het algemeen kost alleen het drukwerk geld. Maar ook dat moet ergens vandaan komen. De ene familie
.beschikt over een suikeroompje, een an.dere moet de boer op voor advertenties, gerichte advertenties liefst. Zo verscheen in een van de nummers ■van Niet zo benauwd een annonce van een Chinees restaurant dat was gevestigd in een met de familiegeschiedenis verbonden pand in Alphen aan de Rijn: Dineer op uw rondreis in oma's kamer.. Maak hier uw afspraken. Zeg dat u een Van der Linden nazaat bent en wij bieden u iets speciaals. De Chinees is inmiddels op de fles. In het huis is nu een advocatenkantoor ondergebracht. Niettemin komt de uitgever van het blad meestal te kort. Van de familieleden wordt een vaste bijdrage verwacht. In de regel krijgen alle familieleden het blad thuis gestuurd, met een rekening 'erbij. Het familieblad is geen wijdverbreid internationaal verschijnsel. West-Duitsland kent zijn Verein van de familie
Luther; veel meer zijn er niet bekend. In de Verenigde Staten wordt eén soort familiekrant weieens gebruikt als vervangingsmiddel van kerstkaarten. Alleen in Vlaanderen bestaan een paar familiebladen. In Nederland zijn de meeste ontstaan in de jaren vijftig, de tijd van Ome Keesje en de Showboat op de radio, de grote familiereünies en ook de tijd waarin jonge gezinsleden het in de nieuwe werelden van Canada en Australië opnieuw wilden proberen." Met name de laatste groep heeft een groot aandeel gehad in het ontstaan van de familiebladen. Het thuisfront móest op de hoogte gehouden worden en een enkele brief die iedereen toch wel bereikte was aanzienlijk goedkoper dan vele luchtpostvellen. Drs. L. A van der Linden is zeventien jaar eindredacteur geweest van Niet zo benauwd. Nu is hij daarmee opgehouden. „De jongeren moeten het nu maar eens overnemen." In die zeventien jaar heeft hij de houding van de buitenwacht zien veranderen van sceptisch tot jaloers. „Toen ik begon, werd het overdreven gevonden zoveel belang te hechten aan je familie - dat was kleinburgerlijk gedoe. Nee, hun blik was wijder." Alcohol Van der Linden was familieziek, ■ hij kon het niet helpen. „Ik ben het nog steeds, niet uit een houding van allesbehouden; het is een karaktertrek — ik zie bijvoorbeeld ook graag oude schoolvrienden terug." „ Volgens Van der Linden, wetenschappelijk medewerker bedrijfseconomie aan de Vrije universiteit in Amsterdam, wordt de familie in Nederland ondergewaardeerd. „Waar vind je elders dan in een familie zo'n verscheidenheid aan leeftijden en beroepen? Maar de hele maatschappij is gebaseerd op het gezin. Je zou kunnen zeggen dat af* familie in hetzelfde schuitje zit als de commune. Op deze vorm wordt veel te weinig ingespeeld, ook door bijvoorbeeld CRM. Ik zou best willen pleiten voor subsidiering door de overheid van familieverenigingen. „Met name voor het opbouwwerk kunnen familiebanden waardevol zijn;. fa-* milieleden weten meer dan een maatschappelijk werker ooit kan." Toen Van der Linden zeventien jaar geleden begon, was dat in ieder geval een bekrompen standpunt. Nu wordt zijn werk veelal als interessant betiteld. „Het hangt samen met de hele nostalgiebeweging. Ik zie het in mijn familie aan de jongere generatie. Die kent sommige verhalen alleen bij geruchte en gaat nu zelf naar de ouderen toe om de juiste toedracht te horen." De verhalen van vroeger komen ongecensureerd in de bladen. Oude overgrootvader Jan was aan lager t wal geraakt en schijnt op zee aan alcohol ten onder zijn gegaan. Zijn levensverhaal is te lezen geweest voor alle nazaten. Die vrijheid van spreken schijnt niet te gelden ten aanzien van de nog levende gezinsleden. Uit de bladen komt onveranderlijk een opgewekt beeld naar voren als ging het om families waar alles rozegeur en maneschijn is. Echtscheiding „Een wat lacherig beeld inderdaad", aldus Van der Linden. „Maar je kunt nu eenmaal niet alles publiceren. Echtscheidingen bijvoorbeeld vermelden we nooit. Tenminste niet direct Je probeert die te verbloemen. Indirect kun je wel het een en ander zeggen. Je kan bijvoorbeeld een nieuwe adreslijst publiceren en daaruit blijkt dan wel dat de twee die een vorige keer nog in hetzelfde huis woonden dat nu niet meer doen. „Alle Sinterklaasrijmpjes kun je niet vermelden. De mensen zijn gauw gepikeerd. En een familieblad is geen krant: een geërgerde lezer kost je daar hoogstens een abonnement. Maar in een familie heeft een naar gesteld bericht onmiddellijk ruzie tot gevolg." Een taboe blijkt daarom ook te rusten op ernstige ziekten en op een neergang in de financiën bij een van de familieleden. Van der Linden: „Natuurlijk geeft het familieblad een reductie van de werkelijkheid te zien. Wat dat betreft laboreert het aan alle persuitingen. Maar het verhaal over het jubileum van een huishoudster blijft levenslang bewaard. Schrijf je het voor een krant, dan ligt het na hooguit twee weken in het vuilnisvat." Bi
drs L. A. van der Linden, schakel in de familie Van der Linden
VAN TEESEtING
FflUIER
} VAN DER LINDEN
"SPECIALE PERS VOOR KLEIN FAMILIENIEUWS". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019
Het rangeerprobleem van Breinbreker 135 heeft enkele lezers en lezeressen in de pen doen klimmen. Zij schreven ons dat het probleem met minder bewegingen kan worden opgelost dan wij in onze oplossing aangaven. Nu zij vooropgesteld dat wij niet pretenderen voor ieder probleem immer dë beste of meest eenvoudige oplossing te weten. In het geval van derangerende trein menen we echter een goede, zoal niet de beste oplossing gegeven te hebben. Alle lezers die een snelle-' re methode opgaven, hebben hetzelfde gegeven over het hoofd gezien, namelijk dat de lokomotief zo lang was, dat. hij maar langs één kant vanaf zijn standplaats op de andere sporen kon komen. Uit uw reacties maakten we wel op dat het probleem in de smaak viel. Daarom geven we gaarne de volgende variant aan u door, afkomstig van een lezer uit Oosterbeek. Ditmaal staan, zoals in de figuur is weergegeven, de wagons 1 en II op het cirkelvormige spoor op de plaatsen A, resp. B. De lokomotief staat op de uitloper C. De wagons zijn zo hoog beladen, dat zij niet door de tunnel T kunnen. De lokomotief kan wel door de tunnel. Hoe rangeert u nu zodanig, dat wagon I in B en wagon II in A komt te staan, terwijl de lokomotief op zijn oude plaatsje op spoor C terugkomt? 'Oplossing op pag. Z7
"Het rangeerprobleem van Breinbreker 135 heeft enkele lezers". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019
Houdt u nog van mensen .. . dan is hier de nieuwe Vonnegut! Kurt Vonnegut, Jr. Wampieters, foma en granfallons msterdam
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1975/12/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000031612:mpeg21:p019