TEGENGESTELDE KAPITAALBEWEGINGEN Particuliere behoefte aan kapitaal bevredigd op de geldmarkt. (Van onzen beurscorrespondent.) P a r ij s, 28 Januari. In de hedenmiddag gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der Bank van Frankrijk, voor de eerste maal onder het voorzitterschap van den nieuwen gouverneur Fournier, is voorlezing gedaan van het jaarverslag. Na eenige waardeerende woorden aan het adres van den vorigen gouverneur Labeyrie, vangt het verslag de gebruikelijke bespreking aan, van den economischen toestand des lands in het afgeloopen boekjaar, dat een jaar van aanpassing genoemd wordt aan de , nieuwe omstandigheden, geschapen door de wijzigingen in de munt en de diepgaande hervormingen, die sedert 18 maanden in de sociale wetgeving aangebracht zijn. Als eerste oorzaak van de koersschommelingen van den franc op de buitenlandsche wisselmarkten noemt het verslag het ongunstig verloop van den handel. De algemeene prijsstijging op de wereldmarkten, gepaard aan dé depreciatie van het Fransche devies, had een buitengewoon ongunstigen invloed op den invoerhandel. Tegen een vermeerdering in de eerste negen maanden van slechts 23 % naar het gewicht stond een stijging van 73 % van de in francs uitgedrukte waarde, in vergelijking met de overeenkomstige cijfers van 1936. Met den uitvoer was het anders gesteld; daar beantwoordde een stijging van 58 % in de waarde aan een gewichtsvermeerdering
van nauwelijks 5 %. Naast de doaune-barrière zijn aan dit> verschijnsel de hooge Fransche kostprijzen schuld. Het verslag noemt als invoeroverschot voor het geheele jaar een bedrag van ongeveer frs. 17 milliard; de betaling daarvan heeft het geheele jaar door druk op de wisselmarkt uitgeoefend. Deviezenaankoopen, boven de werkelijke behoeften van den buitenlandschen handel uitgaande, konden in den loop van het jaar herhaaldelijk waargenomen worden. Speciaal was dit het geva 1 in de eerste weken van 1937, verder in Mei en Juni en ook in September. Tegenover deze uitgaande beweging der kapitalen staan echter ook perioden van kapitaalterugkeer. De oorzaak hiervan wordt gezocht in de in den loop des jaars aangewende pogingen tot herstel van den vrijen handel in goud, tot herstel van het begrotingsevenwicht en tot verlichting van de schatkistlasten. Ook de toevloed der toeristen tijdens de tentoonstelling en -de depressie op verschillende buitenlandsche markten, werkten in deze richting mede. Verdere kapitaalbewegingen werden uitgelokt door het aflossen en het afsluiten van leeningen In het buitenland. De Britsche leening aan de spoorwegen van Februari 1937 ten bedrage van £ 40 millioen werd in December terugbetaald; in October en November werden resp. in Zürich en in Amsterdam leeningen verkregen van Zw. frs. 200 millioen en ƒ 100 millioen. Ten aanzien van de heftige koersbeweging der buitenlandsche valuta herinnert het verslag er voorts aan, dat de waarde van den franc gedurende het eerste halfjaar bepaald werd door de Muntwet van 1 October 1936, die als hoogste pariteit een gewicht van 49 milligram goud van-900/1000 fijn voorschreef, en als laagste grens 43 milligram goud. Van 105 frs. in Januari en Februari, liep De groote koersschommelingen op de valutamarkt. Goudvoorraad ondanks herwaardeering gedaald.
het pond tot midden April op tot 107 frs., om tot einde Juli bijna voortdurend iets boven de 110 frs. te noteeren. Bij wet van 30 Juni werd de franc van het goud losgemaakt en daarna stijgt het pond van 129 op 1 Juli tot 134 op den 22en van dezelfde maand. Tot eind Augustus blijft de noteering dan omstreeks 133, doch van dien datum tot 5 October loopt het pond tot 151 op, daarna, tot het einde des jaars kan het in de nabijheid van 147 gehouden worden. Abnormale schommelingen, aldus het verslag, heeft het egalisatiefonds steeds door interventies trachten te keeren. Bij het uitvoeren van deze taak heeft het fonds hulp ondervonden van de zijde der monetaire autoriteiten, in de landen welke het driehoeks accoord onderteekend hebben. Het verslag gaat dan over tot een korte bespreking van de economische en sociale vraagstukken. Komende tot de bespreking der geldmarkt, erkent het verslag, dat het sluiten van leeningen met langen looptijd De goudvoorraad der instelling heeft de door het egalisatiefonds verrichte operatiën getrouw weerspiegeld. Begin 1937 bedroeg de voorraad (uitgedrukt in francs van 49 milligram goud) frs. 60.359 mill. Aan het einde van het eerste halfjaar was die door een drietal opnemingen van tezamen frs. 111 milliard tot frs. 48.859 teruggeloopen. Toen het muntregime op 30 Juni 'gewijzigd was, werd een herwaardeering van den goudvoorraad en de deviezen op basis van 43 milligram goud mogelijk. Daardoor kwam de goudvoorraad op den weekstaat per 27 Juni voor frs. 55.577 mill. te boek te staan, dus frs. 6.818 mill. hooger dan een week tevoren. In November ontving de instelling van liet egalisatiefonds frs. 3.127 mill. in goud. Op den laatsten weekstaat des jaars figureert de goudvoorraad met frs. 58.933 mill., een bedrag dat ongeveer overeenkomt met een gewicht van 2.534.000 kg goud van 900/1000. Het verslag herinnert verder aan de hulp, die de bank den staat heeft moeten ver'eenen in den vorm van renteloos voorschot. Op 30 Juni werd een voorschot van ten hoogste frs 15 miHiard geonend, waarvan op 30 December frs. 9.820 mill. opgenomen wa^en. Uit de herwaardeering van den goudvoorraad was het mogelijk een fonds ter ondersteuning van de markt der stsatsleeningen in het leven te roepen; het eventuee'e overschot bij liquidatie van dit fonds zal gebruikt worden tot aflossing van voorschotten aan den staat; mocht het fonds niet het totale bedrag van zijn oorspronkelijk dotatie opleveren, dan zal het verschil aangezuiverd worden uit de disnonibiliteiten, waarover het. valuta-egalisatiefonds bij de liquidatie beschikken zal De kapitaalmarkt door den staat ten korte van particuliere bedrijven iü beslag genomen.
door de particuliere bedrijven in Frankrijk een groote moeilijkheid gebleven is, ten gevolge van het voortdurende beroep, dat de staat op den spaarder doet. De bedrijven kunnen daardoor alleen op korten of gemiddeld langen termijn leenen en de geldmarkt heeft niet altijd gemakkelijk aan deze kapitaalvraag kunnen beantwoorden, gevolg van de omvangrijke aankoopen van deviezen en het oppotten van geld. Als tegenwicht daartegenover stonden middelen, die als gevolg van de aan den staat verleende voorschotten gecreëerd werden. In gevallen, dat particuliere ondernemingen door het plotseling intrekken van de haar verleende credietfaciliteiten in moeilijkheden geraakt zouden zijn, is de Bank tusschenbede gekomen. Kchter is de geldmarkt na de bovengenoemde repatrieering iets gemakkelijker geworden. Bij iedere discontovraag heeft de bank steeds acht geslagen op het commercie e le karakter van het papier. Zoodra men verband ontdekte tusschen de grootere credietvraag en de spanning op de wisselmarkt, werden zoowel het disconto als de voorschotrente op effecten verhoogd. Lieten de omstandigheden het weder toe, dan werden de rentevoeten verlaagd. Gedurende meer dan 3 gedeelte der periode van 1 Januari 1935 tot 31 December 1937 is het disconto op of onder 4 % geweest. De Bank heeft in het belang van de productie zooveel haar mogelijk was medegewerkt aan het systeem der accept-credieten, die zoo geschikt zijn voor de afwikkeling van handelsoneraties met het buitenland en zij is ook voorstandster van het creëeren van hnndeiswisse's voor operaties met korten looptijd. Het crediet op korten term ij n is echter onvoldoende om te voorzien in het gebrek aan werkkapitaal, waaraan veie zaken lijden Aan dit euvel kan waarschijnlijk slechts worden tegemoet gekomen door crediet op middelbaren termijn. Bij de maatregelen, die kortelings uitgewerkt zijn om dit doel te bereiken. is uitgegaan van het denkbeeld, dat dergelijke credieten verstrekt moeten worden door het Crédit National, het Crédit Foncier, de Nationale Kas tot Financiering van Overheidscontracten en de Caisse des Dépóts et Consignations. Eventuee'e hulp vrn de F"rik van Frankrijk k=-n slechts door middel van herdtecont n ering plaats vinden. Ten slotte wijst, het vers'fg or> den de-irimeeronden invloed, die in het jaar 1937 door verschillende gebeurtenissen in de wereld op het economische leven van Frankrijk en op de houding van zijn geldmarkt is geoefend. Frankrijk zal zonder op de resultaten te wachten van pogingen tot samenwerking, in zichzelf de factoren moeten vinden om geleidelijk zijn overheidsfinanciën te herstellen, zijn nijverheid en handel uit te breiden en harmonie te scheppen tusschen zijn voortbrengende klasse, zijn arbeid en zijn spaarders.
PIERRE FOVRNIER,
"Een bewogen jaar voor de Bank van Frankrijk Aanpassing aan nieuwen toestand, geschapen door muntverzwakking en sociale hervormingen. Ongunstig verloop van den handel vooral verantwoordelijk voor de groote koersschommeling van den franc.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
"Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
(Ingezonden mededeeling.) P. HOPPE ï ' ORANJE BITTER
"P.HOPPE ORANJE BITTER". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
Heden werd te Amsterdam gehouden de tweede vergadering van houders van 7 % converteerbare obligaties der Cultuur Mij. „Gazi", ter behandeling van het voorstel tot verdere opschorting van de couponbetaling tot resp. 1 Februari en 1 Mei 1939. (In de vergadering van 18 dezer was zooals men weet het quorum niet aanwezig.). Vertegenwoordigd waren thans 77 obligaties der leening 1929 en 42 obligaties van 1930, totaal dus 119 obligaties. De voorzitter meent dat onmiddellijk tot stemming kan worden overgegaan, na herhaald te hebben, dat het bestuur zoo spoedig mogelijk een reorganisatie-plan zal uitwerken. Het voorstel werd aangenomen met slechts één stem tegen.
"NEDERLAND EN KOLONIEN CULTUUR MIJ. „GAZI" Opschorting van couponbetaling door obligatie-houders goedgekeurd.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
SOERABAJA, 28 Jan. (Aneta.) De N. I. V. A. S. verkocht voor consumptie 303 tons bruine suikers. Voor export verkocht de N. I. V. A. S. 464 tons superieur en 8000 tons bruine suikers. Alle suikermarkten waren onveranderd.
"NIVAS-AFDOENING Verkoopen van totaal 8767 ton suiker.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
De toekomst pog tamelijk onzeker. China stelde als afzetgebied niet teleur.
ONTWIKKELINGSGANG GEDURENDE EEN REEKS VAN JAREN N . u assortimenten, in we'ke gedurende de verbillende jaren de suiker werd geproduceerd, =n als hieronder wordt opgegeven. 1933 1934 1935 ritte suiker... 1.092.473 5-">.fii7 4S9.7->S we suiker... 241.632 89.168 44.300 yelasse suiker 67.222 14.440 9.529 juiker ... — .20 — "staal 1.401.327 646.245 513.550 1936 1937 ritte suiker 213.006 755.650 Ruwe suiker 348.021 607.342 Masse suiker 31.363 51.508 Totaal 592.390 1.414.500 De uitvoer was naar de volgende landen van Instemming gericht. 1933 1934 1935 'ederland ... 17.148 24.638 SC7 rijf Europa 53.288 60.238 ort Said, v.o. 59.087 28.593 "18.000 jfer. Staten. . 406 nüwr 29 Bewesten Suez 129.929 Wént J 52.850 Afrika 5.141 j 72 5.212 irabië 8.082 len.3.751 15.659 . Indië en n 1 Ceylon 351.735 351.751 389.117 Settlements 71.0.43 78.801 84.441 Siam 34.501 26.865 34.394 Hongkong ... 193.011 211.054 142.593 China 99.191 72.729 54.840 Japan 184.876 142.409 182.426 Overig Azië ... 6.726 8.432 2.036 Kieuw Zeeland. 63.601 61.653 62.566 Andere landen 2.551 2.284 1.802 Totaal 1.150.387 1.089.734 1.027.936 1936 1937 Werland 5.867 126.595 Overig Europa 554 32.930 Port Said. v.o 62.355 239.370 Amerika 76 1 .108 Bewesten Suez 68.852 400.003 Afrika 5.089 5.432 Azië 3.529 14.701 Arabië 18.941 9.293 Indië en Cey.on ... 107.180 98.726 Straits Settlements ... 91.404 94.578 Siam 29.229 27.669 Hongkong 184.817 128 .121 China 40.416 37.903 Japan 272.934 247.514 Overig Azië 3.305 1.739 Nieuw Zeeland 50.719 61.499 Andere landen 1.783 1.700 Totaal 880.000 1.128.878 De productie, welke sedert het jaar 1930, fet 2.969.269 ton opbracht, door vrijwillige krimping geleidelijk tot 513.554 in in 1935 « tot 592.405 ton in 1936 is verminderd, by Gouvernementsbesluit voor 1937 op 1 400.000 maximum vastgesteld. De ware 'Pbrengst, die natuurlijk van allerlei omstandigheden afhangt, is een weinig grooter uithalen, n.1. 14 500 ton of 1 % meer. Voor 1938 en 1939 zijn respectievelijk ®iximale öogstcijfers van 1.400.000 en '•550.000 ton aangenomen. Door de slechte tijden, die ook in Neder' a ndsch Indië hun invloed lieten gevoelen, is suikerverbruik van den Archipel, dat nog ia ket jaar 1930 op 427.629 ton werd geSc hat en nu door de accijnsheffing nauwkeurig kan worden berekend, langzamerhand tot "8-106 ton in 1936 gedaald, doch het heeft Se ondergaan, die het cijfer voor 1937 weder tot het peil van 1933 opvoerde, nl. 336.470 ton. HOE BRITSCH-1NDIË ALS AFZETGEBIED AAN BETEEKENIS VERLOOR. Het meest belangrijke cijfer van de reeks is dat van de uitvoeren. Deze waren in de jaren 1920—1930 tot de volgende hoevelheden gestegen. 1920 1.466.333 1924 1.881.870 1928 2.549.990 1921 1.488.337 1925 2.050.980 1929 2.412.381 1922 1.525.472 1926 1.723.686 1930 2.223.303 1923» 1.824.649 1927 2.002.729 En het scheen alsof de producenten geen vermoeden hadden, dat daarin eens een verandering zou komen. Deze kwam, toen op 1 Maart en later op 1 October 1931 de Britsch-Indische regeering de invoerrechten op suiker van Rs. 4.8a per I cwt. tot Rs. 9.1a verhoogde en dientengevolge j een op moderne wijze ingerichte suikerindustrie f mogelijk maakte De totale invoeren van suiker, zoowel over zee als over land, in Britsch-Indië stegen en daalden in de jaren van 1924/25 tot 1936/37 zooals hieronder is vermeld en zullen in de naaste toekomst wel geen groote vermeerdering ondergaan. 1924/25 670.965 1928/29 868.800 1932/33 429 125 1925/26 732.572 1928/30 1.036.392 1933/34 328.758 1926/27 826 900 1930/31 1.023.790 1334/35 324 019 1927/28 728.800 1931/32 576.176 1935/36 289.211 1936/37 123.075 Hetgeen in ons uitvoerstaatje onder BritschIndië en Ceylon is vermeld, is voornamelijk gericht*naar het laatstgenoemde eiland; het groote schiereiland heeft in de laatste jaren slechts zeer weinig uit Java geïmporteerd, zoodat dit afzetgebied van het voornaamste tot een zeer ondergeschikte is afgedaald. Eveneens zijn de Gefedereerde Maleische Staten voor Java verloren gegaan, sedert zij de Rijks voorkeur bij de invoerrechten toepassen en geraffineerd product uit Engeland importeeren, inplaats van Java-suiker. Aangezien de beide Straitshavens, Singapore en Penang, vrijhavens zijn, geeft de Rijks voorkeur daar geen voordeel, waardoor deze bestemmingen niet alleen behouden zijn, doch hun invoeren, niettegenstaande den afval van de Maleische Staten op het schiereiland, van 71.000 ton 95.000 hebben vermeerderd. EN CHINA? Men heeft in de laatste jaren groote ongerustheid betoond over de mogelijkheid van het behouden van de uitvoeren nar China. In het jaar 1930, tijdens de onderhandelingen over het Ghadbourneplan, deden in de vakpers berichten de ronde als zouden Cubanen in China een raffinaderij stichten, die per jaar 1 millioen ton ruwe Cubasuiker zou aanvoeren en de geheele markt monopoliseeren. Verder werden er steeds plannen gepubliceerd, die beoogden in Zuid-China moderne suikerfabrieken te bouwen, die het geheele land zouden kunnen voorzien. De Cubaansche raffinaderij is er nu 8 jaren later nog niet en de
groote rietsuiker-fabrieken in Setzdhoean en in Kwantoeng staan ook nog op papier. China voert vrij veel suiker in, zooals hieronder is opgegeven. Invoer uit: ♦ 1930 1931 1932 1933 Hongkpng 252.011 ) Java 250.983 ) 623.324 307.537 206.040 Japan & Korea 220.378 ) Cuba 16.942 20.884 17.571 Andere landen 17.692 54.092 49.320 33.545 Totaal 758.006 677.416 377.741 257.156 1934 1935 1936 1937 Hongkong 57.409 84.422 30 343 ) Java 116.948 126.973 58.509 ) Japan & Korea 68.243 19.132 64.726 ) '250.299 Cuba 4.990 5 ) Andere landen 29.602 5.210 ) Totaal 247.590 260.129 158.793 250.299 De invoercijfers zijn sedert de Japansche operaties in Mandsjoekwo niet meer met die van de vroegere jaren te vergelijken. Vooreerst is de invoer in de afgescheurde deelen des rijks niet meer in de totalen inbegrepen en in de tweede plaats wordt er veel suiker uit Japan buiten de douanekantoren en dus buiten de statistiek binnengebracht. Men moet wel in het oog houden, dat alle invoer, welke uit Hongkong en uit Japan wordt opgegeven, e'genlijk uit Java komt. Hongkong produceert geen suiker en is dus alleen doorvoergebied. Japan produceert suiker voldoende voor eisen behoefte en moet de grondstof 'voor zijn sukieruitvoer naar het Aziatisch vasteland importeeren en doet zulks uit Java. Sedert in het jaar 1931 Japan met Formosa voldoende voor de eigen behoefte voortbrengen, mogen wij allen Java-uitvoer naar China, Hongkong en Japan aannemen als ten slotte voor China te zijn bestemd en dan zien wij deze cijfers: 1931 679.442 1934 426.129 1932 393.857 1935 388.859 1933 477.178 1936 518.1C9 1937 413.538 Men ziet, dat niettegenstaande de incidenten Java in 1937 nog evenveel suiker naar China heeft kunnen afzetten als gemiddeld in de laatste 5 jaren. Wat de toekomst brengen zal, weten wij n'et, maar tot heden is er niet veel in den totalen uitvoer naar China veranderd. In Siam wordt steeds over uitbreiding van de suikercultuur gesproken en inderdaad nemen de invderen in dat land, uitsluitend uit Java, eenigszins af. Of deze mettertijd geheel zullen ophouden, is niet te zeggen.
NIEUWE AFZETGEBIEDEN. Een nieuw afzetgebied vinden wij in Klein Azië, t. w. Aziatisch Turkije', Irak, Syrië en Mesopotamië, die sedert het vorige jaar suiker uit Java koopen. Ook daar hoort men voortdurend van plannen tot het stichten van een suikerindustrie en men kan nooit zeggen, wat er in een autarkischen roes wordt uitgehaald. N i e u w-Z e e 1 a n d blijft Java-suiker koopen, doch het is niet zeker, dat dit op denzelfden voet zal voortgaan. Nu Nederland aan eigen overzeesch gebied bij den invoer voorrechten toestaat, verdrijft het Peru, Cuba en San Domingo van zijn markt en die suiker zoekt elders afzet, o.a. in Nieuw-Zeeland, gelijk de cijfers aantoonen. Invoer Andere uit Java Cuba Fidji landen Totaal 1930 14.935 36.576 12.903 21.082 85.496 1931 70.358 — 5.994 — 76.352 1932 55.168 15.951 6.655 — 77.774 1933 63.703 7.823 2.388 — 73.914 1934 61.875 8.026 1.117 — 71.018 1935 71.023 *975 1.016 351 80.365 1936 50.179 — 1.016 20.875 ! ) 71.070 HET MOEDERLAND BETROK 83.805 TON VAN JAVA . Ten slotte beschouwen wij den uitvoer naar bestemming bewesten Suez. In het jaar 1937 heeft deNederlandsche regeering een voorrecht aan ruwe suiker van eigen overzeesch gebied toegestaan tot het kwantum van den géheelen uitvoer van Suriname en tot een maximum van 80.000 ton van dien van Java en daarvoor een bedrag van ƒ800.000 beschikbaar gesteld. Daarvan heeft men natuurlijk geprofiteerd en in 1937 werd er in Nederland 59.578 ton ruwe suiker uit Java ingevoerd. Doch buiten die invoeren importeerde Nederland nog 24.227 ton witte suiker uit Java als industriesuiker voor de bereiding van suiker houdende stoffen, zoodat Nederland in het genoemde jaar 83.805 ton uit Java en verder 14.402 ton uit Suriname aanvoerde. Ook werd nog in 1937 een zeer groote hoeveelheid, t.w. 239.370 ton naar Port Said v.o. uitgevoerd, waarvan de eindbestemming niet officieel bekend is. De in de 32.930 ton voor andere Europeesche landen samengevatte suiker ging in hoofdzaak naar Groot-Brittannië. Wanneer wij de uitvoermogelijkheden samenvatten, dan zien wij, dat, alhoewel de invoerende landen niet ontbreken, de toestand vrij onzeker is. Men kan bij het nog steeds heerschende streven naar autarkie nooit weten, wie nu weer als kooper zal verdwijnen, terwijl op een voortduren van vraag naar suiker voor bestemming bewesten Suez, buiten die naar het Moederland, niet positief gerekend mag worden. Amsterdam, 26 Januari 1938. ') De in dit opstel vermelde cijfers zijn uitgedrukt in metrieke tonnen, voor zoover zulks niet uitdrukkelijk vermeld is telquel. Zij zijn alle ontleend aan in druk verschenen, algemeen verkrijgbare officieele gegevens en geen van hen is afkomstig van feiten, die mij uit hoofde van mijn vroegeren ot tegenwoordigen werkkring privé bekend zouden zijn geworden. Wie de juistheid van de statistiek betwijfelt, waartoe ik geen aanleiding vind, richte zijn critiek dus tot.de samenstellers der officieele statistiek. ') Geheel uit San Domingo. SPOOR-, MIJN- EN ANDERE OPBRENGSTEN. Rotterdamsche T rmweg Mij. November ƒ 111.769 (v. j. ƒ 108.002). Sedert 1 Januari ƒ 828.729 (816.782).
DR. H. C. PRINSEN-GEERL1GS.
"BEURS EN NIJVERHEID. Suikerproductie en -distributie van Nederlandsch-Indië door Dr. H. C. PRINSEN GEERLIGS.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
BATAVIA, 28 Januari. (Aneta.) De Batavia Vrachten Conferentie heeft officieel bekend gemaakt, dat met ingang van 26 Januari de koffievrachten naar Europa verlaagd zijn van ƒ 79 tot ƒ 71.50, en die naar de Ver. Staten van $ 45 tot $ 41, beide per 1800 kg. De vracht voor rubber naar Europa is met ingang van 1 April a.s. verlaagd van ƒ 24 tot ƒ 21.50 per kubieke meter^en die naar de Ver. Staten van $ 12 tot $ 10J. BEURS TE BATAVIA BATAVIA 28 Jan. \ N .P. 28 •n 28 27 Jan Jat Jan Jan Kon. Petr HBO 359 Deli Spoor ... - 117 C. Ned. H.My lf>7 Kol. Bank ... N. Ind. H.b. 137 • E.M.N.1 81 81 N.Ind. Esc.Mij 108 1C9 Moea. Sipongi lOub Internatio n.a 175* Jav Sum. H.b. — H.V.A 1;S6 436 Unilever 153 153 Sch v. Unie ... 115 117 Philips Kon. Paketv 171 _ A.mst. Rubber '214 215 Redj. Leb. ... _ — Zuid-Bantam 116 145 N. I. S _ 95 91 fc9 6.'5b 630 * Nieuwe aand. 165 BINNENLANDSCHE LEENINGEN Voorburg. De gemeenteraad heeft Woensdagavond besloten een vijfjarige leening aan te gaan, groot ƒ 214.025, è, pari ei. tegen een rente van 21%, welke leening dient tot buitengewone aflossing van een viertal leeningen tot een gelijk bedrag. Amstenrade. De raad der gemeente besloot Woensdagavond tot het aangaan van leeningen, groot ƒ96.675 en ƒ12.000, by de Mij. voor Gemeentecrediet en tot het aangaan van een rekeningcourant-overeenkomst rret de Bank voor Ned. Gemeenten met een maximum crediet van ƒ 72.000. Wagenlngen. B. en W. deelen den raad mede, dat de Algemeene Friesche Levensverzekering Mij., bij wie in 1933 een leening is gesloten groot ƒ80:000, welke leening op l Juni a.s. nog groot zal zijn ƒ 77.500 en dan tevens aflosbaar is, zich bereid heeft verklaard de rente van 4i% te verlagen tot 3è%*'s jaars, met de bevoegdheid voor de geldgeefster dit percentage na 15 jaar te verhoogen tot maximaal 4%. Bij extra aflossing voor 1 Juni 1943 door de gemeente zal een vergoeding verschuldigd zijn van 1% van de meerdere aflossing. B. en W. stellen voor dit aanbod te aanvaarden.
"BATAVIA VRACHTENCONFERENTIE Vrachten voor koffie en rubber naar Europa en Ver. Staten verlaagd.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
De directie der 's-Gravenhaagsche Hypotheekbank voor Nederland bericht, dat per 1 Maart 1938 zijn aflosbaar gesteld de 4 % serie E.E. a ƒ 1000, nos. 10001 t/m 11000. Voor verwisseling van deze en de reeds eerder aflosbaar gestelde stukken zijn tot nader bericht beschikbaar 31% pandbrieven & 1001%. De 4% pandbrieven kunnen tot nader bericht verwisseld worden in 31 % pandbrieven a 100%. Tot nader bericht geeft de bank af 3J % pandbrieven serie G.G. è. 100è %. De directie der Utrechtsche Hypotheekbank bericht, dat van de 4% pandbrieven serie K, elk groot ƒ 1000, de nummers 1501—3000 op 1 Maart 1938 S, pari aflosbaar zijn gesteld. Zij zijn van heden af tot nader bericht verwisselbaar in 31 % pandbrieven & 100 %, zijnde 1 % lager dan de thans geldende koers van uitgifte. Tevens bestaat gelegenheid tot vrijwillige conversie van alle 4% pandbrieven tot nader bericht in 3h% pandbrieven è. 100% met behoud van 4% rente tot 30 Juni 1938. Thans zijn verkrijgbaar 31% pandbrieven S. 1001 %. De directie der Mij. voor Hypothecair Crediet in Nederland (waarmede vereenigd de Maastrichtsche Hypotheekbank voor Nederland) bericht de aflosbaarstelling van 4 % pandbrieven Serie C per 1 Maart 1938, met gelegenheid tot conversie in 31 % pandbrieven met 2 % uitloting per jaar tot nader order & 99J %. Tevens bestaat gelegenheid tot vrijwillige conversie van alle 4 % pandbrieven in 31 % pandbrieven, met 2% uitloting per jaar, tot nader order a 991 %. De directie der Overijselsche Hypotheekbank bericht, dat uitgeloot en aflosbaar zijn gesteld è. pari per 1 Maart 1938 de 41 % pandbrieven van serie D. De uitgelote stukken kunnen desgewenscht gedurende de maand Februari a.s. ter verwisseling worden aangeboden in 31 % pahdbrieven van serie P, cl 993 % of tot een beperkt bedrag in 4 % pandbrieven van serie M k 1003 %, waarvan versterkte aflossing niet zal mogen plaatshebben voor 1 Januari 1942. Alle reeds vroeger uitgelote, nog niet ter aflossing aangeboden pandbrieven kunnen eveneens op voormelde voorwaarden verwisseld worden. Eveneens kunnen in 31 % of 4 % pandbrieven a resp. 993 % en 1003 % geconverteerd worden alle nog in omloop zijnde 41 % pandbrieven (renteverrekening tot aan den dag van aanbieding), met dien verstande echter, dat verwisseling in 4% pandbrieven van Serie M alleen nog openstaat gedurende de maand Februari 1938. Voor gewone aankoopen zijn tot nadere aankondiging verkrijgbaar 31 % pandbrieven van serie P è, 100 %. Uitloting 3 % per jaar. De directie der Zuid-Hollandsche Hypotheekbank bericht, dat è. pari aflosbaar zijn gesteld, per 1 Maart 1938, alle 4% pandbrieven series GG en HH, en per 1 Mei 1938 alle 4 % pandbrieven serie LL. Zij kunnen tot 18 Februari 1938 ter verwisseling worden aangemeld in 31 % pandbrieven è. 100} % (desgewenscht met verplichte uitloting). Tevens bestaat gelegenheid tot vrijwillige conversie van alle 4 % pandbrieven in 31 % pandbrieven a 100 % (desgewenscht met verplichte uitloting).
"CONVERSIE EN UITGIFTE VAN PANDBRIEVEN". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
Op 1 Januari 1938 bedroeg naar wij vernemen het aantal spaarbankenleden van den Nederlandschen Spaarbankbond 181. Bij de Bondsspaarbanken werd in 1937 ingelegd ruim ƒ 255 mill. en terugbetaald ruim ƒ 214 mill., zoodat zonder bijberekening van de einde 1937 bij te schrijven interest een bedrag van ƒ 41 mill. meer werd ingelegd dan terugbetaald. Met inbegrip van de bijgeschreven interest zal de vooruitgang van het inleggerskapitaal in 1937 ruim ƒ 53 mill. gulden beloopen en dit zal op 1 Januari 1938 ongeveer ƒ 479 mill. bedragen. Het aantal spaarders nam met 47.000 toe, zoodat dit in het begin van dit jaar 1.145.000 bedraagt.
"NEDERLANDSCHE SPAARBANKBOND In 1937 stortingen de terugbetalingen sterk overtroffen.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015
WARSCHAU, 27 Jan. (P. T. A.) De minister van Handel Roman verklaarde, dat de industrialisatie van Polen op den voorgrond blijft staan. Wat de grondstoffen aangaat is het noodig de productie te vergrooten, teneinde zooveel mogelijk onafhankelijk te zijn van het buitenland. Echter beteekent dit niet dat Polen bet beginsel van zelf-voorzdening als juist aanvaardt De binnenlandsche handel moet worden gedreven in volle vrijheid. BETHLEHEM STEEL CORP. Volgens heden'door het betrokken administratiekantoor uit New York ontvangen telegram is op de 5 % en 7 % pref. aand. der Bethlehem Steel Corp. het kwartaalsdividend van resp $ 0.25 en $ 1.75 verklaard, beide betaalbaar te New York 1 April a.s. aan houders op 4 Maart in de boeken der Mij. ingeschreven. UNITED GAS CORP. Volgens heden door het betrokken administratiekantoor uit New York ontvangen telegram is op de 7 % pref. aand. der United Gas Corp. het kwartaalsóividend van $ 1.75 verklaard, betaalbaar te New York 1 Maart a.s. aan houders op 10 Febr. in de boeken der Mij. ingeschreven. HOKTE BERICH TEN Naar gemeld wordt heeft de s p ij s o 1 i econventie besloten na de productie thans ook de distributie te ordenen. Aan alle groothandelaren is een bepaald kwantum van den omzet toegewezen. Op overschrijding van dit kwantum is een boete gesteld, die dan als premie ten goede komt aan hen, die het hun toegewezen kwantum niet halen.
"BUITENLAND INDUSTRIALISATIE VAN POLEN Onafhankelijkheid van het buitenland het doel.". "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 1938/01/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000053904:mpeg21:p015