NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP De Algemeene Vergadering van Aandeelhouders in bovengenoemde Vennootschap, volgens artikel elf der statuten, zal worden gehouden op Donderdag 88 Februari a.e., 's morgens elf uur, ten huize van den Logementhouder K. DIK te Nieuw-Buinen.. Nieuw Buinen, 9 Febru ari 1894. De Directeur: H. MEUBSING.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 12-02-1894
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 12-02-1894
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 36
- Jaargang
- 71
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Nieuw-Buiner Glasfabrieken.
Advertentie
Van af den 16 Februari 1894 tot en met 23 Februari d a.v. zullen, ten huize van HABM EGGENS te Tweede Exloërmond, ter inzage liggen: 1. Ljjst van Stembevoegden, dienst 1894. 2. Kohier van Omslag over de Gronden, diengt 1894. 3. Kohier van Omslag van de in 1893 in het Waterschap gegraven Turf. Exloo, 10 Febraari 1894. Het Bestuur van het Waterschap Exloo: De Voorzitter, E. ZEGEBING. De Secretaris, I. H. BEYNDEBS. ej. E. Murkens, uitvindster van het GezondheidsCorset »Taille de Santé" genaamd, heeft de eer hare geachte Dames te berichten, dat zij te spreken zal zjjn te Assen Dinsdag SO Febr., »'£ Wapen van Drenthe". Huishoudster. Tegen 1 Wei gevraagd een UCISHOCDSTfiB, die de zorg en opleiding van twee kleine Kinderen op zich wil nemen, niet beneden 30 jaar en voorzien van goede getuigen. Zich aan te melden met fr. br. of in persoon bg J. BOESJES te Gees. Wegens sterfgeval biedt zich, tegen 1 Hei a t., aan een Friesche Meid, bjj voorkeur in een stil gezin, of bjj bejaarde lieden. Beste getnigen staan haar ten dienste. Br. fr., lett. tt, bjj den Boekhandelaar C. A. J. LUITINGH, Leeuwarden. 1 Mei gevraagd: en Koetsier, tevens HUISKNECHT. Fr. brieven den Heer A. W. WESTBA v. HOLTHE te Assen. WW bevraagd tegen 1 Mei: Een Bakkersknecht, zjjn werk gedeelteljjk verstaande, door T. HIDDING, Mr. Bakker te Dalen. Rijksnormaallessen te Roemden. JONGENS en MEISJES, die van deze lessen willen profiteersn, om voor het onderwjjs te worden opgeleid, gelieven zich vóór, 17 Februari e.k. aan te melden onder overlegging van: ». geboorte-acte, a. verklaring van ouders of voogden, en c. getuigschrift van hun onderwjjzer. Koevorden, 1 Februari 1894. K. BBINKMAN VISSEB,! Directeur, Prima Cognac. Met het grootste succes leveren wij tegen postwissel ot rembours, Mandjes scheikundig onderzochte Cognac 48rjCt. Tien maathoudende Flesschen. mei inbegrip emballage £11* — of 20 Flesschen f* 21.— franco Hoofdplaatsen. Wed. JOUSTRA & ZOON, Sneek Importeurs van Cognac. Postwissel voor franco Proefïlescli 11.20. Deze sedert l April 1887 geannonceerde Cognac is alleen bij ons verkrijgbaar. & Wed JOUSTRA &. ZOON, Sneek. [Zwaarste en soliedste. Eén persoons f 5.00. Twee ï - 7.50, a contant, bg L. Rijwielenhandel. C*. H. Kuipers, MjÊtti,
Wat een emmer mij zooal geleerd heeft.
En dat heelt mjj alles die eenvoudige melkemmer geleerd, zei ik tegen mijn buurman, die pas bij ons in de buurt op een plaats was gekomen en met wien ik dus nog maar kort geleden had kennis gemaakt. Hg had eenpjjp bjj mjj zitten rooken, en wij hadden over ons bedrjjf zitten praten. Wjj hadden het er over gehad, hoe in de laatste jaren op landbouwvergaderingen en in landbouwbladen vaak allerlei nieuwe dingen waren voorgesteld en besproken. Mijn buurman, die nog al zoo zijn eigen denkbeelden heeft, waarvan hg niet gemakkelijk is af te brengen, zei, dat hjj daar niemendal van hebben moest. »Mjjn vader was een goeie boer, en ik hoop er met God en met eere ook een te wezen", zei hjj. Jawel, antwoordde ik, uw vader zal in zjjn tijd wel een goede boer zjjn geweest, want hjj heeft u, naar ik hoor, een aardig stuivertje nagelaten. Maar gij, zjjn zoon, klaagt altijd en vertelt mjj steeds dat ge, in de slechte tijden, die wjj beleven, soms evenveel geld verliest als uw vader verdiende. Nu, een besten tijd beleeft de boer tegenwoordig niet, dat kan ik ook niet zeggen. Het slimst is misschien nog wel, dat wjj zooveel meer uitgeven dan vroeger. Ik herinner mg, dat ik te kust en te keur een flinken boerenknecht kon krjjgen voor f 60 in 't jaar, en nu muet ik al big wezen, als ik een goeden, die werken kan, voor f 120 kan machtig worden, 't Gemeente-brief ke ziet er ook al heel anders uit nu bjj vroeger. Hoe dikwjjls de hoofdelijke omslag niet al verhoogd is, weet ik niet. Er is wel veel in de gemeente gedaan voor aanleg van wegen en zoo meer, maar het geld moet er toch maar wezen, als het tjjd van betalen is. En voor ons zeiven geven wij ook heel wat meer uit dan vroeger. Dit behoef ik u, buurman, niet te zeggen, die nog pas met de heele familie in den pleziertrein naar Amsterdam zjjt geweest. Daaraan dacht vader in zijn tjjd heelemaal niet. Maar een mensch mag toch, als hg altjjd hard werkt, zjjn plezier wel eens hebben, merkte mjjn buurman op. Zeker, zei ik, waarom niet? Als hg het maar betalen kan. Maar wjj dwalen van ons onderwerp af. Ik wilde maar zeggen, dat als onze vaders geld verdienden en wjj, met op dezelfde manier te bouwen als zjj, niet meer met fatsoen rond kunnen komen, het nog zoo gek niet is, om te onderzoeken, of er ook middelen te vinden zjjn, om meer uit het bedrijf te halen dan vroeger. Daarvoor beware mjj de hemel, zjj mgn buurman. Al die nieuwigheden kosten maar geld, die zjjn goed voor de heeren, die geld genoeg hebben, om al die dingen te betalen. Yoorons deugt dat niet. Wij doen maar 't verstandigst ons bij het oude te houden. Ziet, zoo kwam ik toen op dien emmer, die in een hoek van den keuken stond. Daarvan moet ik je eens wat vertellen, buurman, zei ik. Ge hebt geljjk, de tjjdeu zijn er niet naar, om veel te wagen of om dure machines te koopen. Maar, als wjj maar willen opletten en leeren, dan zjjn er ook, zonder dat het ons veel geld behoeft te kosten, heel wat verbeteringen in het bedrjjf aan te brengen, die ons menig dubbeltje 's jaars in den zak voeren. Ik was eens op een voordracht van een landbouwleeraar, die ons een melkemmer liet zien, met een schaal er in, zooals hjj dat noemde; zooals deze, die ik hier heb, met een streep van onder naar boven aan den binnenkant, met cijfers er langs, waarop men aflezen kan juist hoeveel liter melk er in zoo'n emmer zit. De man raadde ons aan zoo'n emmer voor een drie gulden te koopen en te gebruiken. Het zou ons gsen windeieren leggen, zje hij. En toen begon hjj ons zoo duidelijk uit te leggen, wat van het gebruik van zoo'n emmer 't gevolg kon wezen, dat ik besloot er een te nemen. Nu, de drie gulden, die ik op die manier, nu al lang geleden, heb uitgegeven, heb ik mij nooit berouwd. Voor ik dien emmer had, werd de melk van mijn koeien al bjj het melken dooreen gemengd, zonder dat ik precies wist, hoeveel melk ieder van mgn beesten gaf. Ja, wjj zeiden wel, dat is een beste, en die geeft lang zooveel niet, maar alles ging toch zoo wat op de gis, en 't fijne wisten wjj er toch niet van. Sedert ik dien emmer heb, wordt de melk, die iedere koe daags geeft, netjes afzonderlijk gemeten en op een lei, die ik in den stal heb hangen, opgeschreven. Dat gaat met zoo'n emmer heel gemakkelijk. In 't eerst vonden zjj dat wel wat raar en lastig, maar met haar wat te helpen, was de meid er al binnen een week aan gewend. Zondags schrijf ik de opgaven van een week in een boekje over. Zoo weet ik precies hoeveel liter melk ieder van mgn koeien per jaar mg geelt. Dat is misschien wel heel aardig, zei mjjn buurman, met een smalend lachje, maar wat heb je er aan ? Wat ik er aan heb ? Wel, ik bemerkte al heel spoedig, dat er in de melkopbrengst van ieder van mgn koeien een veel grooter verschil bestond, dan ik gedacht had ; met andere voorden, ik leerde inzien, dat de ééne koe het voeren veel meer waard was dan de andere. Ik zei dan ook al heel spoedig tegen de vrouw: die bles en die roodbonte moeten maar dadeljjk weg, als ze droog zijn. En dat werd er nog sterker op, toen ik ook een paar roomglazen gekocht had, lange, smalle hooge glazen, ook al met een schaal er op, waarin men wat melk te roomen zet, en waarop men dan juist aflezen kan, hoe dik het laag room is, dat boven op de melk drjjft. Toen ik geleerd had, de hoeveelheid melk, die iedere koe mjj gaf, te meten, wilde ik nameljjk ook wat meer van de hoedanigheid van die melk weten, en toen had ik al gauw gemerkt, dat er koeien zjjn, die oogenschjjnljjk een heele slomp melk geven, en die eigenlijk toch het voeren niet waard zjjn, omdat er veel te weinig vet in de melk zit. Nu, die gingen zoodra ik ze had opgemerkt, al heel gauw weg, en maakten plaats voor een paar bovenste beste, Als zoodoende de doodeters op stal weg raken, krijgt men al spoedig heel wat meer melk voor de varkens en meer boter om naar de markt te brengen. Dat merkt men in het geldlaadje. Toen ik dus een beteren kjjk op mjjn vee had gekregen, begon ik te begrijpen, dat ik de kalveren om aan te houden, altjjd moest nemen van de beste koeien van den heelen stal. En toen mgn allerbeste koe een bulkalf kreeg hield ik dat ook aau. En zoo heb ik alleen met wat oplettendheid en zorg, zonder dat het mjj geld hee gekost, een puiken stal met melkvee gekregen,
die tegenwoordig, dat weet je ook buurman, hier genoeg iu de bnurt bekend is. Zjj komen er mjj soms al lang van te voren om vragen of ik ook een beest of een kalf te verkoopen heb, en daar krijg ik altijd aardig geld voor, want ieder weet, dat, wat van mgn stal komt, puike waar is. Maar wat ik ook al opmerkte, bjj het nagaan vau de quantiteit en de qualiteit van de melk van mgn beesten, was ook dit, dat beide erg verschillen, naar gelang van het voer, dat zij kregen. Ja wjj weten allemaal wel, dat goed voeren geen bijgeloof is, maar wij doen het daarom niet altijd. Als men dat niet zoo precies nagaat, dan wordt er ook niet de noodige zorg aan besteed, of liever dan gaat alles zoo maar in den onden sleur door en ziet men vaak tegen de kosten op. Sedert ik echter melkemmer en roomglas gebruik, en ik de kracht van het voer, dat ik mgn vee geef, als in cjjfers kan aflezen, en ik zag dat ik meer en vooral beter melk kreeg, naarmate ik krachtiger voerde, leerde ik begrijpen, dat het geld, aan goed en overvloedig voer uitgegeven, dubbel en dwars door het vee zelf teruggegeven wordt. Als men dat zoo telkens voor zjjn oogen ziet, en het niet maar op goed geloof van anderen behoeft aan te nemen, dan geeft men ook met te meer vertrouwen nog eens wat meer uit voor uitstekend hooi of allerbesten lijnkoek. Maar er is nog meer, wat ik allengs opmerkte. Het verbouw op mgn land begon er ook gaande weg beter uit te zien. Mjjn rogge en haver stonden krachtiger dan vroeger, er lag een heel andere kleur op, mjjn aardappelland leverde mij heel wat meer mudden op, en ook het weiland, dat ik mestte, zag er beter uit. Ik begreep eerst nog niet, hoe dat zoo kwam, totdat ik eens op een landbouwvoordracht hoorde zeggen, dat als er bjj een beest niets goeds inkomt, er ook nooit iets goeds kan uitkomen, en dat men omgekeerd met goed te voeren, niet alleen meer en betere melk, maar ook meer en vooral betere mest krggt van zjjn vee. Zoo had ik dan ten slotte mgn beter verbouw ook al weer aan mijn melkemmer met een schaal te danken. Zie, buurman, zei ik, ons boerenbedrijf is, men moge er van zeggen, wat men wil, een heel mooi bedrjjt. Alle deelen ervan sluiten zoo prachtig in mekaar, dat, wat men in het ééne goed doet, ook dadelijk aan het andere wordt gevoeld. Door melkemmer en roomglas leerde ik mijn veesta_ ! verbeteren, daardoor heb ik vee gekregen dat altjjd de hoogste markt waard is, maar ik kreeg ook zooveel meer en betere melk, dat ik heel wat meer van de boter maak, dan vroeger, en een paar varkens meer mesten en verkoopen kan. Mgn melkemmer heeft mij den moed gegeven, wat meer geld te besteden aan het voeren van mgn vee, en door de daardoor vanzelf gevolgde betere bemesting van mgn land, kreeg ik grooter oogsten, waardoor ik een paar melkkoeien meer dan vroeger ben kunnen gaan houden. Zoo grjjpt in het boerenbedrijf het één in het ander, dat heeft mjj die emmer geleerd. En wat hg mg ook leerde is, dat een boer zonder groote extra uitgaven, nog heel wat verbeteringen in zjjn bedrjjf kan aanbrengen, als hjj er maar niet tegen op ziet, wat te leeren en met den ouden sleur te breken. Hjj behoeft er ook geen geleerde voor te zijn, hjj heeft alleen zjjn gewoon menschenverstand te gebruiken. Nu, mjjn buurman vond het nog zoo gek niet, wat ik hem had verteld, hjj zou het eens overleggen, of hg misschien ook eens zoo'n etimer koopen zou. Laat het maar niet bjj het goede voornemen blijven, riep ik hem achterna. Niet alleen praten, maar ook doen, placht mjjn vader te zeggen, en dat was een goede les, die ik nooit vergeten zal. En kom later nog eens weer terug, want ik heb nog een heeleboel meer te vertellen. C. J. S. 's G. (Ned. Landb.-Weekblad.J
Een dreigend gevaar. Het is niet moeielijk in te zien, dat in den herfst van een „muizejaar" het aantal op een bunder gronds aanwezige muizen legio moet zijn, daar ieder paartje, dat overwinterd heeft, een paar honderd nakomelingen, heeft opgeleverd.
Dr. Bitzema Bos. De landbouwer dient zich niet alleen toe te leggen op de vermeerdering van zjjn oogst, maar moet ook alle middelen aanwenden om dien èn naar hoedanigheid èn naar hoeveelheid zoo goed mogeljjk te bewaren. Ook die middelen kunnen er toe bjjdragen om voor onze dagen tot waarheid te maken, wat eens C. Honigh zong: «Landbouw is in onze dagen De eerste welvaartsbron van 'tland. Heil het volk, dat roem mag dragen Op een njjv'ren landmansstand." Tot bovengenoemde middelen moeten ook gerekend worden die, welke dienen om het getal muizen binnen gewenschte grenzen te houden. Daar in verschillende streken van onze provincie tegenwoordig de muizen in onrustbarend getal voorkomen, is het misschien niet ondienstig een en ander mede te deelen omtrent de lastige knagers. Beeds in ouden tjjd kende men de muizenplaag. In 1 Samuel 6: -4 en 5 leest men van » muizen, die het land verderven". Het soms plotseling verschjjnen van een groot getal muizen gaf in de middeleeuwen aanleiding tot het dwaze geloof, dat het soms muizen zou regenen en dat ze wel voortkomen uit aardkluiten. Het snel verdwjjnen deed bjj de Grieken het geloof ontstaan, dat hun god Apollo de muizen verdelgde door feilen zonneschijn en pest. Later meende men, dat de muizen elkander opeten en zoo hun aantal beperken. De onontwikkelde mensch neemt zeer gebrekkig waar en is gewoon en geneigd een enkel waargenomen verschijnsel tot algemeene waarheid te verheffen. Zoo komen allerlei dwaze meeningen in omloop, die een onbegrjjpeljjk taai leven hebben. Laat ons nu eerst eens nagaan, hoe het mogeljjk is, dat de vermeerdering zoo groot kan zijn, dat het veld van muizen schjjnt te leven, dat iedere voetstap in den bodem wegzinkt. Elk landbouwer weet wei, dat het getal muizen in het voorjaar gewoonljjk nog al groot is. In wallen en slootkanten vindt men altjjd betrekkelijk veel muizengaten. Zjjn nu
de omstandigheden, vooral wat koude en vochtigheid betreft, gunstig, dan ziet men de springers spoedig sterk vermeerderen. Dr. Hugo Crampe, die op dit gebied tal van onderzoekingen met onuitputteljjk geduld in 't werk heeft gesteld, zegt, dat niet alleen de groote vruchtbaarheid, maar ook het groote getal der wjjfjes oorzaak der snelle vermenigvuldiging is. In April of Mei is gewoonlijk het getal mannetjes en wjjfjes ongeveer gelijk, daar de laatste 's winters in veel grooter getal omkomen, maar later zjjn er 4, ja soms wel 8 wijfjes tegen één mannetje. Crampe deelt mede, dat de eerste worp half April geboren wordt; daarbjj zjjn gemiddeld 5 wijfjes en 2 mannetjes. Die wjjfjes werpen tot October nog twee-, soms driemaal en brengen zoo nog 75 kleinkinderen ter wereld. Het oude muizenpaar werpt in de laatste helft van Mei nog eens, welke jongen nog twee keer werpen en zoo nog 45 kleinkinderen voortbrengen. De omstreeks half Juli geboren kleinkinderen werpen soms ook nog en leveren dan gemiddeld 64 achterkleinkinderen. De laatste meegerekend is de nakomelingschap van ieder paar muizen in een jaar 198. Dit getal is volgens Crampe eerder beneden, dan boven de werkelijkheid. Gelukkig zjjn er in de natuur allerlei middelen om een dergeljjke vermeerdering op den duur tegen te gaan. Gebrek aan voedsel doet in muizejaren tegen den winter tal van knagers den hongerdood sterven, terwijl dan tevens ziekten ontstaan, die duizenden ten grave sleepen. Ook sterven vele door luizen of mijten, terwjjl een oogziekte soms een groot getal blind maakt en al spoedig doet omkomen. Tevens werken regen en sneeuwwater, alsook groote koude in April, als de eerste jongen reeds geboren zjjn, krachtig mede een te groote talrijkheid te voorkomen. Onder de natuurljjke vjjanden van den muis bekleedt, behalve de kat, de wezel een eerste plaats, daar deze ze niet opeet, maar alleen het bloed afzuigt. Verder komen in aanmerking de egel, de hermelijn, de bunsing, de vos, de buizerd, de kerkuil, de roek en de kobmeeuw. In muizejaren vooral dient men al die dieren in 'tleven te laten; het spreekt echter van zelf, dat een behoorljjk getal dier muizenverdelgers een krachtig middel is om te groote muizenschade te voorkomen. Als we nu eindeljjk ko nen tot de middelen, die de mensch kan aanwenden, dan merken we al aanstonds op, dat de aangewezen tjjd daarvoor het vroege voorjaar is, van Februari tot half April, dus voor dat de eerste jongen geboren worden. Tevens moeten in een streek allen meewerken, zal de verdelging afdoende resultaten hebben. Waar het mogeljjk is en daartegen geen overwegende bezwaren bestaan, kan men het land onder water laten loopen, zooals men in Noord- en Zuid-Holland en in '73 in de omstreken van IJlst heeft gedaan. Gaat men met een rol over 'tland als dit geheel kaalgevreten is, dan worden vele muizen doodgedrukt. Waar de grond samenhangend is, kan men ronde gaten graven van een half voet middelljjn en een paar voet diep, langs de randen der akkers. Men zorge, dat de wanden glad en rechtstandig zjjn. Veie muizen vallen er in, putten zich uit door telkens in de hoogte te springen en sterven van honger of worden door later er in vallende knagers opgepeuzeld. Te veld staande garsten kan men eenigszins beschermen door ze met steilwandige greppels te omgeven. Crampe wil de muizen vt-rgiitigen door phosphorus, die in den vorm van pillen of brg wordt aangewend. Terecht raadt hjj aan eerst alle muizegaten dicht te trappen en den volgenden dag een pil, gemaakt van meel, siroop en phosphorus, of een in phosphorbrjj gedoopt strootje of stokje in de door de muizen opnieuw geopende gaten te leggen. Men weet dan zeker, dat daarin één of meer springertjes zitten. Crampe vond op een stuk land 4100 gaten en maar 250 muizen. De brg had gunstiger resultaten dan de pillen. Als de muizen door de gaten naar boren gaan, strijken ze langs de strootjes met phosphorbrg, welke laatste aan het lichaam kleeft en door de uiterst zindelgke diertjes, niettegenstaande den onaange namen smaak, dadeljjk wordt afgelikt. Zoo krjjgen ze vrjj wat vergift binnen en sterven spoedig, In den laatsten tjjd doen de Saccharin-StrichninHaver en de methode van prof. Loeffler veel van zich spreken. Het eerste middel vindt een krachtig voorstander in den heer Hasselman, rjjkslandbouwleeraar in deze provincie, en de resultaten schijnen tot nog toe zeer bevredigend te zjjn. Het is dus aan te raden, dit tameljjk goedkoop middel meer toe te passen; de ervaring zal dan spoedig uitmaken in hoeverre dit middel de voorkeur verdient boven de straks ge noemde. Hetzelfde kunnen we zeggen van de Loefflersche methode, die varleden jaar in 't Oldambt in Groningen is toegepast en goed bevallen, Over beide middelen is in deze courant reeds meer geschreven en 'tis dus onnoodig er hier meer van te zeggen. «Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede"; dat roepen wjj den landbouwers toe ook met het oog op laatstgenoemde wjjzen van muizen verdelging. Nog eens zij herinnerd aan bet motto boven dit artikel en aan de noodzakelijkheid vóór halt April middelen tot vernietiging aan te wenden. Smeedt het jjzer als het heet is en — dempt de put, vóór dat het kalf verdronken is. D.
RIVIER- en WATERHOOGTEN.
tahea, 9 Febr. Vm. 8 uur. 941 M. f AP. of 2.74 M. boven nul. Gev. 0.01 M. Steveneer, 9 Febr. Vm. 8 uur. 4.22 Ijl. -JAP. of 3.79 M. boven nul. Gew. 0.01 m. Mompen, 9 Febr. Vm. 8 uur. 0.69 M, -jA..P. ol 1.50 M. boven nul. Gew. 0.09 M.
Rechtszaken.
Men zal zich herinneren dat er een veete bestond tusschen de leden van het Amsterdamsch Studentencorps en van den Studentenbond. In den nacht van 4 op 5 Maart 1893 trok een troepje opgewonden studenten, leden van het corps, naar de Bonds-SociSteit ïSalve" op den Yjjgendam, verbrijzelde daar eenige glasruiten, hetgeen werd beantwoord door het
naar beneden werpen van water en ledige flesschen. Namens het Corps werden door den Senaat tegenover den Bond officieele excuses gemaakt, doch deze verontschuldigingen werden door den Bond niet aanvaard en er werd op eene gerechtelijke behandeling der zaak aangedrongen wegens »zaakbeschadiging". Ter terechtzitting der Vierde Kamer, van eergister, werd deze zaak, die door een aantal leden en oud-leden van het Amsterdamsche Studentencorps werd bjjgewoond, tegen twee leden van dat Corps, beklaagd wegens zaakbeschadiging, behandeld. Drie getuigen werden gehoord, waaronder de voormalige kastelein der sociëteit jSalve". Het getuigenverhoor leverde het verhaal der bovenstaande feiten. Het 0. M., vertegenwoordigd door mr. Begout, of derde tegen de beklaagden een boete van r 5.—, terwjjl mr. Westendorp, als pleiter voor de beklaagden optredende, de Bechtbank tot een minder hard vonnis trachtte te stemmen en den loop der onderhandelingen omtrent het al of niet schikken der zaak beschreef. Uitspraak over 8 dagen.
Ingezonden. De hoofdelijke omslag.
Naar aanleiding van het in deze courant van gisteren opgenomen verslag van het verhandelde in het calé j > Drenthina" wensch ik te doen opmerken, dat, indien men dwaas genoeg mocht zijn de daar voorgestelde progressie in den hooldeljjken omslag in te voeren, het billijkheidsgevoel bg de vermogenden, waarvan de financier Schotsman gewaagde, wel eens in eene geheel andere richting konde gaan werken, dan door hem blgkt te worden vermoed. Zjj konden het dan wel eens tegenover henzelven en hunne familie billijk gaan vinden, zich met der woon in eene grootere stad te vestigen, waar zij van hun vermogen veelmeer genot kunnen hebben en waar hun minder geldeljjke lasten worden opgelegd. Wanneer genoemde financier beweert dat zjj overal evenveel zullen moeten betalen, dan bljjkt daaruit alléén, dat hjj volstrekt niet op de hoogte is van het onderwerp waarover hjj spreekt. Wat zal dan bjj het vertrek van vermogenden gebeuren ? Het deficit daardoor in den hoofdeljjken omslag ontstaan zal moeten worden aangevuld en dit kan alléén geschieden door de toch reeds zware bgdragen, welke de middenstand verplicht is daarin op te brengen, nog te verhoogen. De door de Begeering voorgestelde wjjziging in de personeele belasting baat den middenstand volstrekt niet. Wanneer dus eerlang de vooral voor dien stand zoo drukkende bedrijfsbelasting zal zjjn ingevoerd en de toch reeds hooge belasting in den hoofdeljjken omslag wordt nog verzwaard, dan gaat die middenstand in Assen een prettig leventje te gemoet. t
Familiebericht
ADVERTENTIEN. Bevallen van een Zoon G. AUKEMA—BKINK. Boderwolde, 8 Februari '94. Heden overleed, heel onverwachts, te Heerenveen onze geliefde Vader en Behuwdvader W. K. UK JOiVU, in den ouderdom van ruim 62 jaren. Assen, 9 Februari 1894. G. B. POSTEMA. C. POSTEMA—DE JONG. Algemeene kennisgeving. Heden overleed, tot onze diepe droef heid, na een smarteljjk lijden, Vrouwe OfiOBttUÏA AWSTA UOO£t£V£ËlV, Weduwe den Heer G. BOIJAABDS. Assen, 10 Febr. '94. Uit aller naam: A. G. G. SUTHEBLAND BOIJAABDS. Eenige en algemeene kennisgeving. Hedenmorgen 6 uur overleed, zacht en kalm, na een langdurig geduldig ljjden, mgne geliefde Echtgenoote en der kinderen zorgdragende Moeder JfiSTIEK SI'IPKL, in den ouderdom van bjjna 57 jaar. Zuidwolde, 10 Febr. 1894. H m . L. STEENBEBGEN. Mede namens Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen. Heden overleed, na eene langdurige ongesteldheid, onze innig geliefde Tante JHSTIBS STAPEL, in den ouderdom van bjjna 57 jaren. Zjj heeft sedert vele jaren de trouwe moederzorg van ons op zich genomen en daarin geene moeite gespaard. Zuidwolde, 10 Febr. 1894. L. H B . STEENBEBGEN. W. H B . STEENBEBGEN.