Provinciale Drentsche en Asser courant

i Voor eenige jaren werden aan de Provinciale Staten van Drenthe adressen gericht door J. Meursing c.s. in de gemeente Borger en K. Haange c.s. in de gemeente Rolde, waarin de eersten verzochten de bjj provinciaal reglement voorgeschreven voorjaarsschouw over de waterleidingen in de maand Juni af te schaffen, daar het weinige stroomvermogen van de beide stroomen, loopende door de groenlanden te Buinerveen en Drouwenerveen, ééne jaarljjksche schouw over gemelde stroomen voldoende maakte en bjj de schouw in Juni het gras aan den kant der stroomen geheel vertrapt wordt en onzuiver gemaakt wordt doer de uitgehaalde waterplanten; de laatsten om de voorjaarsschouw in het begin der maand Mei te doen uitoefenen, daar alsdan het gras niet zoozeer zal worden benadeeld. Beide besluiten werden aan Gedeputeerde Staten toegezonden ten fine van consideratiën en advies. Gedeputeerde Staten hebben daarop tegelijk nagegaan of herziening van het provinciaal reglement op de waterleidingen ook nog ep andere punten wenscheljjk en noodig was. Herhaaldelijk werd de zaak in hun vergaderingen behandeld, aanvankeljjk zonder bepaal i resultaat. Eenerzijds werd het systeem van het nu vigeerend reglement, anderzijds werden de beginselen, neergelegd in het concept-reglement, door Gedeputeerde Staten aan de Staten in 1884 ter vaststelling aangeboden, aangeprezen. Voor geen dier beide uitersten was echter eene meerderheid te vinden. Ook een concept-reglement, werd door 2 leden opgemaakt, waarbij een ü? ro °t deal der nu in ha*den van het provinciaal bestuur geconcentreerde macht bij de lagere toezicht hebbende besturen zou worden overgebracht, zonder dat echter te kort zou worden gedaan aan het beginsel der Provinciale Wet, dat het toezicht op alle wateren in de provincie aan de Provinciale Staten opdraagt. Het bleek echter, dat ook daarvoor geen meerderheid in het college van Gedeputeerde Staten was te vinden. Daarop werd eene commissie van drie leden uit zijn midden door het college aangewezen, welke leden in hun zienswijze omtrent de herziening, naar gemeend werd, het minst ver van elkander stonden en die een voorstel zouden moeten doen tot wjjziging van het bestaande reglement of een geheel nieuw reglement zou moeten ontwerpen. De commissie deed het laatste en bracht in het midden van het vorige jaar dat ontwerp ter tafel. Bij eene aanvankelijke bespreking van dat concept-reglement bleek het nu, dat de meerderheid van het inmiddels gewijzigd college, thans evenals in 1884, de hoofdbeginselen was toegedaan, waarop het toen aangeboden conceptreglement rustte, met name, de splitsing der waterleidingen in hoofd- en nevenleidingen, het brengen van eerstgenoemde categorie onder rechtstreeksch toezicht van Gedeputeerde Staten en de opdracht van de vaststelling van de leggers der nevenleidingen, behoudens beroep op Gedeputeerde Staten, aan de gemeente- en waterschapsbesturen. Het door de commissie ter tafel gebrachte ontwerp, waaraan die beginselen niet ten grondslag lagen, werd nu niet in behandeling genomen. Gedeputeerde Staten, hoewel aanvankelijk wel geneigd een reglement als dat van 1884 bjj de Staten in te dienen, voornameljjk met het oog •p de 15 nieuwe leden, sedert 1884 gekozen, achtten toch, na gezette overweging, het niet voegzaam om — al werd in 1884 ook het beginsel van het concept-reglement na staking van stemmen met eene meerderheid van slechts ééne stam door de Staten verworpen — eender eenige aanleiding, door de Staten daartoe gegeven, opnieuw e ontrent datzelfde beginsel eene beslissing der Staten te vragen. Daarbij kwam, dat in de laatste maanden van het vorige jaar door Gedeputeerde Staten van den Minister van Waterstaat, Handel en Njjverheid werden ontvangen de resultaten van het onderzoek, hetwelk van rijkswege is ingesteld naar den toestand der kleine rivieren in deze provincie en dat de Oude Vaart, het Peizerdiep, de Oostarmoarsche vaart of Hunze en de Reest betreft. De Minister gaf daarbij aan Gedeputeerde Staten onder meer te kennen, dat de Rageering bereid was om in de kosten van uitvoering van plannen tot verbetering dier kleine rivieren het verleenen van een rijkssubsidie bevorderlijk te zjjn, mits het overige bedrag dier kosten gevonden en er een publiek rechterljjk lichaam zij, dat zich verbindt voor een deugdelijk onderhoud der verbeterde objacten in te staan. Of die plannen ooit tot uitvoering zullen komen en zoo ja op welke wjjze en welke publiekrechterlijke lichamen — waaronder zoowel waterschappen, als gemeanten en de provincie begrepen kunnen worden — zich alsdan voor het onderhoud zullen verbinden, daaromtrent zouden Gedeputeerde Staten geen voorspelling durven doen. Daar bij het tot stand komen van die plannen de wenscbeljjkheid zou kunnen blijken om voor de hiervoren genoemde kleine rivieren, die geheel of ten deele voorkomen onder da opgave van de hoofdleidingen, vermeld in de voordracht van Gedeputeerde Staten van 17 Oct. 1884 no. 43 betrekkeljjk het toen bjj de Staten aanhangige reglement, of van het provinciaal reglement op de waterleidingen uit te zonderen ot daarvoer andere bepalingen in het leven te roepen, brengen Gedeputeerde Staten ook om die redan thans geen concept van een nieuw reglement op de waterleidingen ter tafel. Gedeputeerde Staten overwogen echter, ot eene voorloopige wjjziging van het reglement ook met het oog op de ingekomen adressen noedzakeljjk was. Hoewel de colleges van burgemeester en wethouders van Borger, Assen en Rolde de bezwaren der adressanten niet ongegrond achten en hun verzoek onder» I steunen, terwijl dit, ten deele althans, ook het

geval is met den ingenieur van dan provincialen waterstaat, achten Gedeputeerde Staten die klachten niet van dien aard, dat zjj daarin aanleiding vinden om eene wijziging van het reglement in overweging te geven. Aan de bezwaren ran adressanten kan zonder wjjziging van het reglement zeer goed worden tegemoet gekomen. Volgens dat reglement toch kebben Gedeputeerde Staten de bevoegdheid oui voor de voorjaars- en najaarsschouw een ander tjjdstip te bepalen of daarvan ontheffing te verleenen. Van die bevoegdheid is meermalen en kan ook verder door hen gebruik worden gemaakt. Gedeputeerde Staten vinden ook geene aanleiding eene wjjziging van het bestaande reglement op de waterleidingen in overweging te geven in den zin van het door het lid der Staten mr. J. J. Willinge in de najaarsvergadering van 1890 uitgesproken denkbeeld om de schouw in plaats van door burg. en weth. door eene commissie van schouwheeren te doen uitoefenen. Dat voor de zaak zelve, zooals de heer Willinge zeide, voordeel zal ontstaan, indien deskundige en vooral terreinkundige personen de schouw uitoefenen, geven Gedeputeerde Staten volkamen toe, maar zjj beschouwen de personen in de colleges van burg. en weth. evenzeer als deskundige en terreinkundige personen als de andere ingezetenen, terwjjl met het oog op het standpunt, dat het college van burg. en weth. in de gemeentelijke huishouding inneemt, althans behoort in te nemen, er meer waarborg bestaat voor een deugdelijk toezicht op het onderhoud der waterleidingen, wanneer de «chouw aan hen bljjfc dan aan eene afzonderlijke daarvoor in het leven te roepen commissie van schouwheeren wordt opgedragen. Gedeputeerd» Staten stellen echter voor het reglement op een enkel punt aan te vullen, welke aanvulling h. i. zoo dringend wordt vereischt, dat zij zich niet verantwoord zouden achten daarmede langer te dralen. Zjj bedoelen de opname van een artikel in het reglement, krachtens hetwelk het mogelijk is eenen bestaanden legger te wjjzigen en aan te vullen, zonder dat daarvoor, gelijk thans het geval is, ingevolge art. 10 van het reglement, een bevel tot herziening van den geheelen legger van hun college noodig is. Dan behoeven niet meer in de leggers misstellingen en onjuistheden te worden gehandhaafd, die niet belangrjjk genoeg zijn om eene herziening van den geheelen legger, waardoor deze weder in vraag zoude komen en een aantal pas afgedane quaesties weder aan de orde zouden komen, te rechtvaardigen, maar die toch in de practjjk tot tal van moeilijkheden aanleiding kunnen geven. Gedeputeerde Staten stellen nu een ontwerpbesluit tot wijziging van het reglement voor, volgens hetwelk na het tot stand komen der leggers ontwerpen van wjjziging en aanvulling kunnen worden opgemaakt. Op die wjjze zal de mogeljjkheid worden opengesteld om de leggers geruimen tijd te behouden zonder dat ze herzien behoeven te worden, 't geen Gedeputeerde Staten om de hiervoren vermelde reden niet dan in hooge noodzakelijkheid geraden voorkomt. Voor het aanbrengen van die wijzigingen, die het uitvloeisel zijn van eigendomsovergang, van besluiten van Gedeputeerde Staten nopens bevrjjding, verdeeling of splitsing van onderhoudslast, tot het verleenen van vergunning tot het hebben van voorwerpen in en over waterleidingen en tot het voorschrijven van veranderingen aan zoodanige voorwerpen, hebben Gedeputeerde Staten het opmaken van een ontwerp niet voorgeschreven, omdat die wijzigingen meer in 't bijzonder de belangen van enkele persoren raken en daardoor van minder algemeene strekking zjjn en daarom in de leggers kunnen worden aangebracht, zonder daarvoor zoodanige ontwerpen in het leven te roepen. De suppletoire leggers zullen verdwijnen en daarvoor de ontwerpen van wijziging en aanvulling in de plaats treden, die, wat de rechtskracht aangaat, in ieder opzicht met de leggers behooren te worden geljjk gesteld. De ontwerp-begrooting der kosten van het Provinciaal Bestuur van Drenthe, voor zooveel het Rijksbestuur is, voor den dienst van 1895 sluit met een totaal-bedrag van f 47925. i — De rekening der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven dezer provincie over het dienstjaar 1892, door Gedeputeerde Staten opgemaakt en voorzien van de verordende deugdeljjkverklaring der cijfers door de Algemeene Eekenkamer, toont in ontvangst een bedrag aan van f 110841.87, in uitgaaf van f 101865.70 5 en heeft dus een voordeelig slot van f 8976.16 5 .

GEDEPUTEERDE STATEN der provincie Drenthe brengen ter kennis van belanghebbenden, dat wegens het bouwen eener nieuwe Brug over de Njjeveensche Grilt in den straatweg te Njjeveen de scheep vaart op de JViJeveenscbe Grift en de passage over die Brug zal gestremd zjjn van 1 Jnni tot en met 1 Juli a.s. en dat in het verkeer over den weg is voorzien door eene aldaar gelegde hulpbrug. Assen, 25 Mei 1894. Gedeputeerde Staten voornoemd, VAN SWINDEREN, Voorzitter. G. W. VAN DER FELTZ, Griffier.

De Minister van Buitenlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, blijkens bericht van Harer Majesteits gez int te Brussel, de in- en doorvoer van varkens uit Nederland in en door het Groothertogdom Luxemburg tot nader order is verboden. De katholieke leden der Tweed* Kamer hebben Woensdagavond eene vergadering gehouden. Te dezer gelegenheid zyn de jongste gebeurtenissen op politiek gebied besproken, vooral in verband met de samenstelling van het Ministerie. (Centrum!. De heer mr. A. P. de Lange is ook door de Centrale Liberale Kies vereeniging te Alkmaar met op één na algemeene stemmen candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld. Door de politieke vereeniging «Vooruitgang" te Alkmaar is mr. H. J. Smidt gecandideerd. Naar men verneemt wordt de hoofdcommies der posterjjen G. van West verplaatst van postkantoor Arnhem naar postkantoor Utrecht. Uit den Bosch werd ons gister gemeld, dat ■de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, jhr. mr. Bosch van Drakestein, gistenacht op 69jarige ouderdom is overleden. De overledene, te Amsterdam 15 Februari 1825 geboren, was aanvankelijk practiseerend advocaat en lid van den gemeenteraad aldaar, werd hij later tot rechter aan de rechtbank te Amersfoort benoemd, terwjjl hjj 25 September 1856 tot het ambt van Commissaris des Konings in Noord-Brabant werd geroepen. Tijdens zjjn langdurige loopbaan heeft Bosch van Drakestein buitengewoon veel goeds en nuttigs tot stand gebracht, vooral door varbetering der wegen, aanleg van vaarten en bevordering van de landbouwbelangen. Aan onderscheidingen heeft t het hem niet ontbroken, Zoo was hij commandeur der orde van den Ned. Leeuw, van het grootkruis van de orde van den Eikekroon, ridder 2e klas van den Gouden Leeuw van Nassau, kamerheer in buitengewonen dienst van wjjlen Z. M. Willem III enz. Om zjjn rechtschapen karakter en grooten liefdadigheidszin, o. a. gebieden bjj de waternoodsrampen, was de overledene in Noord-Brabant algemeen zeer hoog geacht en zjjn afsterven wordt diep betreurd. Gister werd te Amsterdam de 43e jaarl. alg. vergadering van aandeelhouders der Duinwater • maatschappij gehouden. Aan het verslag over 1893 is het volgende ontleend : Van den len Juli af is ons een boete opgelegd van f 2500 per dag, omdat wjj de ons voorgeschreven werken nog niet gemaakt hebben. Wij hebben onze handelingen verdedigd, door aan te wjjzen, dat wjj door Burgemeester en Wethouders belet zjjn die werken zelfs te beginnen. Ofschoon niet behoorende tot de handelingen van het jaar 1893, meenen wjj u te moeten mededeelen, dat in de vergadering van den Gemeenteraad van 23 Mei 1894 deze oplegging van boete bevestigd werd. Wjj zullen nu aan onze rechtsgeleerde adviseurs de verdere behandeling der zaak opdragen. Bjj onze onderhandelingen met de commissie van obligatiehouders, ten einde de noodige gelden voor de voorgeschreven werken te vinden, kwam het bedrag der zuivere winst over dit en het vorige jaar in berekening bjj de noodige fondsen om de nieuwe werken te maken, zoodat dit dividend u vooralsnog niet zou worden uitbetaald. Wjj stellen u daarom voor die winst, bedragende f 181,149.34, evenals die over het jaar 1892 groot f 131,055 afzonderlek te reserveeren. Mocht de overeenkomst met obligatiehouders door gebrek aan medewerking van het gemeentebestuur niet tot stand komen, binnen korteren tjjd, dan zullen wij u voorstellen de saldo-winst over de jaren 1892, 93, 94, volgens de bepalingen der statuten te ve.rdeelen. Wjj stellen u dus voor: 1. de balans, zooals die ter uwer visie gelegen heeft, goed te keuren; 2. het bestuur voor zjjn beheer over 1893 te décbargeeren ; 3. te bepalen, dat de gemaakte zuivere winst over het jaar 1893 voerloopig niet zal worden verdeeld, en 4. te besluiten, dat over de afzonderlijke gereserveerde dividenden over 1892 en 1893 op eene algemeene vergadering van aandeelhouders zal besloten worden. Deze voorstellen werden aangenomen, en herkozen werden George Bond en Fiancis Poe als commissarissen, en de heer W. C. Robinson als directeur. Het badseizoen op het eiland Schiermonnikoog wordt halt Juni geopend. De directeur van het badhotel, de heer J. E. Vlaanderen, verschaft alle gewenschte inlichtingen. (Zie advertentie in dit nommer.) Men leest in lat Iibld.: Wjj raden allen die naar d« VereeDigde

Staten willen reizen #m per Hollandsche atoomboot te gaan. Ze zjjn wat langer op reis, maar hebben daarentegen het voorrecht niet op booten te gaan die het personenvervoer over den Atlantischen Oceaan als een tak van sport beschouwen. Waarlijk sport wordt langzamerhand • iets gevaarljjks in plaats van iets dat versterkt. De White star-boot »the Majestic" en »the Paris" van de Amerikaansche lijn hebben drie dagen lang om het snelst gestoomd tusschen Amerika en Europa. Het waren twee dorpen die dus toren tegen toren elkander voorbjj poogden te komen, want de twee schepen hadden 2400 personen aan boord. Ten laatste schoot de Amerikasnsche boet een weinig naar voren en ging dwars ïthe Majestie" voorbjj, zoodat dit schip zjjn vaart verminderen moest om een aanvaring te beletten. Dit lezen wjj in de dagbladen van Londen en Liverpool. Indien dit bericht, dat allen mededeelen, waarheid bevat, noemen wjj dezen wedren tusschen twee passagiersbooten op den Oceaan een groot schandaal. Zoo de Britsche en Amerikaansche Regeeringen niet onmiddellijk aan dit sportspelletje een einde maken, rust op haar de verantwoording voor de ramp die niet uit kan bljjven. In afwachting van zulk een verbed raden wij reizigers aan liever onder Hollandsche vlag over de zeeën te gaan. De Oorlogskreet deelt mede : De kolonel en mevrouw Oliphant hebben zich, om gezondheidsredenen, jverplicht gezien rust te nemen. De kolonel moest het opgeven juist voor het einde van de meeting van comm. mevrouw Booth-Tucker en was verplicht te bed te gaan en mevrouw Oliphant is reeds langen tijd verre van wel. Mogen zjj beiden terugkomen geheel verfrischt en versterkt. In verband met het jubilé van generaal Beoth, zal het Leger des Heils zjjn arbeid ook op Java aanvangen. Hiervoor is benoodigd f 5000, waarvan reeds f 2000 door een Nederlandsche dame is toegezegd. De Overdiemerpolder is nagenoeg weder droog. Hjj levert een eigenaardig gezicht op. De lange groene weilanden, die als breede streepen tusschen de donkere boordevolle slooten liggen, vertoonen een groen, dat op sommige plaatsen naar het gele en bruine zweemt. De weg door den polder, die natuurljjk het hoogste ligt, is geheel droog en wordt reeds beloopen. Op het van water ontbloote gedeelte strjjken troepen zeemeeuwen neer en op het gedeelte dat nog het meest met water is bedekt, ziet men zoo nu en dan een ooievaar, die statig met zjjn lange beenen door het water plast en zoekend rondkijkt, hopende iets naar zjjn gading te vinden. (tibl.l Het bestuur van den te Leeuwarden opgerichten Bond van brievengaarders heeft een circulaire gericht tot alle collega's in Nederland met het verzoek om als lid tea te treden. De contributie is bepaald op f 1.50 per jaar. In herinnering wordt gebracht, dat de Bond te* doel heeft lotsverbetering en verheffing van het ambt van brievengaarder. Heden middag — zoo schrjjft men uit Oude Pekela, d.d. 24 Mei — is een tweede vonnis in 't veroordeel der stad Groningen tegenover de meierlieden ten uitvoer gebracht. De deurwaarder Kriegsman, geadsisteerd door 8 marechaussees en 2 politieagenten, benevens een paar helpers, verschenen met een praam bjj de woning van Derk de Jonge en brachten het aanwezige meublement enz. naar buiten en in het vaartuig. De persoon in kwestie woonde in het land bjj eene wjjk en werd met zjjn inboedel gebracht, onder toeloop van belangstellenden en nieuwsgierigen, langs het hoofddiep naar eene andere woning, die toevallig ledig stond. Dit vonnis is dus ook ten uitvoer gebracht. Men vraagt: waar nu heen ?

Punten van behandeling: 1. Brief van B. en W. in zake verschil van gevoelen over den eigendom van een boom bjj 't Zwjjnholt. 2. Als voren betreffende wjjziging van het contract, regelende het recht van opstal van de Buitensoeiëteit. 3. Adres, houdende verzoek om teruggave van schoolgeld voor een leerling van de Zuiderschool. 4. Ontwerp-verordening tot aanvulling der verordening betrefiende de straatpolitie en gezondheidsmaatregelen. 5. Ontwerp-verordening op het gebruik van rjjwielen. 6. Id. houdende aanvulling der verordening betreffende de jaar-, maand- en weekmarkten enz. 7. Adres van P. Gerritsma en anderen, verzoekend» bepalingen tegen het voortbewegen van hooggeladen handkarren op of langs straten, pleinen enz. 8. Ingekomen stukken. Naar aanleiding van de ingezonden stukken «Ier twee vroedvrouwen alhier vestigt men er onze aandacht op, dat alhier ondtr de Israëlieten eene dergelijke vereeniging, als bedoeld, bestaat onder den naam van Vrouwen-vereeniging, die in verschillende opzichten veel goeds verricht. Naar wjj vernemen zal de opperrabjjn ad interim voor Drenthe, de heer T. Tal, Maandag a.s. een bezoek brengen aan de Isr. Gem. alhier en in het kerkgebouw dier gemeente 's avonds te S'/i uur eene predikatie houden. Wat in jaren niet was voorgekomen vend heden plaats bjj de uitreiking van planten van wege »Floralia". Hedenmoigen te halt elf waren alle 500 stellen planten, dus 2000 potten, afgehaald, zoodat een aantal kweekers teleurgesteld moesten worden. Daarentegen kwamen slechts 37 rechthebbenden een plantengroep in groote pet als geschenk afhalen, zoedat een dertiental nog ter beschikking van het bestuur zijn gebleven.

Het bestuur wenscht ze uit te reiken aan hen, die zich op eenigerlei wjjze ten opzichte van de vereeniging verdienstelijk hebben gemaakt, en ze Maandag a.s. te hunnen hmize te laten bezorgen. Twee hardloopers, met name Hinke B. en Hendrik H., die hier heden zonder vergunning van den burgemeester hun bedrjjf als zoodanig uitoefenden en daarbjj voor en na ook wel een hartsterking gebruikten, veroorloofden zich de vrijheid, naar ons werd medegedeeld, om nu en dan aan kinderen een tik met hun zweep te geven, als deze hun zoogenaamd in den weg liepen. Eerstgenoemde ontzag zich niet dit zelfs een man te doen en 't gevolg was, dat hg voor deze handel wjjze door eenige personen geducht werd afgetroefd. Dit voorval verwekte een heel standje, waarvan het slot was, dat aan beide hardloopers vanwege de politie een voorloopige rustplaats werd bezorgd, die waarschjjnljjk later voor den eerste in een meer langdurige zal worden veranderd. De tijdeljjke klerk R. Korf alhier is met ingang van 1 Juni a.s. benoemd tet klerk 2de klasse en geplaatst aan het post- en telegraafkantoor te Lobit. Door de heeren H. Hubenet, cand.-arts, geboren te Eelde, en W. F. J. Uffelie, cand.-arts, geboren te Arnhem, werd gister to Groningen met goed gevolg het eerste gedeelte van het arts-examen afgelegd. Bjj het personeel der rjjks-veldwacbters zijn de volgende veranderingen aangebracht: 1. Toegekend den rang van brig.-tit. aan den rijksveldwachter P. H. Keiner te Veenhuizen; 2. verplaatst met 9 Juni a.s. de rijksveldwachters E. van der Pers van Zoutkamp naar Veenhuizen, R. van Kleef van Veenhuizen naar Zoutkamp, M. C. Huisman (brig.-tit.) van Norg naar Steenwjjk en W. Ratering van Steenwjjk naar Norg. In zake de stuwkaden- quaestie te Hoogeveen heeft de kantonrechter te Hoogeveen heden gaene definitieve uitspraak gedaan, maar alsnog het hooren van enkele personen gelast, ten einde eenige feiten en toestanden, op de zaak betrekking hebbende, te leeren kennen, en uit dien hoofde das het onderzoek der zaak heropend.

Men schrjjft ons uit Amsterdam van 25 Mei : In een der zalen van het Gebouw voor den Werkenden Stand werd hedenavond onder leiding va* mr. I. P. A. N. Caroli een buitengewone vergadering gehouden door »Amstels Middenstand" ter bespreking van de vraag: is de voorgestelde grensregeling met Nieuwer Amstel, Sloten en Diemen nuttig en noodzakelijk en in het financieel belang van Amsterdam te achten? In zijn inleiding wees de voorzitter er op. dat de financieele gevolgen voor de burgerjj van Amsterdam nog in het duister lagen, omdat de cjjfers slechts in geheime zitting aan den Raad waren medegedeeld. Toch waren enkele cjjfers bekend geworden en nu meende hjj dat dezen veel te laag waren geraamd. Geen enkele der argumenten, door burg. en weth. in hun praeadvies op het cancept-wetsontwerp genoemd, achtte hij steekhoudend genoeg, om zulk een gewichtige stap als de annexatie van het grootste gedeelte van Nieuwer Amstel te wettigen. Het gevolg zou zjjn, dat de geannexeerde bewoners dezer gemeente meer belasting zouden moeten betalen, maar ook de schuldenlast van Amsterdam aanmerkelijk zoude worden verhoogd. Tevens zouden de jaarljjksehe uitgaven voor brandweer, politie, onderwas, armenzorg enz. zoozeer verhoogd worden, dat ook de belastingbetalende burgerjj, in het bjjzonder de middenstand, van de annexatie de zeer naieelige gevolgen zouden ondervinden. Veel krasser liet nog het nieuwe lid van den Gemeenteraad mr. Zegers Veeckens zich uit. Hjj meende dat het een ramp voor Amsterdam zon zjjn indien het ontwerp wet werd. De veorzitter was nog veel te rooskleurig geweest. Ook de heer Gesschalk, oud-lid van den Gemeenteraad, hoewel sommige voordeelen der annexatie op den voorgrond stellende, achtte de tegenwoordige regeling niet in het belang van Amsterdam en, zonderling genoeg, was het alleen een bewoner van Nieuwer Amstel, de heer Rejenga, die den heeren Caroli en Zegers Veeckens verweet bekrompen Amsterdammers te zijn. Nieuwer-Amstel was volgens hem seen land dat niet voor mocht komen in een land van beschaving". Grond en menschen werden daar verwaarloosd. Niemand merkte op dat de bewoners daarbjj vrjj wel varen. De hoofdvraag : mag Amsterdam onder den bestmanden en bekenden financieelan toestand zich een nieuwen schuldenlast op den hals halen, waar de wiast nog zoo problematisch schijnt te zjjn en de voordeelen zoo gering, werd door de meeste sprekers entkennend beantwoord. Tot een resultaat kwam men niet; een motie werd niet Voorgesteld. Wel gaf de voorzitter te kennen, dat, zoodra het ontwerp bjj de Tweede Kamer aanhangig zou worden gemaakt, »Amstels Middenstand" een meeting zou beleggen, ten einde groote adresbeweging tegen de annexatie uit te lokken. Hedenmiddag was te 12 uur te Assen: de barometerstand 752 Mm. 8 uur de thermometerstand 53 0 F. 12 uur de thermometerstand 63 ® F, Meppel, 26 Mei. In de gisteravond gehouden bjjeenkomat van de leden der afdeeling Meppel van de Maatschappij van Weldadigheid werd, na rekening en verantwoording van den penningmeester, tot secretaris herkozen de heer E. T. Feenstra Kuiper en gekozen tot bestuurslid de heer J. Aukes. Laatstgenoemde kwam in de plaats van den heer ds. A. W. Kamp, die zich niet weder herkiesbaar stelde, wat met leedwezen werd vernomen. Tot voorzitter der afdeeling werd benoemd de heer G. L. de Jonge. Meppel, 26 Mei. Ingevolge een daartoe gedaan verzoek zullen voortaan dagelijks op het traject Meppel—Leeuwarden enkele treinen

stoppen te Willemsoord, tot het uit- en inlaten van reizigers. Hun, die de kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid willen of moeten bezoeken, is dit een groot gerief. Beilen, 25 Mei. Heden was het voor de schooljeugd een prettige dag. Des voormiddags werd de jaarljjksche publieke les gehouden en na afloop daarvan eene wandeling door het dorp gedaan. Om 2 uur waren allen weder in de school present «m feest te vieren. De school was netjes versierd en op het plein waren gelegenheden aangericht om eenige spelen uit te voeren, als hardloopen met hindernissen, kegelspel e. a., waarmade de oudere leerlingen aardige prijsjes wonnen. In de school werden versnaperingen als koek, krentenbrood, noten enz. met milde hand rondgedeeld. Tot slot werden aan de leerlingen, die getrouw de school hadden bezocht, fraaie geschenken uitgereikt. Om de zuinigheid te be> trachten werd dit feest niet door hoornmuziek opgeluisterd, doch het mag gezegd worden, de pret was er bij de kleinen niet minder om. Gasselte, 25 Mei. Van de 19 ter keuring aanwezige paarden (21 waren ingeschreven) werden slechts 2 door de commissie goedgekeurd, nl. een van den heer E. Njjhof te Gasselterboerseenscbemond en een van den heer G. Pot te Gasselternjjveenschemond. Urm, 24 Mei. Eenigen tijd geleden werd er in dit blad melding van gemaakt, dat hier eene zuivelfabriek, Limburgsch systeem, zou verrjjzen. Thans is 't gebouw zoo goed als afgewerkt, de machines zjjn geplaatst en het personeel is benoemd. Hedenmorgen werd er voor 't eerst gewerkt en we kunnen zegg n, dat het werk in alle opzichten zeer goed van stapel liep. 't Is te hopen, dat enkele landbouwers, die zich nog niet hebben aanges'oten, spoedig besluiten hunne melk ook te leveren. Algemeene deelneming toch is zeer wenscheljjk, want juist in vereeniging ligt kracht. Wjj eindigen met den wensch, dat de machinale boterbereiding ter dezer plaatse, onder de leiding van den heer Ottens, die als directeur fungeert, voor onze landbouwers eene ruime bron van inkomsten worde. Brnmen, 25 Mei. Bjj de heden gehouden keuring van paarden voor de militie waren van de 76 aangeschrevene 75 ter keuring opgekomen. Van deze werden 13 goedgekeurd (als trekpaarden), nl. 2 van H. Trib te Weerdinge, 1 van Jacob Huizing Hzn. te Zuid-Barge, 1 van H. Garming Hzn. te Zuid-Barge, 1 van Hs. Braam te Weerdinge, 1 van H. Grelling te Angelslo, 1 van Th. Djjks te Zuid-Barge, 1 van H. Joling te Nieuw-Weerdinge, 1 van Joh. Joling Wzn. te Weerdinge, 1 van Joh. Haasken te Noord-Barge, 1 van W. Joling Rzn. te Weerdinge, 1 van wed. H. Koers te Westenesch en 1 van W. Pepping te Noord-Barge. Als eene bjjzonderheid kunnen we hieraan toeveegen, dat de loting zóé zonderling was uitgevallen, dat geen enkel paard uit het dorp Emmen ter keuring behoefde te worden aangeboden.

Men schrjjft uit Enschede 24 Mei. : De wachtmeester der marechaussees alhier heeft op last van den officier van justitie te Almelo een nader onderzoek ingesteld in zake de ongeregeldheden to Losser. Een zeital Ensuhedesche socielisten werden verhoord en geconfronteerd met eenige Loscersche landbouwers, die iu deze lieden deelnemers aan 't gevecht hebben herkend. De toestand va* den gewonden socialist Teutelink is, volgens verklaring van dr. Kosters, nog steeds zorgwekkend; een ernstige hoofdwonde veroorzaakt hem ondrageljjke pjjnen; een rib, die gebroken werd, drong in een zjjner longen door. Hjj had dezer dagen een hevige bloedspuwing, teugevolge van de hem toegebrachte verwondingen. De socialist Roelofs werd ten tweeden male verhoord, doch daarna wader op vrjje voeten gesteld. Naar men verneemt heeft mej. v. d. Linden te Amsterdam, aan wie door haar zoon vergif was toegediend, eergistermiddag hersteld het gasthuis verlaten. Uit Dinxperlo wordt gemeld: Toen Dinsdagavond een Duitsch grensbeambte een persoon wegens smokkelarij wilde arresteeren, werd deze door vier Hollanders aangevallen. Men nam den beambte zjjn geweer af en sloeg hem met een voorwerp zoodanig, dat hij ten slotte bewusteloos was. Toch was het den beambte mogeljjk een der daders een snede in zjjn gezicht toe te brengen, zoodat de opsporing der daders niet moeiljjk zal vallen. De beambte ontving een slag tegen zijn rechter slaap en is op verschillende plaatsen gewond. Indien niet spoedig hulp ware opgedaagd zeu het den beambte het leven gekost hebben. Me* schrijft het volgende aan de N. Rot. Ct.: Hoe er ten plattelande somtjjds met het publiceeren van besmettelijke ziekten wordt te werk gegaan, heeft men deze week o. a. weer kunnen opmerken in de gemeente Beemster. Nu pas sinds enkele dagen is het bekend gewerden dat de timmerman H. Jonker aan de pokken ligt, terwjjl de man drie & vier weken geleden reeds door die ziekte werd aangetast. Daar de geneesheer, die hem behandelde, beweerde dat de man aan zwerende belroos leed en er dus geen gevaar voor besmetting bestond, ontving hij nu en dan bezoek van familie en kennissen, van wie nu ook sommigen aan de pokken ljjden. Daardoor is de ziekte nu zelfs naar het dorp Ursem overgebracht. Intusschen zijn thans de biljetten met den naam der ziekte aangeplakt, echter niet aan den voor-, maar aan den achterkant der besmette woningen. In 5 gezinnen in »de Beemster" doen zich thans gevallen van pokken voor. De arbeider B. J. J. uit Dieren, thans in preventieve hechtenis te Arnhem, heefd aan de justitie aldaar bekeud de kleermaker Evert Ku met een mes jl. Zondag avond op de Heide te Dieren te hebben verwond, tengevolge waarKu reeds des maandagsmiddags in het Diaconessenhuis te Arnhem is everleden; terwjjl hjj i I

eveneen» verklaard, het mes des Zondagsochtends te dieren te hebben gekocht en na het plegen van het feit te hebben weggeworpen. Het ljjk is gerechtelijk gecschouwd, (er meet nee slagadea getroffen zjjn) en heden te Arnhem begraven.