BUEGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Assen brengen de ingezetenen nogmaals in herinnering: a. het voorschrift van art. 1 der vigeerende verordening betreffende de verhuizing binnen de gemeente, luidende: »Van elke verhuizing binnen de gemeente jmoet binnen twee weken nadat de verhuizing ïheeft plaats gehad, mondeling of schriftelijk »aangifte worden gedaan ter Gemeent9-Secreïtarie. jTot het deen dier aangifte zgn verplicht ïalle hoefden van huisgezinnen voer zich en jvoor alle tot hun gezin behoorende personen, jalsmede alle afzonderlijk levende personen fe. het voorschrift vervat in art. 7 van het Koninkljjk besluit van 27 Juli 1887 (Stbl. no. 141), luidende: lElk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk ïbinnen óéne maand kennis aan het gemeenteibeatuur van ieder lid, dat in het huisgezin * wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende sdienst- en werkboden daaronder begrepen", en noodigen hen met ernst uit aan die voorschriften alsnog ten spoedigste gevolg te geven, daar tegen de nalatigen zal worden geverbaliseerd. Assen, 11 Juni 1894. Burgemeester en Wethouders voorn., M. A. D. JOLLES. De Secretaris, G. L. W. YOS.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 13-06-1894
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 13-06-1894
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 137
- Jaargang
- 71
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BUEGEMEESTER en WETHOUDERS der
BUEGEMEESTER en WETHOUDERS der
BUEGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Assen brengen onder de aandacht van belanghebbenden, dat op den eeroten Woensdag- van elite maand, behalve op de dagen der Jaarmarkten, die in Mei, Augustus en IV*oveml)er op Donderdag worden gehouden, gelegenheid bestaat om Paarden, Koeien, Scbapen, Geiten en Varkens aan de Markt te brengen, aonder dat daarvoor plaatsgeld wordt gevorderd. Elke Weekmarkt is tevens bestemd voor Veemarkt. Burgemeester en Wethouders voorn.: M. A. D. JOLLES. De Secretaris. G. L. W. YOS.
BUITENLAND. Overzicht.
België. In de Kamer heeft Paul Jansen gister verzocht de Eegeering te interpelleeren over de laatste gebeurtenissen met betrekking tot den Kongo, ten einde te weten of de Kongostaat nog steeds een onzijdige staat is, zooals op het Congres van Berlijn besloten werd. De rechterzijde riep: »Tot na de begrooting", maar Paul Janson bleef aandringen, verklarende, dat na de zitting van heden hij niet meer aan de parlementaire werkzaamheden zal deelnemen. , . Yan de linkerzijde werd geroepen: »ja, ja I" De heer Sainctelette la» uit naam der linkerzijde eene verklaring voor, houdende dat de linkerzijde besloten heeft na 12 dezer niet meer te zetelen, behalve voor de behandeling der kieswet. De Grondwet, zeide hjj, verbiedt na 12 dezer zitting te houden.
De heer Perron, van de uiterste linkerzijde, sloot zich b;j deze verklaring aan. De heer Woeste, van de rechterzijde, kwam nadrukkelijk tegen dit besluit op en noemde het een groote fout. De voorzitter gaf in overweging de komst af te wachten van den Minister van Buitenlandsche Zaken, om eene beslissing te nemen op Janson's verzoek. Aldus werd besloten. De Minister van Binnenl. Zaken zeide, dat ondanks het besluit der linkerzijde, de Kamer hare zittingen zal voortzetten. De Kamer besloot vervolgens met 67 tegen 51 stemmen terstond de beraadslagingen te openen over het ontwerp betreffende de invoerrechten. De Kamer heeft gister nog geen besluit genomen ten opzichte van de interpellatie-Janson over het Congo-incident. XSngeland. Lordt Salisbury heeft in de St. James-Hall eene scherpe rede tegen de door den Minister Harcourt ingediende begrooting gehouden, Z. i. zal zjj door hare slordige bewerking tal van belangen krenken, den landbouw nieuwe lasten opleggen en ook aan vele koloniën, o. a. Australië, groote schade berokkenen. Natuurlijk roerde hg ook nog de Home Eule quaestie aan, waarbjj hij de houding der Eegeering zeer afkeurde. Het land behoort z. i. ten spoedigste geroepen te worden om over de staatkunde der Eegeering uitspraak te doen. De algemeene toestand van het Ejjk is z. i. onbevredigend, want, terwjjl eenerzijds de bevolking sterk toeneemt, verminderen daarentegen de middelen voor de bevolking om aan den kost te komen. Het wetsontwerp, strekkende om den invoer te verbieden van koopwaren waarvan de herkomst niet duidelijk bljjkt en beperkingen vast te stellen bjj den invoer van voorwerpen welke in de gevangenissen worden vervaardigd, is gister doer het Hoogerhuis bjj tweede lezing met 49 tegen 26 stemmen aangenomen. De Eegeering had het ontwerp bestreden, omdat daarbij het stelsel van bescherming wordt gehuldigd. In het Lagerhuis zeide gister sir Edward Grey, vice-Minister van Buitenlandsche Zaken, dat Frankrjjk het strengste voorbehoud heeft gemaakt ten opzichte van de overeenkomst tusschen Engeland en den Congostaat, welke aan die mogendheid onvereenigbaar voorkomt, zeowel met de schikkingen, tusschen haar en den Congostaat getroffen, als met do internationale verhouding van zekere landen in het bekken van den Boven-Nijl. Engeland heeft van die verklaring nota genomen, zonder over de gronde* van het voorbehoud in discussie te treden. Evenwel heeft het zich bereid verklaard onderhandelingen met Frankrijk aan te knoopen, ten einde te geraken tot een algemeene herziening van alle Afrikaansche vraapunten, welke tusschen beide staten aanhangig zjjn, ten einde de wederzgdsche betrekkingen, wat Afrika betreft, op beteren voet te brengen. De rechter van de iQueens-bench" verwierp gister het hooger beroep van den anarchist Meunier, wiens uitlevering door den rechter van »Bowstreet" was toegestaan. OostenrlJk-SKongariJe. Het zjjn moeieljjke dagen geweest voor Keizer
Frans Jozef, de dagen der afgeloopon week. Terwijl de hofpartij te Weenen al haar invloed aanwendde om Z. M. tot verzet tegen de door de liberale partg in Hongarge voorgenoinen hervormingen op kerkelijk gebied te bewegon, liet die partij zelve geen poging onbeproefd om den Keizer-KOning gunstig te ."teramen voer hare plannen en het ontslag van Wekerle, krachtig bevorderaar van die plannen, ongedaan te maken. Wat de liberalen verlengden, werd dezer dagen nog eens op een door hen gehouden vergadering duideljjk gemaakt, en wel door middel van een motie, verklarende dat men bleef vasthouden aan de hervormingen, door het kabinet-Wekerle voorgesteld. Daarbij werd echter tevens, en met nadruk, gezegd, dat het geenszins de bedoeling der liberale partg was de vrgheid der Kroon in zake de keuze van Ministers ook maar in het geringste opzicht te beperken ; alleen moest zg blgvon eischen, dat tot uitvoering der door haar voorgenomen hervormingen personen werden gekozen, van wie met recht was te verwaehten, dat zg de beginselen der liberale partg met hart en ziel waren toegedaan. Wat er, toen Wekerle, die de vergadering had bggewoond, de motie ter kennis van Z. M. had gebracht, in den Keizer is omgegaan — wie zal het zeggen? Maar hoe dit zg, Frans Jozef heeft de kracht gehad zich in het onvermijdelijke te schikken en aldus Hongarjje behoed voor hevige beroeringen. Z. M. liet den eisch, dat Szilagy, de eigenlijke ontwerper der kerkeljjke wetten, als Minister van Justitie niet meer deel van het nieuwe kabinet zou uitmaken, vallen, en zoo kon Wekerle thans de opdracht tot vorming van een Ministerie aanvaarden. Dit laatste moet zgn saamgesteld als in 't vorig nommer vermeld. De oplossing der crisis in den aangegeven zin heeft te Pest groote vreugde veroorzaakt, waaraan uiting zal worden gegeven door een schitterende ovatie aan Frans Jozef, alvorens hg naar Weenen terugkeert. Denemarken. Volgens telegrammen uit Kopenhagen zgn de Kopenhagensche tooneelspelers van het Koninklijke Theater door den (Duitschen) burgemeester van Hadersleben uit zjjne gemeente weggejaagd, onder bedreiging van gevangenneming indien zjj niet binnen een bepaalden zeer korten tjjd weer over de grenzen vaa hun land waren gegaan. De Deensche pers is zeer verstoord hierover. Van Duitsche zjjde kenden nog geene ophelderingen wordan gegeven. Men weet niet of de 'tooneelspelers inderdaad als artistieke gasten zgn weggejaagd dan wel als menschen. die staatkundige betoogingen dachten te houden. Dit laatste wordt door eenige Duitsche bladen vermoed, maar is oek het eenige dat tot nu toe verklaring van het voorval werd aangevoerd. Bulgarije. De bekende Buigaarsche russophiel Zankof heeft aan den correspondent van den Standard te Petersburg medegedeeld, dat naar zgne meening Vorst Ferdinand van Bulgarjje het zonder Stamboelof niet lang zal kunnen uithouden. Stamboelof wordt door de groote massa van het volk gesteund, en ah zgn oppositie niet wordt vernietigd, zal Ferdinand nooit rust hebben. Ferdinand zelf schijnt nog al vertrouwen ta hebben in den toestand; in een onderhoud met
den bekenden Servischen staatsman Pera Theodorowitsj zeide hg, dat in de Bulgaarscbe politiek door den val van Stamboelof geen verandering zal worden gebracht, en dat een toenadering tot Eusland er geenszins het gevolg van behoeft te zjjn. De binnenlandsche staatkunde tal zich echter kenmerken door een meer vrijzinnige richting. De Vorst heeft aan de nieuwe Eegeering opgedragen, hem een voorstel tot amnestie te doen en daarin de politieke veroordeelden op te nemen. De verandering van Eegeering was noodzakelijk geworden; als Stamboelof nog langer aan het hootd er van had gestaan, zou het gezag der kroon daaronder hebben geleden. De Vorst is overtuigd, dat de rust in het land niet gestoord zal werden. Zaterdag brachten de leden der synode den Vorst een officieel bezoek, het eerste sedert hg den troon van Bulgarjje bestegen heeft. De president hield een roerende toespraak, die door Ferdinand op minzame wgze werd beantwoord. Door dit bezoek heeft de synode getoond, zich neer te leggen bjj het artikel in de Grondwet, dat de tegenwoordigan troonsopvolger tot de katholieke kerk zal behooren. Marokko. In een telegram uit Tanger wordt bevestigd dat de Sultan van Marokko op 7 dezer plotseling is overleden te Tadla, tusschen Marrakesh en Casablanca gelegen. Na een aanval van koorts, welke vier dagen aanhield, overleed de Sultan, op hetzelfde oogenblik dat hg nog eenige bevelen uitdeelde. Sommigen beweren dat hg door vergif om het leven is gebracht; omdat hg ook leed aan brakingen, welke tot zjjn dood aanhielden. Met het stoomschip ïZeus", dat van Casablanca is aangekomen, is de bevestiging der doodstijding ontvangen en tevens het verzoek aan het corps diplomatique overgebracht om oorlogsschepen te zenden. Te Casablanca heerscht ongerustheid. Karavanen, die zich op weg naar Eabat bevonden, zgn geplunderd. Tot dusver is te Tanger alles rustig, maar voorzorgsmaatregelen zjjn door de overheid genomen om de orde daar te handhaven. Ook is men beducht voor het ontstaan van onlusten te Fez. Prins Muley Abel Azis is tot Sultan uitgeroepen door het leger. Vereenigde Staten. Volgens telegrammen uit de Unie hielden Zaterdag de vertegenwoordigers der mijneigenaars en der kolendelvers te Columbus in Ohio eene belangrjjke conferentie en benoemden eene commissie tot het uitwerken van de basis van het vergelgk, welke vermoedelijk zal zjjn, dat betaald wordt 69 Am. cents per ton in Pennsylvanie, 60 Am. ets. in Ohio en elders naar evenredigheid. De enderhandelingen mislukten in Tennessee, maar slaagden in Iowa. Ook uit Cripplecreek wordt het einde der geschillen geseind; de mjjnwerkers ontruimden het versterkte kamp van Bullhill, hetwelk door de staatstroepen bezet werd, die de mjjnwerkers ontwapenden. Het Lagerhuis van den staat New-York onderzoekt nieuwe schandalen van de Tammany Hall, wier oud-President Croker overhaast naar Europa vertrokken is, ten einde zich aan een verhoor door het enqudte-comité te onttrekken.
Verspreide Berichten. De tentoonstelling te Antwerpen komt allengs geheel gereed. Nu ig ook de Eussische Jafdeeling met de gebruikelijke plechtigheid geopend. De Eussische gezant te Brussel, prins Ousrcff, was daarvoor naar Antwerpen gekomen. In tegenwoordigheid van de leden van het bestuur en vele genoodigden werd deze afdeeling, welke zeer geroemd wordt, voor de bezoekers opengesteld. Overigens ondervond de tentoonstelling ook gedurende de laatste dagen de gevolgen van het ongunstige weder. Eenige der 'op het program staande feestelgkheden, o. a. de opstgging van den bestuurbaren luchtballon, werden daardoor verhinderd. Zaterdag jl. werd de tentoonstelling bezocht door den graaf en de gravin van Vlaanderen, met hun beide kinderen, den vermoedelgken troonopvolger, prins Albert, en Princes Henriötte. Zondag was Koning Leopold weer te Antwerpen, ter eere van de paardententoonstellipg en de opening van de Congo-afdeeling, met het daarbg behoorende museum. Heden begint jhet internationale brandweercongres, met de daaraan verbonden feestelgkhedon en openbare oefeningen. De vertegenwoordigers dor Engelsche brandweercorpsen zgn reeds met hun paarden en brandspuiten aangekomen. Da Engelsche brandweermannen kwamen met eene particuliere stoomboot uit Harwich aan. Zaterdag avond werd in do Marrnerzaal van het paleis te Potsdam een concert gegeven door een uitgelezen schaar van genoodigden, o. a. door de deputatie van Engelsche officieren, bggewoond. Het verdienstelijke domkoor, 25 personen tellende, maar door 103 flink geschoolde knapen versterkt, bracht oud-Nederlandsche liederen, een 16e eeuwsch Madrigal van Donati, een paar fragmenten van Handel en een lied van den Engelschen componist Sterndale Bennett ten gthoore. De clou van het concert was echter een lofzang aan nAigir," den god der zee volgens de Noorsche tabelleer, want do componist van dezen zang was Wilhelm II zelf. Zgn toonwerk was door prof. Becker geïnstrumenteerd, de tekst is door graaf Philip lulenburg gedicht. Da Keizer, die de kolonelsuniform van zgn Engelsch regiment droeg, wa3 over de vertolking zoozeer in zgn nopjes, dat bjj Albert Becker het ridderkruis der Hohsnzollernsche huisorde overhandigde. Natuurlgk vond de vorsteljjke toonzetter grooten bgval. De werkstaking der huurkoetsiers te Londen is geëindigd door tusschenkomst vaa den heer Asquitb, Minister van Binnenlandsche Zaken. Aan de meeste eischen der koetsiers ia toegegeven. De Schotsche mgnwerkers hebben gister aan de patroons te kennen gegeven, dat zg op 24 dezer den arbeid zullen staken. Deze werkstaking zal 70.000 man omvatten. Da politie te Eiinsbuttel, bg Hamburg, is er in geslaagd, een vervaardiger van valsche bankbiljetten te arresteeren, naar wien roeds lang was gezocht. Eeeds drie jaar geleden waren er valsche Engelsche en Amerikaansche bankbiljetten in omloop gebracht, die op alle haddelsplaatsen als echt werden aangenomen, tot men te Londen en Now-York tegelijker)jjd tot
de ontdekking kwam dat het valsche waren. Bjj navraag aan alle groote binnen- en buitenlandsche bankiershuizen bleek het, dat er reeds voor een bedrag van een millioen van die valscbe biljetten was ingekomen. Nadat twee Amerikaansche en twee Engelsche rechercheurs te vergeefs alles hadden gedaan om den dader oja te sporen, kwamen zjj in 1892 te Londen bjjeen. Tijdens hun samenzjjn werd er uit Kaapstad per telegraaf gemeld, dat bij eene Bank aldaar voor 10,000 dollars aan valsche Amerikaansche bankbiljetten was ontvangen. Onmiddellijk vertrokken de rechercheurs naar Kaapstad. Ook dit was eene vergeefsche reis. Vandaar gingen zjj naar Nieuw-Zuid-Wallis en ook aldaar niet geslaagd zjjnde, kwamen zjj in Februari 1893 te Londen terug. Toen werd het geheele Europeesche vasteland bereisd, alweder zonder resultaat. Daarna ontving men in Augustus te Londen bericht, dat er ta Hamburg eene menigte valsche Engelsche en Amerikaansche bankbiljetten in omloop waren ; maar welke nasporingen de rechercheurs er ook deden, het bleef alles te vergeefs, en den 7 September gingen zjj naar Londen terug. De Hamburgsche crimineele politie gaf echter de zaak niet op en aan eeH harer commissarissen in de voorstad Eimsbüttel werd de leiding van verdere nasporingen opgedragen. Uit alle toen bamerkbare kenteekenen bleek, dat de fabriek der valsche biljetten aldaar ergens in den omtrek moest worden gezocht. Inzonderheid kreeg de commissaris verdenking tegen den aldaar woonachtigen steendrukker Eodemeyer, die buitensporig hooge uitgaven bleek te doen. Toevallig kreeg de commissaris hem in het oog bjj een bezoek in een restauratielokaal, alwaar hjj, op het oogenblik dat Roderneyer zjjne portemonnaie uithaalde om te betalen, iets opmerkte, naar aanleiding waarvan hjj hem in hechtenis liet nemen en eene huiszoeking hield, waarbjj voor nagenoeg 2 millioen mark aan Yalsche Engelsche en Amerikaansche bankbiljetten werd gevonden en al het aanwezige materiaal in beslag werd genomen. Tengevolge van eenige daarbij gevonden brieven is er ook een koopman, als verdacht van medeplichtigheid, voorloopig in verzekerde bewaring gebracht.
XENIA'S ERFENIS.
DOOR HMB¥ 6BÉV1LLE. 21 ïVerveelt ge u?" vroeg Xenia. »Ja en neen, ik weet wel, dat wij niet rgk genoeg zgn om in Petersburg fatsoenlijk te kunnen leven en ik ben verstandig genoeg om in te zien, dat wjj hier moeten blijven, maar men ziet hier niemand, niemand bezoekt ons, wg moeten daarom wat moeite doen en zelve visites maken. Wie, zoo als wjj hier, vreemd in eene plaats komt, mag zich niet voorstellen, dat men hem zonder uitnoodiging daartoe opZ06k6n z&L" >Gg hebt gelijk, mama," zeide het jonge meisje zacht. »Ik heb mij een weinig menschenschuw getoond en heb verkeerd daaraan gedaan. Nu komt er echter bjj, dat wjj in den diepen rouw waren, maar nu vervalt dit excuus. Wy moeten evenwel eerst afwachten, dat er eene sledebaan is, want op zulke wegen als hier zgn " Bg deze woorden wees zij naar eene streep "van zwarte, taaie modder, die door de kale velden heenliep. Mevrouw Merief zuchtte diep en zweeg. sHebt ge het koren goed verkocht?" vroeg zij na een poos. ïZeer goed, mama." ïGg kunt dus uwe broeders veel geld toezenden ?" . . »Ja nog al 1 Zoodra de regen een weinig
ophoudt, wil ik zelve naar Samara gaan om het op de post te bezorgen." Mevrouw Merief wond zorgvuldig eenige draden van de streng wol af en wond die weer op een kluwen, onderwijl zeide zjj zacht, zonder hare dochter aan te zien : »Hoe zoudt ge het vinden, wanneer wjj het hun zelve eens brachten?" »Aan de broeders? Naar Petersburg ? Mama! Zulk eene reis, in dezen tijd van 't jaar I" »Ik verveel mg," zeide mevrouw Merief zacht en hare lippen beefden als bjj een kind, dat op het punt stond in schreien uit te barsten. ï N u , dan zullen we er heenreizen, moederlief, we zullen spoedig op reis gaan," riep Xenia, haar omhelzend. »Het is zelfs beter, want wij zullen nog wel zes weken moeten wachten, voor dat de sneeuw vast genoeg wordt, om in de slede tochtjes te kunnen maken. Wg zgn er in Petersburg beter aan toe dan hier. Maar ge moet dan zeer dapper en zeer, zeer spaarzaam zgn, beste moeder, want wg zgn niet overmatig rjjk en deze reis is eene groote uitgaaf voor o'ss." »Wg zullen niets koopen," zeide mevrouw Merief, haar verrukt aanziende. ïAfgesproken dus, we zullen dan nu Zondag op reis gaan," zeide Xenia glimlachend. En zjj gingen werkeljjk op reis, zonder zich door de slechte wegen, door de vervelende vaart op de stoomboot, tegen den stroom van de WoJga op, noch door de duizende moeilijkheden, welke zulk eene onderneming in dat jaargetijde medebrengt, te laten afschrikken. Mevrouw Merief was weer zoo vrooljjk geworden als een vogel in de lucht, zg amuseerde zich kostelgk over de onbeduidendste voorvallen.
In Petersburg aangekomen, namen zij logies in het hotel; de jonge Meriefs hadden haar wel is waar voorgesteld om bjj hen te komen logeeren, maar op zulk eeae gedwongen® wijze, dat Xenia geen oogenblik aarzelde om er voor te bedanken. Buitendien wenschte zjj niet, dat hare moeder er zich aan gewennen zou om dergeljjke kostbare uitstappen te maken en kwam het haar dus beter voor haar eenige moeilijkheden en ontbering van hare gewone dageljjksche gemakken op te leggen, om haar het verbljjf buitenshuis minder aangenaam te maken. Het jonge echtpaar Eabof was na korte wittebroodsweken, insgelijks naar Petersburg gegaan, waar Paul ook wezen moest om de plichten van zgn betrekking te vervullen. In de eerste acht «lagen van hun verblijf aldaar gingen mevrouw Merief en Xenia bgna uitsluitend met het jonge echtpaar om. De klaise Anna was zeer ernstig en deftig geworden en bloosde niet half zooveel meer als voorheen. Paul had zich geheel in zgne rol als echtgenoot geschikt. Daar de mannen meer in de dageljjksche zorgen opgaan, nemen zg, wanneer zij in eene valsche positie komen, veel lichter een onbevangen houding aan dan de vrauwen; hjj was zeer hartelgk tegen mevrouw Merief, vol dankbaarheid voor Xenia en tegenover zgne vrouw sloeg hjj een vriendelijken toon aan, hetgeen hem over al de moeilijkheden van zgn toestand heen hielp. Toen na het diner Anna aan mevrouw Merief al de heerlgkheden van hunne nieuwe inrichting liet zien, die zg dadelgk na hunne komst in Petersburg hadden aangeschaft, ging Paul naast Xenia zitten. Zg zag hem zonder verlegenheid en zonder verdriet aan. Het ver*
leden lag zoo ver achter haar! Zjj was eene van die naturen, die zich zonder tegenstand aan de plicht onderwerpen. »Gjj hebt het zoo gewild," zeide Paul halfluid, »ik moet u danken voor het lot, dat gjj mjj bereid hebt. Anna is inderdaad een voortreffelijk vrouwtje. Ik geloof, dat wg gelukkig met elkander zullen worden." »Zou ik haar anders aan u gegeven hebben ?" zeide Xenia, terwjjl ze hem liefdevol aanzag. »Wees gelukkig mjjn vriend en herhaal het mjj steeds weer, dat gjj het zjjt; het doet mg zoo goed u dit te hooren zeggen." Beiden zwegen een poos. Ieder van hen verborg voor den ander een deel zgner gedachten en zjj waren bang elkander te goed te verstaan. Hoeveel berouw lag in dit in het licht stellen van oen geluk, dat zoo geheel anders was, dan dat, 't welk zjj zich voorgesteld hadden! >iaat ons een weinig quatre-mains spelen," zeide Xenia. Zg nam een bgna nieuw muziekstuk, eene van die onbeduidende composities, welke men bezit, maar bijna nooit speelt. Zg vreesde herinneringen te zullen wakker roepen, die nog te verseh waren, wanneer zg eene van hunne lievelingscomponisten koos. Zg speelden evenals vroeger met dezelfde belangstelling, hetzelfde vuur, maar het was de kunst alleen, die hen bezielde. Het verleden was dood en het tegenwoordige luisterde in Anna's persoon met innige vreugde naar hen, en zoo waren zg gewapend tegen alle afdwalingen van hun hart.
Zestiende Hoofdstuk. Op dienzelfden avond tegen negen uur luidde de schel, men hoorde een kort gesprek ia de zjjkamer en Paul stond op, om te zien wat dit onverwacht bezoek beteekendo. Een herhaald gelach gaf de dame3 aanleiding om zich naar de deur te wenden. Beide vleugeldeuren werden geopend en Eabof, die zich achter in do kamer hield om het bezoek te laten voorgaan meldde : ïMjjnheer Ssrgius Ladin !" ïLadin!" riep mevrouw Merief, terwgl ze haar lorgnet voor de oogen bracht. »Mjjn hemel, hoe komt die hier zoo binnengesneeuwd ?" De arme jongen, door daze ontvangst geheel verbluft, groette rechts en links, bleef daarna midden in het salon staan, totdat hg, met behulp yan een stoel, dien Eabof hem in de buiging van de knie schoof, juist onder de lichtkroon, in het midden vau het kleine gezelschap kwam te zitten. »Waar komt ge van daan? — Hoe zgt ge ons adres te weten gekomen ? — Wie heeft u gezegd, dat wg getrouwd zgn? — Waarom komt ge juist heden en niet op een anderen dag ?" Al ^deze vragen vielen als dichte hagel op Ladin's hoofd, die verlegener was dan ooit te voren, hg antwoordde op geen enkele er van en vergenoegde er zich mede, bedeesd en verlegen te glimlachen. Xenia had Ladin sedert zgn binnentreden opmerkzaam beschouwd, nu hiet zg met waardigheid hare rechterhand in de hoogte en zeide : ïLaat hem spreken en vraag hem niets meer, hg heeft ons eene geschiedenis mede te deelen." (Wordt vervolgd.)