BIJVOEGSEL TOT DE Promiale Bretels ei Aar Contant van Maandag 17 Maart 1890. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Assen brengen ter kennis der ingezetenen, dat door hen is vastgesteld de volgende verdeeling der gemeente in Schoolwijzen i
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 17-03-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 17-03-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 64
- Jaargang
- 67
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BIJVOEGSEL
Westerschool.
Stationsstraat, Kloosterstraat, Brink, Torenlaan, Markstraat, Kleine Marktstraat, Markt, Kerkstraat, Kerkplein, Beilerstraat, Houtstraat, van der Feltz-Park, Dr. Nassaulaan, Collardslaan, Gymnasiumstraat, Vaart Z.Z,, Kruisstraat, Gedempte-Singel, Brinkstraat, Mulderstraat, Singelstraat, Noordersingel, Oostersingel, Zuidersingel, Oosterhoutstraat, Nieuwehuizen, de Haar, de Beilerstraatweg en Eerste Steen; de laatste drie bekend in Wjjk B No. 306a tot en met 319 en Wjjk C No. 1 tot en met 25.
Nieuwe school aan den Stegeweg.
Witterweg, Vaart N.Z., Alteveerstraat, Stegoweg, Varkensmarkt, Schoolstraat, Oude-Groningerstraat, Kanaal (No. 9 tot en met 37), Molenstraat (No. 1 tot en met 42 en 56 tot en met 78), Venestraat, Wjjk B No. 1 tot en met 52, 80a tot en met 120, 255 tot en met 306.
Noorderschool.
Rolderstraat, Javastraat, Groningerstraat, Kloekhorststraat, Groningerdwarsstraat, Kanaal (No. 1 tot en met 8), Molenstraat No. 43 tot en met 55), Molendwarsstraat en Wjjk D No. 95 tot en met 235.
School te Kloosterveen.
Wjjk B No. 53 tot en 80 en 121 tot en met 254.
School te Aardscheveld,
Stationsplein, Parallelstraat on Wjjk C No. 26 tot en met 223.
School te Loon.
Wjjk D No. 1 tot en met 94. Deze wjjkverdeeling zal in werking treden op den 8 April e.k., als wanneer de Nieuwe school aan den Stegeweg zal worden in gebruik genomen. Assen den 10 Maart 1890. Burgemeester en Wethouders voorn.: M. A. D. JOLLES. De Secretaris, G. L. W. VOS.
De onderwerping van Atjeh.
(ingezonden.) In het vorig artikel is er op gewezen, dat de omstandigheden, waaronder de Atjehoorlog werd aangevangen, zeer ongunstig waren en dat na de grootste machtsontwikkeling en krachtsinspanning wel een betrekkelijke veiligheid en rust volgde, maar toch geen volledige onderwerping verkregen werd, omdat steeds de noodige zeemacht ontbrak, om onze goede Engelsche vrienden in Penang en Singapore te beletten, den Atjeher van wapens te voorzien. De eerste voorwaarde van een algeheele onderwerping is dus niet, het een of andere hoofd met eenige zakken rijksdaalders om te koopen, of hem met eene beleefde uitnoodiging naar den Sultan te zenden, maar wel, de geheele kust met een muur van zeeschepen te omringen, die eiken in- of uitvoer beletten. Zooals de lezer wellicht reeds weet, is de Indische Eegeering volgens de latere berichten tot een blokkade overgegaan, maar de deskundigen zijn overtuigd, dat de Indische militaire marine, zelfs aangevuld door het auxiliair eskader, daarvoor niet geheel in staat is, De kust toch, die bewaakt moet worden, is honderden mijlen lang, terwijl wij zeker niet meer dan een twintigtal oorlogsschepen kunnen missen voor die blokkade. Hierbij komt, dat de groote schepen te veel diepgang hebben en dus de blokkadebiekers niet tot onder de kust kunnen vervolgen, waar de laatsten zich al spoedig in de lagunen en riviermondingen in veiligheid kunnen stellen, terwijl de kleinere vaartuigen over geen voldoende snelheid kunnen beschikken. De blokkade zal ook slechts een halve maatregel blijven, tenzij de Gouverneur er toe overgaat, slechts een zeer klein gedeelte der kust geheel te doen afsluiten en de overige kuststreek, die meer westelijk en noordelijk van onze hoofdvestiging verwijderd ligt, door een paar schepen te doen bekruisen. Dan maakt men ten minste de oorlogspartij afhankelijk van de vazalstaten, en zonder nu geheel den invoer van wapenen te verhinderen, belemmert men dien toch aanzienlijk, daar het transport dan geheel over land moet plaats hebben. Wil de Eegeering evenwel met kracht den Atjeh-oorlog voortzetten, dan zal in de eerste plaats onze Indische marine aanzienlijk versterkt moeten worden met eenige snelvarende stoomschepen van weinig diepgang en geen groot kaliber. Heeft men den moed ertoe, daarvoor bij de Vertegenwoordiging gelden am te vragen en de blokkade met onverbiddelijke gestrengheid door te zetten, dan moet de onderwerping volgen, want dan dreigt spoedig genoeg gebrek, en tegen den honger is de Atjeher evenmin bestand als elk ander volk. Naast een voldoende zeemacht behoort verder aan den Gouverneur de beschikking te worden gegeven over minstens 3 veldbataljons, veld- en I bergbatterij, een haif eskadron cavallerie, een detachement genietroepen,
enz. enz., die, afgescheiden van de bezettingstroepen, elk oogenblik gereed moeten kunnen staan, om het vijandelijk gebied binnen te dringen, zonder dat hierdoor onze verschillende posten ook slechts een enkel man behoeven te missen. Maar men is van de gunstige uitwerking eener blokkade, zoodra de maritieme middelen aangevuld zijn, zoo geheel overtuigd, dat men gelooft, dat de Gouverneur niet dikwijls met zijn colonne zal behoeven te laten uitrukken. Eén ding is evenwel een eerste vereischte en dat is, dat de Eegeering, of zij dit stelsel — volkomen blokkade der geheele kust en een onmiddellijke tuchtiging na verzet of aanval door den vijand — of een ander volgt, daarin blijft volharden, zoolang ten minste de uitkomsten niet bewijzen, dat men zich bedrogen heeft. Al de noodlottige gevolgen van den Atjeh-oorlog zijn voor 9/10 onze eigen schuld, omdat wij, gedreven door een onzinnige zuinigheid of door verkeerde politieke inzichten, telkens van stelsel veranderden. Dat moet niet meer. Een oorlog is altijd kostbaar, maar als men hem op een zuinige wijze wil voeren, dan komt men steeds bedrogen uit, want dan wordt een strijd, die in eenige maanden had beslist kunnen worden, een onopgeloste quaestie van jaren. Gaat de Eegeering er dan ook toe over geen geld te ontzien om den Atjeh-oorlog tot een einde te brengen, dan raden wij ook sterk aan geen bevriende Atjehers meer met den vredepalm naar Kemala te zenden, maar eenvoudig af te wachten totdat de Sultan zijn onvoorwaardelijke onderwerping in persoon komt aanbieden. Alleen dan kan er sprake van zijn in overweging te nemen, of men het Sultanaat onder onze opperheerschappij zal laten bestaan, en tot hoever de macht van den Sultan en de grenzen van zijn Eijk zich zullen uitstrekken. Er is voorts nog een zaak van het grootste gewicht, waarop de aandacht der Eegeering en der Vertegenwoordiging dient gevestigd te worden en dat is de behandeling, die het Nèderlandsch-Indische leger dikwijls ondervindt.
Welnu, dat leger is steeds een sieraad geweest der krijgsgeschiedenis en heeft zich zelf in den Atjeh-oorlog ook nooit verloochend. Geen jaar is er voorbijgegaan of de Atjeh-oorlog wees een of meer heldenfeiten aan en als loon daarvoor, wij moeten het erkennen, heeft het leger zelden die waardeering genoten, waarop het recht had. Wel is waar werden troepen der eerste expeditie, toen deze onverrichter zake te Batavia terugkwamen, daar feestelijk door de ingezetenen ontvangen, maar wij gelooven, dat de nederlaag, welke wij geleden hadden, den burgers den angst om het hart had doen slaan. Het is evenwel niet de verhouding tusschen de burgerij en het leger in Indië, waarop wij wilden wijzen, maar wel op de behandeling, die dat leger van de Eegeering zelf ondervindt. Evenmin als de officier in Indië groote rechtszekerheid heeft (wij wijzen op de behandeling, welke o. a. kapitein Willink Ketjen en overste Engel hebben ondergaan) heeft de soldaat die, maar die miskenning heeft dan ook reeds wrange vruchten genoeg gedragen. Het is toch voor een deel aan die onzekerheid, welke de soldaat omtrent zijn rechten heeft, dat wij de vele deserties moeten toeschrijven, die den Atjeh-oorlog hebben gekenmerkt. En ofschoon die deserties ons leger nu wel niet gevoelig verzwakten, waren zij nochtans een voor ons ongewenschte versterking voor den vijand, want na dien tijd heeft men het kunnen opmerken, dat deze veel beter schoot dan voorheen. Maar niet alleen de deserties, ook de berri berri kunnen wij als een straf beschouwen voor de slechte behartiging van de belangen van het leger. Vroeger kwam die ziekte slechts zelden bij de Europeesche militairen voor, maar wel bij de minder goed gevoede Inlandsche troepen, vooral als die te velde aan buitengewone vermoeienissen en ontberingen waren blootgesteld. Welnu, toen de Eegeering op Atjeh den vrede had geproclameerd, voerde men ook de zuinigheidsmaatregel, de voeding der troepen op voet van vrede, in, maar daar de manschappen in weerwil van den vrede dikwijls niet meer dan één nacht van de twee rustig op hun bed konden vertoeven en den anderen op wacht of in hinderlaag liggende of op patrouille moesten doorbrengen, bleven de gevolgen der mindere voeding niet uit en kwam de berri berri ons voor onze zuinigheid straffen. Later heeft men de fout wel ingezien en een betere voeding van den soldaat toegestaan, maar het kwaad was eenmaal bedreven en de hardnekkige vijand, dien wij nu te bekampen hebben, de berri berri, is uit onze bentings en kampementen hierdoor nog niet verdreven. Ook andere redenen zijn er, die den soldaat dikwijls onaangenaam stemmen, wat natuurlijk nadeelig terugwerkt op den dienst en dan moeten wij bij voorbeeld in de eerste plaats noemen de onwaardige wijze, waarop het legerbestuur meent onze bruine soldaatjes met uitzondering en in tegenstelling van die van Amboina en Menado te mogen behandelen. Niet alleen toch, dat Europeanen, Afrikanen, Amboineezen en Javanen een verschillende soldij krijgen volgens hun landaard
en ook verschillend gevoed wor len — waarvoor nog een verdediging te vinden is —r maar bovendien blijven de Javanen en Maleiers, die in ons leger dienen, van schoenen verstoken, terwijl deze aan de even bruine Amboineezen en pikzwarte Afrikanen wel worden verstrekt. Dat is een meten met twee maten, wat ten hoogste verderfelijk op de krijgstucht werkt, en willen wij dan ook het einde van den Atjeh-oorlog nog beleven, dan moet aan dergelijke onrechtvaardigheden ook een einde komen. T.
STATEN - GENERAAL. TWEEDE KAMER.
Zitting van Yrijdag 14 Maart. Aan de orde is het wetsontwerp tot nadere wjjziging der wet van 18 Sapt. 1866 (Stbl. no. 138), houdende bepalingen betrekkeljjk de inkwartieringen en het onderhoud van hat krijgsvolk en de transporten en leverantiën voor de legers of vestingen. Er worden geen algemeene beraadslagingen gevoerd. Art. 1 wordt §-gewjjze behandeld. § 1 wordt aangehouden; § § 2 en 3 goedgekeurd. Bjj § 4 (aanvulling van art. 14 der wet) verklaart de heer van der Feit* het toe te juichen, dat in geval van handhaving of herstel der openbare orde, de troepen worden ondergebracht in de gemeente-gebouwen, maar hij wenscht toch, dat ook in dit geval inkwartiering bjj groepen kunne plaats hebben bjj particulieren, die daarvoor gebouwen of lokalen te huur geven, mits ze bjj elkander liggen en de troep dus vereenigd bljjft. De heer Farncoinlie Sanders vraagt, of, waar 't Rjjk de kosten vergoedt, voor de inkwartiering in gemeentegebouwen de gemeenten 't materiSel, matrassen enz. kunnen aanschaffen, reeds nu voor altoos, om het disponibel te houden.
De heer Zijlker. verklaart namens de comm. v. rapp., dat er geen bezwaar is tegen de laatsteljjk door de Reg. aangebrachte wijzigingen. Overigens dringt ook spr. aan op verduideljjking van het art., ter wegneming van het bezwaar van den heer van der Peltz. De Minister van Oorlog wjjst op de wenscheljjkheid van een geconcentreerde inkwartiering in geval van wanorde, vooral in buitengemeenten. Daartoe strekt deze aanvulling. De bedoeling is echter, om onder gemeentegebouwen ook gehuurde gebouwen te begrijpen; zoo is 't steeds opgevat en toegepast. De aaskoop van een hoeveelheid nachtleger dadeljjk te vergoeden aan de gemeenten ligt niet in de bedoeling; het Rijk zal in den regel nachtleger verstrekken en in afwachting zal de gemeente voor een enkelen nacht wel wat stroo verschaffen. De heer van der Feltz is door 's Min.'s inlichting bevredigd. § § 4—6 worden goedgekeurd. Bjj § 7 (bepalingen voor de spoedige verschaffing van paarden) merkt de heer Be ©eer op, dat bljjkeas de Mem. van Toel. de bedoeling is een commissie te benoemen om de paarden in de gemeenten op te nemen en te taxeeren, en er zal een burgerljjke stand der paarden worden ingevoerd. Dit zal voor de eigenaren es voor de gemeentebesturen lasten veroorzaken ; en nu heeft spr. vooral een grondwettig bezwaar ; leverantien enz. voor 't leger kunnen slechts worden gevorderd volgens algemeene door de wet te stellen regelen; de Mem. van Toel. geoft hier de regelen, niet da wet; deze draagt de regeling geheel op aan den Koning; dat is een niet geoorloofde delegatie van macht, althans deze gaat te ver, waar de grondwet eischt, dat de wet de regelen stelt, opdat men ze niet eiken dag kunne veranderen, en de ingezetenen waarborgen hebben tegen afwisselende meeningen der Reg. De heer Veegens heeft evenals de vorige spr. bezwaren. Men heelt bjj de mobilisatie van 1870 ernstige bezwaren ondervonden met de levering van paarden, doch daaraan is bjj de wet van 29 Maart 1877 tegemoet gekomen en later bjj de Grondwet, en bjj deze wet geeft men nog meer faciliteiten ; doch wat hier wordt voorgedragen, gaat z. i. niet op. De heer Booteboom zegt, dat wjj bjj mobilisatie 4000 paarden noodig hebben, waarvan 1000 voor de batterijen. Om die te verkrjjgen, met spoed, moet men bijzondere maatregelen nemen. Nu zegt de heer Veegens, dat de wet van 1877 de maatregelen verscherpte; maar dat is niet zoo; wat bjj de wet van '77 werd toegestaan, bestond voor de levering van paarden ook reeds bjj de mobilisatie van '70 — en wat heeft men toen gezien? Dat men van Juni tot Sept. slechts 1326 paarden heeft kunnen bijeenbrengen. Da heer Seret geeft in overweging de beraadslaging te verdagen, opdat het gewichtig punt, bg dit debat gemoveerd, nader overwogen kunne woiden. Deze motie van orde wordt aangenomen zonder stemming en de vergadering tot Dinsdag te '11 uur verdaagd.
BINNENLAND.
Met afwijking van de bepaling in het reglement van orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is door den heer Rooseboom voorgesteld de beraadslaging te heropenen over de artt. 9 en 25 van het wetsontwerp tot regeling van de pensioenen der burgelrjjke ambtenaren, waarover de eindstemming is bepaald op 19 Maart a.s. De voorsteller meent dat bjj behoud van art. 9, zooals het nu luidt, eene onbillijke regeling van het pensioen plaats kan hebben tegenover de burgerljjke ambtenaren, die reeds vóór hunne aanstelling als zoodanig in het genot van pensioen zjjn gesteld. Hjj toont aan, dat een militair, die 15 jaren dienst achter zich heeft, later in burgerljjke betrekking geplaatst, bjj zjjne pensionneering een hooger pensioen kan krjjgen dan de burgerljjke ambtenaren met 30 vroegere militaire dienstjaren rechtgevende op pensioen, eenvoudig omdat de 15 dienstjaren als militair worden berekend bjj den pensioensgrondslag als burgerljjk ambtenaar.
Door den Minister van Binnenlandscbe Zaken is aan de Commissarissen des Konings in de onderscheidene provinciën een schrijven gericht, houdende het verzoek, om de burgemeesters te wjjzen op het groote belang, dat de Nederlandsche handel heeft bij het behoud van den uitvoer van vee en vleeschwaren mar het buitenland, en dat het van groot gewicht is, dat, voor zoover dit in hunne macht staat, zjj zoo nauwkeurig mogeljjk toezien, dat worde voldaan aan de voorwaarden, door de,buitenlandsche autoriteiten voor den invoer uit Nederland gesteld. Bepaaldeljjk ten opzichte van den uitvoer naar Duitschland is het volgens den Minister wenscheljjk, dat de burgemeester, zooveel doenljjk, zich overtuige van de herkomst der uit te voeren varkens en van het varkensvleesch en van den omvang en den aard der handelszaak van dengene, die een bewijs van oorsprong vraagt, en dat hij, zoo mogeljjk, maatregelen neme dat het certificaat van oorsprong ook werkeljjk gebruikt worde voor de waren, waarvoor het is afgegeven, en dat daarvan geen misbruik worde gemaakt. Naar het Vad. verneemt, heeft de heer Pabius, benoemd inspecteur van het lager onder wjj-, tegen 1 April ontslag uit den militairen dienst verzocht, terwjji hjj eerstdaags zijn ontslag neemt al8 lid der Kamer. Daaruit volgt dus, dat zjjn non-activiteit slechts van zeer korten duur is en klaarbljjkeljjk alleen de bedoeling heeft een verplichte aftreding als gemeenteraadslid te Delft te voorkomen. Het bezwaar voor 's lands schatkist is dus zeer gering; ja eigenljjk is de regeling voor de schatkist nog voordeelig, daar de heer Pabius anders, zjj 't ook over korten tjjd, activiteits-tractement zou genieten. De katholieke kie3voreeniging te Goes heeft, na zoowel van den heer J. H. C. Heg se als van mr. Keuchenius de verklaring ontvangen te hebben dat een wetsontwerp, waarbjj de verplichte persoonljjke dienstplicht wordt voorgesteld, op hun steun zou kunnen rekenen, besloten bjj de aanstaande Kamerverkiezing zich vau stemming te onthouden. Zjj heeft haren katholieken medekiezers verzocht haar voorbeeld te volgen als protest tegen het streven naar invoering van den persoonljjken dienetplicht. De heeren Snijder van Wissenkerke en Struve, Nederland's vertegenwoordigers ter arbeidsconferentie te Berljjn, zjjn gister derwaarts vertrokken. Da liberale kiesvereeniging te Wildervank stelde tot lsten candidaat voor het lidmaatschap der Provinciale Staten van Groningen don heer E. A. Kingma, burgemeester van Wildervank, en tot 2den candidaat den heer H. Onnes. Eergisteren zjjn de ljjnen van het noordernet der staatsspoorwegen bezocht door den nieuw benoemden directeur-generaal, den heer Clujjsenaer, en door den chel van dienst van mouvement en handelszaken, den heer! Engeringh. Do heeren hebben zich vervolgens per extratrein van Groningen naar Delfzijl begeven, na een bezoek te hebben gebracht aan de lijnen in Friesland. De geagreëerde klerk H. Visser, van het post- en telegraafkantoor te Enschedé, is met ingang van 1 Mei a.s. verplaatst naar dat te Joure. Gister werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de Rjjks-universiteit te Leiden de heer P. J. G, van der Meulen, (geb. te Ambt-Hardenberg), met acad. proefs,, get.: »Iets over den invloed der insolventverklariog op den ljjfsdwang". Dan llden Maart is door het Amtsgeric'nt te Wiesbaden uitspraak gedaan in zake den strjjd tusschen dr. Mazger en de Wiesb. Badegesellschaft, en de beslissing is ten gunste van onzen landgenoot uitgevallen. Da herloting voor de nationale militie ie Sneek, van af den familienaam Huismati, zal hoogst waarscbjjnljjk in da eerste dagen nog niet plaats vinden, aangezien eenige ouders tegen 't besluit van Gad. Staten van Friesland bjj den Koning in hoager beroap zjjn gekomen.
ASSEN, 15 Maart.
Wegens ongesteldheid van den heer Schuurman, militie-commissaris in deze provincie, wordt, ter bjjwoning van de laatste vergadering der eerste zitting van den militieraad en zoo noodig van de vergaderiugen der tweede zitting van dien raad, genoemde heer ingevolge besluit van Zijner Majesteits Commissaris vervangen door den heer W. Somer, commandant der dd. schutterij alhier. Morgenavond zal in een buitengewone vergadering van de vereeniging »Werkmanslust" als spreker optreden de heer J. Pol van Frederiksoord, in Drenthe èn als schrijver van aardige Drentsche novellen èn als spreker zeer bekend. In plaatseD, waar de heer Pol sprak, hadden zjjn voordrachten zeer veel succes. Morgenavond zal het hem ook zeker daaraan niet ontbreken en zal hjj zonder twjjfel de verwachting van hen, die zich voorstellen een genotvollen avond in de vergadering van »Werkmanslust" door te brengen, niet teleurstellen. """" Hedenmiddag is het contract geteekend, waarbij het locaal in da Alteveerstraat, toebeboorende aan den heer W. E. P. Bertram, voor 6 jaren is verhuurd aan het Leger des Heils, voor de som van f 350 per jaar. Wij vestigen de aandacht van de ingezetenen dezer gemeente op de aan het hoofd van dit blad geplaatste afkondiging van burgemeester en wethouders, waarbjj de nieuwe verdeeling der gemeente in schoolwjjken wordt bekend gemaakt. Naar wjj vernemen heeft de heer mr. H. Smeenge, lid der Tweede Kamer, zich bereid verklaard om aan de uitnoodiging der BurgerKiesvereeniging,
tot het houden van een voordracht alhier, gevolg te geven. Een dag is nog niet bepaald; waarschijnlijk evenwel zal de heer Smeenge in de Paasehweek alhier optreden. Er wordt moeite gedaan de marécbaussées in den Weerdingermond gevestigd te krjjgen in plaats van in het rustige Roswinkel. Tot den wedstrijd in luimige voordrachten, Paaschmaandag in 't hötel Panman te Scheemda te houden, zjjn door 't bestuur 15 deelnemers toegelaten, waaronder de heer J. de Grooth te Hoogeveen met »Isaak op den Dam" van J. van Maurik. Door den Raad der gemeente Wildervank i( voor f 250 deelgenomen in de voorloopige leening voor den Noord-Ooster Locaalspoorweg. Uit Groningen meldt men ons van heden: Ia de hedenmiddag alhier gehouden zitting van den Gemeenteraad werd o a. behandeld: Voordracht van burg. en weth. nopens den aanleg op Rijksgrond en het onderhoud van een veepark, inhoudende tevens het advies van genoemd college op het voorstel den 4 Jan. '1890 door den heer jhr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer aan den Raad gedaan. Het advies van burg. en weth. luidt: 1. burg. en weth. te machtigen aan Zijae Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid te berichten, dat de gemeente bereid is den rjjksgrond tegenover de Mauritsstraat en ten zuiden van den spoorweg, welken de Minister genegen is ter beschikking van de gemeente te stellen, op doelmatige wjjze in te richten tot bergruimte voor vee bjj de ter genoemde plaatse door het rjjk te maken veelading en te onderhouden; 2. te verstaan, dat hetgeen de heer jhr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer met zjjn op den 4an Januari 1890 aan den raad ingediende voorstel, in zake verdaging der uitvoering van 's raads besluit van 12 Juni 1880 no. 9, beoogde, reeds is verkregen en dus dit voorstel geen punt van overweging meer behoeft uit te maken. Na eenige op- en aanmerkingen van de hh. van Starkenborgh, de Marees van Swinderen en Haan werd het advies van burg. en weth. omtrent punt 1 met 20 tegen 9 stemmen en punt 2 zonder hoofdeijjke stemming aangenomen. Overeenkomstig het reeds vroeger gedaan voorstel van den voorzitter worden de adressen van R. A. Kamphuis c. s. en S. Nieman c. s. nopens de plaats voor de vestiging der veemarkt voor kennisgeving aangenomen, zoodat eindaljjk de plaatsing der nieuwe veemarkt op het vroegere terrein der mestverzameling is vastgesteld Tot onderwijzeres in de handwerken aan de openbare lagere school le klasse in de Sophiastraat werd mot 26 stemman benoemd mej. G. Pikkert te Groningen en tot leerare3 in de gymnastiek aan de middelbare meisjesschool en de kweekschool voor onderwijzeressen mej. P. S. L. van Deinse te Middelburg met 19 stemmen, tegen 10 op mej. M. H. J. Ummels te Maastricht. Hedenmiddag was te 12 uur te Assen: de barometerstand mM. de thermometerstand 60 ° F. Meppel, 15 Maart. Door dr. Leignes Bakhoven van Kampan werd gisteravond een zeer belangwekkende rede gehouden op de bovenzaal van het Stationskoffiahuis alhier, over vleesch en vleesclikeuring . Na gewezen te hebben op de talrjjke en vreeseljjke ziekten, die een gevolg kunnen zijn van het gebruik van bedorven vleeschwaren, uit vuig winstbejag dikwjjls in den handel gebracht, gaf hjj vele en nuttige wenken over de behandeling van dit voor den mensch onmisbaar voedsel en wees er met ernst op, dat alleen streng toezicht van gemeente- en rijkswege op slachten en vervoer de ernstige gevolgen van het gebruik van in ontbinding verkeerend vleesch kan te keer gaan. De heer dr. Stoffels zeide spreker dank voor zjjne boeiende, leerrjjke rede. Smilde, 15 Maart. De landbouwers alhier hebben weinig lust hunne aardappelen tegen de reeds vermelde prjjzen in voorkoop af te staan. Sommigen echter gaan er toe over, wjjl hun wordt beloofd, dat, bjj een mogeljjk stijgen der markt, bun dat meerdere nitbetaald zal worden. Kimmen, 14 Maart. Thans is alhier de inschrjjving op da voorloopige leening, uitgeschreven met bet oog op den ontworpen Noord-Ooster Locaalspoorweg, gesloten. Ia 't geheel zjjn thans van particuliere zjjde 75 aandeelen vau f 25 genomen, uit welken uitslag mag worden afgeleid, dat ook hier veel belangstelling in de zaak wordt betoond. Ook kunnen we melden, dat, hoewel niet op de ljjsten, alhier gepresenteerd, door de beide heeren Scholten te Groningen, van wie de zoon zitting heeft in het plaatselijk comité voor Emmen, ieder voor het bedrag van f 1000 is geteekend. Emmen, 14 Maart. Op de heden gehouden jaarmarkt waren aanvoer en prjjzen als volgt: 45 koeien, geldende van f 100 tot f 240, 2 ossen van f 30 en f 45, 1 stier, verkocht voor f 145, 2 pinken van t 20 tot f 35, 30 Friesche schapen van f 12 tot f 22.50 ; 300 Drentsche schapen van f 5 tot f 12, 65 geiten van f 2.50 tot 12.25, 650 varkens van f 5 tot f 65. De handel was wederom zeer vlug. Vooral de biggen waren buitengemeen duur. Schoonoord, 13 Maart. Heden had hier in onze- omstreken de aangekondigde vossenjacht plaats. De jagers waren niet in zoo grooten getale verschenen als in het belang der zaak wenscheljjk geweest was. Er werd een drietal vossen gezien, waarvan de heer Veenhoven van Groningen het geluk had er een het doodend lood toe te dienen. Zaterdag e.k. zal een dergeljjke jacht plaats hebben in de bosschen bg Westerbork. Itieuw-Bninen, 14 Maart. Gisteravond had hier een treurig voorval plaats. De reeds bejaarde arbeider Chr. Kemper had bij een zijner bekenden een bezoek afgelegd. Op zjjne terugreis naar huis is hjj te water geraakt in 't noorder hoofddiep en daaruit omstreeks negen uur levenloos opgehaald. Eenigen meenen, dat de duisternis oorzaak van dit treurig voorval is.
Balen, 14 Maart. Hedenavond werd inde vergadering der kiesvereeniging alhier tot candidaat voor het lidmaatschap der Provinciale Staten van Drenthe benoemd de heer mr. Menno O. Gratama te Hoogeveen. niorg, 14 Nov. Heden had hier de vergadering van de raadscommissie met de marktgenooten van het Westeinde van Norg plaats over de afstand van den hun toebehoorenden grond voor het bouwen van een nieuw schoolgebouw. Met bijna algemeene stemmen werd besloten den daartoe benoodigden grond af te staan, zoodat nu zeker spoedig een nieuw gebouw voor het oude locaal zal plaats maken Wijeveen, 14 Maart. Hedenmiddag werd ten huize van den koffiehuishouder E, van 't Ende de tweede vergadering gehouden in zake de oprichting van een boterfabriek. De aanwezigen erkenden dat fabriekmatige boterbereiding de eenige weg is om in 't vervolg weer een goede markt te maken. Het plan, om te Meppel te bouwen, is voorloopig aangehouden. Wjj gelooven evenwel, dat het plan niet doorgaat, omdat er nog lang geen 300 koeien bijeen zjjn te krijgen en op die manier de huishouding zeker zeer duur zal zijn. Yoor dat plan is anders veel te zeggen, goedkoope beweegkracht nl. door aansluiting aan een stoomolieslagerij, een gunstig terrein aan het Meppelerdiep gelegen, dat voor de afzet van de boter en de aanvoer van steenkolen terdege in aanmerking mag worden genomen. Zeer waarschijnlijk zullen vele vee' houders zich aansluiten bij Havelte, daar hier het vaste geloof bestaat, dat èn te Njjeveen èn te Meppel vooreerst geen stoomzuivelfabriek in werking zal zjjn. Ciasselte, 14 Maart. Ten huize van den logementhouder L. Bartels werd eergister (Woensdagavond) eene vergadering gehouden van belangstellenden in zake den aanleg van de ontworpen Noorder-Ooster-Locaalspoorweg, welke vergadering ten doel had de belangstelling op te wekken voor de leening ter bestrjjding der voorloopige kosten. Tengevolge daarvan circuleert hier thans eene lijst, waarop voor vier aandeelen ad f 100 is geteekend, ü.-Pekela ,14 Maart. De leden der liberale kiesvereeniging »Burgerpligt" alhier kwamen gisteravond te zamen om te spreken over een lid van de Provinciale Staten. Deze vergadering werd bezocht door 35 leden, welke met algemeene stemmen tot definitief canaidaat stelden den heer K. E. Dik, burgem. dezer gemeente.