GEDEPUTEERDE STATEN der provincie Drenthe maken bekend, dat door hen op heden is vastgesteld de iy »t van hoogstaangeslagenen ln 's Rijks directe belastingen in deze provincie, weifee lijst, overeenkomstig art. 105 der Kieswet, tot en met 21 Mei e.k. voor een ieder op de Provinciale Griffie ter inzage nedergelegd en in afschiift, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar gesteld wordt, en voorts dat, ingevolge art. 106 der Kieswet, tot en met 15 Mei e.k. een ieder bevcegd is, bij hun College verbetering van die lijst te vragen, op gronddat hij zelf of een ander, in strijd met de Wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Assen, 4 April 1901. Gedeputeerde Staten voornoemd: VAN SWINDEREN, Voorzitter. G. W. VAN DER FELTZ, Griffier.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 11-04-1901
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 11-04-1901
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 84
- Jaargang
- 78
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BEKENDMAKING.
BUITENLAND. Zuid-Afrika.
De Morning Post verneemt uit Brussel, dat men daar in Transvaalsche kringen verwacht, dat Botha binnenkort de vredesonderhandelingen zal hervatten. De Londensche Oaxstte bevat de benoeming van een commissie tot onderzoek, eerst te Londen en later in Zuid-Afrika, van de eischen van buitenlanders tot schadevergoeding wegens uitzetting. Alle eischen moeten voor 25 April bij het Departement van Buitenlandsche Zaken te Londen zijn ingediend. De commissie bestaat uit den advocaat Milvain, de generaals Prior en Eaton, den voormaligen Indischen rechter Wilkins en het voormalig lid van den Transvaalschen Volksraad Loveday. Kitchener seinde gister uit Pietoria: Plumer nam 60 krijgsgevangenen en maakte te Pietersburg een zevenponder buit. Hij vernielde 210,000 patronen voor klein geweer, 1000 stuks munitie voor den zevenponder en een aanzienlijke hoeveelheid buskruit en dynamiet. De bezetting van Philipstown blijkt reeds Maandag den lsten April te zijn geschied. _ Zestig Boeren, zegt Reuter, namen het dorpje in en maakten zestig paarden buit. De Boeren doen thans vrijwel wat ze willen in de Kaapkolonie en terwijl Scheepers en Fouché zich ongestoord kunnen vereenigen, blijkt nu ook, dat de Zuurbergen nog in het bezit der Republikeinen zijn. Ja, de inval is dermate «mislukt", dat de Kaapsche Regeering nu nog weer eens een speciale politiemacht op de been gaat brengen voor de middellandscbe districten. Daarnaast — het volgende deeltdePefii.B/eMmede — zullen de rebellen volgens de Midland News voortaan worden gestraft met het gemeene recht, dat vroeger van kracht was. Dit zoude zijn om de galg aan 't werk te kunnen zetten. Maar, gelijk ook de P. B. opmerkt, dat zal de weerspannigheid en strijdlust der nu vechtende Kapenaars weinig verminderen, maar wel de steeds aangroeiende haat nog algemeener maken. Op slechts 3 K.M. afstand van Richmond zwierven omstreeks 3 April Boerenverkenners rond, die later naar Vredesfontein trokken en naar men zeide op Scheepers' bevelen wachtende waren. Zij kommandeerden en maakten buit wat ze maar konden. De verhalsn over vechtpartijen tusschen de Boeien en de Swazi's worden tegengesproken. De Engelschen beweren de Swazie's ernstig te hebben gewaarschuwd voor het zoeken van twist met de Boeren. Steinacker's Horse houden Bremersdorp en andere plaatsen nog steeds bezet. De Times heeft van een particulieren correspondent
een beschrijving ontvangen van de laatste jacht op de Wet, na diens inval in de Kaapkolonie. Da correspondent beschrijft hoe de Wet's commando in kleine troepjes op verschillende plaatsen de Oranje-rivier weerover ing: de Wet pn Steyn hadden misschien honderd man bij zich. Zij moesten alles achterlaten wat zij hadden, aangezien de rivier nog hoog stond, maar reeds vroeger had veldkornet Bosman gezorgd voor paarden en voorraad op pleisterplaatsen, »voor het geval dat de inval mislukte." De correspondent erkent volmondig, dat sedert het weer opleven van de irijgsverrichtingen in den Vrijstaat, het zuid-westelijke district feitelijk in handen van de Boeren is gebleven. Hij vertelt dan hoe Bethune bij Faurestrith juist te laat kwam om de Wet te pakken — deze was juist bij tijds gewaarschuwd door Theron's verkenners — en uit zijn verhaal blijkt voldoende, dat Bethune bij Petursburg de vervolging moest opgeven omdat de Wet het hem te beDauwd maakte. Wat vooral uit deze vervolging blijkt, zegt de correspondent, is de zorg die de Wet voortdurend heeft om zijn spoor uit te wisschen en zijn vervolgers op een verkeerd spoor te brengen, en de ongeschiktheid der Eogelsche cavalerie, die gehinderd wordt door een zwaren trein, om iemand als de Wet te pakken. Uit een brief van een Eagelsch officier in de Daily Mail: »Zal ik u zeggen, wat diegenen onder onze officieren fluisteren, die gebroken naar lichaam en ziel uit den oorlog terugkomen? Zij zeggen — en dat is__de waarheid — dat ons leger in ZuidAfrika bijna aan het eind van zijn kracht is. Zijn moed, zijn snelheid, zijn kracht zijn weg. Het voortdurend beroep op de energie van altoos dezelfde menschen, deze voortdurende, nooit eindigende vervolging van een ongrijpbaren, op een schim gelijkenden vijand, de gedurige waakzaamheid, die ons geen oogenblik rust of duur heeft gelaten, hebben ten laatste de zenuwkracht van een dapper leger geheel en al uitgeput. Als u dus bericht dat het Engelsche leger veel meer vijanden doodt dan het zelf aan manschappen verliest, antwoord ik u, dat in de dagelijksche schermutselingen bijna nooit een Boer wordt doodgeschoten. De censuur is er immers voor, om de berichten te filtreeren en alleen de goede of onbelangrijke door te laten. Deze organisatie is de eenige goede — laten wij blij zijn dat die er ten minste is". Het stedelijk bestuur van Pietermaritzburg heeft het voorstel gedaan de Hollandsche straatnamen van die plaats in Engelsche te veranderen, om daardoor meteen Engelsche generaals, Koning Edward en andere Engelsche grootheden teeeren. Het plan is echter niet gunstig ontvangen ; men had nog verstand genoeg om te begrijpen, dat dit niet precies de manier was, om de Afrikaanders Engelschgezind te maken, en zoo gelooft men, dat de oppositie sterk genoeg zal zijn om den raad het voorstel te doen verwerpen. Tot dusver zijn te Kaapstad in het geheel aangegeven 349 gevallen van pest, waarvan 83 bij Europeanen. Van deze lijders zijn 130 aan de ziekte gestorven. De vorige week werden in de hospitalen opgenomen 72 lijders, waarander 20 Europeanen. Van hen stierven 33 kleurlingen en 3 Europeanen. Onder behandeling zijn nog 120 gevallen, waarvan 45 bij Europeanen. Onder deze opgaven zijn natuurlijk niet begrepen de stilgehouden gevallen, waarvan men van tijd tot tijd hoort, als er een lijk van een gestorven pestlijder wordt «gevonden", gelijk de officieeele uitdrukking luidt. De Critic meldt, dat Cecil lthodes zóo ernstig ziek is, dat zijn omgeving zich ongerust maakt. De Standard daarentegen meldt, dat de heer Rbodes wel ziek is geweest — hij leed aan hartzwakte — maar thans geheel is hersteld en als altijd zijn werkzaamheden verriebt.
Engeland. Op Malta is een anti-Engelsche betoogiug gehouden, om te protesteeren tegen de bepaling dat de Enpelsche taal moet worden gebruikt en tegen de nieuwe belastingen. De sprekers werden telkens gestoord door de kreten van : »Weg met Chamberlain." Chamberlain bezocht eenige maanden geleden in persoon het eiland. Koningin Alexandra van Engeland is uit Kopenhagen vertrokken naar Cronberg, om een bezoek te brengen aan haar schoonzuster, Keizerinweduwe Friedrich van Duitschland. Frankrijk. In den namiddag van Zondag heeft President Loubet Parijs verlaten en Maandag voormiddag is hij te Nizza aangekomen en toen is het er dadelijk op los gegaan. Kanongedonder eerst, dan voorstellingen en toespraken, waaronder vooral de aandacht trok die van den bisschop mgr. Chapon, die zich heeft weten te onderscheiden door de terugzending van het hem verleende Legioen van Eer. De bisschop sprak van gerechtigheid en verdraagzaamheid tegenover de kerk. Tegenover den opperrabijn liet de President dan ook duidelijk uitkomen, dat de Republiek voor allen, zonder verschil van geloofsbelijdenis, dezelfde is, zonder Benig onderscheid ten voordeele van dezen, ten koste van genen. Aan het Maandagavond te Nizza gehouden banket, den President der Republiek door den gemeenteraad aangeboden in het Casino, hebben een 300 tal personen deelgenomen, onder wie de Ministers, de burgerlijke en militaire autoriteiten, de bisschop, de senatoren en de afgevaardigden voor die streek, de consul-generaal van Italië enz. In zijn heildronk betuigde de President zijn dank voor de hem en der Regeering betoonde vriendelijkheid en sprak er zijn vreugde over uit, dat bij elke verkiezing de aanhankelijkheid der bevolking voor de republikeinsche beginselen bleek. Omtrent het verblijf van President Loubet te Nizza seint men van daar d.d. 9 April: De landauers met de Russische zee-officieren onder aanvoering van admiraal Birileff kwamen te 7 uur aan de prefectuur aan. De officieren werden boven aan de trap ontvangen door den directeur van het protocol Crozier en onmiddellijk naar President Loubet geleid, naast wien de Minister van Buitenlandsche Zaken Delcassé stond. Admiraal Birileff, zich tot President Loubet wendende, zeide, dat hij van zijn Keizer de opdracht had gekregen den President der Republiek te begroeten. Hij kwijt zich met vreugde van die opdracht. President Loubet antwoordde, dat hij zeer verheugd is over het denkbeeld van den Keizer van Rusland en droeg den admiraal op den Keizer zijn zeer oprechte dankbetuigingen over te brengen. De President en Minister Delcassé onderhielden zich vervolgens met de Russische officieren. De heer Loubet noodigde hen aan tafel. De Russische officieren werden daarop aan de Ministers van Oorlog, Landbouw en Koophandel voorgesteld. Aan tafel stelde President Loubet den volgenden dronk in: »Door u, admiraal, bevel te geven hier den President der Fransche Republiek te komen begroeten, heeft de Keizer van Rusland wederom bewezen de onveranderlijkheid van zijn gevoelens voor de bevriende en verbonden natie. Ik ben er zeker van de tolk van alle Franschen te zijn, door een dronk in te stellen op den Keizer, de Keizerin en de Russische Keizerlijke familie, op het groote Russische Rijk en op de vloot, die gij hier vertegenwoordigt." Admiraal Bireleff antwoordde: »Sta mij toe een dronk in te stellen op den President der Fransche Republiek en op Frankrijk, mijn tweede vaderland."
Na den maaltijd onderhielden de officieren zich hartelijk met de aanwezigen, totdat zij om negen uur afscheid namen en naar Villefranche terugkeerden. President Loubet ontving te Nizza achtereenvolgens Vorst Ferdinand van Bulgarije en Grootvorst Boris van Rusland. Te Toulon beantwoordde de Hertog van Genua het bezoek van admiraal de Beaumoat, den maritiemen prefect. Hij sprak daarbij zijn vreugde uit over de omstandigheid dat hij voor President Loubet te Toulon was aangekomen, waardoor hij in de gelegenhaid was met den admiraal en de officieren minder officieele, maar meer vriendschappelijke betrekkingen aan te knoopen. De Fransche en de Italiaansche officieren verbroederen zich, de bevolking bereidt den gasten een zeer sympathieke ontvangst. Over de beteekenis der festiviteiten te Toulon heeft de Temps een hoofdartikel geschreven. Daarin wordt o. a. dit gezegd: De feesten ontleenen hunne beteekenis aan het feit, dat zij het einde van de lange, door Bismarck bewerkte vervreemding tusschen Frankrijk en Italië brengen. Zij zijn een wisseling van vriendschaps- en beleefdheidsbetuigingen. Niemand mag er meer in zien, geen belangen worden door hen bedreigd en er zijn geene gevolgtrekkingen uit af te leiden. Duitschland. 18 April zal Prins Adalbert van Pruisen in de Duitsche marine worden opgenomen. Een plechtige dienst aan boord van de »Kaiser Wilhelm II" te Kiel zal bij die gelegenheid gehouden worden, in tegenwoordigheid van den Keizer en de verdere Keizerlijke familie. Prins Adalbert is de derde zoon des Keizers; zijn vader heeft hem bestemd voor den zeedienst en hem reeds tot tweede-luitenant benoemd. De Keizer zal na de plechtigheid den Prins zelf aan boord van het, stoomschip »Charlotte" geleiden, waar de jonge zeeeman zijn nieuwe beroep zal leeren. In een protestvergadering te Styrum bij Essen tegen de verhooging van de graanrechten wilde de spreker iets aanhalen uit de toespraak van den Keizer tot de manschappen van het Alexander-regiment. Een politie-ambtenaar verbood dit, en toen de woordvoerder, in weerwil daarvan, toch een toespeling maakte op den inhoud, ontbond de politie de vergadering. De Pruisische Ministers van Koophandel, van Binnenlandsche Zaken, van Onderwijs en van Landbouw hebben een gemeenschappelijk onderteekende aanschrijving gericht aan de opperpresidenten, waarin zij de provinciale Regeering aanbevelen, geld tegen lage rente beschikbaar te stellen van coöperatieve bouwvereenigingen en de gemeentebesturen te wegen ieder in zijn eigen gebied al het mogelijke te doen om het bouwen van gezonde en goedkoope arbeiderswoningen te bovorderen. Oostenrij k-1! ongary e. Keizer Frans Jozef gaat den 6ien Mei naar Praag, waar hij in langen tijd niet geweest is. De Chechische afgevaardigde Klofatsch heeft in eene groote volksvergadering aangekondigd, dat de radicale Czechische partij na Paschen in den Rijksraad het vraagstuk der nationale gegelijkstelling met alle kracht wil hervatten. De vergadering werd ontbonien,'t geen luidruchtige protesten en demonstraties tegen de Regeering ten gevolge had. Zwitserland. Ongeregeldheden, die Vrijdagavond na afloop van een protestvergadering tegen de uitlevering van den Italiaanschen anarchist Jaffei te Genève hebben plaats gehad, blijken te zijn veroorzaakt door de Russische studenten. Het Russische en het Italiaansche gezantschap in Bern hebben bij
de ZwitserEche Regeering klachten ingediend over de buitensporigheden dier jongelui, bij wie zich vrouwelijke studenten en Italianen hadden aangesloten. De Russische consul-generaal, graaf Prozor, heeft onnaiddelijk den regeerings-president van Geaève, die op reis was, telegrafisch met het geval in kennis gesteld. Er is dan ook een ernstig onderzoek naar de schuldigen begonnen. Graaf Prozor heeft de luiken voor de ramen moeten doen, om zijn familie voor de steenworpen te beschermen. Esn steen vloog een kamer binnen, waar een dienstbode was. Eenige ruiten zijn vernield; het wapenbord is naar beneden getrokken en in stukken getrapt. Er werd voortdurend geschreeuwd : weg met den Czaar. Vooral de vrouwelijke Russische studenteD, met haar kaalgeschoren hoofden, traden wild op. Toen de politie kwam, trok de bende, een 200 personen sterk, al fluitend en dreigend naar den Italiaanschen consul. — Het doel der ruwe manifestatie was vooral het afschaffen van de politieke politie. De anarchist Jaffei, die in Lugano gevangen zat, is Vrijdagochtend te 4 uur door twee gendarmen naar het grensstation Chiasso gebracht, en daar, op last van de Zwitsersche Regeering, uitgeleverd aan de Italiaansche politie, die hem naar de gevangenis te Como gevoerd heeft. Zooals men weet, wordt hij beschuldigd van medeplichtigheid aan den moord op Koning Humbert. Spanje. Te Corunna heeft Maandag een anticlericale meeting plaats gevonden, waaraan 12.000 menschen deelnamen. Na afloop der samenkomst trokken de deelnemers naar den prefect om dezen een verzoekschrift te overhandigen, bedoelende uitwijzing der godsdienstige congregatiën. Onder bet geroep van »Weg met de Jezuieten !" >Leve Spanje zonder kloosters!" trok de stoet door de stad, terwijl het muziekkorps de sMarseillaise" deed hooren. Er werden enkele steenen geworpen naar het Jezuïetenklooster en de bureaux van een clericaal orgaan, doch zonder eenige moeite werd de orde hersteld. Rusland. Wij hebben gemeld, dat de Czaar als opvolger van den vermoorden Minister van Onderwijs Bagoliepof, generaal Zannofsky als zoodanig heeft benoemd. De generaal is lid van den Kroonraad, aide de-camp van den Keizer en oud-Minister van Oorlog. De Czaar schreef hem bij zijn benoeming, dat de ondervinding der laatste jaren geleerd had, dat het schoolstelsel zoo verkeerd werkte, dat de tijd gekomen was, om tot dadelijke en ingrijpende hervormingen over te gaan. Bij de troebelen, welke twee jaren geleden waren voorgekomen, had de generaal, als Keizerlijk Commissaris, zeer vlug de orde onder de studenten hersteld. Door Zjnnofsky's benoeming meent men. dat de invloed van den procureur der Synode Pobiedonostzef op het openbaar onierwijs gebroken zal zijn. Terwijl uit Petersburg verzekerd wordt, dat de gevangennemingen in die stad nog steeds voortgaan, heeft de Czaar zijn toorn doen woeden over Prins Viazemsky, raadsman van de kroon, op grond van diens houding aangenomen bij de politiemaatregelen gedurende de jongste opstootjes. Da Prins, die luitenant-generaal in het Russische leger is, heeft Rusland verlaten om de gevolgen van zijn ongenade te ontgaan, te meer daar men hem in officieele Russische kringen bijna als samenzweerder beschouwt in verband met zijn compromettante relaties. De Express te Londen warmt nog eens weer de praatjes op over het afstand doen van den troon door den Czaar. Witte zoude reeds bezig zijn den troonopvolger voor te bereiden op zijn toekomstige plichten. Het blad voegt er bij, dat er een snelle en geregelde opeenhooping van Russische troepen in Midden-Azië plaats heeft, waar 180,000 man bijeengetrokken worden in Turkestan. In Russische militaire kringen beweert men, dat dit
niet zoo is, maar er beerscbt een algemeetie opinie, dat de Rassen een beweging in de richting Tan Herat in den zin bebben. Bulgarije. Een bericht uit Sofia heeft melding gemaakt van de krachtige daad van den Bulgaarschen Minister Karavelof, die alle hoofden van het Macedonische comité in hechtenis heeft doen nemen. Dit is een waagstuk van den Minister, omdat het Macedonische comité grooten invloed in Bulgarije heeft. De Regeering had eerst gepoogd, dien invloed aan zich te trekken, door bij de onlangs plaats gehad hebbende bestuursverkiezing voor het comité regeeringscandidaten te Btellen. Doch de luitenants-partij, zoo genoemd omdat de luitenant Saravof er de voorzitter van is, behaalde in het comité de overwinning. Saravof werd herkozen als President van het Macedonische comité. Thans heeft de Regeering tot krachtiger maatregelen de toevlucht genomen. Het geheale bestuur van het comité is gevangen genomen, het vergaderlokaal gesloten en verzegeld. Op welken grond de Regeering dit deed is niet bekend geworden, maar zeker is het, dat Minister Karavelof daardoor een einde heeft gemaakt aan een soort schrikbewind, dat niemand ontzag, en elkeen uit den weg wilde ruimen, van den minsten landbouwer tot den vorst toe, die het werk van het comité in den weg stond. Reeds langen tijd beklaagde de Turksche Regeering zich over de woelingen van het comité in Macedonië en eischte dat daaraan een einde zou worden gemaakt. De Rumeensche Regeering eischte het zelfde, op grond van hetgeen was gebleken bij het proces-Mihaileano-Fitowski, te Bucharest; en de groote mogendheden, voornamelijk Rusland en Oostenrijk, sloten zich, met het oog op de rust op het Balkanschiereiland, bij dien eisch aan. Yan een afwezigheid van vorst Ferdinand gebruik makende heeft Karavelof gepoogd, om voorloopig althans aan dat woelen en kuipen van het comité een einde te maken. En dat is een moedige daad, omdat Karavelof er niet alleen zijn portefeuille, maar ook zijn leven door in gevaar brengt. De Bulgaarsche Sobranja heeft tot teeken van rouw over den dood van den voormaligen Minister-president Stoiloff baar zitting opgeheven. Het lijk is op staatskosten ter aarde besteld in tegenwoordigheid van de booge overheden. Turk{j e. Uit Konstantiaopel wordt gemeld, dat de Prinsen Sebah Eddin en Lout Foullah, kleinzoons van Sultan Abdul Medjid en neven van Abdul Hamid, een adres bebben gericht aan de JongTurksche paitij en aan de geheele Turksche liberale jeugd, om hen op te roepen zich te vereenigen in een congres te Caïro en om er de beste middelen te beramen, om Sultan Abdul Hamid te onttroonen. Natuurlijk werden bijna alle affiches en al de prospectussen, die dezen oproep bevatten, verscheurd en door de Ottomaansche politie in beslag genomen; het manifest beeft tot gevolg gehad een vermeerdering van het aantal gevangennemingen, arresten en verdwijningen. Phillpijnen. Wegens den gunstigen loop der gebeurtenissen op Manilla heeft de president der N. A. Unie de sterkte van bet contingent voor bet landleger van 100,000 tot 75,000 man verminderd. Het leger op de Filippijnen zal vermoedelijk van 70,000 tot cp 40,000 man worden gebracht, wat ongeveer 20 millioen besparing geeft. Cblna. In China is een nieuwe oorzaak tot ongerustheid ontstaan. Volgens berichten uit Peking is Tung-fu-sian, een der bekende personen uit den Boxersopstand, thans aan het hoofd van esn sterk en goedgeoefend leger, bezig opstand te verwekken in Mongolië en Shensi. Uit bet bericht blijkt, dat men te Singafu, de plaats waar thans bet Hof verblijf houdt, zeer bevreesd is geworden door het optreden van Tung-fu-sian; en daar schijnt wel reden voor te zijn, wanneer het juist is, dat deze met elfduizend man oprukt naar de tegenwoordige residentie. Tung-fu-sian behoort tot de intieme vrienden van de Keizerin-weduwe, en komt voor op de lijst van hen, wier boofd door de gezanten geëischt werd. In een schrijven, indertijd door den hervormer Lioeng aan de North-China Herald gezonden, werd ook Tung-fa-sian genoemd als een dergenen die uit China moesten worden verwijderd, vóórdat er van een vrede tusschen de Chineezen en de mogendheden sprake kon zijn. Tung-fu-sian werd door de gezanten ter dood veroordeeld, maar vluchtte, evenals Prins Tuan, voordat dit vonnis aan hem kon worden voltrokken. De Keizer strafte hem toen met vervallenverklaring uit zijn ambten en met verbanning; maar Tung-fu-sian heeft zich daar blijkbaar weinig van aangetrokken. En thans rukt hij op tegen Singafu. Is dat om zich te wreken op den Keizer voor de vonnissen gewezen tegen hem en zijne vrienden? Is dat om de Keizerin-weduwe te helpen, aan het bestuur van den Keizer een eind te maken ? Of is dat om, in gemeenschap met de Keizerlijke lijfwacht, straks op te rukken, om onder de leus: »China voor de Chineezen", de Europeeërs te verdrijven uit Peking? Het onbekend zijn met het doel dat deze nieuwe opstand beoogt, is wel het meest verontrustende er van. Het Journal ie St. Petersbourg bevat een officieus aitikel, waarin het nieuwe standpunt der Russische Regeering ten aanzien vanMandshourije uiteengezet wordt. Het spreekt van zelf, zegt het blad, dat geen militaire maatregel ter ontrniming van Mandchourije genomen kan worden, voordat China waarborgen verschaft heeft tegen nieuwe ongeongeregeldheden. Yan het oogenblik af waarop het tot stand komen eener overeenkomst met dat doel onmogelijk geworden is ten gevolge van de moeilijkheden welke de Chiceesche Regeering ontmoet heeft, staat Ruslands besluit vast om te wachten totdat de gewone tcastand teruggekeerd is in China, en er weer een onafaankelijke Regeering is, sterk genoeg om die w? ar borgen te geven; intusschen blijft Rasland trouw aan zijn politiek program. Verspreide Berichten. De plechtige lijkdienst voor mej. Alexandra Zélénine is Maandagmiddag in de Russische kerk te Parijs gehouden. De Russische gezant was vertegenwoordigd door den gezantschapsraad Maristhkine, verder waren aanwezig de heer en mevrouw Emile Deschanel en de heer en mevrouw Paul Deschanel en een groot aantal belangstellenden in deze tragische geschiedenis. Michel Biéal hield een fraaie toespraak, bracht de hulde van het Collége de France aan de gestorvene en vroeg voor de onwillekeurige moordenares bet modelijden barer rechters. Het stoffelijk overschot werd op het kerkhof van St. Ouen ter aarde besteld.
De directie der Kruppfabrieken heeft het bericht laten tegenspreken, dat een aantal werklieden zou worden ontslagen, omdat er geen voldoende arbeid voor hen was. Te Alexandria is wederom een pestgeval voorgekomen. Te Marseille is gistermorgen de arbeid hervat op alle scheepstimmerwerven, kaden en dokken.
De jacht naar Millioenen.
ROMAN VAN D. C. MURRAI. 14 «Dat is geen kucst", bere netrde Prickett by ïichzelven, «dat is natuur." »U zal immers duizend, duizendmaal gelukkiger l >jn", ging de teedere, sussende stem van zijn» dochter act ter Harcourt's rug voort. «Uwe onschuld ui aan het liebt komen — ik weet dat zeker. Denk niet aan mij — of ja, denk aan mjj ! D*nk altijd, dat ik u ken. d&t ik weet, hoe goed, hoe rechtschapen gij zy 11 Ik zon niet aan u twijfelen, al vervloekte de geheelo wertld u ook 1 Zij zal u echter niet vervloeken, zij zal u vrijspreken, geloof me. ik ben nu zoo big, dat alles zoo gekomen is, als 't kwam — zielsblg, zeg ik u." »Dat noem ik verstandig gesproken'', zeide Prickett, zich omkeerend. »De eenige, ware opvatting! Gij geeft u bij het gerecht aan en zegt: >;Ik ben een eerlek man, wiens hoofd door den schrik in de war is gebracht. Middelei wijl ben ik tot bezinning gekomen en wil ik dit ellending leven niet verder slepen." Begrijpt gij dan niet hoezeer zulk een besluit voor u sprsekt? Natuurlyk ziet gij 't in 1 Ik kan het preefs in zjjne bijzonderheden niet beoerdeelec, dat is mijn vak niet. Maar Engel heeft meermalen voor schurkerij gezeten; geen onpartydjge zal ïjjn woord tegen het uwe laten gelden, U waart toch vroeger immers nooit in ... m ocgeleger heden ?" voegde hij er bg. «Mjjn geheele leven was niats dan verdriet en ellende", actwoordde Harcourt.
Piickett glimlach e; het antwoord was èf roerend eenvoudig, óf zeer onhandig. «Ik b«doel, of gij ooit van eene slechte daad beschuldigd, veroordeeld werdt?" «Neen, reen, nooit! In kon mijn hoofd altijd vrij omhoog dragen tot aan deztn rampzaligen tijd I" »D?s te meer raad ik u openhartigheid aan. Houd niets achterwege en neem een flinken advocaat, dan zal uwe onschuld aan het licht komen. Hebt gq nog iets met uwe dochter te verhandelen, da-- is het daarvoor de hoogste tijd." Harcourt kwam een weinig tot bedaren. Hij haalde een briefporteteuille te voorschijn en legde die op ds tafel. «Daarin is alles, wat ik bezit — iets meer dan vijfhonderd pond — mag ik die mijne dochter geven ?" «Nu — ik zal er niet tegen zjjn." Dat was niet overeenkomstig het beroep van Pricketf, wa- wellicht eene plichtverzaking, welke hg zich echter durfde veroorlooven, daar hij zjjn ambt immers nog slechts uit liefhebberij beoefende. «En hier is nog iets", zeide Harcourt, weir in zjjn zak tastend en een zilverstuk te voorschijn halend. «Waardeloos voor ieder, die de be eekenis niet kent — zooveel ik weet, is de kameraad daarvan in uw bezit, mijnheer Prickett?" »Ja, zoo zit de zaak in elkaar." «Wie beide stukken bezit en ontcgferen kan, voor dien beteekenen zij een ontzaggelijk vermogen." «Of ook niet!" »Of ook niet — maar ik geloof er aan. Sta mij toe, dat ik deze munt aan mijne dochter geef, of zal ik u die toevertrouwen?" «Ik rA beide bewaren, als u bet goed vindt", antwoordde Prick ett. »Bjj mg zjjn ze veilig en jcflrouw Harcourt kan ze ten allen tjjde krijgen —
vindt u dat goed?" «Zeker, Ik dank n. Eo nu ben ik bereid. S a mg echter toe nog iets tegen u te zeggen, mijnheer Prickett — gg vervult uw plicht en ik verzet | mij daa- niet tegen. Zooals gg terecht hebt opge- - merkt, ben ik een arm, zwak mensch, maar toch niet zoo dwaas, om mijne schnld op anderen te gooien. Maar tijdens — tijdens mijne afweiigheid, kan mgne dochter in gevaar komen, want Ecgel heeft handlangers. Deze zullen het geheim steeds nog bg ons vermoeden; zij veronderstellen zeker, dat ik nog altyd in het bezit van den sleutel tot den ong hoorden rijkdom ben. Ik zelf geloof dat ioaci ers ook, geloof het van ganscher barte. Nu verlies ik mijne vrijheid — voor onafiienbaren >jjd, maar u heeft macht en invloed genoeg, om mijne dochter te beschermen. Staat zg onder uwe hoede, mgnheer Prickett?" «Het zou mg ten hoogste verwonderen, dat, als monsieur Engel zijne tanden liet zien, ik dat niet te weten zou komen", antwoordde Prickett. »Ten opzichte van hem is het des te beter, hoe onbevangener de jonge dame zich toont. Zoodra hij zich roert, komen wjj 't te weten." »En hare veiligheid?" vroeg Harcourt angstig. «Daarvoor sta ik in. Oaie menschen zullen juffiouw Harcourt bewaken. De koningin van Engeland kan niet veiliger zijn." «Ik dank u!" zeide Harcourt eenvoudig. Hij was nu weer geheel meester van zichzelven, en al misten zjjne trekken ook de uitdrukking van mannelijke vastberadenheid, zoo blonk er toch goedheid des harten en een edele aard uit zijn blik. »Ik voel wel", zeide hg op veel onbevangener toon, «dat gg het goed met mg meent en mij tot op eene zekere hoogte vertrouwt. Ik ben nu in het ongeluk, maar mgn gedragslijn en mgne redenen daarvoor mogen gerechtvaardigd worden. Als
dat gebsurt en als ik de vrij eid terugkrijg, dan hoop ik, dat dit zilverstuk" — bij liet het over de tafel rollen — «altijd nog eenige beteekenis beeft en mij in staat zal stellen, u niet alleen met woorden te danken " «Goed, dat u deze troef tot hst laatst heeft biwaard, manheer Harcourt l" bracht Prickett lacherd in het midden. «Want dat is immers niets meer en niets minder dan eene poging tot omkooping! Maar, vindt u het goed om nu aan onze besprekingen een eind te maken ? Zal ik een rgtnig aanroepen?" Prickett deed de voordeur open en liet met behulp van zgn huissleutel een scherp gefluit hooren. Hg wachtte vervolgens op het resultaat van zgn kunststuk, de aankomst van eene droschke op straat af, om vader en dochter wat langer tijd tot afscheid te gunnen, een fgngevosligheid, welke bem zelf bgna benauwen! voorkwam, en die hem zelfs aanleiding gaf om zjjne terugkomst in de kamer door een voorzichtig kloppen aan te melden. Die beiden hielden elkaar nog omvat, toen bij binnentrad, maar namen toch gewillig afscheid van elkaar. «Vaarwel, lieveling 1 Wg zullen immers van elkaar hooren. — Mijnheer Prickett, ik geef h mijn kind als een heilig pand." «Biteekent ook wat met die hiiligheid!" riep Prickett met goedhartigen spot. «Zij zal goed beschermd worden, bezweringen zijn volstrek, niet noodig. Hier heen mijnheer Harcourt..." Beide mannen stapten in het rgtnig en reden weg. Achtste Hoofdstuk. In den nacht welke op dezen gewichtigen dag volgde, zon de exgeweldige, de sluwe, handige vermetele inspecteur Prickett, de schrik van alle
schurken te L mden, tot de diepste vernedering van zgn geheel leven oitwaken. Hij bevond zich in een pikswarie duisternis; hij was aan de enkels en de knifë ), aan de polsen en elle bogen geboeid en het bloed bruiste en klopte hem in zijn pijnlijk hoofd. Overigens bevond hjj zich in een b?d, en de aanraking van de wang daar re ei overtuigde hem, dat het overtr-k daarvan uit fgn linnen bestond. Maar dit was ook de eenige observatie, welke hg kon maken, totdat hij van de straat het rollen van raderen vernam. Hij kon daa'uit opmaken, dat hg zich in eene hooggelegen voorkamer bevond en dat de straat met asphalt geplaveid was. Nu trachtti hg na te denken, maar zijn brein ontzegde hem voor een tijdlarg den dienst. Slechts zgn boofdpgn en zgee boeien waren zekerheid voor hem. Het w?s waarschijnlijk, dat hg zich nog in Londen bevond. Langzamerhand werd zjjn denkvermogen helderder en kon bij zich het eea en ander herinneren — veel was het echter niet. Hjj was de Gowerstreet doorgegaan, welke tegenwoordig wel is waar niet meer tot de voornaamste straten gerekend wordt, maar toch tot een hoogst fatsoenlgk kalm kwartier behoort en die elk Lmdenaar tot de veiligste zou rekenen. Een der eers e herfstnevels was gevallen, niet zoo diebt, of raen kon den weg nog wel vinden, maar toch dicht genoeg, dat de rgtuigen spookachtig langs iemand voorbij snelden en men de huizen aan den anderen kant der straat niet kon onderschailan. Hij nam ook toe aaa de dichtheid, en hst w rJ daarbij zoo koud, dat Prickett st«an bleef, om zjjne overjas dicht te knoopen. Hg herinnarda zich nu, dat hjj een haastigen voetstap achter zich gehoord had — vervolgens een bedwelmende slag, duizeligheid, dansende vuurvonken — dat was alles. (Wordt vervolgd.)