De Oostenrjjksche Minister van Oorlog heeft op zijne begrooting 700.000 doorgehaald. De eisch is: eene vermindering van f 1.600.000. Kegeering en Kamer zullen in dezen wel tot een vergelijk komen. De Staat schijnt het voornemen te hebben om van de voornaamste spoorwegen meester te worden. Op de bijeenkomst van Duitsche, Engelsche en Fransche gezanten te Pest schijnt de Turksch-Grieksche grens-kwestie behandeld te worden. Men zegt dat Koning George, door Gladstone daartoe aangezet, des noods met geweld zal trachten te nemen wat Griekenland bij het Berlijnsche tractaat is toegedeeld. Het Zwarte Centrum is van de Presidents-tafel van den Pruissischen Landdag verdreven, tot straf voor zjjne «waardige onthouding van de Keulsche Domfeesten." De heer von Heeremans, die op de Keizerlijke uitnoodiging tot het feest zich ziek meldde, en de heer von Frankenstein, die meende te moeten schitteren door zijne afwezigheid, hebben ondervonden dat het in Pruissen nog geldt: die den Keizer niet eert, is de eer des Volks niet waard. Zelfs conservatieven, die in vele dingen met het Centrum gaan, onthielden aan genoemde heeren hunne stem. De Landdag — zegt een Berlijnsch blad — die voor 'toog der gansche wereld het Centrum zulk eene nederlaag deed ondergaan, heeft zich daardoor zeer verdienstelijk gemaakt. Garibaldi verkeert in hoogst treurigen ligchaamstoestand. Hij kan zich haast niet meer bewegen, zelfs het hoofd niet, dat door de jicht is aangetast. »Ik zal — zou hij mismoedig gezegd hebben — mijn geliefd Caprera niet wederzien, maar ik wil op de bres sterven en zoo lang ik leef strijden tegen een bondgenootschap van Italië en Oostenrijk. Ook Leo Xlll zou in 't geheel niet wèl zijn. Bij de audientie aan 600 oud-beambten van den ex-Pauseljjken staat kon hij moeijelijk gaan en staan. Hjj moest in een stoel in de zaal gedragen worden en 4 bedienden hielpen hem op den Troon. Men zegt dat hij ergens een fistel heeft, die over kort of over lang, eene levensgevaarlijke operatie zal eischen. Men telegrafeert uit Londen dat de reddingsboot in den nacht van 29 October jl. op de Nortfolksche kust is omgeslagen en de bemanning, elf man, het leven verloor.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 02-11-1880
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 02-11-1880
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 258
- Jaargang
- 57
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
LAATSTE BERIGTEN. BUITENLAND.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS. Bij de Ned. Herv. Kerk.
Bedankt: voor Standdaarbuiten door ds. J. G. Blaauw te Noord wijk-Binnen. — Tweetal te Vuren en Dalem: van der Linden te Haaften en Kan de Beer te Poederogen. Bij de Christ. Geref. Kerk. - Beroepen: te Veendam ds. E. H. Vos te Ruinerwold; te Niezijl ds. J. A. de Bruin te Hazerswoude. — Bedankt: voor Alkmaar door ds. J. Thijs te Sassenheim. Bij de Evang. Litlli. gemeente. Beroepen : te Leeuwarden ds. P. Groote te Bodegraven. Tot leden van het kiescollegie der Hervormde gemeente te Hollandscheveld zijn gekozen de hh. A. L. Mol, aftr., S. S. Snippe, aftr,, B. Veuger en E. B. Slot. Kleppel , 1 Nov. Het kiescollegie der Ned. Herv. gemeente alhier heeft als ouderlingen herbenoemd de heeren J. A. Boom en G. Koning en als diakenen de heeren E. Lakke en G. Jakobs. De gemeenteraad van Delft heeft dr. W. D. Gratama te Zierikzee benoem d tot leeraar in natuur-, scheikunde en natuurlijke historie aan het gymnasium. — Tot hulponderwijzer te Leeuwarden is benoemd K. Semplonius te Meppel. — Zestal voor hoofd, te Zuidwelde : Steenhuis te Groningen, van der Land te Groningen, Bos te Zaandam, Marwitz te Nieuwolda, Smit te Zuidbroek en Rowaan te Oldezijl. Stellingen , 30 Oct. Door den raad der gemeente Vlagtwedde zijn heden benoemd: tot hulponderwijzer te Sellingen A. de Jong van Ter-ApelerKanaal; tot hulponderwijzer te Bourtange S. Gans van Uithuizen; slechts deze twee hadden zich, na gedane openlijke oproeping, voor die betrekkingen aangegeven. Zij zijn benoemd voor één jaar, op eene jaarwedde van f 550.
Aan de Staten der provincie Drenthe.
Met versehuldigden eerbied veroorlooft zich het bestuur der Drentsche kanaalmaatschappij, aan Uwe Vergadering het volgende voor te dragen: Tengevolge der aan de heeren Slingenberg en Dommers verleende concessie voor den aanleg van een kanaal van Coevorden naar Nieuw-Amsterdam, zal eene verbinding tot stand komen tusschen de wateren der verlengde Hoogeveensche vaart in Barge met die der grachten van Coevorden. Het nu geconcessioneerde kanaal zal het gebruik — het volle genot — hebben van de kanaalpanden der Hoogeveensche vaart, die nu reeds, boven deNoordsche sluis, in de Bargerveenen zijn opgelegd en van de nog tot stand te brengen doortrekking tot aan de Pruissische grens; — die gedeelten van het kanaal der Drentsche kanaalmaatschappij zullen voor het kanaal Coevorden—Nieuw-Amsterdam bovenpanden zijn, evenzeer als voor de Hoogeveensche vaart. De onderneming die ze met groote geldelijke offers oplegde en verder met den opleg is belast; — die het onderhoud geheel voor hare rekening heeft, zal daarvan geen grooter genot hebben dan de nieuwe onderneming, die zich voorstelt het product der veenen in eene andere rigting af te voeren. Gelijk voordeel in vrijheid van kanaalgebruik voor de onderneming, die de kanalen bekostigt en onderhoudt èn voor de onderneming, die tot de kosten niets bijdraagt. Verlies daarenboven aan de zijde der eerstgenoemde onderneming in het wegvallen van een deel harer kanaalregten. Al betwist adressant de Regeeringsbevoegheid niet om, onder deze omstandigheden, concessie aan de tweede onderneming te verleenen, hij schroomt niet de gevolgen voor de eerste zeer hard te noemen. Doch het is niet alleen deze hardheid, die adressant op het oog heeft. Er is meer. De concessie is aan de heeren Slingenberg en Dommers verleend, zonder hen eenige verpligting op te leggen om, naarmate van het belang, te deelen in een last die op de voorgeschrevene, voor hun kanaal en dat der Hoogeveensche vaart gemeenschappelijke bovenpanden drukt en drukken zal. Adressant bedoelt den last van de bezorging en de bekostiging van de ontlastingsmiddelen bij wateroverlast. Het zou eene schromelijke onbillijkheid zijn dien last alleen te laten drukken op de schouders der onderneming, die aanleg en onderhoud dier bovenpanden bezorgt, nu zij voor eene tweede onderneming, evenals voor haar, bovenpanden zullen zijn. Het zou bovendien het gevolg hebben dat bij afvoer van overtollig water langs de Hoogeveensche vaart, en op een anderen weg is vooralsnog weinig uitzigt, op het westen van Drenthe wateroverlast werd overgebragt, die naar de ligging der gronden door het oostelijk deel zou behooren gedragen te worden ; — eene overbrenging, die voor die westelijke streken een groot bezwaar zou opleveren. Maar er is nog meer. Niettegenstaande de Drentsche kanalmaatschappij bij hare concessie tegen schadelijk waterverlies is gewaarborgd; — niettegenstaande de verbinding Coevorden—Nieuw-Amsterdam zeer stellig tot waterverlies leiden zal, bevat de concessie voor dit laatste kanaal geene bepaling, die haar tot teruggave van schutwater verpligt of eenige andere bepaliDg hoegenaamd, die waarborg zou opleren voor de waterverliezende onderneming in betrekking tot mogelijke wateronttrekking of waterverspilling. Adressant heeft, toen het nog tijd was, bij herhaling mondeling en schriftelijk verzocht, dat door de Regeering geene concessie, die verbinding met de wateren zijner kanalen ten doel had, mogt worden
verleend, zonder dat hij in zijne bij de verbinding zoo naauw betrokken belangen zou zijn gehoord. Aan dat verzoek is geen gehoor gegeven. Toen de verleende concessie aan het bestuur was bekend geworden, heeft het zich tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal gewend, met het verzoek, dat door het verbinden eener voorwaarde aan de verleening van het rijkssubsidie mogt worden verzekerd dat alsnog aan de regtmatige grieven van het bestuur werd te gemoet gekomen. Het heeft niet gebaat. Het bestuur komt nu tot het hetzelfde einde hulp zoeken bij Uwe Vergadering. Het verwacht die hulp van U, omdat het overtuigd is, dat gjj belang stelt in alles wat provinciaal belang is. Dat de Hoogeveensche vaart en hare verlenging in de Bargerveenen de belangen der provincie raakt, — het zal overbodig zijn dit te betoogen; het geheele zuiden van Drenthe is er bij betrokken, van de Pruissische grens tot Meppel toe; — zij heeft de ontginning der Ermer- en Bargerveenen tengevolge gehad; de welvaart van geheel de streek waarlangs de seheepvaartbeweging op hare wateren zich uitstrekt, getuigt van de belangen, die zij bevorderd heeft. Hare kanalisatie is met hulp der provincie tot stand gebragt. De provincie zal niet toelaten, dat het bestaan der onderneming in de waagschaal worde gesteld. In de behandeling der tot U gebragte aanvraag om subsidie uit de kas der provincie biedt zich de gelegenheid aan om de Drentsche kanaalmaatschappij te hulp te komen tot herstel van de onbillijkheden, die jegens haar begaan zijn. Adressant bedoelt geen herstel van het finantiëel nadeel, dat zijne maatschappij door het openen van een tweeden afvoerweg zal lijden; — hij bedoelt alleen waarborg tegen wateronttrekking en — ontheffing van een deel van den last om, voor de gemeenschappelijke bovenpanden, alleen de bezorging en bekostiging der ontlastingsmiddelen te dragen. Beiden zijn voor de Maatschappij van overwegend belang. De afwending van het kwaad, dat haar in opzigt tot de beide belangen dreigt, vordert de billijkheid — vordert ook het provinciaal belang. Jegens de onderneming, die het kanaal Coevorden— Nieuw-Amsterdam zal aanleggen, zal door Uwe tusschenkomst, die het bestuur inroept, geene onbillijkheid worden begaan. Adressant doet uitkomen, dat ook het belang der veeneigenaren — het belang der gronden in Barge — het herstel der grieven vordert. Kan de maatschappij de waterontlasting niet voldoende bevorderen, het zjjn de aangelegen gronden, die in de eerste plaats nadeel zullen lijden. Dat waterbehoud een veenbelang is; — het zal niet behoeven te worden aangetoond. Adressant veroorlooft zich, in betrekking tot de zorg voor het laatst besproken belang, te verwijzen naar het hierbij overgelegde gedrukt contract, op 1 Junij 1859, tusschen de Maatschappij en de veeneigenaren gesloten, waarbij onder ten veertiende, met het oog op eene eventuële afsluizing in zuidelijke of westelijke rigting, de noodige bepalingen tot regeling der gevolgen zijn gemaakt. Met de verwijzing naar de betrekkelijke bepaling bedoelt adre .sT sant niet te kennen te geven, dat hij nu de geheele toepassing der bij de overeenkomst in dit opzigt, gemaakte bepalingen zou verlangen, maar meer — om te doen uitkomen het belang dat toen van beide zijden 'in de zaak is gesteld en — de mogelijkheid eener billijke regeling. Adressant is overtuigd, dat Uwe Vergadering den door hem gedanen stap zal waarderen als gedaan met de bedoeling om mogelijke conflicten te voorkomen en overigens alleen voortspruitende uit de zucht om, tot zelfbehoud, te doen wat mogelijk is. Hij veroorlooft zich op grond van het vorenstaande, van Uwe Vergadering te verzoeken, dat zij aan het door haar aan de heeren Slingenberg en Dommers voor hunne kanaalonderneming te verleenen provinciaal subsidie de voorwaarde verbinde: Dat, onder medewerking der Regeering, zoo noodig door wijziging der concessie, aan genoemde heeren verleend, eene regeling tot stand kome, waardoor 1°. een deel van den last van de bezorging en de bekostiging der waterontlasting, voor zooveel de gemeenschappelijke bovenpanden betreft, wordt gelegd op de onderneming, die het kanaal Coevorden— Nieuw-Amsterdam zal aanleggen en 2°. de Drentsche Kanaalmaatschappij tegen te nadeelig waterverlies, "wateronttrekking en waterverspilling wordt gewaarborgd. Hoogeveen, 25 October 1880. 'tWelk doende enz., De Directeur der Drentsche Kanaal-Maatschappij, handelende onder authorisatie van Commissarissen dier Maatschappij, H. L. VAN DER L ELIJ.
REGTSZAKEN. Geregtshof te Leeuwarden.
30 Oct. Het Hof heeft arrest gewezen tegen E. M., oud 31 jaren, verwersknecht, geboren en wonende te L., in hechtenis, schuldig verklaard: '1°. aan diefstal bij nacht op eene bewoonde plaats (in casu madera, annisette en bier) en 2°. aan het wanbedrijf van eenvoudigen diefstal (in casu een Berlijnsch zilveren tabaksdoos) en hem veroordeeld tot 1 jaar celstraf. Verdediger mr. ./. Wolff, advocaat en procureur bij dit Hof, wonende te Leeuwarden.
INGEZONDEN STUKKEN.
De schrijver dezer regelen is tegelijk met de wot van 1857 in functie getreden. Thans 1 Nov. 1880 aan een mijlpaal gekomen in de geschiedenis van het openbaar lager onderwijs, wenscht hij even terug te zien op den afgelegden weg en vraagt daarom eenige oogenblikken het woord. Als de helft waar was van al hetgeen men de openbare lagere school en hare onderwijzers sedert 1857 heeft toegedicht en naar het hoofd geworpen, dan voorzeker was de buitenste duisternis voor geen van beiden zwart genoeg. Wat te antwoorden op al dien hoon? Niets: de strijd om de lagere school schijnt een wereldstrijd te worden; niet minder hevig dan inoysland wordt
hij gevoerd buiten zjjne grenzen. Agitatie dus overal. Ze was hier voor eenige jaren toen de pen ontviel aan de bekwame hand van den waardigen Mioulet; ze is er heden en ze kondigt zich aan voor de toekomst. 'tls den Sisten Oetober. De oudejaarsavond der wet van 1857. Een belangrijke mijlpaal zijn wij genaderd. Geen wonder dat ons oog zich rigt op de twintig jaren die achter ons liggen; dat we zien op het nieuwe tijdvak, dat zich voor ons opent! Geen wonder dat velerlei gedachten ons hoofd doorkruisen, dat tal van vragen elkander verdringen! Wat moeten wij doen ? Op den 31 sten Oetober trad eenmaal één man tegen de halve wereld op, en het beginsel van zelfstandigheid was geboren. Maar hij trad op met een zeldzaam geloof in zich zelf, in zijne kracht, en, toen hij de bekende woorden: »hier sta ik!" uitsprak, dacht hij misschien aan den zwaren strijd, die hem wachtte; maar niet aan terugtreden, aan het verzuimen van wat hij toen reeds als pligt beschouwde. »Hier staan wij" na twintig jaren strijdens. Een stille hulde aan u, die met ons den strijd aanbondt, maar aan onze zijde zijt gevallen in »de worsteling tusschen nacht en tusschen dag." Gij hebt, gelijk eenmaal de man Gods, het beloofde land maar van verre gezien! Als gij morgen »als donkere wolken zult voorbijtrekken langs de zon onzer feestvreugde", dan zal ons dit welligt eenige oogenblikken somber stemmen. Hoeveel hebt gij gehoopt, misschien geleden ! Er ligt iets aandoenlijks in de gedachte, dat ge alligt met weinig blijde waart geweest en gelukkig. Toen ik schreef: het beloofde land, had ik eerst achter beloofde een vraagteeken staan; maar ik heb dat weer doorgehaald; eensdeels had het moeten blijven staan om aan te wijzen, dat de vergelijking niet zuiver was: immers de omzwerving in de woestijn heeft nog op verre na geen veertig jaren geduurd; maar aan den anderen kant vreesde ik een wanklank te mengen in het koor der verheugden en dat wilde ik op een avond als deze niet doen. Hier staan wij. Den tijd, die achter ons ligt, laten wij rusten. Er een juist oordeel over te vellen blijve voor latere tijden bewaard. Maar zooveel is zeker: de natie heeft de openbare lagere school, trots al hare gebreken, lief gekregen. Dit zij onze voldoening. Die liefde zal toenemen naarmate hare gebreken verminderen. Met blijdschap zien we, dat jongelieden ' met den meest gelukkigen aanleg, meer dan vroeger, zieh aan het onderwijs wijden. In de schoolbibliotheek, met eenige zorg gekozen, vroeger wel geoorloofd, maar nu verpligtend gesteld, zie ik eene der grootste verbeteringen, die de nieuwe wet zal brengen. Daarbij komt het handwerksonderwijs. Verstandig geregeld en goed gegeven, kan het leiden tot vrijwilligen leerpligt. Er ligt bezieling, paedagogische kracht in de levensgeschiedenis van een groot man. Staan wij morgen met nieuwen lust en ijver op onzen post; zjjn onze voornemens vernieuwd, onze krachten gestaald door Luther's voorbeeld, weten wij wat wij willen en strijden wij voor ons beginsel, dan kan het niet anders of ons werk sop den grooten akker" zal rijke vrachten dragen. Dan wensch ik het vaderland en vooral de hoop des vaderlands geluk met dezen dubbelen hervormingsdag. U, mijnheer de redacteur! dank ik reeds bij voorbaat voor de opname. Zuidwolde, 31 Oetober 1880. J. Uilenberg.
TELEGRAFISCHE DEPÈCHES.
'aHage, 1 Nov. Tweede Kamer. De heeren Moens en Verheijen hebben ontslag als lid der Kamer genomen wegens hunne benoeming tot inspecteurs van het lager onderwijs. De heer de Bieberstein is overleden. De behandeling van het strafwetboek is voortgezet en wel van art. 157 (opzettelijke brandstichtingen, brandstichting met of zonder levensgevaar en dood van anderen). Hierop zijn twee amendementen door de commissie van rapporteurs voorgesteld: 1. om als criterium te stellen, dat de dader bewustheid bezat van het gevaar dat hij doet ontstaan; 2. om de maxima van de voorgestelde straffen, zoowel voor dit als voor andere gemeen-gevaarlijke misdrijven, te verhoogen tot 12 jaar voor opzettelijke pleging, 15 jaar voor idem met levensgevaar en 20 jaar of levenslang, als daardoor de dood van iemand is veroorzaakt. De Minister ontraadt het eerste amendement, uit vrees de objectiviteit der strafwet in gevaar te brengen, doch neemt het tweede amendement over, om des te zekerder dergelijke groote misdadigers levenslang te kunnen straffen en te voorkomen, dat de toekomstige regter het begrip van moord te eng opvatte. Het eerste amendement is verworpen met 28 tegen 27 stemmen. Bij art. 158 verklaart de Minister over te nemen alle amendementen der commissie van rapporteurs, strekkende om voor culpose misdrijven hechtenis of gevangenisstraf alternatief te bedreigen.
Bij art. 174 (straf tegen verkoop van voor gezondheid en leven schadelijke waren) verklaart de Minister dat warm zoo algemeen mogelijk moeten worden opgevat en dat hij met den Minister van Binnenl. Zaken zal overleggen eene organisatie van het toezigt. In artt. 179 en 181 is de straf op dwang tegen ambtenaren met een jaar verhoogd. De discussie is gevorderd tot art. 186, na eene kleine wijziging in art. 185. Morgen voortzetting. Parijs, 1 Nov. Een deputatie van Catholieken wilde te Marseille aan den prefect een protest aanbieden tegen de uitvoering der Maart-decreten. De prefect weigerde de deputatie te ontvangen en verklaarde, dat hij allen, die niet aan de wet gehoorzamen, zou beschouwen als oproerlingen. Londen , 1 Nov. De Times bevat een telegram uit Candahar van 31 Oct., meldende, dat voor zoover bekend de rust te Caboul tot 14 Oct. niet werd verstoord en dat aldaar (te Candahar) dagelijks een groote karavaan uit Caboul werd verwacht. Een /tewter-telegram uit Teheran van 31 Oct. meldt, dat officieel is berigt, dat een Perzisch generaal met 4000 man troepen Urumiah is binnengetrokken en dat de Kurden zich naar het Zuiden terugtrokken. Niettegenstaande gaan vele andere Kurdische benden voort verschillende deelen van het Perzisch gebied te plunderen. Amsterdam , 1 Nov. Tarwe per 2400 kilo : per Maart f 298; Nov. f 284. Rogge per 2100 kilo : Galatz f 255; Taganrog f255; per Maart f241, 242, 243; Mei f 236, 237. Kaapolie de 100 kilogr.: op 6/weken f 32.—; vliegend f —.—; per Mei f33.—; najaar f31.5/8 Lijnolie per 100 kilogr.: op 6 weken f 30.1/4 vliegend f —.—; drie zomermaanden f 29.5/8 najaar f 29.3/4. Ssan tbr Amiterdass. Nkoerland . Cert. Nat. Schuld . . 2', dito dito dito 3 dito dito dito 4 Oblig. dito 1878 4 Griekenland . Oblig. 1825 .... 5 Italië . Cert. Amsterd. Adm ... 5 Oostenr . Oblig. in papier Mei-Nov. 5 dito » » » Feb.-Aug. 5 dito » » zilv. Jan.-Julij. 5 dito » # » April-Oct. 5 dito » » goud . . . 4 Portugal . Oblig. 1853/78 .... 3 Rusl . Oblig. H.& Co. 1798—1816 5 Cert. Inschr. 6e Serie 1855 5 Oblig. 1864 4 f 1000 ... 5 » 1866 1000 . . 5 » 1877 pd.st.20—100 5 » 1873 geconsolid. . . 5 » le Oostersche Leen. 5 # 2e dito dito 5 » 1875 pd.st. 50—100 4 1 /. » Leening 1867—1869 4 Spanje . Oblig. buitenl. 1867/1875 1 t dito dito 1876 ... 2 » dito binnenl. 5000 esc. 1 • dito dito 1876 ... 2 Turkije Oblig. Alg. Schuld. 1865 5 » » » 1869 6 Egypte . Oblig. Leening 1876 . . 6 » Spw. 1876 . . 5 N.-Ajjer . Obl. Ver. Staten 1876 . . 4'/, dito » « » 1871 . . 5 Florida 8 Louisiana. Geconsolideerde . . 7 Mexico . Obligatiën .... 1851 3 dito » .... 1864 3 Brazilië . Oblig. Londen . . 1865 5 Columbia. ï 4 1 /. Ecüador. » 1855 1 Peru . » Leening . . .1870 6 dito » » ... 1872 5 Venezuela. » 3 dito » l'/i Ned . Aand. Amst. Kanaal-Maatsch. Oblig. » » 4 Aand. N. Hand.opderescont. 5 » Rotterd. Handelsver. Duitschland . Aand. Rijksbank. t Cert. Adm. Amst Oostenrijk . Ad. Nat. Bank 5 pet. / Amerika . Colorado Land-Maat. 7 dito Ma?wetl Incomebonds Ned. M. t Ëxpl. v. St-Sp. Aand. » »' » Oblg. Ned . Centraal-Spoorweg Aand. > » gestemp. Oblig. > Ind. Spoorweg Aand. . . . » » » Obl. 1869 4»/, Noord-Brab. Boxtel Oblig i'j, » » » 1875 5 Hongarije . Theiss-Spoorw. Aand. 5 Italië . Vict. Emm. Oblig. . . 3 » Zuid-Ital. Spw. » . . 3 Polen . Warsch.-Bromberg . . 4 Rusland . Groote Spw. M. Aand. 5 » Baltische Spoorw. » 3 » Brest-Grajewo Oblig. . . 5 Charkow-Azow » . . 5 Jelez-Griasi » . . 5 Jelez-Orel » . . 5 Kursk-Ch. » . . 5 Losowo-Sebastopol Oblig. 5 Morschank-Sysran Aand. 5 Mosk.-Jarolslaw Obl. . . 5 p Orel-Vitebsk y,... 5 » Poti-Tillis Obl a f 1000 5 » Riaschk-Wias h.< aAand 5 > Aand. Zuid-West. Spw. 5 Amerika . Att Mississipp Ohio » 7 » Cairo St. Louis » 7 i California Oregon » 7 » Canada Southern Aand. 6 » Chic. N. West. Cert. » t » Madison ext. Obl. 7 i » South Western » 7 » Denver Pacific » 7 » » Rio Grande » 7 » Illinois Cert. v. .... i Missouri Kans. Texas Obl. 7 » N. Y. Lake Erie W. Aand. » St. P. Miifli & Man. Obl. 7 1081/2 100.3/4 » Union Pacif. Hoofdl. » 6 Nederland . Stad Amsterdam . . 3 dito s Rotterdam... 3 Oostenrijk . Staatsleening 1854 . 4 > i> ' 1860 . 5 » » 1864 . » Stad Weenen 1874 . Rusland . Staatsleening 1864 . 5 » » 1866 . 5 Spanje . Stad Madrid 1868 . 3 Turkije . Spoorwegleening .... 3 Hollandsche vieren 5/8, Russen Illinois, Texas, Cairo, Erie en Maxwell' 1/2 a' 1 Columbus 4 a 5 en Paduca 1.3/4 pet. hooger. 2, Russ. Spoor 1/2, Oostenrijk en 'Spanje 1/8 en Mississippi 5/8 pet, lager. vorige koers 64.1/8 76.1/2 101.1/8 101.3/4 22.5/8 78 60.3/4 60.5/8 61.7/8 62.1/4 73.5/8 51.3/4 96.7/8 81.1/8 95.3/8 95.3/8 92.5/8 87.13/16 54.3/8 54.1/2 79.5/8 75.5/8 20.5/8 41.1/2 19.5/8 38.1/4 9 10.1/4 64.3/8 93.1/4 108.7/8 101.1/8 27.5/8 45.1/8 12.11/16 6.1/8 96 29.3/4 8.1/2 15.1/2 13.3/4 7.3/4 3.13/16 42.3/8 100.1 4 112 14.1/2 145 144 117 30 37.1/8 118.7/16 100.7/8 28.1/2 59 144 103 22 70.3/8 102.7/8 52 50.1/4 51.1/4 ■126.3/4 55.1/4 93.1/2 90.1/2 87.1/2 89.7/8 88.3/4 84.5/8 67.1/2 98 89.7/8 89.3/8 67.7/8 56.3/4 108.1/8 62.1/4 104.3/4 67.1/2 139.1/4 115.3/4 115 103.3/8 117.1/4 107 44 106.1/2 111.1 4 108.1/4 101.1/4 103.1/2 110.1/4 147.3/4 99.1/4 ■1 39 129.1/4 68.3/4 7.3/8 1/8 a 1 Nov. 64.3/16 76.1/2 101.1/2 101.7/8 61.3/8 60.3/4 61.3/4 62.1/8 73.3/4 51.3/4 96.3/4 80.3/4 95.1/4 92.3/4 87.3/4 54.3/8 53.3/4 79.7/8 75.5/8 20.1/2 41.3/4 19.5/8 37.1/2 8.15/16 10.1/4 65.7/16 101 46 13 6.1/8 96.1/8 29.5/8 15.9/16 13.13,16 8 4.1/8 42.1/4 112 14 117.5/8 33.1/4 38.1/4 28.1/4 59.1/8 103 52.3/4 50.3/8 51.3/8 126.3/8 55.1/8 93.1/4 88 89.7/8 89 67.1/4 97.7/8 89.1/2 89 67.1/4 56.5/8 107.3/4 63.1/4 104.1/4 67.7/8 139.1/4 114.1/4 108.5/8 118 107.13/16 44.3/4 110 148 98.7/8 132 129.1/4 68.3/8 7.3/8 Canada 3/8, Cleveland en Ned. Bank
Autsterditni , l Nov. Petroleum voor oonsuratie f 15.25. Éieiïï»»!», 1 Nov. Rjjnhoogte 6.55 M. Gev, 57 centimeter. Keufen, I Nov. Betrokken lucht. Iionden , 1 Nov. Aan de veemarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: sh./p. sh./p. Runderen 3800 Schapen en Lamineren . 10000 Kalveren 300 Varkens — 4/ & 5/9 5/ 4 6/8 4/8 a 5/9 3/8 a 5/6