's Ilage. 14 Nov. Bij Kon. besluit is de heer W. Tijmes, burgemeester der gemeente Emmen, als zoodanig herbenoemd. 's Hage, 14 Nov. Yan af 15 Nov. is de invoer van melkkoeien langs Selzaete verboden en langs Clinge (station en dorp) weer geoorloofd. 's Hage, 14 Nov. Gekozen tot lid der Eerste Kamer voor de provincie Limburg de heer A. Michiels van Kessenich, met 40 van de 42 stemmen. De heer Victor de Stuers bekwam 1 stem. 'sHage, 14]Nov. Tweede Kamer. Ongevallenwet. In de beraadslaging bleef nog geruimen tijd de omvang der schadeloosstelling en de berekening daarvan met de amendementen, om den steun vroeger en naar een hooger percentage uit te keeren dan de Regeering voorstelt. De heer Kuyper ontvouwde nader zijn voorstel tot uitkeering daags na het ongeval; tot vervoeging der ongeschiktverklaring, tot verhooging der uitkeering van 50 op 70 percent en tot toekenning aan gedeeltelijk ongeschikten van 25 op 50 percent. Hij vroeg de medewerking der Begeering na een schets te hebben gegeven der ellende in het gezin bij ziekte van den kostwinner en het daaruit voortkomende demoraliserende borgstelsel. Op simulatie kan straf gesteld worden. Bij de verdere gedachtenwisseling verdedigde de heer Meester de toekenning van 50 percent van af den dag van het ongeval, zijnde de terugwerkende kracht, aan het regeeringsvoorstel, door den heer Troelstra voorgesteld; betoonden de heeren Yeegens en Troelstra in beginsel sympathie met het jongste voorstel-Kuyper, waarvan de Minister van Waterstaat krachtig bestreed de voorgestelde regeling bij gedeeltelijke ongeschiktheid, reden waarom hij dat voorstel ontried en zich meer verklaarde voor terugwerking der regeeringsregeling volgens het amendement Troelstra. Ten gunste van den werkman bepaalt de Minister nog in het Regeeringsartikel dat uitkeering krijgt hij, die niet in staat in zijn gewoon werk te verrichten. Bij stemming werd verworpen met 61 tegen 20 stemmen het sub-amendement-van Kol (stfclsel-Drucker, uitkeering na den derden dag); verworpen met 55 tegen 26 stemmen het amendement-Drucker (70 percent loon na den 8aten dag); aangenomen met 59 tegen 22 stemmen het amendement-Kuyper (uitkeering van den dag af, vervroeging der ongeschiktverklaring en 70 percent bij algemeens ongeschiktheid); verworpen met 49 tegen 32 stemmen het tweede gedeelte (25 of 50 percent bij gedeeltelijke ongeschiktheid). Het amendement-ïroelstra is vervalien. Art. 22 bepaalt de rente-uitkeering van drie weken bij geheele ongeschiktheid op 10 pet. van het loon en bij gedeeltelijke ongeschiktheid van een rente in verhouding tot de verloren geschiktheid. Hierop is voorgesteld: 1. een amendement-Drucker, bepalende dat, als de werkman in dienst blijft op tenminste 90 pet. van het dagloon, de rente aan den werkgever wordt uitgekeerd; 2. een amendement-van Kol, om bij geheele ongeschiktheid de rente te doen bestaan uit het volle loon, wat de heer Schaper toelichtte met
een beroep op de billijkheid en de ongunstige positie van den werkman; 3. een sub-amendement-Nolting, om eerst de rente aan den werkgever uit te keeren als de getroffen werkman het volle loon blijft genieten. De Minister ontried het amendement-van Kol, daar de wet reeds verder ging dan ergens elders en bestreed het amendement-Drucker en het subamendement-Nolting, die nadeelig zouden uitkomen voor den werkman. De heer Kuyper maakte namens de commissie van rapporteurs bezwaar tegen het amendement-van Kol, maar was vóór het amendementDrucker en nog meer voor het amendement» Nolting. De heer van Kempen bestreed weekheid en het amendement-van Kol, wat de heer Schaper beantwoordde, door te spreken van weekheid ten bate van den werkgever. Deze bestreed het amendement-Drucker, waardoor de werkman afhankelijk wordt van den werkgever. De heer Kerdijk trok zijn amendement in, omdat de Minister de onuitvoerbaarheid had betoogd, waardoor het sub-amendement-Nolting vervalt. De heer Kerdijk stelde nu een nieuw amendement voor, doch nu werd art. 22 aangehouden tot morgen. Door de heeren Klerk c.s. is een nieuw art. 22bis voorgesteld, de mogelijkheid openende tot herziening der rente voor geheel invalide werklieden, als later blijkt dat de loonstandaard sedert is verhoogd. Renteherziening zou slechts om de 5 jaar zijn toegestaan. Art. 22bis wordt aangehouden. Art. 23 is goedgekeurd. Hierna wordt voorgesteld een amendt.-Yerheyvan Raalte, om de rente te verhoogen tot 90 pet., indien de getroffene hoegenaamd geen arbeid meer kan verrichten, en een sub-amendt.-Heldt, om dan het volle dagloon uit te keeren. Ook dit amendement wordt aangehouden tot morgen. Morgen te 10 uur voortzetting. Maseru, (in Basutoland), 8 Nov. (Reuter). Er zijn aanwijzingen, dat het Basutohoofd Joel zich bij de Boeren wil voegen. Andere hoofden willen het Britsche bestuur getrouw blijven. Tuli, 31 Oct. De Boeren verlieten de noordelijke grens van de Transvaal, uitgezonderd een commando, dat de Pontdrift bleef. lümberley, 7 Nov. (Reuter.) De vijand wierp heden granaten in de gebouwen en werken van de waterleiding. Klmberley, 8 Nov. (Reuter.) De beschieting van Kimberley hield gister den geheelen dag aan zonder schade aan te richten. De meeste granaten sprongen niet. pet. 27, 3 Nederl. Cert. Nat. Schuld Obl » » » Cert. > » . 3 Hongarije. Goudl. 1881/93 . 4 Italio, Inschrijving 1862/81 . 5 Oostenr., Obl. in pap. Mei/Nov. 5 » » zilver Jan./Juli. 5 Portug., Obl. Buit. 1853/84 Tick. 3 » » 1888/89 m. Ticket 4 1 /, » > Tabaksmonopolia 4 2 / a Rusl,, Obl. Binnenl. 1894 . 4 » » Goudl. 1880 . . 4 » » 1889 Rothsch. . 4 » > 1889/90 Hope &Co. 4 » » 1894, 6e uitg. bij Roth. 4 » » Leen. 1867/69 . . 4 > » » 1894 Orel Viteb. 4 > » » 1889 ... 3 » > in goud 1884 . . 5 Spanje, Obl. Buit. Perpet. Sch. 4 Turkije, Obl. Gepriviligeerde 4 > > Douane 1886 . 5 » » Geconv. Serie D Mexico, Binn. afl. obl. Ie en 2e S. 5 » 1888 6 Brazilië, Obl. Londen 1889 . 4 > Funding Loan 1898 . 5 Columbia, Oblig 2V, Venezuela 1881 4 N. West. & Pac. Hyp.-B. Pandbr. 5 Cultuur-M. Vorstenlanden aand. Koloniale Bank, Oblig. . . 5 Ned. Handel-Maatsch. op resc. > Indische Handelsb. Aand. Moeara Enim Petrol.mij] > N. Afrik. Handelsvenn. » Amer., Abr. Constr. C. Synd Tr. C. » Kans. City Pittsb. Gulff O. 4 » » » Term. Const. C.v.A. Peruv., Cor. Lim first. Mortg. Bds. 6 > » » C. v. pref. Aand. Holl. IJzeren Spoorw. Aand. Maats, tot Expl. v. St.-Spoorw. A. » » » » 1887, 3 1 /, Aand. Ned. Centraal Spoorweg Gest. Obl. Ned. Centr. Sp. f 1000 Ned. Ind. Spoorweg Aand. . » Z.-Afr. Spoorw. Obl 1891 N.-Brab. Boxtel-W. gest. 1875/80 » » » 2e Hyp. Zuid-Itaiie Spoorweg Oblg. . 3 Polen, Warschau-Weenen Aand. Portugal, Kon. Tr. Afr. Sp.mg O. 5 Busland, Gr. Bus. Sp.mij. 1888 O. 4 » Iwangor. Dombr. Obl. 4 1 /» Kursk-Az. 500-2000 Mk. 4 » Orel-Griasi 500-2000 M. 4 » Ujasan Uralsk Oblig. 4 » Wladikawkas Oblig. 4 » Oblig. Zuid-West Sp. 4 Amerika, Atch.-Top. Cert. v. A. » » C. v. pref. A. » > Hyp. Oblig. 4 » » Adjust. » 4 » Centr. Pacific Depót Cert. » Obl. Chic. Gr. Tr. 2e hyp. 5 » Denv. Rio Grande C. v. A. » > » Pref. A. » Erie Spoor mij. Gew. A. » Fl. Cent. & Pens. C. v. Gew. A. » » » 2e Pref A. » K. C. Sub. Belt Aand. N. M. » St. Louis & Caïro C. v. A. » Louisville Nashv C. v. A. » St. Louis en S. Fr.Gec. 1H. 4 » Missouri Kansas Texas » » » Obl. 4 » » 2e Hyp. » 4 » N.-Y. Ontario & West Aand. » Oreg. Calif. Ie Hyp. S. O. 5 > Oreg. Short L. Inc. Bds. A » » » » B » Un. Pac, B. Com. C. v. Gw. A. » „ ,, Pref. A. » Wabash Cert. v. Pref. A. » Canadian Pacific C. v. A. Nederland, Amst. Loten f 100 3 Botterd. Loten 3 Belgie, Stad Antwerpen 1887 2 1 /, Hongarije, Theiss-Loten . . 4 Oostenrijk Staatsleening 1854 4 „ ,, 1860 5 1864 ,, Stad Weenen 1874 Spanje, Stad Madrid 1868 . 3 Turkije, Spoorweglecning . Aiiulerrism , 14 November, het geld: Prolongatie 5 1 /, pet. EESDAltt. vor. koers 14 Nov. 80.15/16 80.3 4 91.7/8 91,13/16 91.5/8 91.5/16 97.3/8 £6.5/8 82.7/8 62.15/16 82 82.1/16 23.13/16 23.13/16 33.5/8 33.3/4 03 93 62.3/4 62.3/4 96,1/2 95.1/8 95.1 8 96.5/8 100,1/8 95.1/8 78 78.1/2 100,3,8 1C0.1/16 61.11/16 61.7/16 90.1/4 93 21.9 16 3913/16 40 1100.3/4 £9.3/3 59 63.7/8 t3.ll/I6 38.9 16 18.7/8 23 23.3/^6 76 75.1/2 64 62.1/2 101.1/4 147.5 16 147.3/16 85 160.1/4 159.1/4 94 125 120 98 93.1/8 175 46 9.5/8 9.11/16 110.1/4 111 107.7/8 99.1/4 99 36 87.7/8 215.1/2 93 93 89.3/4 20.1/4 21 56.1/2 56.1/2 160 56.3/8 96 95.7/8 97 96.5/8 96.5/8 96.11/16 93.3/4 96.11 16 96.1/2 95.1-2 95.3 8 85.5/8 95.1/2 21.7/8 22.7/16 64.1/4 64 7 8 96 5 8 98.3'4 tO.l 4 58.5 8 82.1/2 21.1/4 21.3/4 74.1/2 13.1/4 13.3/8 14.1,4 53 22.1/2 22 7/3 24.1/4 25 85.5/16 £6 • 82.1/2 12.5/8 12.13/16 90 89.7/8 63.1/2 68 25.1/4 25.5/8 100 I 99.7/8 1C0.1/2 74 47.1/8 47.3/4 74.7,8 22 3/4 22.7/8 93.1/8 109 109.1/4 106.9/16 99.11/16 99 l'i4.7'8 114.1/2 139.5 8 114 112.1/4 167.3/8 153 26.1/4 57 Koers van
"Telegrammen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
Norg, 13 Nov. In de heden gehouden raadsvergadering waren alle leden tegenwoordig, behalve de heer van Muijlwijk, met kennisgeving. Na lezing en vaststelling der notulen werd mededeeling gedaan van ingekomen stukken, waaronder goedkeuring van h.h. Ged. Staten van af- en overscbrijvingsposten; id. van de supp.
kohieren hoofdei, omslag en hondenbelasting; een besluit van h.h. Ged. Staten tot verdaging der beslissing in zake de Meimarkt alhier; circulaire van de Commissaris der Koningin in zake wijziging der jaarmarkt te Kropswolde en afschaffing der varkensmarkt te Ruinen en eene dankbetuiging van mej. Kuipers voor de verhooging harer jaarwedde als onderwijzeres inde handwerken. Alle deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Hierop had de nadere vaststelling plaats der gemeentebegrooting voor 1900 met 'toog op de a.s. lOjarige volkstelling. Aan de orde kwam nu een voorstel van burg. en weth. tot wijziging van het gemeenschappelijk toltarief Smilde—Norg—Roden. Na de verschillende aanmerkingen te hebben nagegaan werd het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Emmen, 13 Nov. In de heden gehouden Raadsvergadering geschiedde o. a. het volgende: 1. Aan den onderwijzer W. W. Braam te Barger-Oosterveen werd eervol ontslag verleend uit zijne betrekking, met ingang van 1 Febr. a.s. 2. Werd besloten voor de school te BargerOosterveen te vragen een onderwijzer met verplichte hoofdacte. 3. Ten opzichte der geldleeningen van f 6000 voor le storting in het aandeelenkapitaal der N. O. L. spoorwegmaatschappij en f 3500 voor aanleg van den straatweg Noord-Barge—Zuidbarger Nieuwekamp werd besloten de vorige leeningsbesluiten in te trekken en nieuwe te nemen met deze wijziging, dat de rente wordt bepaald op 4 pet. en ue koers op niet beneden pari. 4. Werd besloten a. de beide schoolgebouwen te Erica en te Emmer-Compascuum elk met 2 localen te vergrooten en b. daarvoor aan te vragen een Rijkssubsidie tot het volle bedrag der kosten. o. Bij de behandeling der begrootingen voor 1900 werd o. a. besloten om de levering van bureau-behoeften, drukloonen, bind- en boekwerken, benevens de schoolbehoeften, voor zoover voor aanbesteding vatbaar, aan te besteden. Aan de uitgaven werd toegevoegd een nieuwe post ad f 1500 voor aankoop van brandbluschmiddelen en een andere ad f 800 voor aanleg en vergrooting van begraafplaatsen. De post der inkomsten, H. O., werd met f 5000 verlaagd en daardoor gebracht op f 16,200. 6. In verband met 't toevoegen van een nieuwen post inkomsten aan de begrooting der algemeene huishouding, groot f 7000, als Rijkssubsidie voor de gewone kosten van het lager onderwijs naar art. 49 der wet, werd besloten, dat subsidie aan te vragen en de redactie van het betreffende adres aan burg. en weth. op te dragen.
"Raadsvergaderingen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
Zitting van Maandag 13 Nov. Jan J. te Zuidbarge wordt ten laste gelegd, dat hij in den avond van 11 October den arbeider Albert Jalving opzettelijk met een mestvork op het hoofd heeft geslagen en daardoor verwond. Uit de getuigenverklaringen blijkt, dat bekl. had Behoord, dat men iets van hem verteld had. Toen hij de gebroeders Jalving tegen kwam, vroeg hij hun wat men gezegd had en daagde hen uit, met hem alleen te gaan. Er ontstond toen ruzie, waarbij bekl. zich aan het hem ten laste gelegde schuldig maakte. Het blijkt, dat bekl. den slag met het achtereind der vork, en dus niet met den scherpen kant, toebracht. Bekl. geeft deze voorstelling van de zaak, dat hij bet eerst door Albert werd aangevallen, die zijn jas stuk scheurde. Hij heeft Albert toen met de handen teruggestooten, doch de mestvork niet gebruikt. Het O. M. eischt 1 maand gev.straf, waarna bekl. verklaart, dat hij daarin niet kan berusten, omdat hij eerst door Albert is aangevallen. Maria de G. te Zeupjesveen, niet verschenen, maakte zich schuldig aan diefstal van een zak turf ten nadeele van den vervener en winkelier Willem Yrieling te Oranjedorp. Het blijkt, dat bekl. daaraan zich vaak schuldig maakt. Eisch 5 dagen gev.straf. Engel G. te Yalthermond, eveneens niet verschenen, pleegde ook diefstal van turf, doch nam er slechts een vijftal weg in het veen van den vervener Hermannus Bakker aldaar, die er veel last van heeft, dat zijn turf voor het stoken van koffievuurtjes wordt gebruikt en daarom den rijksveldwachter Lonsain verzocht, daarop speciaal toezicht te willen houden. Eisch 3 dagen gev.straf. Albertus S. te Hesselingen, gem. Staphorst, niet verschenen, wordt beschuldigd, in den nacht van 28 op 29 Sept. op het jaagpad langs het Meppelerdiep in de gemeente Meppel den visscher Berend de Jonge met doodslag te hebben bedreigd, door in dreigende houding en op dreigenden toon hem toe te voegen de woorden: »als jij je niet stil houdt, snij ik je den hals af of schiet ik je dood." De Jonge en zijn broeder Klaas kwamen met een boot het Meppelerdiep af en werden op eenigen afstand gevolgd door bekl.' en diens kameraad Jan W., die eveneens een boot bij zich hadden. Beiden zijn ook visschers en als zoodanig concurrenten van de gebroeders de Jonge, die beweren, dat Albertus en Jan op onwettige wijze gebruik maken van het door hen gepachte vischwater. Toen de beide laatsten dichter bij waren gekomen, sprongen zij uit de boot op den wal en vroeg Albertus aan Klaas, zich blijkbaar in den persoon vergissende, of hij nog zooveel praats had als den vorigen keer. Berend kwam er ook bij en dezen werden toen bovenbedoelde woorden toegevoegd, waarbij bekl. met een blinkend voorwerp langs zijn gezicht streek. Albertus wordt door Berend genoemd de grootste bandiet die er bestaat. Uit een ingekomen brief van bekl. blijkt, dat de gebroeders de Jonge eenigen tijd geleden zouden gezegd hebben, dat zij wel zouden zorgen bekl. in de »kast" te krijgen. Het O. M. eischt 1 maand gev.straf. Hierna wordt behandeld de zaak tegen Jan W., bovengenoemd, eveneens te Hesselingen, gem. Staphorst, die niet verschenen is. Hij heeft eenigen tijd na het boven medegedeelde de gebroeders de Jonge met doodslag bedreigd, door hun in dreigende houding en op dreigenden toon met een vaarboom in de hand toe te voegen de woorden: »als jij je niet stil houdt, zal ik je met dezen boom den kop inslaan." Hij hief daarbij den boom tot zesmaal toe op. Eisch 1 maand gev.straf. Wegens overtreding der verordening op de hondenbelasting wordt tegen Roelofje R., weduwe van Gerardus S. te Hoogeveen, en Hendrik K. te Noord f 6 boete of 1 dag hechtenis geëischt, en tegen Anna Helena E., wed. van Steffen S„ te Nieuw-Schoonebeek f 5 boete of 1 dag hecht. Al deze bekl. zijn niet verschenen. Klaas B, te Beilen legt een paar getuigschriften
over, een van mr. baron de Vos van Steenwijk en het ander van verschillende ingezetenen dier gemeente, waarin verklaard wordt, dat hij als een stipt eerlijk persoon wordt beschouwd, doch waarin men hem noemt iemand met zeer bekrompen verstandelijke vermogens, niet bijzonder schrander, een niet heel snuggere vent. Bekl. ziet er dan ook niet snugger uit. Gevraagd of hij weet wat er in deze getuigschriften staat, antwoordt hij, dat hij dit wel heeft geweten, doch het vergeten heeft. Bekl. bevond zich in den avond van 2 October in de tapperij van Joosten. Bij de ruzie, welke daar ontstond en waartusschen de boerenknecht Hendrik Bos zich mengde, verloor deze zijn horloge met een gedeelte van den ketting. Bekl. raapte het op. Hij behield het en begaf zich een paar dagen later er mede naar den horlogemaker Sterken, bij wien hij er een glas op wilde laten zetten. Hij gaf dezen echter te kennen, dat hij het ook wel wilde verkoopen. Sterken kocht het voor f 1.25 en ruilde het vervolgens weer voor een oud horloge van Jan Elting, die één gulden toekreeg. Inmiddels was van de vermissing van het horloge aangifte gedaan bij den rijksveldwachter, die het bij genoemden Elting in beslag nam. Bekl. b3weert, dat hij ten huize van Joosten heeft geroepen wie het horloge verloren had, doch dat hij daarop geen antwoord had gekregen. Een kameraad van Bos heeft gezien, dat het horloge werd opgeraapt, zoodat naar het schijnt bekl. hit horloge niet aan Bos heeft ontrukt, wat vermoed werd, daar een stuk van den ketting aan het vest was blijven hangen. Bekl. verklaart voorts, dat hij niet wist, dat hij het horloge niet mocht verkoopen. Het O. M. is van meening, dat de vermogens van bekl. scherp genoeg zijn, dat hij kon weten niet te mogen doen wat hij gedaan heeft. Hij kan voor een plaatsing in een krankzinnigengesticht niet in aanmerking komen. Het is echter van oordeel, dat zijn verstandelijke vermogens niet van de aller scherpste zijn, waarom het er zich toe bepalen zal een geldboete te eischen en wel f 5, bij niet betaling te vervangen door een hechtenis van 10 dagen. Hendrik O. te Lhee had in den avond van 2 October in de tapperij van Joosten te Beilen ruzie gehad met den arbeider Jan Bening. Toen deze naar buiten ging, volgde bekl. hem en bracht hem in de Brinkstraat opzettelijk een slag op het hoofd toe, waardoor Bening gewond werd. Deze greep dadelijk den persoon, die hem sloeg en, hem bij het licht houdende, herkende hij bekl. Deze beweert eerst buitenshuis door bekl. en diens kameraad Jan Padding te zijn geslagen, doch later verklaarde hij, dat dit binnen geschiedde. Beiden beweren echter, dat men binnenshuis alleen woorden heeft gehad. Het O. M. eischt 7 dagen gev.straf. Johannes D. te Bovensmilde was nauwelijks uit Indië, waar hij als soldaat had gediend, teruggekeerd, of hij liep in den avond van 14 October beschonken op straat. De gemeentepolitie wilde hem in verzekerde bewaring brengen, doch dit stond hem niet aan. Hij voegde haar de woorden dieven, opvreters en smeerlappen toe. Yoorts heeft hij zich met geweld verzet, door te trachten zich los te rukken en te slaan. Eisch tegen dezen bekl., die niet verschenen is, 14 dagen gev.straf. In den voormiddag van 10 October was een koe geloopen uit het land van de landbouwster Hendrika Withaar, vrouw van Wolter Bakker te Steenwijksmoer. Zij haalde de koe, welke nabij de woning van den landbouwer Jan P. liep, op, doch werd daar door hem niet vriendelijk ontvangen. Hij vroeg haar, of zij weer met zoo'n grooten bek kwam als den vorigen Zondag, gaf haar met een stok een slag op het hoofd, schudde haar bij den rechterarm heen en weer en bracht haar vervolgens nog een paar slagen toe. De vrouw beweert, dat zij er veel last van heeft gehad en bijna haar bewustzijn had verloren. Bekl. noemt dit alles slechts ^smoesjes"; de vrouw maakte het veel erger dan het is. De beide ooggetuigen verklaarden voor den rijksveldwachter evenals de vrouw, doch komen hierop thans terug en zeggen evenals bekl., dat er slechts één slag is toegebracht, waarna bekl. de vrouw van zich afweerde. Het O. M. eischt 14 dagen gev.straf. Bekl. verzoekt met een geldboete te mogen worden gestraft. Uitspraak in alle zaken 20 Nov. e.k.
"Rechtszaken. Arond.-Rechtbank te Assen.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
ARNHEM, 13 Nov. Vm. 8 uur. 7.53 M. t N.A .P. o! 0.86 M. boven nul. Gew. 0.03 M, DEVENTER, 13 Nor. Vm. 8 uur. 2 38 M. f N.A.P •f 1.95 M. bovon nul. Gow. 0.05 Mi KAMPEN, 13 Nov, Vm. 8 uur, 0 68 M. t W.A.F, o' 1.49 M. bóven nol. Gev, 0.90 U,
"RIVIER- en WATERHOOGTEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
COEVORDEN, 13 Nov. Rogge f 5.40 a f 5.90, boekweit f 5.10 a f 5.60. Aanvoer: rogge 80 en boekweit 145 heet. Boter per 1/8 vat f 20.00 a f 24.00, per kilo t 0.90 a f 1.10, aangevoerd 170 kilo. Eieren f 3.50 a f 0.00 per 100 stuks. Vette varkens per kilo f 0.30 a f 0.34. Varkens, 550 stuks, van f 7.00 tot f 14.00. OOSTEBWOLDE, 13 Nov. Rogge f 0.0 a f 0.0, randboekweit f 0.00 a f 0.00, veen dito f 0.00 a f 0.00, alles per heet. Boter per kg. f 1.05 a f 1.10. Eieren f 4.50 a f 4.75 per 100 stuks. Fr. schapenvellen van f 1.50 a f 2.00, Dr. dito van f 0.70 a f 1.00, kalfa dito f 0.00 a f 0.00. Honig f 00 a f 00. KAMPEN, 13 Nov. Boter, aangev. 210 vaten van 20 kilo en 120 vaten van 10 kilo, benevens 200 stukken van een half kilo, te zamen 5500 kilo. Dezelve gold per kilo f 1.05 tot f 1.10, per 20 kilo f 24.00 tot f 27.00, per 10 kilo f 12.00 tot f 13.50. Eieren de 100 stuks f 5.00 tot f 6.00. GRONINGEN, 14 Nov. Noteering per hectoliter en per kilo: Tarwe: Kleefsche 75 kilo f 0.00 a f 0.00, Dikkop 73 kilo f 4.40 a f 4.50. Rogge: Buitenl. 70 kilo f 5.15 a f 5.25, Inlandsche 72 kilo f 4.80 a f 5.15. Boekweit: Zwarte 66 kilo f 5.60 a f 5.70, idem 70 kilo f 0.00 a f 0.00. Garst: Winter 60 kilo f 3.85 a f 4.45. Haver: dikke 48 kilo f 2.71 a f 2.81, Probst. 46 kilo f 2.57 a f 2.62, Probst. 50 kilo f 2.89 a f 2.94, Zwarte 42 kilo f 2.38 a f 2.48, Zwarte Pres. 46 kilo f 2.70 a f 2.80. Paardeboonen f 5.25 a f 5.55. Koolzaad: Oldammer f 7.50 a f 8.05. Tarwe 10 en Rogge 5 ets. lager. Boekweit 5 cents hooger. Wintergarst 5 ets. lager. Dikke Haver 10 en Probsteier Haver 5 ets. lager. Beide soorten Zwarte Haver tot vorige prijzen verkocht. Paardenbooaen 10 cents lager. — Boter-Vereeniging : aanv. 8 1/4, 118 1/8 en 32 1/16 vaten. 1/4 vat le keur f 00.00. 1/8 » le » f 23.EO, 24.00. 1/4 » 2e » f 00.00. 1/8 » 2e > f 23.25, 23.50. 1/4 » 3e » f 00.00. 1/8 » 3e » f 22.25, 22.75. 1/4 » 4e > f 00.00. 1/8 » 4e > f 21.50, 22.00, 1/4 » 5e » f 00.00. 1/8 » 5e » f 21.75. 1/4 » 6e » f 00.00. 1/8 » 6e » f 00.00. Boter f 1.00 a f 1.20. Eieren f 1.00 a f 1.40. SCHIEDAM, 13 Nov. Noteering van de Makelaars : Moutwijn f 10,00, Jenever f 14.00, Amstd. proef 115.50, (onder fust en zonder belasting. Spoeling-oommlasie per ketel t 1.50,
Noteering van de Beuwcommïssie : Moutwijn f 9.50 I — per heet. ct., zonder fust en zonder belasting, KEULEN. 13 Nov. Raapolie per 100 kgr, dadelijk 55.03, per Nov. 53.30.
"HANDELSBERICHTEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003
cdia'i. In de Standaard komt een ernstig woord voor naar aanleiding van de betoogingen, die hier te lande voor de Boeren worden gehouden. »Wat heeft Nederland voor zijne kolonisten in Zuid-Afriba gedaan?" vraagt het orgaan der Christelijke democraten. »Het heeft ze, zonder dat er een enkele nationale kreet tesen opging, in den beginne dezer eeuw aan Engeland overgelaten. Daarna heeft het, tot 1880 toe, zich ter nauwernood om wat in ZuidAfrika plaats greep, bekreund. En toen eindelijk in 1885 de reeds bij enkelen gewekte sympathie een meer algemeen karakter aannam, heeft het de leden van het Driemanschap hier te land, ja, toegejuicht, maar geweigerd of nagelaten te doen wat plicht ware geweest. Het geld, dat Transvaal toentertijd nooiig had, om zich staande te houden, kreeg het hier niet. Toen de goudvelden ontdekt werden, hebben we evenzoo niet getracht, die in Nederlandsche handen te brengen. Zelfs nu oog is er geen Nederlandsche lijn van Amsterdam op Lorenzo Marqués. Onze ambulance vertrok in een schip onder Duitsche vlag. »Thans, het is zoo, worden er allerwegen inzamelingen gehouden, en niet onbelangrijke sommen worden bijeengebracht; maar alles saamgenomen, beloopen deze giften toch nog van verre geen bedrag, dat ook maar eenigszins aan Neerlands rijkdom geëvenredigd is. Had men daarentegen in 1884 iets minder gejubeld, en iets meer zaken voor Transvaal gedaan, hoe heel anders kon niet de uitkomst wezen. De Rand kon dan in Nederlandsche handen zijn. De uitlanders goeddeels uit Nederlandsche kolonisten bestaan. En de handelsbetrekkingen goeddeels met Nederlandsche huizen zijn aangeknoopt." De Standaard wil nu niet zeggen, dat deze schuld van het verleden ons thans zou moeten beletten met heel ons hart en heel onze ziel wat nu plaats grijpt mee te leven, maar toch valt het niet te loochenen, dat onze nationale geestdrift op dit oogeablik een ernstiger karakter zou dragen, zoo allerwegen bleek, dat we ons door die schuld van het verleden aangegrepen gevoelden. Hoe het elders gesteld is weet ik niet, maar het komt me voor, dat die aangrijpinge hier in Amsterdam op het oogenblik nog al ernstig is, tenzij bijv. da redactie van de Standaard de drie meeting-bidstonden, welke Maandagavond jl. in de Nieuwe Kerk, de Koepelkerk op de Stadhouderskade en de Éilandskerk op Wittenburg werden gehouden, niet acht te zijn bewijzen van ernstige aangrijpinge. Nu is het waar, dat noch ds. Hogerzeil, noch ds. Snethlage, noch dr. Th. de Yisser, het bekende Kamerlid, die alle drie in de Nieuwe Kerk het woord voerden, op de een of andere wijze hebben gezinspeeld op onze schuld tegenover de Boeren en onze onverschilligheid omtrent de dingen, die vóór 1880 in Zuid-Afrika plaats grepen. Zelfs nu nog meende dr. de Yisser, dat de grootste daad, waartoe Nederland geroepen kon worden, was, »met den stormram des gebeds aan te loopen tegen de poortdeur des Hemels." De spreker toornde heftig tegen Engeland, dat jaarlijks duizenden uitgaf voor het werk der zending en nu, te midden van Zoelos's en Kaffers, een nieuwe vorm van het heidendom invoerde, de aanbidding van goud, waaraan ook de Aarons van bet land medededen. Volkomen juist, dacht ik, dat heeft het hem gedaan, de aanbidding van het Gouden Kalf — en groot was derhalve mijn verbazing, toen ik in de Standaard las, dat het eigenlijk een domheid van de Nederlanders was geweest, dat zij niet gezorgd hadden om de goudvelden in hun handen te krijgen. Men had in 1884 wat minder moeten jubelen, maar wat meer zaken doen. Of de Nederlandsche Aarons daarin ook een handje moesten helpen, zegt de Standaard niet. Wat dr. de Yisser een nieuwen vorm van heidendom acht te zijn, hoogst verwerpelijk voor edele Christenen, wordt in het orgaan van dr. Kuyper van een geheel ander standpunt beschouwd en het niet meêdoen daaraan op het schuldregister van Nederland tegenover Transvaal geplaatst. Nu moet ik er echter op wijzen, dat het niet alleen de Engelschen geweest zijn, die dien nieuwen vorm van heidendom in Transvaal invoerden, maar ook de Franschen, want een Fransch financieel blad wist dezer dagen te vertellen, dat het Fransche kapitaal voor meer dan een milliard gemoeid was in de gondmijnzaken in Transvaal, en ik herinner me ook nog wel, hoe brave Nederlandsche speculanten, die een sterk kerkelijk kleurtje droegen, indertijd aan de Amsterdamsche kleine burgerij, die een duitje had overgesaard, de zegeningen bezorgden van de Eerste Nederlandsche Goudmijnmaatschappij en van de mijnbouwmaatschappij »Odin", zaliger gedachtenis. Met den stormram des gebeds de poortdeuren des Hemels openloopen, dat is uw grootste daad, niet knielen voor het Gouden Kalf, zegt dr. de Yisser; gij hebt uw tijd laten voorbijgaan, zegt dr. Kuyper, gij moest aan den Rand zitten met uw mennekens en uw kapitaal. Dat was uw plicht geweest tegenover uw stamgenooten en dezen hebt gij leelijk verzuimd. Een bakvischje van nauwelijks 16 jaren vroeg me dezer dagen, hoe al die maatschappijen der Engelschen in het bezit waren gekomen van de gronden aan den Rand, bij Barberton en elders, die goud bevatten. »Ze zullen ze toch niet gestolen hebben," zeide zij. »Neen," antwoordde ik, »de eigenlijke bezitters, de Boeren, hebben ze verkocht aan buitenlandsche speculanten, die de gronden lieten »prospecteeren" en wanneer het dan bleek, dat ze genoeg goud bevatten om te worden geëxploiteerd, dan richtten dezen te Londen of elders een maatschappij op. Yaak ook lieten de Boeren, altijd tegen betaling, eerst het prospecteeren toe en indien dan bleek, dat de grond ^waardevol" was, dan verkochten zij dezen voor hooge sommen en werden dan in den regel öf geheel in geld öf voor de helft in geld en voor de helft in oprichtersaandeelen betaald. Zoo heeft Paul Kruger nog in 1895 een hoeve in het district Heidelberg op dergelijke voorwaarden voor 100.000 pond sterling verkocht." »Nu wil ik aannemen," ging ik voort, »dat dr. de Yisser gelijk had, toen hij zeide, dat de eenvoudige Boeren in dezen strijd de edelste deugden ontwikkelen, welke een Christen ontwikkelen kan, d. w. z., dat zij Cromwell's raad opvolgen: »bidt God en houdt uw kruit droog", maar te loochenen is het niet, dat zij door de bereidwilligheid, waarmede zij hun hoeven en gronden verkochten, toch ook wel eenigszins in de voetsporen van Aaron traden en altaren bouwden voor den «nieuwen vorm van heidendom". Het speet me, dat ik dit aan het bakvischje moest vertellen, voor wie een Transvaalsche Boer, wiens kleuren zij droeg, in den gloriegloed der overdrijving het meest volmaakte schepsel was, dat er op aarde bestond. Ik mag dat wel, dat geloof aan het volmaak
goeie, zoosls dut tan zetelen in jonge harten. Bij ons, ouderen van dagen, die wijs zijn geworden door de ondervinding of dit ten minste moesten geworden zijn, komt dit geloof maar zeer sporadisch voor; zoo zeide ds. Hogerzeil dan ook terecht, dat hij de Boeren niet tot heiligen zou maken en daaraan deed hij goed, want zij zullen er vermoedelijk zeiven geen aanspraak op maken. En wanneer dan ds. Hogerzeil constateert, dat alleen het woord «Transvaal" »eene opvolging van edele gevoelens" veroorzaakt, laten die gevoelens dan deze zijn, dat wij de hoogste bewondering koesteren voor een klein volk, dat zoo moedig tegenover^ een machtige natie zich verdedigt, dat wij in "zijn aanvankelijke triomf de zegepraal zien van het recht. Want indien ooit het recht in het aangezicht is geslagen, dan geschiedde dit door de staatslieden, die thans in Engeland het gezag in handen hebben. Ik hoop het voor mijn volk, dat het vooral het bewustzijn is van schromelijk onrecht, een kleine natie aangedaan, welke de agitatie heeft doen uitbreken en zal doen voortzetten. Altijd en altijd moet het tegen het Engelsche volk gezegd worden : gij zijt gewetenloos misleid en maakt u medeplichtig aan een misdaad, die nog na eeuwen als een schuldenlast op u zal drukken. En als men de Engelsche bladen leest, dan komt men tot, de overtuiging, dat onze overburen aan gene zijde der Noordzee dit zelf reeds beginnen ts begrijpen. * * * De wijze waarop men dit den Engelschman wil vertellen verschilt nog al in de hoofdstad. Blcemen-Mozes, de goede vriend van zooveel aanvallige Nes-roosjes, waarvan de buitenste blaadjes wel eenigszins verlept zijn, — ik begin zeer laag — houdt 's nachts mooie speechjes op de Boeren, verkoopt vlaggetjes van Transvaal en Yiijstaat, en geeft 5 percent van de brutoontvangst voor het Roode Kruis; dat zijn negotie goed gaat, blijkt uit het feit, dat Bloemen-Mozes bij de Telegraaf eer gister f 10 heeft afgedragen. Kakadoris, de beroemde kwakzalver van oudHolland, heeft door de bladen laten annoneeeren, dat hij Maandag weer, als eefl Transvaalsche boer gekleed, op het Amstelveld zal present zijn en dat hij ook vijf percent van de recette zal afstaan voor de Boeren. Hij deponeert zijn storting bij het Handelsblad. Voorleden week had Kakadorus reeds een verbazend succes, vooral met zijn: »Chamberlain, Chamberlain, »Had ik je maar op 't Jonas-Daniel-Meijerplein »Waar alle brave menschen zijn, »Dan was je in mijn buurt en ik kneep je daar fijn." Yan het Amstelveld naar »Flora" in de Amstelstraat, dat Elyseum voor onze dienstmeisjes en haar vrijers op Zondagavond, il riy a qu'un pas , en daar hooren we op Thebaansche trompetten »Kent gij dat volk" blazen — nu of we het nu kennen — en ziet men Paul Kruger in eigen persoon de hand drukkende van een gewonden boer en een engel met een lauwerkrans, die uit de wolken schijnt neer te dalen en het er zonder ongelukken afbrengt. Ylak in de buurt in het «Salon des Yariété's" zien we «Chamberlain onder barbiershanden", welke grap den heer Jan J. Ketting is geïnspireerd door het verhaal van den barbier in »de Pijp", die een Engelschman, die reeds was ingezeept, ongeschoren liet zitten, toen hij bemerkte dat hij met een zoon van het perfide Albion bad te doen, welke mop echter niet waar moet zijn, want alle Amsterdamsche verslaggevers zijn er op uit getogen om dezen onbelangzuchtigen collega van Janus Tulp te vinden, maar hunne moeite was om niet. Bij van Lier gaat nog altijd »De Nieuwe Prikkel" en daar men in een revue alles kan inlasschen, blijven de Boeren natuurlijk niet onvermeld, worden de bulletins voorgelezen als zij er zijn en hebben wij aan het einde een apothéose, die het pubbliek tot hoerahroepen prikkelt. Zoo gaat het door, waar men maar komt. Tal van tooneelvoorstellingen en muziekuitvoeringen zijn aangekondigd en verscheidene reeds gehouden. De tabaksheeren hebben in »Frascati" gereciteerd, gezongen, gedanst en champagne gedronken, en er moet vrij wat geld bijeen zijn gebracht. De heer Dudoc de Witt heeft gister avond een soirée in de groote rijschool van Yelok georganiseerd, waar de sport vooraan stond en door hem een vers van dr. Laurillard werd voorgedragen en de heer J. A. Wormser, ons bekend raadslid, die als boekverkooper en uitgever een filiaal in Pretoria heeft, heeft tegen Dinsdagavond a.s. in het gebouw «Arena" een openbare bijeenkomst belegd, waar hij ruim 40 lichtbeelden zal toelichten, welke hij heeft laten vervaardigen naar door hem uit Afrika medegebrachte photo's: het muziekgezelschap »Soli Deo Gloria" zal daarbij meewerken. De geheele opbrengst komt ten bate van de beide republieken. In de krant staat, dat bijna alle plaatsen reeds zijn uitverkocht. Nu dat mag wel, want niettegestaande de lange lijsten, die wij in de dagbladen kunnen vinden, is de oogst betrekkelijk nog niet groot. Ik schat het belastbaar inkomen hier in Amsterdam op ongeveer 90 millioen, en het voor de Zuid-Afrikaanuche Yereeniging in Amsterdam op het oogenblik bijeengebrachte kapitaal op f90.000, zoodat er 1/10 pet. van het inkomen ongeveer is gegeven. Het |»Roode Kruis" komt ongeveer f 68.000 te kort en voor de Z.-A. Yereeniging is over geheel ons vaderland nog maar f 380.419 bijeengebracht. In ieder geval spant Amsterdam dan nog verre de kroon met zijn f 90.000, maar het cijfer van 90 millioen belastbaar inkomen in aanmerking genomen, zou de hoofdstad alleen wel het milloen kunnen bijeenbrengen, dat de Amsterdamsche Courant terecht verlangde om tegenover de beide boerenrepublieken een dragelijk figuur te kunnen maken. * * * Eén ding is jammer, wij weten nog niet juist, wat eigenlijk het volkslied van Transvaal is. Toen ds. Du Toit, eenige jaren geleden alleen Amsterdam bezocht — hij was toen de gast van een consortium, dat in hem nog altijd den grooten man zag en logeerde bij een zekeren heer Van der Hoogt, die met een paar mijn-maatschappijen, in nauwe ïelaties stond en eenigen tijd daarna uit de hoofdstad is verdwenen — heb ik dezen Transvaler geïntervieuwd en ontving toen van hem den tekst van het Transvaalsche volkslied, door hem vervaardigd. Als ik wel heb, ik citeer uit mijn geheugen, begon het aldus: »Di vierkleur van ons dierbaar land, »Di waai weer o'er Transvaal »En wee die God vergeten hand, «Di eens dit neer zal haal! «Waai hoog nou in ons heldre lug, «Transvaalse vrijheidsvlag 1 »Ons vijande zijn weggevlug, «Nou blinkt 'n blijer dag." Nu komt de heer Wormser, die een half jaar lang in De Transvaal verblijf heeft gehouden, ons vertellen, dat het volkslied is: «Kent gij dat volk vol heldenmoed." De heer D. Muter van 's Gravenhage zegt echter in De Standaard dat het »Di Vierkleur" is.
Uit een entrefilet in De Standaard, voorkomende in een der nummers van de vorige we6k, blijkt mij echter, dat ds. du Toit een afvallige is_ geworden, daar hij in een bijvoegsel van De Kolonist van zich zelf getuigt: «In de crisis, welke ons land doorworstelt, sta ik onder mijn stamverwanten en geloofsgenooten thans bijna alleen, als weleer een Micha onder de 400 Achabs profeten (1 Kon. 22), of als een Elia onder de 450 Baaispriesters (1 Kon. 18)" en dan betoogt hij, dat Transvaal ongelijk heeft en Engeland voor rechtvaardige eischen in het strijdperk treedt. En nu is het verder recht vermakelijk hoe deze dominéé met bijbelteksten schermt, om aan te toonen, dat de Engelschen het aan het rechte eind hebben en hoe ten slotte De Standaard hem, behalve het beruchtte *auri soera fames", ook de volgende woorden van Jeremia onder zijn neus wrijft: «Arglistig is het hart meer dan eenig dine, ja, doodelijk is het; wie zal het kennen ?" Het komt mij nu voor, dat «Di vierkleur", een lied dat trouwens meer «Schwung" heeft dan «Kent gij dat volk", oorspronkelijk het volkslied is geweest, maar dat de Tran&vaiers vooral in Pretoria het niet meer hebben willen zingen, nu ds. du Toit «een knecht van Rhodes" is geworden. * * * Ik had het bovenstaande reeds geschreven, aleer ik hedenmorgen in de Zondagscouranten inzag en in de Amsterdamsche Courant het lied van du Toit vond afgedrukt met een verwijzing naar de in 1897 bij Höveker en Wormser alhier uitgegeven » Zestig uitgesogte Afrikaanse gedichte", verzameld door den heer Reitz, thans Staatssecretaris van de Z.-A. Republiek, waarin het gedicht «Kent gij het volk" niet voorkomt. In De Standaard van heden vinden wij echter weer een ingezonden stuk van den heer Wormser, waarin deze zijn stelling volhoudt en verder tot de conclusie komt, aan de mijne gelijk. Hij schrijft toch: «Mijne jonge vrienden Reitz, Pretorius en du Toit, die pas als vrijwilligers naar Zuid-Afrika terugkeerden, verzekerden mij eenstemmig: «Kent gij dat land?'' is het volkslied. «Maar ik vraag u ook: welke Boer zou een lied van S. J. du Toit als volkslied van Transvaal zingen, als ware het ook nog zoo roerend schoon, anti-liberaal of wat men maar wil ? Van den man, die zijn pers aan Rhodes verkocht? Den man, die nu schrijven durft dat de Boeren onrecht hebben en dat God hun wapenen niet zegenen kan ? Den man, die in zijn boek: «Zambezi", in 1896 verschenen, overal waar 't mogelijk is, zijn eigen volk ondermijnt en den grootsten Boerenhater Rhodes verheerlijkt? Zoudt gij het «Wilhelmus" zingen, als Balthasar Gerardts het gedicht had? «Laat toch de vraag, wat een «Calvinistische Boer" zingen zou, voor 't oogenblik rusten! Iedere Calvinistische Boer zingt liever het lied van een eerlijken liberaal, dan dat van een verrader, die zich Calvinist noemt." Wat moeten wij, liberalen, nu in Amsterdam zingen? That ist the question! Wij hop8n echter spoedig van onzen twijfel verlost te worden, want in hetzelfde nummer van De Standaard komt ook een brief voor van ds. Pierson van Ressen, die mededeelt, dat hij aan zijn broeder te Parijs, die aldaar consul-generaal voor Transvaal is, heeft geschreven, om aan dr. Leyds te vragen, wat het eigenlijke volkslied is. Uit een en ander blijkt echter, dat de Boeren veel van zingen houden, waardoor al weer de versregel wordt bevestigd: «Slechte menschen zingen niet!" Ik heb medelijden met mijn collega's in Amsterdam. Ten eerste heeft zich een Amsterdamsch Comité voor Transvaal gevormd, dat in negen districts-comité's is verdeeld — de kieswetvan Houten is toch nog altijd ergens goed voor —, in die districten vergaderingen houdt, waar nagenoeg niemand komt, maar waarvan de bestuursleden toch gaarne in de courant komen. Dan moeten onze krantenmenschen alle mogelijke uitvoeringen bijwonen, en er zijn er soms drie op een avond, en daarvan verslag geven, hoe onbeteekenend dit uit den aard der zaak soms luidt. Terecht schreef dan ook een collega in De Telegraaf, dat de versregels: «Kent gij dat volk vol heldenmoed «En toch zoo lang geknecht?" eigenlijk op de Amsterdamsche verslaggevers van toepassing moest worden verklaard. Wanneer ik nu let op het nummer der pagina, dat ik boven het velletje papier heb gezet, waarop ik mijn slot schrijf, dan zie ik, dat ik eigenlijk te veel over de Boeren heb geschreven. «Het kan niet te veel," zegt mijn dochter, die een doekspeld draagt, voorstellende de Transvaalsche vlag. En toch klaagt dr. Kuyper er nog over, dat onze nationale geestdrift op dit oogenblik niet dat ernstig karakter draagt, dat zij zou dragen, indien we ons door de schuld van het verleden wat meer aangegrepen gevoelden. Ja, het is eeuwig jammer, de Rand had in handen van onze kapitalisten kunnen zijn en wij hebben deze ons door de Engelschen laten afsnoepen. Onze Amsterdamsche bankiers hebben wat op hun geweten! Laat ons ons hoofd met asch bestrooien en boete doen! Zondag. Jak dï Wet.
"Brieven uit de Hoofdstad. Bescheidne Wahrheit sprech' ich dir. MEPHISTO.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/11/15 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103577:mpeg21:p003