Bij Kon. besluit is benoemd tot directeur der Cadettenschool de majoor jhr. C. K. van der Wijck, van het 2de regiment infanterie, die in verband daarmede wordt overgeplaatst bij den staf der inf. Bij Kon. besluit is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Dokkum J. Steegstra, thans in gelijke betrekking te Druten. De opbrengst der Rijksmiddelen is ln November weder zeer bevredigend geweest. Zij overtrof die van het vorige jaar met bijna 2 ton, ofschoon de successierechten — een zeer wisselvallige bate — */« ton minder gaven, gedistilleerd weder bijna 1 ton achteruitging, en de meeste andere accijnzen, de domeinen en ook de posterijen iets lagere inkomsten verschaften. De vooruitgang was overal te danken aan ruimere aanzuivering op de directe belastingen (f131,000) en de hoogere ontvangst uit suiker (f 130,000), de andere directe belastingen (f 150,000), de telegrafen (f 38,000), de loodsgelden (f 29,000) en de invoerrechten (f 20,000). Over de elf maanden van het jaar is de opbrengst reeds bijne 5*/ t millioen hooger geweest dan ia 1898, een zeer belangrijk verschil, en de raming is met bijna 4 millioen overschreden. In het midden latende of het wenschslijk is naar concurrentie met de haven van Emden te streven, wijst de Minister van Waterstaat in zijn Memorie van Antwoord op 't geen reeds gedaan wordt om de haven van Delfzijl zooveel doenlijk aan hare bestemming te doen beantwoorden en het verkeer over de haven te vergemakkelijken en te ontwikkelen. Op dien weg wenscht hij geleidelijk voort te gaan. Terwijl thans de diephouding van de haven door het jaarlijks voor uitbaggering uitgetrokken bedrag beter dan vroeger is verzekerd, en de ligruimte is vergroot, komt nu eene verbetering van de spoorwegverbinding met de haven aan de orde. De kosten dezer verbinding zijn afhankelijk van eene beslissing omtrent de vraag ef de Noordoosterlocaalspoorweg zal aansluiten aan de noordwestzijde der haven aan het bestaande spoorwegstation, dan wel aan de zuid-oostzijde met aanlegsteigers aan de uitwateringsgeul van Duurswold. Eerstbedoelde verbinding is door den ingenieur der Noordoosterlocaalspoorwegmaatschappij geraamd op f 517,000, laatstgenoemde op f 431,000. Naar gelang de een of de andere aansluiting wordt gekozen, zullen de kosten der bazaltkade verschillen ; zij zullen in elk geval f 200,000 a f 300,000 kunnen bedragen. De Minister stelt zich voor de zaak der aansluiting zoodra mogelijk tot eens oplossing te brengen. Ingevolge opdracht der jongste algemeene vergadering is door het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van't Algemeen eene commissie benoemd, ten einde a. een onderzoek in te stellen naar de rechtskundige vormen waarin de hier te lande werkende productieve associaties en credietinstellingen ten dienste der landbouwers of der volksklasse zijn opgericht, en naar de rechtskundige moeilijkheden welke door die corporaties ten aanzien van hare samenstelling worden ondervonden; b. op grond van de uitkomsten van het in te stellen onderzoek, een rapport uit te brengen èn over de voor elke soort van vereenigingen, bij de bestaande wetgeving, meest gewenschte rechtskundige samenstelling èn over de wijzigingen welke op dit stuk in de wetgeving gewenscht zijn. Deze commissie bestaat uit de heeren: mr. M. W. F. Treub te Amsterdam, jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré te Haarlem, A. de Clercq te Haarlem, G. A. Vorsterman van Oyen te Aardenburg, S. J. de Jong te Hemelum, mr. D. J. van Stockum te Amsterdam en mr. P. Tjeenk Willink te Delft, de laatste als secretaris. In een algemeene vergadering van de leden der afdeeling Utrecht der Ned. Zuid-Afrik. Vereeniging deelde prof. Van der Wijck mede een brief gekregen te hebben van den heer Van den Wall B ike te Amsterdam, waai in deze meldde, dat de besjhuldigingen, in een Engelsch werk tegen de Regeering der Republieken voorkomende, dermate lasterlijk waren, dat hij direct aan een advocaat te Londen heeft geschreven en dezen gevraagd of er termen aanwezig waren om een aanklacht tegen den schrijver te doen. De heer A. S. van Reesema deelt in de iV. R. Ct. mede, dat de inscnrij vingen voor een stoomvaart op Zuid-Afrika tot nu toe ruim f 72,000 bedragen. Door de gansche stad is gister te Amsterdam huis aan huis eene collecte gehouden voor de nagelaten betrekkingen der Zuid -Afrikaansctw strijders. Ondanks de felle koude werd deze taak met groote opruimdheid waargenomen door jonge dames, van wis er zich zelfs eenige toegang verschaften tot de beurs, waar de oogst natuurlijk niet gering zal geweest zijn. De tijding, dat de Boeren aan lord Methuen's leger aan de Modderrivier een groote nederlaag hadden toegebracht, maakte in Amsterdam gistermiddag groote sensatie. Op de Beurs werd de tijding met gejuich en hoera-geroep ontvangen. (Hbld.) De jongeling, voor wien onlangs in de Zaanl. Ct. een vraag om hulp werd gedaan teneinde naar Transvaal te kunnen vertrekken, heeft zijn wensch vervuld gekregen ; van Zaandijkers, Wormerveerders en Koogers ontving hij zooveel ateun, dat hij reeds Zaterdag 9 December van
Antwerpen per stoomschip »Generaal" kon vertrekken. Een inwoner van Schagen, die vele jaren in s Transvaal had gewoond, is weder naar Zuid-Afrika vertrokken, om aan de zijde der Boeren te I strijden. Eea Friesche boerenknecht, zekere J. H., dienende bij een boer te Sa o ge r hof (Rijnprovincie), is naar Transvaal vertrokken om in de gelederen der Boeren te strijden. Ook uit Waspik vertrekt een ingezetene naar Transvaal om met de Boeren te strijden. Naar wij vernemen zal de heer D. H. van der Goot, arts, assistent bij de chirurgische kliniek van het acad. ziekenhuis Groningen, deel uitmaken van het aanvullings-ambulancecorps, dat den 23sten van deze maand van Amsterdam naar het oorlogsterrein in Zuid-Afrika zal vertrekken. De heer v. d. Goot zal den 26sten de stad verlaten en te Napels aan boord van het ambulanceschip gaan. (iV. Oron. Crt.) Het volgende schrijven zal worden verspreid in Engeland en is gericht »aan allen, die de Kerk van Christus in Engeland dienen in de verkondiging van het Evangelie". Geëerde Broeders in de Bediening! Wij ondergeteekenden, allen geroepen in Nederlandsche Kerken van verschillenden naam tot de verkondging van het Evangelie, nemen de vrijheid krachtens onze gemeenschap in Christus met u, het volgende u te schrijven. Met groote ontroering zien wij den oorlog tusschen Engeland en de beide Afrikaansche republieken aan. Wij matigen ons geen oordeel aan over de vele vragen van staatkunde, die hierbij kunnen worden opgeworpen. Maar wij achten dezen oorlog eene huldiging van de Macht boven het Recht daarom een Onrecht van de zijde van Engeland. Niemand toch denkt aan de mogelijkheid, dat Eugeland ooit een oorlog op de gronden, hier vooropgezet, zou beginnen tegen een natie, haar gelijk in staatkundige macht. En dit onrecht kunnen wij niet aanzien zonder diepe smart. Neemt onze verzekering aan, dat niet zucht om ons te bemoeien met wat ons niet aangaat, niet partijdigheid voor onze stamverwanten, maar liefde voor het Rijk van uwen en onzen Heer ons tot dit schrijven dringt. Wij hebben liefde en eerbied voor uw volk. Wij erkennen het van harte in zijn roemrijke beteekenis voor de openbaring van het Godsrijk en voor de algemeen-menschelijke beschaving. En juist daarom grieft het ons, Engeland in dezen strijd te zien gewikkeld met een volk, dat met u en ons zijn hoop en vertrouwen stelt in onzen God en Heiland; en zulks wegens verschillen, die veel beter langs den vreedzamen weg van billijkheid en recht zouden te vereffenen zijn. Gij gelooft met ons, dat er geen gevaarlijker en gruwelijker tegenstand tegen het Evangelie is, dan die voortkomt uit aanschouwing van belijders van Christus, die, met verkrachting van de kern van het Evangelie, macht stellen boven recht. Dit brengt gevaar over de gewichtige roeping, die Engeland in de Christelijke wereld te vervullen heeft en het berokkent smaad aan den Naam van onzen Heiland en Heer. Wij gelooven dat er velen onder u zijn, die dit met ons gevoelen, doch onder den druk der thans bestaande toestanden zich verhinderd achten, dit te openbaren. En wij zijn overtuigd, dat eene krachtige, oprechte uiting van dit gevoelen groote beteekenis hebben zou voor de zuivering der geestelijke atmosfeer, en zoo voor den verderen loop van dezen droevigen strijd. Daarom komen wij, in den naam van wat Engeland deed voor de zaak van God, in de gemeenschap van het heilig ambt. dat ons de taak oplegt, door de bediening des woords het geweten der natie voor te lichten, tot u met het broederlijk verzoek: Wilt uwen invloed gebruiken, opdat het deel der Engelsche natie, dat met ons dezen oorlog afkeurt, zich laags eiken wettigen wet doe gelden om, zoo mogelijk, dezen onrechtvaardigen strijd te doen eindigen. Onder toebidding van de genade des Heeren teekenen wij ons als uw Broeders: J. H. G unning , Arnhem. J. H. L. H oozeüeijek , Arnhem. A. S. T alma ., Arnhem. Arnhem, 12 Dec. De onderteekenaren stellen zich voor dit adres ter kennis te brengen van de predikanten in Engeland, onderteekend door alle predikanten in Nederland, die hen hiertoe verlof geven door toezending van hun naamkaartje aan den eersten ondergeteekende vóór 20 Dec. e. k. Men schrijft uit 'sHertogenbosch aan het Hbld. : »Ean zeer ernstige zaak had op het Gymnasium alhier plaats en brengt vele gemoederen in beweging. Woensdag werd door de jongelui der vijfde klasse, op aanwijzing van den leeraar in de Hollan ische taal, een opstel gemaakt over «Nationaliteitsgevoel". Een der leerlingen merkte hierin op, dat bij de R Katholieken zich het nationaliteitsgevoel niet had kunnen ontwikkelen, »ten gevolge van de onderdrukking tijdens de Republiek onder het vervloekte Huis van Oranje." De leeraar, die blijkbaar met het geschrevene instemde, las het opstel voor, met de opmerking, dat de leerling »ferm voor zijne opinie uit was gekomen'. De klassegenooten van het jongemensch, verontwaardigd over de uitlating tegen het Huis van Oranje, brachten de zaak van den rector, en de curatoren zullen er waarschijnin gemoeid worden. Geslaagd voor het telegraafradicaal de heeren J. H. Aeker, postdirecteur te Kollum; H. van der Baan, commies te Groningen; K. R. Klaasesz en rnej. G. A. Bos te Groningen; de heeren J. Abresch te Noordwijk en H. Bijl te Gorredijk, klerken. Ons bericht betreffende de ontslag-aanvraag van den burgemeester van Groningen wordt door de Prov. Qron. Crt. op gezag van »zeer betrouwbare zijde" niet juist genoemd. Wij weten echter met zekerheid, dat op het oogenblik waarop ons bericht verscheen de aanvraag om ontslag was ingediend. Natuurlijk kan op zulk een aanvraag worden teruggekomen en wij weten dat in dit geval pogingen worden aangewend om den beer Modderman te bewegen zijn verzoek in te trekken. Een f it blijft echter dat het verzoek gedaan is. Nwbl. v. h. N.) Door de Koninklijke fabriek van brandspuiten, torenuurwerken ea toren-luiüklokken der firma van Bergen te Heiligerlee werden dezer dagen achttien groote luidklokken voor kerkgebouwen naar Indië verzonden. H. M. de Koningin, die zooals men weet zeer veel van schaatsenrijden houdt, beproefde gisterochtend het ijs op de binnen vijvers in den tuin vau het Huis ten Bosch. Maar het bleek nog niet voldoende sterk te zijn.
De bekende hardrijder J. C. Greve, ook als amateur-wielrenner geen onbekende, heeft zich volgens de Tel. naar Davos begeven om zich daar te trainen voor de aanstaande belangrijke wedstrij. den. Zooals bekendis, zendt de Ned. Schaatsenrijdersbond in combinatie met de A. IJ. C. dezen rijder uit. Men schrijft uit Friesland: Wat pruttelen de besturen onzer ijsclubs over den sneeuwstorm! Gisteren stond het er nog zoo prachtig voor, het vroor flink, tal van gemeentebesturen hadden last gegeven de bruggen te sluiten, om vernieling van het ijs te voorkomen. »De Friesche IJsbond" had reeds zijne correspondenten instructies gegeven, vooral actief te zijn, en de kassen der ijsclubs zijn zoo flink gespekt. De kranten hadden reeds kolommen advertenties: allemaal hardrijderijen; daar komt de sneeuwstorm en alles is uit. Hoe groot de schade is, die de wollige vlokjes nu toebrengen, we zouden het niet durven zeggen. En, al gelukt het de banen weer schoon te vegen, wat natuurljjk met enorme kosten gepaard gaat, »de aardigheid is er al af", zooals een hardrijder het uitdrukte. Sterk ijs verandert Friesland en zijne bevolking; het is dan al beweging en vroolijkheid; de stugge Fries wordt door de schaats uitgelaten, d« guldens rollen, terwijl men anders op een dubbeltje ziet. Vooral voor de houders van herbergen aan het water is deze sneeuwstorm een »gat yn epong". Verschilende dier herbergiers moeten grootendeels de pacht uit »rijders" maken. De kans stond zoo mooi!