Het défilé is afgeloopen. De Ministers hebben eerst gezamenlijk en toen nog eens ieder afzonderlijk zich voor de Kamer vertoond en hebben, hetzij verantwoording afgelegd over hunne daden, hetzij hunne nieuwe voorstellen verdedigd. De hoofden der Departementen zijn er genadiglijk afgekomen. Nadat de Vredesconferentie — het aambeeld waarop het meest gehamerd werd — geen stoornis had teweeg gebracht in de verhouding van Regeering en Kamer, mochten al de overige Ministers zich, in win of meer blijmoedige stemming, aan het jaarlijksch exatnen onderwerpen, dat de heeren Kamerleden hun plegen af te nemen. Oppositie was er eigenlijk niet, slechts nu en dan een kleine aanval op dezen of genen bewindsman, en meerendeels kwamen die steken en slagen uit den socialistisch en hoek, waardoor ze, althans in de Kamer, niet veel kracht kunnen uitoefenen. Het mag tusschen twee haakjes erkend worden, dat de socialistische afgevaardigden zich langzamerhand ook beter in het gareel van ons Parlement thuis gevoelen, dat hun toon minder venijnig is, wellicht omdat zij erkennen moeten, dat hunne medeleden toch allen niet behooren tot die soort van lui, die opzettelijk het volk er onder willen houden, en misschien ook wel omdat zij bij ervaring geleerd hebben, veel meer te kunnen bereiken door feitelijke voorstellingen van zaken, dan door groote schoonklinkende phrases. Zij hebben hun hart lucht gegeven en zijn wel eens erg lang van stof geweest, maar aan de andere zijde hebben ze getoond volkvertegenwoordigers te zijn, die met de anderen kunnen samenwerken. Doch om op het Kabinet terug te komen, is het opmerkelijk, dat ook de Ministers van de nationale verdediging er zonder kleerscheuren zijn afgekomen, wat den Minister van Marine betreft, dank zij zijn leukheid De Minister Eoëll, die een verklaard tegenstander van wettelijke of andere wijze van vaste regeling van onze zeemacht is, had echter rondborstig meegedeeld, hoe zijns in ziens onze marine er over eenige jaren moest uitzien. Hij had schepen voor Indië, schepen voor den algemeenen dienst en schepen voor Nederland noodig en dat zou — daar het bestaande materieel niet veel waard is — ons binnen eenige jaren 48 millioen kosten.
Om al vast een begin te maken, had hij op deze begrooting een postje gezet voor eenige binnenlandsche oorlogsvaartuigen. En zie, wat i3 er nu gebeurd ? Die binnenlandsche oorlogsschepen zijn hem voor zijn neus weggekaapt; de Kamer wilde er, ten minste vooralsnog, niets van weten. Zij had geen tijd gehad om de plannen na te gaan en vond, dat deze nieuwigheid eens h, tête reposée moest worden overwogen. Wanneer? . Men dacht in den loop van het jaar bij suppletoire begrooting, maar de Minister zelf eed al doorschemeren, d&t het wel eens pas ■ iet volgend jaar 'oij de begrooting zou kunnen zijn. Doch om een pleister op de wonde te leggeu voor den Minister, werd ïem heel gracieuselijk door de Kamer een nieuw schip aangeboden voor Indië. Een vreemde metamorphose, niet waar? Maar de Minister dacht: kip, ik heb je, en nam iet cadeautje voor onze zeemacht dankbaar aan. Nu is het wel waar, dat dit schip 'eiteliik thuis behoorde in het plan des Ministers voor Indië, daar hij twee jaar geeden drie pantserschepen had noodig geoordeeld, waarvan er een toen dadelijk is toegestaan, het tweede in den loop van het tegenwoordige jaar, terwijl de Minister voornemens was het derde het volgend jaar aan te vragen, zoodat het eigenlijk neerkwam op een vervroeging met één jaar, doch met dat al zou de Minister er waarschijnlijk het volgend jaar om hebben moeten bedelen, terwijl het hem nu werd geschonken. Daar Minister Eoëll geen koppig mensch is, berustte hij in de gedaanteverwisseling van zijn voorstellen en kan hij zich nu wijden aan krachtiger voortgang met zijne Indische schepen, terwijl zijn binnenlandsche defensie nog altoos in de lucht blijft hangen. Als eek moet men toegeven, dat de Kamer ten slotte geen dwaasheid heeft begaan, door voor Indië te zorgen; — op deze plaats is reeds vroeger de wenschelijkheid uiteengezet, om toch vooral te zorgen, dat Indië verdedigbaar is, daar bij een eventueelen oorlog niet enkel daar de zwaarste slagen zullen vallen, maar men bovendien nooit kan weten hoe plotseling de horizont in het Oosten kan verduisteren door Aziatische invloeden. De Kamer schijnt van hetzelfde gevoelen te zijn; zoowel bij de Indische begrooting, als nu bij hoofdstuk VI werd van verschillende zijden aangedrongen om toch vooral de verdedigingsmiddelen van Indië krachtiger te maken. Madat de Minister door een verandering van cijfers in zijne begrooting had toegehapt, werd zijne begrooting met ongekend groote meerderheid aangenomen. En datzelfde was het geval met de begrooting van Oorlog. Stond de Minister Eland verleden jaar voor een hevig vuur, dit jaar heeft men hem het leven niet zuur gemaakt, dank zij de ingediende legerorganisatie, die gelegenheid zal geven later ons defensiestelsel in bijzonderheden na te gaan en die althans getuigt van 's Ministers zucht
om aan wetgevende te laten over zijne plannen. Er is ook nu wel wat geredekaveld, vooral van socialistische zijde, over het weggooien van millioenen, maar dat viel thans allerminst in goede aarde, op het oogenblik, dat in ZuidAfrika blijkt, hoe een land, alleen door in staat te zijn zich te verdedigen, de sympathie vau de geheele wereld kan wekken. Stelt u eens voor, dat de Nederl. socialisten in Pretoria hadden weten te verkrijgen een algemeens ontwapening, dan zouden toch nu al lang de Engelschen heer en baas zijn van Kaapstad tot de Delagoabaai. Neen, thans nog meer dan ooit blijkt, dat een volk, wil het ontzag afdwingen, zich met kan3 op succes moet kunnen verdedigen. En de zoogenaamde anti-militairisten erkennen dat zelf zoozeer, dat zij hun verzet lieten varen, nu de Minister een organisatieplan heeft aanhangig gemaakt. Het verschil tusschen de liberale antimilitairisten en de sociaal-democraten is, dat eerstgenoemd en verdediging willen, mits het geld niet worde weggeworpen, dat wil zeggen, dat er kans bestaat, dat de verdediging afdoende zal zijn. De socialisten daarentegen betwisten, dat dit laatste vast het geval kan zijn in ons kleine land en zij meenen, dat men zich minder aanstelt en minder kaDs heeft om te worden ingepalmd, als men al het militaire aan een kant zet. De groote vraag is nu maar: hoe zal het bewijs kunnen geleverd worden, wie gelijk heeft? Alleen natuurlijk als er een oorlog uitbreekt. Maar — en dat schijnt vrij logisch — als dat geschiedde en we hadden gedaan wat de socialisten willen, dus geen verdedigers en geen forten, dan zou zeker de proef ten hunnen nadeele uitkomen, indien wij werden geannexeerd, maar dan zou er niets hoegenaamd meer aan te doen zijn. Onze Minister van Oorlog, die dit jaar vrijmoediger en meer ongedwongen sprak dan het vorige jaar, had de voldoening zijn oorlogs- en vestingbegrooting incluis te zien aannemen met overgroote meerderheid, ofschoon men aanvankelijk fluisterde, dat hij ten aanzien van de afwerking der Amsterdamsche forten groote tegenkanting zou vinden. Begrijpelijk is het wel, dat de heer Smeenge dit jaar zijn handen in de luebt sloeg over de gemakkelijkheid, waarmede den Minister zijne millioenen werden toegestaan. Het Kabinet mag dus tevreden en verheugd de Kerstdagen doorbrengen in rust na den vermoeienden parlementairen arbeid De Kamer is nu een week of acht achtereen rusteloos bezig geweest, nadat zij van half September in de sectiën heeft gewerkt. Inderdaad is er op haar werklust niets aan te merken. En ons wacht dit jaar nog wat. Bij haar terugkomst wachten Leerplicht ontwerp, belastingwetten en wetten omtrent de ouderlijke macht en de voogdij, aan wie de voorrang zal worden toegekend, de werk plaatsen van het Parlement zijn opgevuld met arbeidsioaterieel en als het dégestievermogen
der Kamer in het voorjaar even krachtig blijft als in dit najaar, dan staat ons nog veel te wachten. Onze Minister van Pinanciën zal immers toch nog zorgen voor een nieuwe tariefwet en voor allerlei andere aardigheidjes om de schatkist niet te laten leegloopen. Gelukkig dat de kan* daarop op dit oogenblik niet groot is, daar de middelen aardig meevallen. Het is zeer opmerkelijk, dat de raming al weer met niet onbelangrijke bedragen overtroffen wordt, waaruit blijkt, dat de algemeene welvaart niet vermindert, of beter wordt toegezien op de inning. Maar daarom te meer hebben die Kamerleden gelijk, die d>'n Minister van ^inanciën duchtig onder handen hebben genomen over de wijze waarop de belastingambtenaren tegenover het publiek dikwijls optreden. Er zijn in de Kamer harde woorden gevallen over de stelselmatige bemoeielijking van het publiek door zich niet te houden aan uitspraken van de raden van beroep, maar elk jaar dezelfde te hooge aanslagen te doen. Ér is ook, en zeer terecht, bitter geklaagd over de belastingambtenaren, die wel willen, dat geen mensch een dag te laat zijne termijnen betale, maar zelf drie, vier maanden te laat het belastingbiljet zenden, zoodat de belastingschuldigen verplicht worden in eens een groote som op te brengen. 3et personeel moet einde November worden afbetaald en mag in tien gelijke termijnen worden gekweten, maar als men in Juni pas zijn biljet ontvangt, dan is men vijf maanden ten achter. De heeren van de belastingen mogen daar licht over denken, maar menschen die hun geld moeten afpassen worden de dupe. Op die wijze maakt de fiscus de menschen tot wanbetalers. Indien de Minister hiertegen geen voorzieiiiug neemt — wat wel is te denken, na de krachtige aanvallen dit jaar — dan loopt hij kans, dat er een ordelievende bond van belastingbetalers ontstaat, die er processen aan waagt om eerst binnen tien maanden na ontvangst van het belastingbiljet te betalen. Eindelijk is deze week de revisie-aanvrage in de zaak van gebrs. Hogerhuis voor den Hoogen Eaad behandeld. Na al het geschrijf en gewrijf had men gedacht, dat die behandeling veel belangstelling zou wekken. Ons hoogste rechtscollege had de strafkamer netjes in orde gebracht: banken voor het publiek, extra stoelen voor advocaten, toehoorders, ordebewaarders bij de vleet. Ea ten slotte woonden geen twintig menschen meer dan anders de zitting bij. Was het omdat ditmaal het socialistisch tintje er af was, daar niet Troelstra, maar mr. van den Bergh optrad ? Het is zeer goed mogelijk. De ge dachten wisseling tusschen het Openb. Ministerie en de verdediging was dan ook zeer kalm en zakelijk. Geen oogenblik schier van warmte, dan misschien toen het Openb Ministerie den Hoogen Eaad verzocht enkel het verzoek om revisie te bezien uit het licht der wet, zonder te willen voldoen aan volkswenschen, en toen van de andere zijde de
verdediging het hoogste rechtscollege verzocht niet de nieuwe getuigen onbetrouwbaar te achten, omdat zij socialisten zijn. Wat de Hooge Eaad doen zal? Ongetwijfeld zich niet laten influenceeren, maar zeer zeker geneigdheid Ivroonen, zoo zij er eenigszins termen toe vindt, de revisie toe te staan, onafhankelijk van alle overwegingen of bespiegelingen van p ilitieken of socialea aard., maar uitsluitend op grond van de juridische overweging, dat, waar door nieuwe feiten twijfel is kannen geboren worden, die twijfel moet, ten goede kimen aan de veroordeelden. Dat beoogdts de revisiewet, niets meer, maar ook niets minder.
"Uit de Residentie.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/12/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103633:mpeg21:p001
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/12/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103633:mpeg21:p001
ROMAN VAN A. GUNDACCAR YON SUTTNER. Op een avond, toen Arpad thuis kwam, deelde Misko hem mede, dat de graaf zich onwel gevoeld en naar bed begeven had. Arpad begaf zich dadelijk naar de kamer van zijn vader en vond dezen klappertandend van de koorts. Oogenblikkelijk werd naar Kaschau om den docter gezonden, en de zoon bleef bij den patiënt, om bij de hand te zijn, als de toestand plotseling erger mocht worden. Langzamerhand verdween het koude, huiverige gevoel om voor warmte plaats te maken en deze overgang had op den graaf eene weldadige uitwerking. Hij voelde zich nu opgelegd tot spreken en vertelde zgn zoon, dat hij in de directeurswoning had gewerkt, waar men zeer hard had gestookt; bovendien had het Werk hem warm gemaakt en hg vergeten een overjas aan te doen. Waarschijnlijk had hij op dat korte einde kou gevat, daar er een scherpe noordewind had gewaaid. Doch nu, nu hij weer warm was geworden, hoopte hij, dat de zaak geen verdere slechte gevolgen zon hebben. Na eenignn tijd klaagde hij echter over hevige pijn in den schouder, w-lke bij het ademhalen toe Dam en da warmte steeg steeds meer tot eene koortsachtige hitte. «Ik ben byna bang, dat het iets ergs wordt* zeide hg, met moeite ademhalend, daar elke grootere inspanning hem hevige steken bezorgde. Arpad trachtte den zieke gerust te stellen door te beweren, dat het waarschjjnljjk niets dan spisrpgn
en rhumat»Waar denkt u aan? Gij moogt toch weger® eene kleine kouvatting niet dadelijk het ergste vreezen." »Laat mij maar en luister : In de kast daar bevindt lich i«ts, dat ik als bewijs heb bewaard, in geva! ik mij tegen een schurk niet anders verweren kon. Maar pas, wanneer hij het tot het uiterste drijven, wanneer hg het wagen mocht, mij ten opzichte van het aanvaarden der erfenis aan te vallen, |of mij van iets boosaardigs te betichten, nf —" Misko deed behoedzaam de deur open en meldde zacht, dat de dokter was gekomen. De graaf wilde een weinig overeind gaan zitten, doch die beweging veroorzaakte hem zulk eene hevige pijn, dat hij met een zucht weer in de kussens viel. De dokter begon dadelijk den graaf te onderzoeken en stelde hem gerust, maar hg nam de eerste de beste gelegenheid te baat om Arpad toe te fluisteren : b Het is eene longontsteking." «Gevaarlijk ?" vroeg Arpad ontsteld. «Het is altgd een meer of minder gevaarlijk iets — vooral op hoogen leeftijd. Ik zal in elk geval van nacht hier blijven, en wel in de kamer van den zieke, wanneer u het goed vindt." Arpad knikte dankend en trad weer op het bed toe. De graaf had de oogen gesloten en haalde blgkbaar met moeite adem. «Er is toch geen oogenblikkeljjk gevaar?" fluis' terde Arpad, op de teenen den geneesheer naderend «Neen, maar de koorts wordt zeer hoog. Ik zal dadelijk den thermometer aanleggen en vervolgen: de geneesmiddelen toebereiden." Arpad wilde den dokter niet storen en ve-lie zacht de kamer, om maatregelen te treffan, dat den verpleger, zoo het noodig bleek, bijstand kop verleend worden. Daarna beval hij Mi-ko in de kamer naast die van den graaf een bed op te gtellen, want hij wilde in de onmiddellijke nabjjheid
blijven. D h ziekte nam haar verloop. In de >e ste dagen scheen de toestand bedenkelijk te zuil n worden, toea trad plotseling e*ce verandering ton goede in; doch onverwacht werd de koorts weer heviger en de genMtibeer hield bet voor zijn plicht een telegraf uaar Pest te zenden aan een autoritei' daar, met het verzoek onmiddellijk ta komen, ofschoon hh overtuigd was volkomen naar de regelen van zijn weten- ch-sp te handelen. Juist toen de beroemde collega kwam, scheen het criti 'ke oogenbiik nabij ; ook kon de profess >r geen beteren raad geven, maar verklaarde de manier, waarop de patiënt bebandeld werd, voor de juiste. Zoo bleef slechts een zweem van hoop over: dat de natuur helpen zou en dat was ook het geval. De zieke doorstond glansrijk de crisis. Den tweeden dag kon de Pester geneesheer verklaren, dat hij overbodig was, daar nu met zekerheid kon verwacht worden, dat de beterschap spoedig zou toenemen Hij ried slechts nog de uiterste voorzichtigheid aan en, zoodra de patiënt zicb daartoe sterk genoeg voelde, eene reis naar het zuiden, om daar den winter door te brengen. De reconvalescent ging steeds vooruit, en Arpad die al dien tijd zijn vader trouw bad opgepast, kon nu ook weer over zijn vrijen tijd op een andere wijze beschikken. Sinds weken was hij niet te Orahaza geweest en hg had slechts in zoover met zijne beide bloedverwanten verkeerd, dat hij op hunne vragen naar den toestand van den zieke bescheid had gegeven. De graat voelde zelf verlangen naar een andfr klimaat to«n de eerste sn»euw viel, en dus werd het vertri k op een bepaaldea datum vastgesteld. Nu viel natuurlyk de geheele last van het bestuur van Tijo'ya op Arpad's schouders, maar daar hij zich geheel met de gedachte vertrouwd had gemaakt, het beroep van zeeman met dat van een landheer te verwisselen, ging bjj ookmetyver
en last aan het werk. Man had bet bearabtenper-"?neel eene verandering •oen ondergaan, onbruikbare dementen verwijderd en betere krachten aangeworven. Op Arpad's verengen had de graaf het ad.nioistratief beheer van iet landgoed aan een voortijgen learmeester van iijn zoon opgedragen, die zich door een val zoo had bezeerd, dat hij voor dun actieven scheepsdienst nie: meer deugde. Valer en zoon bespraken de laatste dagen nog allrrlei dingen, doch op dn geheimzinnige raededeeling waarmede de grad «oor zijne ziekte begonnen was, kwam deze niet mear terug; ook Arpad hechtte geene beteek inis aan die zaak, want hij was overtuigd, dat alle? slechts op koortsfantasiëa berustte en zonder eeoig belang was. Den volgenden Zondag vertrok de reconvalescent in gezelschap van Misko naar Sin Remo, waar hij den eersten tjjd dacht te bl ivan. x IV. Op een prachtigen winterdag voerde Arpad eindelijk zijn voornemen uit, Karodies een bezoek te brengen. Hg was wel eer.igstins verbaasd, toen hij het voorplein opreed en het vervallen gebouw zag, dat feitelijk slechts den naam van «hut" verdiende. Alles, wat zich hier aan het oog vertoonde, gaf verval en verwaarloozing te kennen; ook het inwendige, de woonkamer, waarin Karodies zijn bezoeker ontving, was een zwart berookt vertrek met een versleten en gebroken inrichting; het bed, waarop dekeDS en kussens verward dooreen lagen, geleek op dat van een knecht, die geene bediening ter zijner beschikking heeft en zelf te lui is om een h»nd uit *e steken. Schoenen, kleadingstukken, ja<'htbenoodig'1hedan enz. lagen vreediaam bij elkaar, in éen woord, Arpad kou niet begrijpen, hoe een lid van de zoogenaamde voornama kringen ia zulk eene omgeving kon leven. (Wordt vervolgd.)
"EEN DEMON.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/12/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103633:mpeg21:p001
Donkere dagen voor K -stmis, ditmaal niet alleen wat de natuur betr,maar helaas ook in menig ander opzicht. M er dan ooit zijn wij verwijderd van het ideaal, dat het «vrede op aarde", straks van duizend :ii kanseh in alle talen verkondigd, kans heeft om werkelijkheid te worden, hoe gunstig het zich >ok in den loop van het jaar liet aanzien, toer ia den Haag ernstig gedelibereerd werd over den weg, die tot vermindering der oorlogen kon leiden. Words 1 Words! althans wat een der Staten betreft, Engeland wist toch zeer goed toen het een vertegenwoordiger zond, daarmede dus sympathie met het denkbeeld betuigende, dat het weldra het zwaard zou trekken tegen een Staatje, dat zijn heer3chzuchtige plannen in den weg stond. Was dat toch niet het geval geweest, dan' had het zich moeten onderwerpen aan de uitspraak van arbiters, door datzelfde Staatje aangeboden en innig begeerd, omdat het zeer goed begreep, welk een wanhopigen strijd zou gevoerd moeten worden tegen den reus met zijne legioenen, en welk een naamlooze ellende over land en volk zou worden gebracht. Het heeft niet mogen baten, Engeland, of liever zijn Regeering, wilde van geen onpartijdige beoordeeling weten, maar het plukt nu de wrange vruchten van zijn zoo onrechtmatige handelwijze, het beleeft een Kerstmis, zóó droevig als in jaren niet is voorgekomen ; diepe neerslachtigheid heerscht alom, daarbij zware rouw in zoovele familiën, een zorgelijke finantiëele toestand en een ontredderde beurs. Kon toch in een vorig verslag elke omschrijving van den toestand der beurzen achterwege blijven, was bet woordje »slecht" toen voldoende, thans was dit nog veel meer het geval, men behoeft slechts de koersen ;van toen en nu naast elkaar te leggen, om te zien welk een bres in sommige is geschoten. Hij kon ook haast niet ongelegener komen, deze oorlog, nu in de heele wereld, en vooral in Duitschland, de industrie een verbazende vlucht heeft genomen, zoodat bij de Banken in ouitengewone mate om crediet werd aangeklopt, 't geen reeds verhooging van het disconto der Rijksbank ten gevolge had. Toen nu de oorlog uitbrak, waardoor vermindering der goudproductie in Transvaal het gevolg was en Engeland, in plaats van goud van daar te betrekken, daarheen moest zenden, toen lag het voor de hand, dat de verschillende hoofdbanken angstvallig de beweging in andere landen volgden, om maatregelen te nemen wanneer het gele metaal te veel mocht wegvloeien. Want het is niet zoozeer geld- dan wel swwrfschaarschte, die meêwerkt tot, of liever de hoofdoorzaak is van den huidigen ongunstigen toestand; was het zilver, zooals reeds herhaaldelijk is geprobeerd, gedeeltelijk in zijn rang hersteld, m. a. w. waren de voornaamste Staten overeengekomen
het witte metaal, naast het goud, in rader vast te stellen verhouding, weer als standaardmunt mun averal toe te laten, dan zouden toestanden als nu ni°t zoo gemakkelijk meer kunnen voorkomen. Want het. «oud is blijkbaar nipt voldoende, om in de behoeften van het ■wereldverkeer te voorzier, zelfs n'et in normale tijden, veel minder dus in moeielijke dagen, gezwegen nog er van, dat bij uitbreiding van het algemeen ruilmiddel, de herhaalde manipulatiën van speculanten om het schijnbaar schaarsch te doen worden, en dus voor handel en rij verheid de geldprijzen duur te raaken, niet zoo ligt succes zouden hebben. Moge uit de huidige moeielijke omstandigheden ten minste het voordeel geboren worden, dat men het noodzakelijke zal inzien van verruiming van 't ruilmiddel, teneinde cisissen als nu te voorkomen. Want er heerschte speciaal aan deNew-Yorksche beurs, in de afgeloopen week, op enkele dagen, een crisis, als gevolg van vrees voor wegvloeing van het gele metaal, waardoor de koers van dadelijks opeischbaar geld zelfs tot 125 pet. steeg. Was speciaal onze beurs toen niet als kooper opgetreden — zij deed zulks in den laatsten tijd bij elke verlaging van beteekenis — dan zouden ook hier de vrij paniekachtige koereen, van de overzij van dpn Oceaan geseind, gevolgd zijn, doch dank zij dien steun, was hier de verlaging dien dag gering. Maar toch bleef men overal zwak, sommigen gingen vrijwillig verkoopen, anderen werden daartoe gedwongen en, last not least, executieverkoopen vonden plaats, zoowel voor New York en Londen, in welke beide plaatsen faillissementen voorkwamen. Enorme verplaatsing van fonds, van zwakkere naar krachtige handen, heeft deze week plaats gevonden, daardoor is de toestand natuurlijk beter geworden, maar toch is men nog niet gerust en vreest men voor een moeilijke rescontre aan de Londensche beurs, na Kerstmis aanvangende. Daar toch is de teruggang der mijnwaarden het lête noir en, zooals het gewoonlijk gaat, de daling in ééne afdeeling sleept de anderen mee, men wil liefst de zoo gedéprecieerde waarden behouden en brengt daartoe andere fondsen aan de markt. Er kwam reeds deze we6k in de koersen dier mijnwaarden aan de Lmdensche beurs een vrij groote val, te erger omdat nog kort te voren goedgeloovige zielen, op valschelijk uitgestrooide berichten van den val van Ladysmith — omtrent de verspreiders waarvan een onderzoek wordt ingesteld — groote posten tegen snel verhoogde koersen hadden gekocht, die den volgenden dag weer op de markt werden geworpen, toen het bericht niet waar bleek. Werkte hetaan den eenen kant gunstig, dat de EUnk van Engeland Donderdag het disconto niet verhoogde, waarvoor werd gevreesd, de invlojd daarvan werd eenigszins te niet gedaan, doordien de F ansche daartoe overging en wel met een v >1 procent, waaruit dus blijkt, dat ze niet geneig I is om veel van ha
"Overzicht van den stand der effecten en andera waarden. Week van 16 tot 22 December.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/12/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103633:mpeg21:p001
Aan het Bureau van Politie gedeponeerd: 1 Ceintuur. — 1 Parapluie. — 1 Handschoen. — 1 Hoed. — 2 Huisdeursleutels, sleutel. 1 Kast
"Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL. POLITIE.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1899/12/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000103633:mpeg21:p001