De doyen van het corps diplomatiquè te Athene overhandigde gistermiddag aan den Griekschen Minister van Buitenlandsche Zaken, den heer Skouloudis, den tekst van het voorloopige vredestractaat, benevens een nota, waarin verklaard wordt, dat de Mogendheden hare bemoeiingen ter bemiddeling als geëindigd beschouwen en de Grieksche Regeering uitnoodigen gevolmachtigden te benoemen voor het sluiten van het definitieve vredestractaat. De Mogendheden beloven evenwel hare tusschenkomst ingeval moeilijkheden bij het sluiten van den vrede mochten rijzen. De Politische Korrespondenz te "Weenen ontkent, dat Oostenrijk aan de Grieksche Regeering zou hebben medegedeeld, zich niet in de controlecommissie te zullen doen vertegenwoordigen. Engeland. In een brief, waarvan de Daily Chronicle een uittreksel mededeelt, breekt de heer Gladstone op zijne bekende heftige wijze den staf over het Europeesch concert. Hij laat zich daarover aldus uit: »De smart, de schande en de gruwelen van de beide laatste jaren met betrekking tot de Oostersche quaestie, kunnen in geen enkele taal, die ik ken, worden weergegeven. De toestand kan aldus worden samengevat: ♦Honderd duizend Armeniërs zijn vermoord, zonder dat men eenige zekerheid voor de toekomst heeft verkregen, en enkel ten voordeele van de moordenaars. 2. Turkije is machtiger dan het ooit geweest is sedert den Krimoorlog. 3. Griekenland is zwakker dan te eeniger tijd sedert zijne vestiging als Koninkrijk. 4. Dat alles is te danken aan het Europeesch concert, — dat wil zeggen aan het wantrouwen en den haat, dien de Mogendheden jegens elkander koesteren." De opperbevelhebber van het Engelsche leger, lord Wolseley, is eereburger van Glasgow geworden. Ten stadhuize het woord voerende, kwam de lord met nadruk op voor zijne theorie, dat men niet al zijne krachten aan een sterke vloot moest besteden, ten koste van het leger.. Geene zeemacht zou sterk genoeg zijn om het Rijk alleen te verdedigen, dat verstrooid lag over de gansche wereld, tal van garnizoenen eischende voor zijne kolen-stations en legers, teneinde den velen oorlogzuchtigen volken, waarmede het in aanraking kwam, ontzag in te boezemen. Zeker, de oppermacht ter zee moest gehandhaafd blijven ; maar Engeland had een legermacht van matige sterkte noodig voor de verdediging van alle eilanden en van de verschillende positiën. De plichten en verantwoordelijkheden van het leger namen elk jaar toe, zonder dat een overeenkomstige versterking plaats had van de garnizoenen in het vaderland. Het gevolg hiervan was, dat het raderwerk des legers overwerkt en van streek was. Indien een machine, die elk jaar een zekere hoeveelheid werk moest verrichten, 20 procent overwerk moet doen, zou zij vroeg of laat haperen en dit gevaar loopt GrootBrittannië met zijn te klein leger. Frankriyk. De parlementsleden, die wegens de Panamazaak naar het Hof van Assises der Seine zijn verwezen, hebben Zaterdag het voorgeschreven verhoor door den president van het Hof ondergaan. Alleen de heeren Antide Boyer, Laisant, Rigaud en Planteau waren aanwezig. Zij hebben hun namen en beroepen opgegeven en volhard bij de verklaringen voor den rechter van instructie afgelegd.
Waarschijnlijk zal de zaak in de tweede helft van October in behandeling komen. Het lijk van generaal Bourbaki is Zaterdag te Bayonne ter aarde besteld onder een grooten toevloed van belangstellenden. Dc begrafenis had volgens den wensch van den overledene in allen eenvoud plaats, de President der Republiek en de Minister-President hadden zich laten vertegenwoordigen. Maar de geheele bevolking heeft aan de plechtigheid deelgenomen en er het karakter van een indrukwekkende patriottische betooging aan gegeven. Duitschland. De Köln. Ztg. verneemt uit kringen, die met den Bondsraad in betrekking staan, dat de voordracht tot versterking van de vloot, die te verwachten is, zich binnen matige perken zal houden, ofschoon er zeer veel is in te halen wat verzuimd is om de vloot weder op het standpunt te brengen, • dat zij omstreeks 1880 had bereikt. Het voornemen bestaat, de vloot op grond van 't plan van admiraal Stosch te reconstrueeren naar de behoeften van den tegenwoordigen tijd en er voor te zorgen, dat hare herstelling geleidelijk kan geschieden naar een bepaald, voeraf vastgesteld plan. »Uferlose" plannen kunnen reeds hierom niet worden nagestreefd, omdat men afhankelijk is van de bemanning en van de techniek. Maar datgene wat gebouwd wordt, moet beantwoorden aan de technische en taktische eischen, en stakingen in den aanbouw van schepen ter vervanging van die, welke uit den dienst worden afgevoerd, moeten in de toekomst vermeden worden. Voor den aanbouw van pantserschepen ter vervanging van oude schepen is een eenheidstype aaangenomen met een inhoud van 12,000 ton, waarvoor ook het Noord-Oostzee-kanaal bruikbaar is. Het plan zelf zal zich verdeelen over de jaren, die moeten verloopen tot 1905, en dooreengenomen geen hoogere uitgaven vorderen dan wat dit jaar werd verlangd. Om redenen van marinetechniek zal de aanvrage in het eerste jaar 50 millioen uiet overtreffen en in de volgende jaren iets boven de GO millioen gaan. Keizer Wilhelm richtte 25 dezer het volgende telegram aan Prins Bismarck : »Van harte wensch ik Uwe Doorluchtigheid geluk bij het te water laten van den pantserkruiser »Fürst Bismarck". Ik verheug mij er in, dat ik daarmede voor alle tijden uw naam in de nauwste betrekkingen tot mijn vloot weet. Dit feit zal ons te meer met trots vervullen, daar het de eerste pantser-kruiser is, welke bij ons is gebouwd. Het model daarvan zal admiraal Tirpitz Uwe Doorluchtigheid ingevolge mijn opdracht overhandigen." Prins Bismarck zond denzelfden dag het volgende telegraphische antwoord: ^ »Ik verzoek Uwe Majesteit onderdanig voor de onderscheiding, die mij door den doop van den kruiser ten deel gevallen is, mijn eerbiedigsten dank in genade aan te nemen. Tegelijkertijd dank ik met eerbied voor het zooeven ontvangen telegram, door welks inhoud de eer, die Uwe Majesteit mijn naam door de verbinding met Haar vloot heeft aangedaan, zeer verhoogd wordt.'' Oostenrjjk-Hongarye. Het was een groote verrassing, dat de Oostenrijksche Minister-President, graaf Badeni, den handschoen heeft opgenomen, hem door den afgevaardigde Wolft' toegeworpen. En de verrassing was te grooter, omdat Badeni lot dusver bij alle beleedigingen en grofheden, die hem werden toegevoegd, een stoicijnsche kalmte heeft bewaard. Ditmaal moet de beleediging, hem door Wolff toegevoegd, hem wel zeer ernstig hebben getroffen, dat hij dien afgevaardigde een uitdaging zond. Want de afgevaardigde Wolff is niet alleen een rumoerig lid van het Parlement, maar is bekend als een vechtersbaas, die reeds in zijn
studententijd te Praag voortdurend twist zocht om zijn meesterschap in den wapenhandel te toonen. Met zulk een Schlagermeisler behoefde de Minister-President toch werkelijk niet te vechten. Vooral niel, daar het duel iz Oostenrijk bij de wet streng verboden is; nog strenger dan in Duitschland. Het Oostenrijksche verbod bedreigt tegen den overtreder zware kerkerstraf, een straf, die naar de Oostenrijksche rechtsbegrippen tot de onteerende straffen gerekend wordt. Indien dus de rechter zich met de zaak bemoeit — en er is geen enkele reden waarom dit niet gebeuren zou — dan moet de MinisterPresident tegen zich een onteerend vonnis hooren vellen. Van verschillende zijden meent men, dat graaf Badeni thans allereerst zijn ontslag zal aanvragen. Hij was reeds onmogelijk in de oogen der Duitschers; hij is thans onmogelijk in de oogen van het geheele volk. »Maar het logische is in Oostenrijk niet steeds het natuurlijke", zegt de Voss. Ztg., en het zal daarom verstandig zijn af te wachten, welke politieke gevolgen het duel van den Oostenrijkschen Minister hebben kan." Latere berichten melden, dat het tweegevecht tusschen graaf Badeni en den heer Wolff wei geen rechterlijke gevolgen zal hebben. Wel wordt gemeld dat de Minister van Justitie Gleispach den officier van justitie heeft gelast een onderzoek in te stellen, maar een iegelijk is overtuigd dat op bevel des Keizers de zaak in den doofpot gedaan zal worden. Te meer is dit waarschijnlijk daar de Minister-president den Vorst van te voren in kennis heeft gesteld met zijn voornemen en al heeft Keizer Franz Joseph het tweegevecht niet goedgekeurd, hij heeft het zijn eerste-Minister niet verboden. Van beteekenis is het ook dat de officieele Wiener Zeitung van het geheele voorval geen melding maakt. Er zijn verschillende lezingen over wat geschied is na de staking van den strijd. Van de eene zijde wordt gezegd, dat de heer Wolff een oogenblik met zijn secondanten beraadslaagde, daarop op graaf Badeni toetrad en hem dehend toestak, die deze aannam en drukte. Volgens anderen ontspon zich tusschen beide tegenstanders een twistgesprek, dat verschillend wordt weergegeven. Maar een feit is het, dat beide strijders elkander de hand hebben gedrukt. De Temps is van oordeel dat graaf Badeni veel gewonnen heeft door zijn tweegevecht met den afgevaardigde Wolff — vooral door den uitslag van den strijd. »Ware de afgevaardigde, die hem beleedigd heeft, gewond, dan zou de Minister onmogelijk zijn geworden", zegt hij. »Nu hijzelf gewond is, brengen zijn felste tegenstanders hem het verplicht saluut en zijn vrienden een ovatie. De ijver en de warmte van zijn partijgangers, die zeer geleden hadden onder een maand van vruchtelooze onderhandeling, zijn herboren. De meening is gezwenkt. De President van den Ministerraad, die gister nog de gevangene van alle zijden was, heeft thans de keuze van den uitweg. »In plaats van gevallen te zijn met een bekentenis van zijn onmacht, kan hij zich met eere terugtrekken en blijft hij, dan zal niemand zich verwonderen, dat hij voor de tweede maal dooide schorsing der zitting van de Kamer een eind maakt aan de wilde tooneelen, die tot zulke uitersten leiden". Dc Oostenrijksche Kamer van Afgevaardigden heeft Zaterdagavend, onder den indruk van het tweegevecht, eeu vrij kalme zitting gehouden, waarin de gedelegeerden voor de zaken der monarchie benoemd zijn. Er was van Duitsche zijde bijna geen obstructie merkbaar. Er werden geen Boheemsche Duitschers benoemd. De 40 gedelegeerden zijn aldus verdeeld : 9 Czechen, 3 Boheemsche grootgrondbezitters, 6 Polen, 1 Rutheen, 5 Duitschers, 2 Kroaten en Slovenen, 1 Rumeniër, 3 anti-semieten, 4 Italianen,
1 midden-partij, 5 vrijzinnige DuitschersHet Heerenhuis heeft eveneens Zaterdag i 20 gedelegeerden en 10 plaatsvervangers aangewezen. De zaken der monarchie kunnen nu ten minste geregeld worden. De herinnering aan de geschiedkundige grootheid van Hongarije in den dronk van Keizer Wilhelm te Budapest, heeft bij Keizer Franz Joseph het plan doen rijpen om op zijn kosten in de hoofdstad van Hongarije een standbeeld te laten oprichten voor de grootste Hongaarsche nationale helden. In een schrijven aan Minister-President Banffy stelt de Keizer-Koning de noodige sommen beschikbaar voor het oprichten van standbeelden voor den bisschop St. Gerhard, die als martelaar van het geloof is gestorven, voor den aartsbisschop Pazmany, voor de vorsten van Zevenburgen Stefan Bockskay en Gabriel Bethlen, voor de heldhaftige strijders voor vaderland en Christendom Hunyady en Zriny, voor den Hongaarschen generalissimus graaf Johann Palffy, voor den rechtsgeleerde Verböczy en voor den zanger Tinody. Het Koninklijk schrijven heeft in Hongarije een machtigen indruk gemaakt. Allerwegen heerscht uitgelaten vreugde. De burgerij der hoofdstad heeft besloten te illumineeren. De burgers en de studenten bereiden een fakkeloptocht ter eere van den Koning voor. Zweden en Noorwegen. Koning Oskar is gisteren te Kiistiania aangekomen en met geestdrift begroet. De Koning reed door de versierde straten naar de kerk van den Verlosser, waar een godsdienstoefening gehouden werd. Een talrijke deputatie uit de ingezetenen begaf zich des namiddags naar het paleis, waar de Koning en leden der Koninklijke familie haar ontvingen. De menigte op get plein zong het volkslied. De Koning sprak eenige woorden van dank, en riep: »Lang leve het Koninkrijk Noorwegen!" Spanje. Het bericht, dat Vittoria de la Tunas op Cuba door de Spanjaarden hernomen is, wordt niet bevestigd. In een interview heeft — volgens een telegram uit Madrid — generaal Woodford ontkend de drager te zijn van een ultimatum. De Regeering der Vereenigde Staten is voornemens in vriendschappelijke termen haar goede diensten aan te bieden, maar het Ministerie van Buitenlandsche Zaken verlangt een snelle en afdoende oplossing der kwestie, daar de zitting van het Congres der Vereenigde Staten in December geopend wordt en men den invloed der Jingoïsten vreest op de pogingen om tusschen de Vereenigde Staten en Spanje tot een overeenkomst te geraken. De Regeering der Vereenigde Staten zal maatregelen nemen om het optreden van vrijbuiters op haar grondgebied, te onderdrukken. Egypte. Volgens berichten uit Parijs bestaat er kans dat de Egyptische quaestie weder eens ter sprake wordt gebracht. De Politique Coloniale ontvangt uit Petersburg de mededeeling, dat de Regeeringen van Rusland, Duitschland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk met elkander in onderhandeling zijn over de Egyptische quaestie. De Sultan zou — volgens dit bericht — als suzerein van Egypte een nota hebben gericht aan de groote Mogendheden, waarin de ontruiming van Eeypte door de Engelsche troepen verlangd wordt. De Russische Regeering zou dien wensch des Sultans ondersteunen en daarvan blijk geven in een rondschrijven, waarin zij de wenschelijkheid uitspreekt, dat Egypte zelfstandig wordt verklaard, onder opperhoogheid van Turkije en garantie der Mogendheden. Deze wensch wordt gegrond op den gunstigen
toestand die in het Nijlland heerscht, en op de belangen die geheel Europa heeft bij de vrije scheepvaart door het Suez-kanaal. In verband hiermede zouden de Mogendheden uitgenoodigd worden aan een conferentie te Konstantinopel of te Petersburg deel te nemen, om de Egyptische quaestie te regelen. De Toss. Ztg. vreest, dat ook ditmaal de wensch de vader dor gedachte is geweest. Mexico. Velasquez, het hoofd der politie te Mexico, die in hechtenis was genomen onder verdenking van medeplichtigheid aan het lynchen van Arroyo — den belager van den President der Republiek — heeft in de gevangenis de hand aan zich zelf geslagen. Midden-Amerika. De legatie van Costa Rica te Parijs spreekt het bericht tegen, dat onlusten in die Republiek uitgebroken zijn. N oord-Amerika. Reuter verneemt, dat Amerika langen tijd bij Engeland heeft aangedrongen zich aan te sluiten bij de conferentie over de robbenvisscherij, waartoe Japan en Rusland toegetreden zijn. Lord Salisbury daarentegen wilde alleen in conferentie treden met Engelsche, Canadeesche en Amerikaansche deskundigen in zake de robbenvisscherij bij de Pribyloff-eilanden. President Mc Kinley noodigde daarop ook Rusland en Japan tot deelneming uit, waarop lord Salisbury zich terugtrok, daar Rusland en Japan niets met de Pribyloff-eilanden te maken hebben. Verspreide Berichten. Gelijk wij gemeld hebben is de Pseudo-Aartshertog van Oostenrijk, die met mejuffrouw Husmann getrouwd zou zijn, op verzoek der Oostenrijksche Regeering te Luik in hechtenis genomen. 'sMans ware naam is Emile Behrends. Sedert Mei was hij bediende bij een wijnhandelaar in de Rue du Saint Esprit. In het begin van September was Behrends onverwacht naar Duitschland vertrokken. Behrends en mej. Husmann zijn Zaterdag beiden voor den commissaris van politie gebracht. Het jonge meisje was zeer ontroerd en vertelde weenende dat de jonge man nooit het plan heeft gehad gebruik te maken van de titels van den Aartshertog en dat hij zich alleen voor de grap aan haar had voorgesteld onder dien maam. Behrends bevestigde deze verklaring en bekende verder dat hij noch kerkelijk, noch burgerlijk getrouwd was met mejuffrouw Husmann. Hij is achter slot en grendel gezet wegens het dragen van een valschen naam. Zijn gezellin heeft zich door haar broeder laten overhalen om mede te gaan naar Duitschland. Behrends had bij zijne inhechtenisneming 7000 frs. bij zich, het overschot van de som van tienduizend francs, die het paartje bij zijn vertrek uit Duitschland had medegenomen. Ofschoon reeds Vrijdag de plaats gevonden is, waar de torpedoboot S. 26 verging, moet met het aflaten van duikers en met pogingen tot lichten van het schip nog gewacht worden tot de zee kalmer is. De omstandigheden waaronder, volgens de verhalen van de geredden, de ramp heeft plaats gehad, geven weer een bewijs van de discipline die bij de Duitsche marine heerscht. Een stortzee van achter komend, had den commandant Hertog Friedrich Wilhelm van Meckelenburg, tusschendeks geworpen. De Hertog, een zwaarlijvig man, kon niet uit zijn zeelaarzen komen, en tot een stoker, die zich reeds gereedmaakte om hem te helpen, zeide hij dat men zich niet met hem bemoeien moest, hij was toch verloren. Eerst toen vroeg de stoker verlof om zijn lijf te bergen; hij kroop door het luik en werd gered.
De andere geredden waren door de utortzee van het dek geslagen. De opperstuurman .Taeobi en de stoker Leckebusch, die bij den ondergang van de torpedoboot S 26 gered werden, zijn verzocht zich naar het slot Rabensteinfeld te begeven, ten einde aan de Hertogin enkele bijzonderheden omtrent de laatste oogenblikken van haren broeder mede te deelen. De Gemeenteraad van Budapest is voornemens een deel der straat, waarlangs Keizer Wilhelm zijn intocht in de stad heeft gehouden, KaiserWilhelm Strasse te noemen. Volgens een telegram uit San Francisco is de walvischvaarder «Navaret" in de Noordelijke Poolzee vergaan; een-en-dertig personen zijn daarbij omgekomen. Een telegram, door Keuter uit Bombay gezonden, verdient in het bijzonder de opmerkzaamheid. Het was den 23den dezer een jaar geleden, sedert het voorkomen van de pest officieel erkend werd, en op den o vereenk omenden dag in 1896 werden 18 gevallen aangegeven. Dit jaar kwamen er slechts 17 voor, maar met dit verschil, dat de sterfte in 1896 op dien eenen dag in het geheel maar 89 bedroeg, terwijl op 23 Sept, 1867 dit cijfer klom tot 143. Het nieuwe uitbreken van de pest gaat gepaard met eene cholera-epidemie, die velen ten grave sleept. Eerstgemelde ziekte begint zich opnieuw van dorp tot dorp te verspreiden en dreigt ernstige verhoudingen te zullen aannemen. Dit geeft aanleiding tot eene ernstige waarschuwing aan de Regeering, om niet alle dokters naar het oorlogstooneel aan de Indische grens te brengen en de oogen te sluiten voor het groote gevaar, dat Indië bedreigt, als de dienst ter bestrijding vai de pest verzwakt wordt. De ^gevolgen daarvan konden oneindig ernstiger zijn dan iets wat aan de grenzen gebeurt. Ook in Engeland zelf, en wel te Maidstone, heerscht eene epidemie, nl. van typheuse koortsen. In elf dagen zijn reeds 620 gevallen aangegeven. Maar de ziekte is hier beperkt tot dat gedeelte der stad, hetwelk zijn water van een der waterleidingen ontvangt, en men vermoedt, dat dit water door rioolstoffen verontreinigd werd. Er zijn reeds 300 a 400 ziekenverpleegsters in de stad, en de tijdelijke en permanente hospitalen zijn overvol. Een stoomboot uit Colon heeft de gele koorts naar New-York gebracht. Twee passagiers van het schip zijn door de ziekte aangetast, gelukkig slechts in lichten graad. Zij worden op een eiland voor de stad in afzondering gehouden. Het schip zelf is duchtig gedesinfecteerd en er is geen middel ongebruikt gelaten om de verbreiding der ziekte te beletten.