NIEUWS UIT TSJECHO-SLOWAK1JE. - OOSTENRIJK EN HONGARIJE.
Baldwin lieeft het eerst gesproken op de Britsche i ?ijksconferer>tie en daarbij betoogd, dat er, sinds in 1887 de eerste koloniale conferentie te Londen werd gehouden, heel wat veranderd, maai ook heel wat verbeterd is in de verhoudingen tusschen moederland 1 en koloniën. Terwijl overige conferenties steeds hadden plaats gevonden om de betrekkingen tusschen de volken van het Britsche Rijk' te ontwikkelen, diende deze Rij'ksconferentie te worden belegd om besprekingen te Ihouden over het terrein des rijks en interimperiale politiek met de bedoeling om aldus gezamenlijk middelen te beramen die tot een nauwere vereeniging en 'n hechtere aaneensluiting tusschen moederland en koloniën zouden kunnen leiden. Vooral op het gebied der buitenlandsohe politiek had deze behoefte zich herhaalde malen uitermate sterk doen gevoelen. Baldwin herinnerde er aan dat op de rijksconferentie in 1911 Sir Edward Grey voor het eerst omtrent de buitenlandsche politiek fcelangrijke mededeelingen aan de vertegenwoordigers der dominions had gedaan, door daarop uiteen te zetten, dat de instelling van afzonderlijke vloten en strijdkrachten) in de dominions een gemeenschappelijke buitenlandsche politiek noodzakelijk maakte. Voorts herinnerde Baldwin aan het ïijksoorlogskabinet van 1917, een der eerste duidelijke aanwijzingen voor de veranderingen die in de sfeer van buitenlandsche zaken 'had plaats gehad. Dit oorlogskabinet werd gevolgd door de rijksdelegatie naaide vredesconferentie, terwijl op de laatste twee gehouden rijksconferenties niet slechts eenstemmigheid bereikt werd ten opzichte van het richtsnoer der buitenlandsche politiek, maar ook bestond daarop overeenstemming ten opzichte van de administratieve zijde der buitenlandsohe betrekkingen in zaken van voorname beteekenïs. Voorts herinnerde Baldwin aan de conferentie van 1921, die de Washingtonsche ontwapeningsconferentie voorafging, aan de conferentie van 1913 inzake het schadevergoedingsvraagstuk en de quaestie van het smokkelen onder de kust der Vereenigde Staten, en aan een aantal internationale conferenties sedert den oorlog, waarop de dominions vertegenwoordigd waren en daar "n voorname rol speelden, buiten en behalve de vergaderingen van den Volkenbond, waar onveranderlijk een nauw contact fieeft bestaan tusschen de onderscheidene vertegenwoordigers van moederland en koloniën. Ook (en opzichte van de strijdmacht ter ttee is er veel gedaan om de samenwerking te vergemakkelijken. Er is een band gelegd door het stelsel van uitwisseling van officieren en door persoonlijke bezoeker, van officieren naar en van de dominions. Wat de luchtmacht betreft, wees Baldwin tenslotte op het contact tusschen moederland en dominions door de lange afstandvluchten gelegd. Na Baldwin spraken onderscheidene dominions-vertegenwoordigers, van wie de rede van 'Generaal Hertzog (Zuid-Afrika) de belangrijkste» was. Dit was de inleiding tot de groote rede, die Sir Austen Chambeflain, de Britsche minister van buitenlandsche zaken gisteren voor de conferentieleden heeft gehouden over het terrein der buitenlandsohe politiek van Engeland en de betrekkingen die er bestaan tusschen dit land en andere staten. : Deze redevoering is echter niet openbaar gemaakt. Moeilijkheden. De nieuwe regeering in Tsjecho-Slowakije begint al dadelijk met moeilijkheden en de zoo gelukkig geslaagde kabinetsformateur
Swehla ziet zich bij zijn eerste optreden onmiddellijk voor ernstige dingen geplaatst, van de oplossing waarvan veel zal afhangen. De Slowaken n.1., die in de regeering niet. vertegenwoordigd zijn, hebben thans eischen gesteld, om ihun steun aan het kabinet Swehla te kunnen verleenen. En die eischen zijn niet gering. Want deze Slowaken verlangen niets moer of minder dan een ministerie voor Slowakije, de leiding van de afdeeling onderwijs bij dit ministerie, het ministerie voor volkswelvaart en tenslotte stellen zij den eisch, dat een concordaat met Rome zal worden gesloten. De onderhandelingen tusschen Swehla en de Slowaken hebben tot nu toe tot geen resultaat geleid. Doch aangezien men Dinsdag reeds 'n stemming over de regeeringsverklaring- wil doen plaats hebben, is het noodig, dat voor dien tijd overeenstemming met de Slowaken tot sland komt. Ook de Christeliik-sociale Hongaarsche landspartij, die 4 afgevaardigden teli, heeft eischen gesteld voor het steunen van de regeering. In Hongarije heeft de eerst e bijeenkomst der Nationale Vergadering plaats gehad en daarin heeft Graaf Bethlen, die zooals bekend geen nieuw ministerie gevormd heeft, maar alle ministers uit het oude kabinet heeft gehandhaafd, de mededeeling gedaan, dat het ministerie, nu het in zijn geheel is herbenoemd, zich niet als een nieuw 'kabinet beschoüwt en dat hij daarom een regeeringsveiklaring achterwege zou laten. Deze i>\Kort geleden werd een geval aan H licht gebracht van meisjes, die getracht hadden te ontsnappen en, weer achterhaald, bijna doodgeranseld werdén. Ook wordt verhaald van een meisje van vier jaar, dat door haar oom was opgelicht en verkocht aan den plaatse! :;'
"BUITENLANDSCH OVERZICHT. DE BRITSCHE RIJKSCONFERENTIE.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1926/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111684:mpeg21:p001
"Gemengde Berichten. DE GEEST VAN LOCARNO.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1926/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111684:mpeg21:p001
"DAGSPREUK:". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1926/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111684:mpeg21:p001
. — Te Berlijn Adleishof is een tweedekker van 200 M hoogte neergevallen De vlieger werd dood uit de stukken tan het vliegtuig gehaald. — Op het traject Rome—Napels zijn de treinen van draadlaozc ontvangtoestellen voorzien geworden.. De reizigers- kunnen van de rtiiteendijn.gert tvan /Rome, ïVfilaan, Bern, Weenen en Daventi y genieten'in den restauratiewagen. — Naar gemeld Wordt is in, de nabijheid van Frankfort a. d. Oder Maandagavond 'n ernstig 'autcongefük gebeurd, waarbij een dor inzittenden op slag werd gedood. Een andere passagier, de heer Körner, die chauffeerde en bij het ongeval beide beenen brak, pleegde zelfmoorod dcor zich een ■kogel door het hoofd te schieten. — Bij een nachtelijke klopjacht in, de haven, van Singapore is een boot met drie Chincczcn 'aangehouden, die acht -vaten opium, 'ter waarde van 30.000 dollar, onwettig vervoerden. — De Berlijnsche politie heeft drie kooplieden gearresteerd wegens fraduleus bankroet.. Zij hadden vier groote pailijen goederen op crediet gekoobt en deze naar het buitenland (Kngrtrtnd ■ geï mporteerd. Acht weken geileden ging de firma failliet en het lrleek, dat de passiva,'ruim 2 millioen mark bedroegen, waartegenover zoo goed als geen activa stonden. " De ..Wes-tiffliLV O."'fa"'mankt melding van een rijaiulelijke ontvangst. die Cook, den secretaris der M'.'inwerkeisfèderatie, te Nottingham ten deel is gevallen. Toen hij daar ter plaatse aankwam verzocht de directie hem liever in een particulier huis onderdak te zoeken. Cook weigerde en bleef. Eenigera tijd later verschenen een paar tegenstanders van Cook in het hotel en zochten zijn kamer op, blijkbaar met niet al te vriendelijke bedoelingen, waarop de directie de politie waarschuwde. i — Er is te Osaka en te Nagoja (en aardschok gemeld, die aldaar tot een paniek aanleiding gaf. — Bij de ontvangst der deelhemers aan de Duitsche expeditie naar Oost-Azië heeft de leider, dr. Knauss. president Hindenburg een gewijde shawl overhandigd als geschenk van den groot-lama. — Te Lemberg is de inspecteur Jobinski van het lager onderwijs, die zich in een brochure tegen de eischen van de Oekrainers ten opzichte van -liet enderwijs had uitgsproken, op straat door twee Oekrainsche studenten doodgschoten. De dadej's konden ontkomen.
"SAMENGEVAT NIEUWS.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1926/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111684:mpeg21:p001
Dinsdagavond is in ,,De Twee Steden" te Den Haag een openbare vergadering gehouden, belegd door het nationale comité van actie tegen het verdrag met België. De zaal was geheel gevuld en ook de ernaast gelegen zaal, waarvan de deuren waren opengezet, was vol belangstellenden, evenals de serre langs de zaal. Onder de aanwezigen waren vele hooge militairen, leden van Eerste en Tweede Kamer. De vergadering werd geopend door Mr. J. Luden met een korte inleiding, waarna het woord werd verleend aan Prof. Air. de Vries, ter bespreking van de economische zijde van het ver. drag. Spr. stelde daarbij drie onderwerpen aan de orde, n.1. de Schelderegeling, het kanaal Antwerpen—Moerdijk en de overige kanalen. Met betrekking tot de Schelderegeling betoogde spr., dat deze ons slechts nadeelen brengt, tegenover de vele nadeelen staat nog niet cén voordeel. • Van zeer groot gewicht achtte spr. de bezwaren tegen het kanaal Antwerpen naar Moerdijk. Dit kanaal achtte Prof. de Vries niets anders dan een bedreiging van Nederland's welvaart. Het aandeel van Antwerpen in het Rijnverkeer zou door dit kanaal toenemen ten koste van Rotterdam en Amsterdam. Van de overige kanalen merkte spr. op, dat het kanaal door Limburg naar Ruhrort eveneens nadeel brengt, de betere scheepvaartverbinding van Luik naar Maastricht daarentegen zal aan Nederland zoowel als België voordeelen brengen. De bezwaren tegen het tractaat in zijn geheel zijn echter zoo overwegend, dat 't terwille van dit enkele voordeel niet aanvaard snag worden.
Vervolgens behandelde Prof. de Vries de vraag, of wij op grond van de scheidingsregeling van 1839 verplicht zouden zijn tot aanvaarding ivan het verdrag. Hierop meende de spr. een ontkennend antwoord te kunnen geven, terwijl hij tot slot betoogde, dat wat wij bij de aanvaarding van het tractaat ten offer zouden brengen, niet in de eerste plaats is onze welvaart, maar de bestaansvoorwaarden van de komende generaties. Als tijdelijke beheerders over de bronnen van onze volkswelvaart, aldus prof. de Vries, is het onze plicht deze ongeschonden aan het nageslacht over te dragen. Hierna werd het woord verleend aan generaal Snijders, die de militaire beteekenis van*het verdiag behandelde. Generaal Snijders nam aan, evenals de regeering in het verdrag heeft gedaan, dat gevaar voor oorlog in de toekomst nog steeds niet uitgesloten is. In de oorlogsjaren van 1914—1918 is bewezen, dat onopgeloste gedingen betreffende rechtsaanspraken van oeverstaten op onze grensrivieren ons in geval van internationale conflicten in moeilijkheden en gevaar brengen. Daarom achtte spr. het van belang, dat, nu onze verhouding tot België opnieuw wordt geregeld, bestaande strijdpunten worden weggeruimd, opdat dubbelzinnigheden in de omschrijving der rechtsverhoudingen niet de bronnen worden van nieuwen rechtsstrijd. Vooral tegenover België moeten wij z.i. de uiterste voorzichtigheid betrachten na de verregaande poging tot annexatie van Nederlandsch gebied en de ongehoorde eischen der Belgische regeering t.o.v. de souvereiniteit op de Westerschelde. Die eischen en begeerten, ofschoon tijdelijk afgewezen, leven voort in het Belgische Volk en zullen herleven bij gunstige gelegenheid. Het verdrag biedt dienaangaande naar het oordeel van Generaal Snijders geen uitdrukkelijken waarborg en de officieele verklaringen in de Belgische volksvertegenwoordiging zijn niet geruststellend. Hef hieruit voorkomend gevaar kan dreigend worden bij een West-Europeesehen oorlog, waarin België betrokken is, doch Nederland onzijdig wil blijven. Het verdrag bedreigt naar zijn oordeel in sterke mate onze strategische veiligheid. Spreker gaf een opsomming van de veiligheidsmaatregelen en voorzorgen, welke begin Augustus 1914 door het Nederiandsche militaire gezag ter verzekering onzer onzijdigheid getroffen zijn geworden. Het nieuwe verdrag waarborgt niet, dat wij in de toekomst gerechtigd zullen zijn, ingeval van nood, soortgelijke maatregelen te treffen. Ook het Wielingenvraagstux'achfte' spr.. door dat het onopgelost is gebleven, een gevaar. Het totale complex van bezwaren tegen het verdrag achtte generaal Snijders van zoo ernstigen aard, dat het tot verwerping moet leiden. Tot slot werd het woord gevoerd door Prof. Dr. Moresco, oud vice-president van den Raad van Nederlandsch Indië, die de internationaal politieke zijde van het verdrag belichtte. Spr. betoogde, dat een duurzame vrede alleen gegrond kan zijn op recht; dit verdrag evenwel noemde spr. onrecht. De grondstelling, dat het nieuwe tractaat een uitbouwing is van het oude van 1839 noemde spr. onjuist; het nieuwe tractaat is een geheel nieuwe regeling, die aan Nederland niet meer laat dan den naam van souverein, maar inderdaad een eind maakt aan de Nederiandsche souvereiniteit over de Westerschelde. Prof. Moresco's meening was tenslotte, dat er geen enkele grond is om het verdrag aan te nemen, wij hebben aldus spr. niet enkel het recht het af te wijzen, wij hebben ook den plicht om dat te doen. De redevoeringen werden herhaaldelijk door applaus en gejuich onderbroken en met langdurigen bijval beantwoord. Met een kort slotwoord sloot de voorzitter de vergadering. Op denzelfden avond werd het verdrag in de Van Dijk-zaal te Den Haag besproken door de heeren ir. H. Mussert, algemeen secretaris van het comité, kapitein van den generalen staf Harberts en prof. Colenbrander welke eveneens resp. de economische zijde, de militaire zijde en de internationaal politieke zijde van het verdrag belichtten. Deze bijeenkomst stond onder leiding van Mr. Aug. Philips, oud-gezant te Washington. TEGEN HET NEDERLANDSCH-BELGISCH TRACTAAT. !De gemeenteraad van Dordrecht heeft Dinsdagavond met algemeene stemmen de volgende motie aangenomen : ■ De raad der gemeente Dordrecht, van oordeel, dat aanneming van het voorgestelde tractaat Nederland—België gevaren medebrengt voor de toekomstige ontwikkeling van deze gemeente, noodigt B. en W. uit, zich namens den raad te richten tot de Tweede Kamer der StatenGeneraal, teneinde de bezwaren, welke voor de gemeente Dordrecht bestaan, bij gemotiveerd adres uiteen te zetten. DE WIJZIGING VAN DE SUCCESSIEWET. pe Nederl. Oudheidkundige Bond heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden waarin wordt gezegd, dat d'eze bond met groote ongerustheid heeft kennis genomen van de in het wetsontwerp tot wijziging van de successiewet voorgestelde opheffing van de bestaande vrijstelling van schenkingsrecht voor schenkingen aan provincies en gemeenten. Het gevolg van die opheffing zou volgens adressant zijn, dat aan de provincies en stedelijke musea geen schenkingen van beteekenis meer worden gedaan, en dat bijgevolg 's Rijks schatkist ook geen schenkingsrecht zal ontvangen. Adressant acht het ongehoord, dat het Rijk den tienden, penning zou yaan eischen als boete
van hen, die hun provincie of hun gemeente met waardevolle geschenken willen verrijken. De Nederl. Oudheidkundige Bond, verzoekt uan de Kamer, deze wijziging niet aan te nemen. EEN VERZOEK AAN iDE KONINGIN. De vereenigde Haagsche autobusondernemers hebben, nieldi „Het Vad.", besloten het volgende telegram uun de Koningin te verzenden : „In verband met het besluit van B. en W. van Den Haag, waarbij hun aangezegd werd de beëindiging van het Haagsche autobusbedrijÜ met ingang van 1 Januari 1927, verzoeken de vereenigde Haagsche autobusondernemers H. M. de Koningin haar invloed aan te wenden ten einde dezen maatregel zes maanden te zien opgeschort." Het telegram houdt o.a in, dat vele werkgevers door dezen maatregel worden geruïneerd en 150 gezinnen broodeloos gemaakt. Door dezen maatregel zes maanden te doen opschorten zou veel leed kunnen worden verzacht. — 0 1 • HET CONGRES VAN HET N. V. V. In de gistermorgen te Utrecht gehouden zitting v/h. Congres van het N.V.V. werd mededeeling gedaan van een telegram van den heer Troelstra, waarin deze zijn spijt betuigt, niet aanwezig te hebben kunnen zijn bij de eerstesteenlegging van het Troelstra-oord, welke gister heeft plaats gehad. Hij brengt zijn innigen dank aan het N. V. V. voor het initiatief. Op voorstel van den voorzitter werd' besloten aan den heer Troelstra een telegram te zendtn, waarin de beste wenschcn voor zijn herstel worden uitgesproken. j Het voorstel van den bond van handels- en kantoorbedienden inzake de -sociale wetgeving, werd aangenomen, waarbij de voorzitter echter voorbehield, dat het verbondsbestuur niet gebonden zou zijn aan de vijf daarin genoemde punten. , Hierop hield mej. A. de Jong een referaat over den arbeid en de organisatie der vrouwen. Zij verdedigde zes stellingen, waarvan de laatste luidt als volgt: „De algemeene vergadering van het N. V. V., gehouden in Octcber 1926, geeft het bestuur opdracht een commissie te benoemen, wier taak zal zijn, het vraagstuk van de organisatie der vrouwen in studie te nemen, eventueel voorstellen omtrent die organisatie in te dienen. Intusschen behoort het tot de taak van het N. V. V. en de daarbij aangesloten organisaties een zoodanig-e intensieve propaganda te voeren, dal ook ir Nederland in de naaste toekomst in het belang van de geheele arbeidersklasse, de in loondienst werkzame vrouwen haar plaats in de moderne vakbeweging zuilen innemen. Na eenige discussie werden deze stellingen aangenomen. —o— HULDIGING KAMERLID K. TER LAAN. Te Zaandam heeft Dinsdagavond de huldiging plaats gehad van den heer K. ter Laan, ter gelegenheid van zijn 25-jarig Kamerlidschap en zijn 12%-jarig burgemeesterschap in de gemeente Zaandam. De heer A. de Vries, voorzitter van de afdeeling Zaandam der S.D.A.P., opende de bijeenkomst, waarbij hij gelegenheid vond de verdiensten van den heer Ter Laan te memoreeren. Verder werd onder het aanbieden van bloemstukken het woord gevoerd door afgevaardigd den van de verschillende organisaties. OVERTREDING VAN DE AUTEURSWET. De centrale recherche te Amsterdam heeft Dinsdag een huiszoeking gedaan in de woning en den winkel van een muziekhandelaar aldaar. Dit optreden van de recherche geschiedde naar aanleiding van een klacht, welke eenige buitenlandsche muziekuitgevers tegen den handelaar hadden ingediend terzake van overtreding van de Auteurswet en de Berner Conventie. Al sedert geruimen tijd hadden Nederiandsche muziekhandelaren gemerkt, dat Fransche en Duitsche muziekwerken onder den prijs werden verkocht. Bij een zeer nauwkeurig onderzoek bleek, dat het nagedrukte werken waren. Bij den handelaar en bij enkele wederverkoopers is thans de voorhanden zijnde voorraad nagedrukte muziek in beslag genomen. Bij den handelaar, welke opdrachten tot nadrukken gaf, zijn ongeveer vijf-en-twintig overtredingen van de auteurswet geconstateerd. Voorts is tegen hem een civiele actie tot schadevergoeding ingesteld. -—O— GEEN SPRAKE VAN VERTREK VAN DEN BX-KÉIZER. Het 'Hdbl. schrijft: De buitenlandsche bladen mogen zich druk blijven maken over de vraag, of de eskeizer van Duitschland aanstalten maak: tot vertrek, de Nederiandsche regeering, die bestormd wordt dooi nieuwsgierige krantenmenschen houdt vol, dat van een vertrek van den ex-keizer geen spia.ke is. Hef jongste bezoek van den Minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Kan, aan den ex-keizer te Doorn, was een der gewone maandelijk•scbe bezoeken en stond in geen verband met een mogelijk vertrek. Overigens mag tegenover de verkeerde op vatting welke steeds weer in buitenlandsche Kaden verkondigd werdt, als zou de Nederiandsche regeering zich tegenover de groote mogendheden verplicht hebben den ex-keizer binnen de Nederiandsche grenzen te houden, nog eens uitdrukkelijk er aan herinnerd morden, dat de Nedarlandsehe r
het geval van den ex-kroonprins zal hij dat echter natuurlijk pas doen, wanneer de Duitsc!:e regcering hem verlof heeft gegeven tot vestiging in Duitscbland. Mogelijk dat de geruchten omtrent zijn vertrek ook moeten worden beschouwd als een ballon d'esaay, teneinde ,,de stemming" in DuitschJand on in de wereld te kunnen leeren kennen. De buitenlandscha bladen, die gaarne zouden weten, of de ex-keizer van plan is Jieen te gaan, zullen in ieder geval eerdet op het Ministerie van Buitonlandsche Zaken te Berlijn zekerheid kunnen krijgen dan op liet Haagsche Binnenhof. TWEEDE KAMER. In de vergadering der Tweede Kamer van Woerrsdapr 20 Öctober was aan de Gi'de de voortzetting der beraadslaging over de belast i ngon t werpen. Mintatet' DE GEER zette zijn Dinsdag aangevangen rede voort en zou twee vragen beantwoorden : le. Is belastingverlaging op dit o ogen blik te rechtvaardigen ? 2e. Zoo ia, zijn dan bij deze ontwerpen de juiste objecten gekozen ? Zoowel voor den crisisdienst als voor den gewonen dienst beantwoordde de Minister beide vragen bevestigend. Oorspronkelijk was als equivalent voor de thans aanhangige belastingverlaging de w t "« 1 ck'veiteritifsbelasting gedacht, doch hij hoeft dit equivalent prijsgegeven, omdat, mot een zeer voorzichtige raming voor 1927 en onderscheidene saneeringst/iaatregelen er toch nog een overschot van 8 millioen was. Over 1927 is de hotelbelasting nog niet noodig, omdat de verlaging der successiebelasting in dat jaar nog niet doorwerkt. Maar als een equivalent van 8 millioen moet de hotel belasting in reserve gehouden worden, Spr. rekende er niet vast op, dat het equivalent niet noodig zal zijn, we! dat hij het eventueel eens zal worden met de Kamer over een W'eeldewet, welke 8 roi!lioeu opbrengt. De Minister betwijfelde of de belasting, die do heer Kortenhorst wijde. n.1. eon hooger invoerrecht op werlde-arikajen, genoeg zou opbrengen. De eeüige belasting, die naast de Tariefwet nog in aanmerking zou kunnen komen is de ri;wielbelasiing en dia wordt afgeschaft en wel door den vorm van een retributie aan liet wegenfonds. Da Minister kwam vervolgens te! de Succe>.?.sia- en de Personeel® belasting. Deze belasting, welke gebruikt wordt voor gewonen dienst, onttrekt 'daarvoor jaarlijks een deel van hef. Igjpitaal. Spr. gevoelde dtt zoo diep, dat het hem moeiJfl kostie zich t'e verheugen over een hoog<> opbrengst der Succes* iebe-.astir t. . Na re- en dupliek verdedigde de beer OUD een amendement, gericht tegen de voorga 'elde omkeering va» den bewijslast in de Successiewetten. Mejuffrouw FRÏKDA KATZ verdedigde een amendement, dat zich richt tegen bet eehenciingsreebf voor bet ter leen geven zonder rente cf legen een rente beueden den geldenden rentevoet. De MINISTER bestreed beide amendementen, doch bracht een redactie-verbetering aan, om aart hef bezwaar van den hoer Oud tegemoet t? komen. De heer VAN SASSF. VAN YSSLt.T steunde het amoiidejner.t Oud, die ca bestrijding door den Minister zijn amendement introk. Evenzoo trek mejuffrouw Katz haar amendement, in. De heer VLIEGEN lichtte een amendement toe om het tarief van da successiebelasting ongewijzigd te laten. De heer OUD lichtte een amendement toe om bij den kinderaftrek pleegkinderen met eigen kinderen gelijk te stellen, zooals dat ook bij de inkomstenbelasting geschiedt. Een tweede amendement Oud beoogt de staande vrijstellingen voor provincies, gemeenten en instellingen van algemeen nut te handhaven. De heer VAN GIJN zou tegen het amendement Vliegen stemmen. Spr. gevoelt voot het amendement Oud betreffende pleegkinderen. Da beer VAN SASSF. VAN YSSELT pleitte voor vrijstelling van schenkingen aan musea en andero instellingen van kunst. D e heer SNOECK HENKEMANS zeide, dat e r verscheiden soorten van schenkingen zijn, bv. van instellingen aan instellingen. Dat die vrij zouden zijn van schenkingsrecht kwam hem rechtvaardig voor. KORTfc BERICHTEN. — Het 3-jarig zoontje van de familie V. te Bleierheide heeft gedronken uit een flesch, ■waarin zuringzout was opgelost. Het knaapje is na hevig lijden in het hospitaal te Kerkrade ) ver leden. — In een schuur te Zevenhoven is een onbekende zwerver ia zeer ernstigen toestand gevonden. Het bleek, dat de man aan spiritusvergiftiging leed ; hij had dien dag twee flesschen opgedronken, een derde, volle flesch werd nog op hem bevonden. i—• De schipper van den te Velsen binnengekomen stoomtreiler „Pelikaan", IJm. 192, is op wonderlijke wijze nan den dood ontsnapt, schrijft men aan de Tel. Toen het schip op de Noordzee visschende was, werd de schipper door een stortzee overboord geslagen. Het was stormweer en de bemanning kon niets uitlichten. Gelukkig was men juist bezig het net in te Kalen. De schipper wist dit te grijpen en kon too weer aan boord getrokken worden. — Te Roermond zijn twee nieuwe gevallen
van typhus geconstateerd. Ook te Bergen op Zoem zyn weer twee nieuwe gevallen. — In een logement in de Stokstraat te Maastricht, waar beiden verblijf hielden, heeft zekere L. zijn vrouw met vitriool geworpen. De vrouw is met brandwonden over het geheele lichaam naar het gesticht Calvariënberg overgebracht. — Van de 18COO iepen, die langs de straten van Rotterdam staan, zijn tha.jis sedert het uitbreken der iepziekle ROOO aan die ziekte verloren gegaan. — De Zeister Machinefabriek heeft haar arbeiders ontlsagen en de fabrieken gesloten. Het bedrijf zal niet meer worden hervat. — De heer K. J. Kuperus, van Enge'um, vertrekt a s. Zaterdeg per stoomschip „Gaasterland", van co Holland-Amerika-lijn, met 80 siuks Fn'esch stamboekvee, meest jengvae, naar Mexico, die zuilen worden tentoongesteld en verkocht op een tentoonstelling te MexicoCity, op 5 December. — Wijlen mej. Tj. H. Duintjer te Veendam heeft aan de Ned. Herv. gemeente aldaar f 2000 en nan de diaconie dier gemeente f 3000 gelegateerd.
"BINNENLAND HET NEDERLANDSCH BELGISCHE VERDRAG.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1926/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111684:mpeg21:p001