Purol bij Ruws Huid en Schrale Lippen
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 01-12-1926
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 01-12-1926
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 283
- Jaargang
- 103
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Purol bij Ruws Huid en Schrale Lippen
UIT DE PROVINCIE NOORDELIJKE ZANGERSBONDEN.
Het Comité Ivan Ees, gevormd uit de hoofdbesturen van de Zangersbonden van Friesland, Groningen en Drenthe, vergaderde Zondagmiddag in café „De Unie" te Groningen. Na opening door den ■voorzitter, den heer W. Zonderland van Leeuwarden, werden de notulen en jaarverslag gelezen en onveranderd goedgekeurd. In 1925/1926 werd 'door het comité weinig arbeid verricht doordat een beraamd gecombineerd feest te Drachten niet doorging. Het reglement is behoudens een kleine wijziging door do drie hoofdbesturen goedgekeurd.* De heer G. Bos (Rottum) moest aftr.eden wegens vertrek. De functies werden verdeeld als volgt: voorzitter W. Zonderland (Leeuwarden), 2e voorzitter K. R. Borema (Aduard), secretaris-penningmeester W. H. Bos (Gieten). Het punt ^auteursrecht |werd 'aangehouden. De voorzitter zal onderzoeken of het comité haar doel kan bereiken door adhaesie te betuigen aan de actie, gevoerd door de federatie van vakbonden op muziekgebied. Dit doel is het verkrijgen van een billijker uitvoering van de auteurswet. Voor een eventueel in 1927 te houden gecombineerd zangersfeest zal men zich in verbinding stellen met V. V. V. in Drachten. Eventueel werd als tweede plaats genoemd De Leek. Besloten werd de koren door een uitvoerige circulaire op de hoogte testellen indien de plannen vasteren vorm hebben gekregen opdat men niet voor ontgoochelingen komt |te staan als in 1925. Hierna sloot de voorzitter de vergadering. BEILEN. OVERGEPLAATST (30 Nov.) - Onze vroegere piaatsgenoote, mej. F. Kropveld, rijks-telefoniste te 's Gravenhage, is als zoodanig overgeplaatst naar Hoogeveen. DIEVER. KERKELIJKE VERKIEZINGEN (29 Nov.) In de gisteren gehouden vergadering van stemgerechtigde manslidmaten der Ned. Herv. Kerk werden als leden van het kiescollege herkozen de aftredende héeren J. Mulder Wzn., L. Tijmes, W. Bakker en R. van Kampen. In plaats van den heer C. Andrefe, die wegens benoeming als ouderling als lid van het kiescollege had bedankt, werd gekozen de heer K. Bennen. Wegens het bedanken van den heer B. Jongbloed werd als diaken gekozen de heer H. Kleine. DROUWEN. BOERVERGADERING (30 Nov.) — In de gehouden Boervergadering waren 26 personen aanwezig. De heer H. van Boven, volmacht-boekhouder, gaf een overzicht aangaande de financiën. Hieruit bleek, dat er 'n voordeelig saldo was van ruim ƒ800. Inplaats van den heer W. II. Dillingh, die onze plaats gaat verlaten, werd gekozen tot
volmacht de heer E. Eding. Bij acclam werd de heer Van Boven voornoem^ v kozen, die tevens boekhouder-voln bleef. Verkozen werden voor het nazie n a ?' boeken de heeren P- Krol en J. Kruit \der kwamen de slechte wegen ter ~ er '' Hiervan was het gevolg, dat er een straat gelegd zal worden bij het hui s den heer H. Hadders en R. Timmer, ^ mede zal sintel worden aangekocht oprit bij den overweg N. O. L. S. Bijw® van H. Vos werd gerapporteerd, dat d^v * ken in goede orde waren bevonden. -Jr voorstel der volmachten zullen eenige ^ men worden verkocht bij het huis van j» heer E. Hulshoif Sr. Hierna sluiting. HOOGEVEEN. VOLKSONDERWIJS (30 Nov.) — Gist,,, avond had alhier eene vrij goed bezoc^ vergadering plaats van de afd. Iloogev^ van Volksonderwijs. De voorzitter, de heer H. Botter J.J j , drukte er zijn spijit over uit, dat niet ai; t leden aanwezig waren, temeer waar j, bestuur voor hedenavond had uitgenoodi»'; den heer Klaas de Vries, alg. secretaris Volksonderwijs, die echter door ziekte vet, hinderd was over te komen en waarvoor de plaats kwam de heer Van Diezen vaa het Bureau Volksonderwijs te Amsterdam De verschillende punten van de agendj werden behandeld. De notulen van secretaris, den heer G. van der Spoel, we, den onveranderd vastgesteld. Het perioditi aftredend bestuurslid; de heer II. Bot!» J.Jzn. werd met algemeene stemmen hei, benoemd. Tot leden van de commissie voj het nazien van de boeken van den penniuj meester, den heer W. van der Lind,e, wet, den benoemd de heeren G. Warmels, M. \ van Buuren en G. A. Llouwer. Hierna had een geanimeerde besprekinj •plaats over het nut en doel van de stichtini van eene vereeniging „de Openbare Schoor naast de afdeeling van Volksonderwijs « daarmee samenwerkende. Het voor en tt gen werd van verschillende "kanten belicli en besproken.. Het resultaat was, dat 4 heer Van Diezen aan de vergadering vod stelde, dat de destijds ingestelde Commissi voor de Ver.eeniging Openbare School nof maals eene samenspreking zal houden ml het afdeelingsbestuur van Volksonderwj terwijl de heer Van Diezen deze zaak as Zaterdag in het hoofdbestuur zal brenget en van advies zal dienen aan de vereeë ging. Besloten werd een telegram te zenden aan den secretaris, den heer Klaas de Vries, waarin hem een geheel en spoedig herstei wordt toegewenscht. NOIWï. VERKOOiPINGiBN EN VERHURING, (91 Nov.) —• In het hotel lvarsten alhier wden tori overstaan van notaris BoswljK te "Raden verkocht ten verzoeke van : J. Karsten te Norg een dubbele behuizing met stooikhut en tuin te Norg, gr. 11.33 A, ingehouden op f 2600. !H. Wi'ltoens Wzn. een behuizing met tuil te Norg, gr. 21.10 A., ingehouden op f 1560. Johs. Zuideveld, 18 op stam staande [» pulieren, voor goede prijzen verkocht. Verhuurd ten verzoeke van Js. NessinJ te Norg voor 6 jaar, weiland Noordstuk wisselden «ïkn«r «*f. Onbedaarlijk werf «om? gelachen, 't Bleek bij deze krarhtmeeling-, dat zich onder deze 20 voordragers uitstekende krachten bevonden. Prijzen werden behaald door: itï Ie afd.: Ernst: le prijs B. Winters, Kolderveen, bij loting tegen 2en prijswinner L. v. d. Vegt te Meppel; in 2e Afd. Ernst: Te prijs A. v. d. Berg te De Wijk en 2e prijs T. Foppers, te De Wijk; in Ie Afd. Luim : Ie prijs H. Withaar te Meppel en 2e prijs B. Winters te Kolderveen; 2e Afd. Luim : Ie prijs J. T. Seijdel te Meppel en 2e prijs A. Koster te Koebange. De jury bestond uit de h.h. dr. v. d. Berg te Nijeveen, ds. v. d. Berg te Koekange en L. Hag^doorn te Meppel. 't Geheel toonde, dat het den ring' van Chr. J. V. wel toevertrouwd is het publiek een zeer aangenamen avond te bezorgen. O. P. C. (30 Nov.) — Gisteravond werd in café Centraal door den heer Rundervocrt van Enschedé een lezing gehouden voor de leden van O. P. C. alhier, over de kippenhouderij. Een talrijk publiek was opgekomen, dat met aandacht de duidelijke voordracht volgde. Hij besprak het eerst de verschillende hoenderrassen, waarbij hij tot de conclusie kwam, dat de witte leghorn, als goede legster, was aan te bevelen. Als winterlegster en als vleeschkip beval hij de Orpingtonkip aan, alsmede de Barnevelder. Huisvesting wenschte hij, zooals hij dit op een teekening aangaf. Van deze teekeningen kregen de aanwezigen een exemplaar mee. Volgens den spreker kwamen de verschillende ziekten meestal voort uit de slechte huisvesting. Na nog enkele punten te hebben besproken, werd de vergadering door den voorzitter, den heer H. J. Brouwer, met een woord van dank aan den spreker, gesloten. KEN GOEDE PRIJS, (30 Nov.) — Door den lieer \V. van Dijk, lid van de fokvereen. Haakswófd, is verkocht een stier van bijna een jaar oud, afstammeling van den bekenden stier Frans, aan den heer Schelten* te Meppen, gem. Zweeloo, voor den prijs van f 475. Bij de ouders van dezen stier behooren mclklijston, met een groote opbrengst en 'n gemiddeld vetgehalte van meer dan 4 %. DE KERIv IN HUIS, (30 Nov.) — Naar w« vernemen is in de Geref. kerk te Berghuizen een microfoon aangebracht, waardoor het een daar in don buurt wonende zieke mogelijk is gemaakt om de godsdienstoefeningen te haren huize te kunnen volgen. Het toestel werkt uitstekend, zoodat, hét gesprokene en?, zeer duidelijk wordt weergegeven. Toch maar een mooie uitvinding.
AGENDA.
1 Dec. 'Lezing Theosofie Parkhotel. Vanaf 10 Dec. 'Bioscoop ApoMo: Pantserkruiser „Potemkin."
Prov. Staten van Drenthe.
WATERSCHAPPEN IN HET STROOMGEBIED DER OUDE VAART. Ben krachtiger doorzetting van de reeds te *oren 'bestaan hebbende plannen tot verbetering van den waterstaatkundigen toestand in het stroomgebied van de Oude Vaart vond plaats sedert het Statenbesluit van 17 December 1918, aldus Ged. Staten in hun voordracht, waarbij jan hurj College een onbepaald crediet werd verleend voor het ontwerpen van plannen tot verbetering der afwatering in de stroomgebieden der Drentsche riviertjes. Ged. Staten brengen hierbij in herinnering hetgeen in algemeenen zin over die verbetering is gezegd in hun «roordrachten betreffende verbetering van den waterafvoer van Coevorden naar de Vecht en betreffende de oprichting en reglementeering van de waterschappen de Sleenerstroom, de Oosterstroom, enz. De voorbereidingen zijn thans zoo ver gevorderd dat met het doel om den waterafvoer in het stroomgebied van de Oude Vaart te verbeteren, een aantal waterschappen kan worden opgericht. Als grondslag diende het door den Hoofdingenieur van den provincialen waterstaat ingezonden plan, later gewijzigd en waarin was gerekend op ontwatering der gronden, maar ook was rekening gehouden met bevloeiirg in de gemeente L'wingeloo. Het eerste plan was becijferd op fÖ25.000.—, het tweede op f 610.000.—, ingevolge de latere wijzigingen te verminderen met f 75.000.—. Ged. Staten' teekenen hierbij aan dat de wijziging van het plan geschiedde omdat door den aanleg van het Linthorst Homam kanaal 2000 H.A. aan het stroomgebied van de Oude Vaart werden onttrokken. Meenende dat bevloeiing bij de betrokkenen het meeste sympathie zou vinden, hebben Ged. Staten het bevloeiingsplan gekozen en gaven een daarmee overeenstemmende opdracht aan den Hoofdingenieur. Bij diens schrijven d.d. 5 Februari 1926 werden Ged. Staten de stukken toegezonden betrekking hebbende op de oprichting van een waterschap der Oude Vaart en de daarin gelegen kleinere waterschappen : de Uffelterstroom, de Bennemaatsstroom, de Dwingelderstroom, de Noord- en Rustlake, de Lheebroekerstroom, de Brunstingerleek, de Beilerstroom en de Westerborkerstroom. Voor zooveel betreft de waterschappen de Uffelterstroom de Dwingelderstroom en de Noord- en Rustlake was rekening gehouden met bevloeiing. Daar de op te richten waterschappen zich Zouden uitstrekken over gronden gelegen in de gemeenten Havelte, Ruinerwold, Ruinen, Diever, Dwingeloo, Beilen en Westerbork, hebben Ged. Staten burgemeester en wethouders dier gemeenten opgedragen de eigenaren der gronden in hunne gemeente, die tot een dier waterschappen zullen worden gebracht, te hooren in den zin van art. I van het algemeen reglement voor de waterschappen in deze provincie. Met het ocg op het belang van deze zaak en om een juiste voorlichting der opgekomen grondeigenaren te bevorderen, zijn die verhooren bijgewoond dooi de leden van het college de hee_ ren G. C. Lunsingh Meijer en J. Huges, vergezeld van den Hoofdingenieur van den provincialen waterstaat. De gemeentebesturen zonden het College de van die verhooren opgemaakte processen-verbaal toe. Voor de kleinere waterschappen benoemden Ged. Staten de voorloopige commissies en daarna de voorloopige commissie voor het waterschap de Oude Vaart. De installatie dier commissies geschiedde te Assen door den Voorzitter van het College, in tegenwoordigheid van het lid van het college den heer J. Huges, van den Griffier der Staten en van den Hoofdingenieur van den provincialen waterstaat. Bij die installatie is gelegenheid geweest met de leden der voorloopige commissies van gedachten te wisselen.
Toen die commissies van het haar ter hand gestelde, door het bureau van den provincialen waterstaat gereed gemaakt, or.twerp-reglement met kaart hadden kennis genomen, bleek dat de commissies voor de Dwingelderstroom en de Noord- en Rustlake zeer sterk gekant waren tegen bevloeiing. Daarom werden de voor die waterschappen in gereedheid gebrachte ontwerp-reglementen omgewerkt om tot ontwatering der gronden te geraken. In verband hiermede zal dan ook de Oude Vaart worden verbeterd om voor ontwatering der gronden te dienen. Van de commissie voor de Uffelter» stroom werden geen bezwaren tegen de bevloeiing ontvangen, waarschijnlijk omdat het met het oog op de daar bestaande rechten van naweide moeilijk is met bevloeiing der gronden op te houden. Nadat het or.twerp-reglement met kaart ter inzage van belanghebbenden had gelegen, ontvingen Ged. Staten die stukken terug van de voorloopige commissies met de bij haar ingekomen bezwaarschriften. Ook bij het College werd een bezwaarschrift ontvangen. Ter zake werd ingewonnen het advies van den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat. Thans overgaande tot de bespreking der bezwaarschriften, merken Ged. Staten in de eerste plaats op dat de zes tegen het reglement voor het waterschap de Oude Vaart ingediende bezwaarschriften gelijkluidend zijn. De daarin gemaakte opmerking dat art. I van het algemeen reglement voor de waterschappen niet behoorlijk zou zijn nageleefd, moeten zij afwijzen. Bij de verhooren, welke werden bijgewoond door twee leden van het college en den Hoofdingenieur, is uitdrukkelijk naar voren gebracht dat er één groot waterschap zou zijn en dat een zeker aantal kleinere waterschappen daartoe zou behooren. Er is dus voldaan aan bedoeld art. I dat geen andere eisch stelt dan dat de eigenaren der gronden worden gehoord over de vereeniging hunner gronden in waterschapsverband. Van eene volgens deze opposanten bestaande verplichting om over de denkbeelden tot vereeniging van de gronden in waterschapsverband te laten stemmen is in dat artikel geen sprake. Een ander bezwaar van deze adressanten is gericht tegen het voeren van overtollig water van het Oranjekanaal, door overlaten in den zuidelijken kanaaldijk, naar de Oude Vaart. Het komt Ged. Staten voor dat dit voorstel niet de plaats is om de kwestie van het afvoeren van het overtollig water van het Oranjekanaal breedvoerig te bespreken. Volstaan moge worden met de mededeeling, dat door hen reeds sedert geruimen tijd getracht wordt met het Rijk overeenstemming te bereiken over den voortdurenden afvoer van dat water naar het bovenpand van de Drentsche Hoofdvaart. Voor afvoer van dat water langs de Beilervaart zal geen vergunning van het Rijk kunnen worden verkregen, daar het herhaald verzoek van het College om water van de Oude Vaart bij Meppel naar de Hoofdvaart te voeren niet werd toegestaan. IMaar Ged. Staten moeten hieraan onmiddellijk toevoegen dat ook zonder water van het Oranjekanaal verbetering van de Oude Vaart wenschelijk is en dat in het verbeteringsplan dan ook geen rekening was gehouden met Oranjekanaal-water. In tegenstelling met de meening van adressanten komt het hun niet onbillijk voor dat de gronden langs de Oude Vaart bijdragen in de kosten van de bemaling van het Meppelerdiep. Die gronden toch zullen door de verbetering in sterke mate den waterlast bij Meppel vermeerderen, wat de gronden bij de Hoogeveensche Vaart en de Drentsche Hoofdvaart niet doen. Vermits nu het Rijk en de provinciën Overijssel en Drenthe de volle aanlegkosten der werken voor de bemaling van het Meppelerdiep dragen, kan het Ged. Staten niet billijk voorkomen de provincie ook in de exploitatiekosten te betrekken. Vervolgens gaan Ged. Staten over tot bespreking der verschillende ingekomen bezwaarschriften. Ten aanzien van bezwaarschriften tegen het ontwerp-reglement voor het waterschap de Dwingelderstroom, twintig in getal, merken Ged. Staten op, dat een der ingelanden bezwaren heeft tegen het laten vervallen der bevloeiing. Zooals Ged. Staten reeds te voren mededeelden, hebben wij op aandringen van de voorloopige commissie het bevloeiingsplan omgewerkt tot een ontwateringsplan. Door de thans beoogde verbetering zal over het algemeen de waterstand in natte tijden verlaagd —, daarentegen in droge tijden verhoogd worden. Vrees voor een te groote verlaging van den grondwaterstand en uitdroging der gronden behoeft daarom niet te bestaan. Bovendien wordt door het plaatsen van schutten en overvallen er voor gezorgd dat het water in droge tijden wordt opgehouden. Op welke wijze men zal komen tot verbetering van de Oude Vaart, in verband met verkregen rechten het Batingerschut betreffende, ten opzichte waarvan eveneens een bezwaarschrift was ingediend terzake het vermeende aantasten var. rechten op dat schut, door Mevr. de Wed. Offerhaus-Westra v. Holthe, zal bij de uitvoering der werken moeten worden beslist. Hoe echter die beslissing ook moge uitvallen, thans dient met kracht te worden gestreefd naar de ontwatering der gronden. Ged. Staten merken voorts op, dat ten aanzien van het verleggen van waterleidingen, een artikel» in het reglement wordt opgenomen, waardoor het mogelijk zal zijn krachtens een besluit van stembevoegden, door 'het college goed te keuren, verandering wordt gebracht in de plaats der leidingen, begrijpelijkerwijs onder het voorbehoud dat daardoor geen verandering wordt gebracht in de inrichting van bet waterschap, waaromtrent de beslissing bij de Staten behoort te blijven. Zij verwachten dat hierdoor een soepele uitvoering der reglementen zal worden mogelijk gemaakt, terwijl daardoor tevens is voorkomen dat voor veranderingen van ondergeschikt belang in de lichting der leidingen steeds een besluit der Staten noodig zal zijn. Een dergelijke bepaling is niet nieuw; zij komt in meerdere Drentsche water- en veenschapsïeglemen.ten voor. Ten slotte deelen zij nog mede, dat op het laatste oogenblik door hen een wijziging in de reglementen is aangebracht. Aanvankelijk was bepaald dat geen hooger bedrag der kosten ten laste der gronden zou komen dan deze naar billijkheid zouden kunnen dragen. Het bedrag dier kosten zou, na ingewonnen schriftelijk rapport van een commissie van onpartijdige deskundigen, door de Staten onder Koninklijke
goedkeuring worden vastgesteld. Gelijksoortige bepaling treft men aan in de relementen voor de waterschappen in het Z.O dezer provincie. De omstandigheden zijn echter hier niet dezelfde. Ginds waren de werken reeds door de provincie uitgevoerd en dienden de door de provincie gemaakte kosten althans gedeeltelijk in de provinciale kas terug te vloeien. Hier echter moeten de Werken nog worden uitgevoerd. De oorspronkelijk opgenomen bepaling had. dus geen zin en kon gevoeglijk vervallen. Ged. Staten hebben zich echter op het standpunt gesteld dat de verbetering van den hoofdstroom op den voorgrond staat, het verbeteren van de zijleidingen volgt dan vanzelf. Mag men in het algemeen aan de waterschapsbestu. ren overlaten te beslissen of, gelet op de kosten die de gronden zullen moeten dragen, met de uitvoering van het werk zal worden begonnen, aldus meenden Ged. Staten niet ten aanzien van de Oude Vaart te moeten handelen. Het kwam hen gewenscht voor in het reglement voor dat waterschap een bepaling op te nemen krachtens welke de Staten onder Koninklijke goedkeuring bepaalt dat de toegekende gelde' lijka bijdragen voldoende moeten worden geacht, zoodat met de uitvoering van het werk moet worden begonnen. Op grond van het vorenstaande geven Ged. Staten in overweging tot de oprichting van de waterschappen en tot vaststelling van de daarvoor ontworpen reglementen te besluiten, met name die van de Oude Vaart, waaronder behooren : de Uffelterstroom, de Bennemaatde Dwingelderstroom, de Noord- en de Lheebroekerstroom, de Brunstinde Beilerstroom en de Westerborkerstroom, Rustlake, gerleek, stroom. BRUGAANLEG WATERSCHAP VALTHE. Het bestuur van het waterschap Valthe heeft zich tot de Staten gewend met het verzoek om provinciaal subsidie in de kesten van vernieuwing van de brug over het verbir.dingsdiep te Valthermond in den weg langs het Noorderhoofddiep. In het desbetreffend adres wordt medegedeeld, dat indien de nieuwe brug zoodanig zal worden geconstrueerd dat zij voldoet aan de eischen die het moderne verkeer stelt, voor den bouw ongeveer f6000.— meer benoodigd zal zijn dan wanneer de nieuwe brug van gelijke constructie al^ de af te breken brug wordt gemaakt, terwijl het er tevens op wijst dat reeds in 1925 eveneens subsidie is verleend. Ged. Staten meenen, dat het thans te behandelen geval geheel gelijk is aan dat waarop het aangehaald besluit betrekking had, daar de brug waarvoor destijds subsidie werd verleend ligt in een weg bestemd voor het doorgaand verkeer, terwijl de onderhavige brug bij het doorgaand verkeer niet noodzakelijk gepasseerd' behoeft te worden. Ged. Staten kunnen dan ook geen redenen vinden een gunstige beschikking in overweging te geven en stellen voor afwijzend te beschikken. SPES NOSTRA. Bij besluit der Staten werd het verzoek der tuinbouwvereeniging om subsidie, in de voorjaarszitting aangehouden tot de najaarszitting, teneinde het bestuur in de gelegenheid te stellen in een onderhoud met het College van Ged. Staten de financieele omstandigheden der vereeniging die seaert Stichting te Apeldoorn ten opzichte van deze provincie, gunstig is gelegen en aan Roomsch Katholieke zijde doorgaans wordt prijs gesteld op verpleging in een Roomsch-Katholiek milieu en het verpleeggeid in genoemde stichting matig is. Br zijn thans een zevental Roomsch Katholieke armlastige patiënten uit deze provincie in verschillende gestichten opgenomen, die voor overplaatsing naar het gesticht te Apeldoorn in aanmerking komen, terwijl het verder wenschelijk is enkele plaatsen ter beschikking te hebben voor eventueele nieuwe gevallen. Het bestuur der stichting heeft zich bereid verklaard, een overeenkomst aan te gaan met de provincie — aanvankelijk voor den tijd van 3 jaren — voor de verpleging van een tiental mannelijke patiënten uit de provincie, o.a. tegen een verpleeggeid van f 700 per jaar en per patiënt, met een vergoeding voor onbezette plaatsen, berekend naar f 12 per maand. Ged. Staten stellen voor tot het aangaan van een dusdanige overeenkomst te besluiten. OPRICHTING WATERSCHAP „BARGEROOSTERVELD". Naar aanleiding van een Verzoek van eigenaren van gronden gelegen in het Barger-Oosterveld (gem. Emmen), medewerking te willen verleenen tot het oprichten van een waterschap ten behoeve van den aanleg van een kanaal in verbinding met het waterschap „Oranjedorp", waarbij o.a. te kennen werd gegeven, dat de. benoodigde gronden voor den aanleg van het kanaal kosteloos zouden worden afgestaan en van een adres van het bestuur der Landbouwver. te Barger-Oosterveld is Ged. Staten gebleken, dat er bij belanghebbenden over de richting van 'het aan te leggen kanaal en de grenzen van het waterschap geen eenstemmigheid bestond, waarom zij ter zake het advies inwonnen van den Hoofdingenieur, die in zijn rapport een overzicht gaf van den toestand in het Barger-Oosterveld en tevens mededeelde dat hem gebleken was dat belanghebbenden de keuze van de richting van het kanaal aan Ged. Staten wilden overlaten. Na verhoor van grondeigenaren door B. en W. van Emmen bleek, dat door de meerderheid van de belanghebbenden de opl ichting van het waterschap werd gewenscht. Door een commissie werd een voorloopig reglement ontworpen, waartegen een tweetal bezwaarschriften werd ingediend. De bezwaren betreffen over *t algemeen de kosten van den kanaalaanleg. Het college meent, dat aan verschillende bezwaren kan worden tegemoet gekomen, waarom het de eer heeft den Staten een ontwerpbesluit tot oprichting en reglementeering van het waterschap „Barger-Oosterveld" aan te bieden.