„Alle begin is moeilijk " zegt vien. 't Kan wel zijn, maar voor verreweg de meesten is volhouden zwaarder dan beginnen.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 01-06-1923
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 01-06-1923
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 127
- Jaargang
- 100
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. DAGSPREUK.
OFFICIEELE BERICHTEN. Hinderwet.
burgemeester en wethouders van ASSEN brengen ter openbare kennis, dat aan m. g. Walles alhier vergunning is verleend tot onrichting van eene bakkerij in het perceel aan de Witterstraat, sectie I no. 83-8. Assen, 26 Mei 1923. ___
BUITENLAND. ALGEMEEN OVERZICHT.
meeningsve'rsohil tusschen franschen en belgen ? — engeland en rusland. — amerika's houding. Critiek in overvloed op het oogenblik weer In Duitschland. En op de regeering, èn op de industrieelen. Men vindt vaii verschillende sijden, dat de industrieelen te veel macht willen hebben. Er wordt gesproken van een industrieele nevenregeering. En de officieele regeering \eilet zich dan ook. . Daarnaast zijn er dan de berichten uit Roer- en Rijngebied. De opstandige bewegingen duien daar voort, ook al vielen er e laatste dagen niet zooveel slachtoffers. En wel komen er opnieuw telegrammen uit 1 arijs, waar men verwacht, dat het verzot spoedig'zal eindigen; maar.... het lijkt er nog niet veel op. Ook zijn er Fransche uitingen, die er op ^inspelen, dat de Duitschers bet gezag in het Roergebied weldra geheel zullen verheien. Dan zou de Fransche autoriteit een volledig bestuursstelsel moeten invoeren. Er is weer een Fransch—Belgische conferentie op komst en daar wil men de zaak uitvoerig 'bespreken. Ondertusschen weet de „Matin" mee te deelen, dat de Belgische regeering ei voor gevoelen zou om de oplossing van de schadevergoedingsquaestie te vinden, door van Duitschland de invoering te eischen van monopolies, die verpacht zouden moeten worden aan internationale maatschappijen, waarin de Geallieerden een aanzienlijk aandeel zouden hebben. Uit deze monopolies, uit de spoorwogen, die in particulier bedrijf zouden moeten worden omgezet — wat ook het rijksverbond van de Duitsche industrie, zoo als men weet, verlangt — uit de kolenopbrengst en Uit een aandeel in de Duitsohe industrie zouden dan de gelden moeten worden gevonden Voor de schadevergoeding. Van leeningen etellen n.1. de Belgen zich voorloopig nieits voor, waarin ze zeker wel gelijk zullen hebben. Natuurlijk zou eerste voorwaarde zijn een herstel van de Duitsche financiën en de etabiliseering van de mark. De Belgische uitingen zijn vrij duidelijk op één punt: de Belgen verwachten niet veel beil meer van de Roeractie. Misschien is ook hierom een conferentie noodig: meeningsverschil tusschen Parijs en Brussel. Velen zouden die oneenigheid toejuichen. Immers de Fransche bezettingskraoht zou daardoor afnemen, Frankrijk zal te eerder tot bezinnin gkomen naarmate het alleen komt te staan. • • * Met de Engelsch—Russische besprekingen vlot het ook nog niet naar wensoh. Krassin heeft nu een antwoordnota van de Engelsohen in handen. Het is in elk geval zeker, dat Engeland waarborgen -blijft eischen tegen de bolsjewistische propaganda. Overigens wil Engeland wel handelsrelaties maar op vrij scherpe voorwaarden. Velen zijn de jpeening toegedaan, dat Engeland wel buiten Rusland kan. Doch de Engelsche handel weet toch wel, dat er ook voordeelen zitten in
goede betrekkingen met Rusland. Men wil voor alles oprechtheid en openhartigheid van Moskou. En Krassin heeft geen gemakkelijke taak om de partijen te verzoenen. Lord Curzon wil wel overeenkomsten, doen alleen tegen deugdelijke waarborgen. En hoe denkt men ondertussohen in Rusland over lord Curzon. Dat blijkt uit het volgende. De correspondent van de „Times" te Riga maakt melding van een verhaal van reizigers uit Moskou, die daar ter stede 12 Mei getuige zijn geweest van een demonstratie tegen lord Curzon. In een optocht werd op een lorrie een mannequin medegevoerd met de inscriptie „Curzon". In deza lorrie zaten ook vertegenwoordigers der „Oostersohe volken", om wier hals de ,,Curzon" een koord had gebonden en die hij met een zweep sloeg. De Sovjet -dichter Majakofsky sprak den optocht van een balcon toe en zette uiteen, dat Curzon het masker droeg van een lord, doch in werkelijkheid een wild beest was. Op een andere plaats werd een mannequin, die lord Curzon voorstelde, plechtig met een bajonet bewerkt onder begeleiding van militaire muziek, en daarna met de voeten vertiapt. Op een andere plaats weer werd 'n soortgelijke mannequin opgehangen aan een geïmproviseerden galg en op nog een andere plaats werd-een manneqir'n in een kooi medegevoerd, die ook ibespotteIijke nabootsingen bevatte van maarsohalk Pilsoedski en signor Mussolini. Deze demonstraties waren georganiseerd door de Communistische Partij, die daartoe instructies zou hebben ontvangen van de regeering. * • * Zulke feiten teekenen den geest. Die is in Europa trouwens in het algemeen zoo, dat men er in andere werelddeelen weinig vertrouwen op heeft. Amerika ziet bijv. met bedenkelijken blik toe. En toch zou Amerika wel wat willen helpen, terwijl het niet anders dan vredelievende bedoelingen heeft. Een rede van den President brengt dat weer tot uiting. President Harding, die op het kerkhof te Arlington het woord voerde, verklaarde n.1., dat de Vereenigde Staten bewezen hadden, dat men met minder bewapeningen kon volstaan en thans diende te' streven naar een waarborg, dat er ook minder oorlog zal zijn. „Wij moeten, zeide hij, de dingen doen, die volgens rationeel denken de strekking zullen hebben oorlog minder waarschijnlijk te doen zijn." De president zeide verder : „Indien wij ooit de krankzinnigheid mochten hebben onder onszelven een conflict in het leven te roepen, zullen wij verdienen, dat wij er aan ten offer vallen, doch dat mag nooit of te nimmer het geval zijn. Wanneer wij in onze ziel kijken en gelooven in onze eigen goede bedoelingen, kunnen wij geen wolk aan den horizon ontwaren. Wij denken niet aan oorlog te onzen eigen bate, doch er was in 1914 geen wolk aan onzen horizon en toch werden wij medegesleept in den vreeselijksten van alle oorlogen." De president verklaarde, dat er wereldbetrekkingen bestonden, waaraan de Vereenigde Staten zich niet konden en niet wilde onttrekken, wanneer zij handelden in den geest van hun stichters. Het ware te wenschen, dat de Amerikanen Europa maar eens ernstig te hulp kwamen.. EEN STAALTJE VAN BIJGELOOF. De correspondent te Belgrado van „Daily Mail" vertelt hoe in een Bosnisch dorp, waar onlangs een oude man was gestorven, wiens geest zijn zoons het leven zuur maakte, de dorpsraad besloot het lijk op te graven en te verbranden, waarna de asch werd verstrooid. De overheid heeft een onderzoek ingesteld. Verschillende personen zijn gearresteerd. DE BESTRIJDING VAN DEN WOEKER IN DUITSCHLAND. De „Vorwarts" beveelt navolging aan voor het geheele rijk van de in het Roergebied ingevoerde en aldaar reeds succes opleverende methode van contact tusschen producent, leverancier en consument teneinde de gevolgen van het omhoogvliegen der prijzen zooveel mogelijk te beperken. Het blad vreest, dat de verbitterde koopers er toe zullen komen de eigenmachtig werkende communistische „controlecomité's" tot prijszetting te steunen, indien de overheid niet het vertrouwen van het
volk weet te winnen door krachtige bestrijding harerzijds van den woeker. DE HELDENDAAD VAN EEN MIJNWERKER. Door het verrichten van een heldendaad, 'waardoor hij het leven van een aantal zijner kameraden redde, stelde een Engelsche mijnwerker bewust zijn leven in de waagschaal. Hij bracht er het leven af, maar bekwam daarbij zulk zwaar letsel, dat het twijfelachtig is, of hij ooit in staat zal zijn, weer te werken. Het relaas van deze heldendaad wordt gedaan in de „London Gazet te" in verband met een mededeel ing, dat de koning hem de Edward-medaille heeft toegekend. Op 10 October 1922, zegt het officieele rapport, kreeg een arbeider, Burton genaamd, een aanval van vallende ziekte. Hij werd bewusteloos aangetroffen door Hatcher en twee of drie andere mannen, die hem naar den uitgang droegen. Inmiddels begon een stuk buis, dat Burton den hellenden weg af had moeten brengen, te rollen en kwam op de mannen af. Hatcher hoorde het aanrollen en begrijpende, dat het leven der andere mannen in gevaar was, daar zij zich niet uit de- voeten konden maken, liep hij den weg op om te trachten het in zijn vaart te stuiten. Hij wierp zich voor de buis neer en bracht haar tot staan. Hatcher kreeg zeer ernstig letsel aan ruggegraat en beenen en is sindsdien nog niet in staat geweest om te werken. BRUTALE ROOF. Te Milaan heeft, naar de „Tel." meldt, een brutale berooving plaats gehad. Een juwelier in het centrum van de stad pleegt sinds eeni gen tijd zijn voorraad juweelen en andere voorwerpen van groote waarde, iederen avond veiligheidshalve bij een bank te deponeeren. Den volgenden morgen laat hij de kostbare voorwerpen dan door zijn personeel terughalen. Ook eergisteroc-htend halftien zond hij 2 zijner bedienden naar de bank. Toen deze met twee tasschen gevuld met juweelen, tot een gezamenlijke waarde van 1% millioen lire de bank verlieten, werden zij door eenige individuen onverhoeds aangevallen. Dezen ontrukten hun de tasschen en sprongen in een gereedstaanden auto. Een politie-agent, die in de nabijheid surveilleerde en van de berooving getuige was, requireerde een huurauto en zette de bandieten na. Hierbij werd hij geholpen door een aantal burgers, die de berooving eveneens hadden gezien. Een opzienbarende vervolging had plaats. In woeste vaart vervolgden de bandieten, die in den voorsten auto zaten, hun weg. Vlak daarachter reed zoo snel mogelijk de huurauto. De vervolgden vuurden onophoudelijk. Zij hadden medeplichtigen, die de auto, waarin de achtervolgers waren gezeten, met andere auto's den weg versperden. Ten slotte wisten de dieven met hun bezit te ontkomen. BRUIDVERKOOPEN. Verscheidene karakteristieke Mei-gebruiken zijn nog bij onze buren in Oost-Rijnland in eere. Over het „bruid-verkoopen" ontleenen we aan „De Nieuwe Eeuw" het volgende : „Bij het opbieden wordt met het schoonste meisje begonnen. Na driemaal door den uitroeper (usklöpe) te zijn bij name genoemd, wordt den meestbiedende de toeslag bekend gemaakt en overgegeven. Wat daarbij aan marken is geind vloeit in de teerkas (Jugendkasse.) Minder benijdenswaardig zijn de niet-gegunde meisjes, Over het algemeen worden ze aan een oude of gebrekkige tegen geringen prijs toegewezen. In de buurt van Keulen pleegt men de oude Mei-meisjes in den vorm van stroo-poppen te verbranden, daarmee alle relaties met de oude Mei-bruiden verbrekend. Vóór het opbieden van de Mei-bruiden houdt men bedelgangen ten einde Meieieren te verzamelen, waarbij het volgende liedje gezongen wordt: Maimeesje (= meisje) Zoll wat han (= hebben). Zoll wat an sie Korfsche Aan, enne Schelling Eier, en Seite Schpek morgen kummen wir widder dan wollen wir 's bezahlen mor honnert dauzent Dahler I" SAMENGEVAT NIEUWS. — Te Saint-Ouen, een voorstad van Parijs,
zijn vijf gevallen van pest voorgekomen, waarvan vier in één gezin. Twee gevallen hadden doodelijken afloop. — Nieuwe sneeuwval wordt uit de Pyreneeën gemeld. — Uit Birmingham, in den staat Alabama, wordt bericht, dat de plaatselijke politie daar in rep en roer is over een aantal moorden en moordaanslagen, die blijkbaar gepleegd zijn met een bijl. Niet minder dan 19 mensohen zijn al op die manier gedood en 17 anderen zwaar gekwetst. — In de Saksische Munt te Muldenhiitlen worden thans zoogenaamde hongert haler s gemaakt, die moeten dienen als herinnering aan de moeilijke jaren die Duitschland doorleefd heeft. Ze zijn van groot en klein formaat. — Uit Sjanghai wordt gemeld, dat Chineesche bandieten, wier voedselvoorraad begon op te raken, 80 door hen gevangen gehouden landgenooten van een rots te pletter hebben gegooid. — Gistermiddag vergaderde te Berlijn het Rijkskolenverbond met de groote commissie van den rijkskolenraad. Met algemeene stemmen werd tot een verhooging van den kolenprijs met gemiddeld 54 pet. besloten. — Berichten spreken van uitbreiding van de staking der spoorwegmachinisten in België. Groote ontwrichting van het reizigersverkeer. — Het spoorwegverkeer tusschen Esschen en Antwerpen is stopgezet. — Naar verluidt, zijn zoowel dr. Krupp von Bohlen und Hallbach als de veroordeelde directeuren Brunz, Hart wig en Oosterlen, van de strafgevangenis te Dusseldorp naar Zweibrücken overgebracht, waar zij voorloopig in de Fransche gevangenis zijn ondergebracht. — Een conferentie van den Eiigelschen natiönaal-liberalen bond, nam een motie aan, waarin, de Roer-bezetting werd veroordeeld en de blijkbare onmacht der regeering inzake de werkloosheid wordt betreurd. — Millerand, Poincaré en vertegenwoordigers van vele landen der wereld, benevens 200 afgevaardigden van buitenlandsche universiteiten, woonden de onthulling bij van het monumerit voor Pasteur te Straatsburg.
Eindelijk weergevonden. Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT
80 „O neen ; hij zei alleen iets over u", zei Rose, die blij was dat ze gelegenheid had een steen, tje te werpen. „Hij zei : „Heeft John Holden je niets gezegd of je een brief laten zien of zoo iets ? En zij zei „neen". Maar hij zei niet waarover de brief handelde. O, en hij vroeg haar, of zij al dien tijd nooit de waarheid geWeten had. Maar wat was de waarheid, en wat moest zij weten, papa ? Een vrouw moet toch natuurlijk weten of zij getrouwd is of niet; daarin kan ze zich toch niet vergissen". „Maar andere menschen kunnen zich vergissen", zei mijnheer Holden, die zich geheel hersteld had, nu hij zag hoe weinig er gezegd en hoe wéinig nog maar bekend was. „Hij is zoo lang weg geweest — en liet je nicht onder zulke pijnlijke en treurige omstandigheden achter —< dat het beter geoordeeld Werd, dat zij niet tot hem zou terugkeeren. Zij jiam haar meisjesnaam weer aan ; ten deele, dat beken ik, op mijn aandringen, daar ik in dién tijd zeer boos was op Gerard de Mauden Lord Bro xbourne — zooals hij nu is."
„Dat verklaart dan," zei Rose verstandig, waarom hij zoo woedend op u was". „Op mij ?" vroeg haar vader. „Ja op u", zei Rose, hem vroolijk toeknikkend. „Hij zei : „John Holden zal me rekenschap van zijn stilzwijgen geven" en hij noemde u een schurk. Het was heel ruw, maar ik kan het natuurlijk wel begrijpen, als u tusschen hem en zijn vrouw kwam ; hij was er natuurlijk kwaad over, al had u het om de beste redenen gedaan". John Holden kreunde — hij kon het niet laten. „Het is genoeg", zei hij, droog. „Laten ik e'J Lord Broxbourne maar zelf onze zaken regele/i. Alles wat ik gedaan heb, was zeker, om de beste redenen, maar die behoef jij niet te bespreken." „Ik wil ze ook zeker niet bespreken," zei Rose, een beetje scherp. „Het schijnt me alles een groote warboel geweest te zijn. En ik moet zeggen, dat het zeer zonderling is, dat Catherine al dien tijd Lady Broxbourne is geweest, zonder dat iemand het wist." Haar vader gaf geen antwoord, maar nam zijn papieren bijeen en ging de kamer uit. Hij kwam in zijn kamer, draaide den sleutel om, wierp zijn brieven — half ongelezen — op de tafel, en begon na te denken. Rose had hem in zijn meest kwetsbare punt getroffen en hij had tijd noodig om kalmte te winnen, voordat hij
verder in de zaak sprak of handelde. Hij was een wereldsch man ; dat wil zeggen een materialistisch man. De dingen der wereld — goede naam, rijkdom, weelde — waren van groot belang voor hem en hij schatte alles naar het materieel succes. Daarom troffen Rose's laatste woorden hem sterk. Catherine was al dien tijd Lady Broxbourne geweest en toch wist niemand het. Hij had haar niet alleen beroofd van het gezelschap en de liefde van haar echtgenool (deze dingen had hij nooit van veel belang geacht; aangezien de echtgenoot Gerard de Mauden Was), maar hij had haar van haar positie, titel en wereldsche welvaart beroofd. Hij had de zaak nooit in dit licht bezien. Het was nooit bij hem opgekomen, dat hij Catherine werkelijk kwaad gedaan had. Hij was even goed een roover, alsof hij Catherine's geld uit haar beurs genomen en in de rivier gegooid had. In de wapenrusting van ieder man is altijd een zwakke plek ; en de zwakke piek van John Holden was gevonden. Hij, die van welvaart in eiken vorm hield, had een zeker soort welvaart weggeworpen van zijn huis ; hij had zijn bloedverwante haar plaats in de wereld ontnomen, en het geluk van zijn dochter in gevaar gebracht, zoo niet vernietigd. Hij had dit gedaan uit liefde voor een goeden naam ; omdat hij niet wilde, dat er een schaduw op zijn eer zou geworpen worden. En zie, hij had een vlek op zijn naam gebracht, die even erg was als de
vlek, die hij eens aan Cathreine's daden had toegekend ; hij had gelogen en bedrogen, eerst om haar goeden naam te redden, zeker, maar later omdat hij niet verdragen kon, dat het ontdekt werd wat hij gedaan had, dat zij terug zou keeren tot den man dien hij haatte, dat hij een vernederende en mindere plaats zou innemen. Hij zag het nu alles in. Hij had Catherine's geluk aan zijn eigen trots opgeofferd, en toch — en toch — was zij de eenige vrouw, die hij diep en oprecht had liefgehad, zooals een man een vrouw liefheeft, die hij gaarne tot de zijne zou gemaakt hebben. Daar was de jongen ook. Zoo hij Catherine benadeeld had, had hij Laurens — misschien zelfs meer benadeeld. Het verlies, dat Laurens geleden had — van bloedverwanten, opvoeding, omgang — kon nooit weer goed gemaakt worden. Maar wie zou ooit gedacht hebben, redeneerde hij bij zichzelf, dat Gerard de Mauden eens lord Broxbourne zou worden ? Natuurlijk was het een mogelijkheid, waarop hij bedacht had kunnen zijn, als hij in het adelboek gekeken had ; maar John Holden was een man, die boeken omtrent den adel minachte. Tot dat Catherine het hem gezegd had — en het was merkwaardig, dat zelfs Cathreine het wist — had hij geen idéé gehad, dat Philip Massingham de neef was van den man dien haar te Truan-Var verliet. Maar dat was tenslotte geen verontschuldiging
— en dat wist hij. De weg van eerlijkheid en oprecht handelen, zooals Catherine dien bewandeld had, en gelukkig kunnen zijn, zooals zij op haar manier gelukkig was. Als hij rechtvaardig gedaan, openhartig gehandeld, naar waarheid gesproken had, zou er niets van de tegenwoordige angsten en zorgen geweest zijn. En nu moest de geheele geschiedenis bekend worden ? John Holden kreunde inwendig, toen hij dit bedacht. Het is waar, er kon geen grond voor rechterlijke tusschenkomst zijn ; hij kon niet vervolgd worden, omdat hij den brief omtrent Catherine's huwelijk achtergehouden had en niemand zou waarschijnlijk een proces tegen hem beginnen, omdat hij haar kind had weggenomen — ofschoon hij geloofde, dat zij hem daar het vuur nu aan de schenen konden leggen, als zij dat wilden. Maar het was mogelijk, dat zij het nooit zouden weten. En dan weer kwam er een kleine verzoeking, van het soort, waarvoor John Holden vatbaar was — dan zou Philip Massinghanü de erfgenaam zijn, en Philip Massingham zou Rose trouwen. Twee Ladies Broxbourne in de familie — en er werd niet veel kwaad gedaan; als het geheim van Laurens' geboorte maar bewaard kon blijven. „Het moet bewaard blijven", zei mijnheer Holden bij zichzelf, „he't koste wat het wil," ; (Wordt vervolgd).
BINNENLAND. EERSTE KAMER.
Voortgegaan wordt met de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de Huurwetten. De heer Van der Hoeven (c.-h.) acht het door den minister voorgestelde een verstandige maatregel. Afschaffing van de Huurwetten op dit oogenblik zou ook hem te ver gaan; doch langzamerhand heeft ieder genoeg van de crisiswetten. De heer Jansen (r.-k.) juicht ook de voorgestelde maatregelen toe. Geleidelijke afschaffing van de Huurwetten acht hij gewenscht. De heer Haazevoet (r.k.) zal tegen het wetsontwerp stemmen; hij acht een verhooging met 50 pet. te hoog. Minister A a 1 b e r s e weerspreekt de bewering van den heer Mendels dat niet cenoeg cijfers zouden zijn gegeven. En deze wet is wel degelijk een crisiswet, waarvan wij ons geleidelijk moeten ontdoen. Minister Heemskerk acht geen reden aanwezig voor een novelle. Het wetsontwerp tot wijziging huurwetten wordt daarna aangenomen met 23 tegen 6 stemmen, de Indische leening daarna goedgekeurd zonder discussie. De Kamer is tot nadere bijeenroeping uiteen gegaan. TWEEDE KAMER. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de suppletoire begrooting binnenlandsche zaken en landbouw 1923. De heer Oud (v.-d.) vraagt het batig saldo der groenten-centrale te besteden voor steun aan noodlijdende tuinders. Minister R u y s betoogt, dat samenvoeging van departementen bezuiniging betêekent. Op vitale belangen van den landbouw wordt niet bezuinigd. De minister ontkent, dat in den landbouw een crisis bestaat. De financieele resultaten waren bij vele producten niet onbevredigend.
De cijfers van uitvoering def landarbeiderswet acht de minister bevredigend. Voor landbo'uwkamers gevoelt hij niet veel, omdat zij verwarrend zullen werken. Geheele intrekking van de crisiswetten is nog niet mogelijk. Voor uitzending van landbouwers naar Noord-Frankrijk acht de minister samenwerking van regeering en particulieren noodzakelijk. PROF. BRUINS OVER DEN ECON. TOESTAND. Te Scheveningen sprak op de algemeene vergadering van het Verbond van Nederlandsche Fabrikantenverenigingen, prof. Mr. Dr. G. W. J. Bruins, hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam, over „Wat vertraagt hier te lande het economische herstel ?" Spr. gaf een overzicht van de talrijke factoren, die den economischen toestand van ons land in ongunstigen zin hebben beinvloed. Het voornaamste punt is wel, dat de Nederlandsche Staat thans ver boven zijh krachten leeft en blijkbaar onmachtig i's, hierin verandering te brengen. Engeland steekt hierbij zeer gunstig af. Spr. wees op de extraaflossing van pdst. 100 millioen ; de b'égrooting daalde van f 228 per hoofd op f 204, wat wel hoog schijnt tegen f 100 per hoofd hier te lande, maar welk bedrag (f204) daalt tot f84 per hoofd, wanneer men de rente op staats]eeningen en den afloopenden post voor oorlogspensioenen buiten rekening laat, waartegenover het bedrag per hoofd in Holland dan slechts zakt tot f 75. Laat men de militaire uitgaven buiten rekening, dan komt men voor het zooveel rijkere Engeland voor burgerlijke en sociale staatsuitgaven, het algemeen ouderdomspensioen inbegrepen, tot f 51 per hoofd tegen f 62 hier en bijv. in Zweden f 38. Deze cijfers toonen het gebrek aan elasticiteit van inkrimping. De organisatie van onze staatsmachine is, in dit verband bezien, vrijwel de slechtst denkbare. In plaats van een wezenlijk kabinet hebben wij een aantal afzonderlijke departementshoofden en departementen, ieder met een eigen financieele organisatie, een eigen begrootingswet, een eenheid alzoo op ; zichzelf. Thans is die organisatie uit den booze. Wij moeten, na de kleine verbeteringen, een wezenlijk kabinet krijgen, dat samengesteld is uit personen, die zich in de eerste plaats corporatief en gezamenlijk voor het geheel aansprakelijk voelen. Wat de arbeidsmarkt betreft, het vverklopsheidscijfer stijgt hier geleidelijk in tegenstelling met een daling overal elders. De oorzaak daarvan moet niet in de eerste nlaats aan de Duitsche concurrentie of verschillende reactie op de depressie in andere landen toegeschreven worden, maar gezocht in het feit, dat het loonniveau hier minder aanpassing aan de dalende kosten van levensonderhoud heeft vertoond dan elders. Het reëele weekloon in Engeland daalde in enkele bedrijven zelfs beneden het peil van 1914. Hier te lande is het niveau hooger dan in 1914 en het absolute loon in sommige bedrijven overtreft zelfs het Engelsche. Dit is — hoezeer in andere opzichten toe te juichen — economisch niet mogelijk. De geringe loondaling, gelijk met een stijgende werkloosheid, is een uiterst moeilijk punt, vooral ook voor het beleid der overheid. De werkloosheid mag door een economisch niet houdbaar loonniveau niet worden opgevoerd tot een hooger peil, dan waarop zij anders zou staan. Immers vermindering der reëele productie is het onvermijdelijk gévolg en de evenredig verminderde mogelijkheid tot reëele consumptie is voor de volksgemeenschap in haar geheel genomen ten volle verlies. Ofschoon de gezegende werking der werkloosheidsuitkeeringen gaarne erkennende, wees spr. on het ernstige eevaar, dat zij ook tegen het belang der betrokken arbeidersgroep als geheel genomen, kunnen leiden tot handhaving van een economisch niet meer houdbaar q-eworden loonniveau en het is de vraag, of bij de toenemende werkloosheid de Staat bij zijn ^olitiek van bijslag op of volledige overneming van de werkloosheidsuitkeeringen, niet meer dan tot dusver op dezen kant van de zaak zijn aandacht moet gaan vestigen.
De Staat stelt reeds thans, wanneer zijn bijslag den vorm heeft van een steun aan de onderneming, allerlei eischen nopens loon en arbeidsduur. Spr. wenschte allerminst loon•5ruk zonder meer, maar slechts aanpassing aan het economisch mogelijke, daar waar dit voor het algemeen en wezenlijk belang der betrokken arbeidersgroep wordt vereischt. HET PRINSESJE. Prinses Juliana heeft leeren fietsen. Dinsdagmiddag maakte zij een fietstochtje door de Loolaan. PRINS HENDRIK NAAR WAGENINGEN. Prins Hendrik zal het Lustrum der Wageningsche studenten bezoeken en wel a.s. Zondag tijdens de roeiwedstrijden, die door df Wageningsche Studenten Roeivereeniging „Argo" georganiseerd zijn. REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN. Het Hongaarsch-Nederlandsch Genootschap te Boedapest treft, naar het officieele orgaan van dit genootschap meldt, voorbereidende maatregelen tot deelneming aan de feestelijkheden ter gelegenheid van het jubileum van Koningin Wilbelmina- Het genootschap zal in September in Den Haag namens het geheele Hongaareche volk, de Koningin een geschenk aanbieden, nJ. een door Alexander Nagy ontworpen en door Maximiliaan Roth vervaardigd glassciiilderstuk, dat Koningin Wilhelmina in nationaal Frieeche kleederdracht te middert der Hongaarsche kinderen voorstelt, die in hun huldebetuiging de dankbaarheid der Hongaren aan Nederland voor de sympathie, waarmee Nederland het door den oorlog in het ongeluk gestorte Hongarije te hulp kwam, symbol.vseerenOok zijn op dit 'kunstwerk nog twee historische momenten uit de geschiedenis der Nederlandsch-Hongaar'sche verbindingen vereeuwigd, ril. de bevrijding van de Hongaarsche pre-dikanen van do galeien door admiraal De Ruyter en do parlementszitting te Onod, waar ook twee Hol land ach e afgevaardigden verschenen om ten gunst© vani de Hongaren te sprekenHet secretariaat der Koningin heeft reeds medegedeeld, dat Koningin Wilhelmina het geschenk van het genootschap gaarne in ontvangst zal nemen, en dat het a'Is beschilderd raam in de beeldenzaal van het Koninklijk 1 paleis in den Haag geplaatst zal worden. N. R. Ct PROF. TREUB TERUG UIT INDIë. Prof. mr. M. W- F. Treub, voorzitter van den Ondernemersraad voor Ned. Indië, wordt Zaterdag 10 Juni, na een kort verblijf te Parijs, te 's Gravenhage terugverwacht van zijn reis naar Ned.-IndiëDe ondernemorsraad voor 'Ned.-Indië is voornemenls op 21 Juni een algemeene ledenvergadering te houden, waarin professor Treub een.ige mededeelingen zal doen over zijn verblijf in Ned.-Indië. KANTOORBEDIENDE GEARRESTEERD De fa. J- A. Harm en Zonen, handelaars in kachels te Amsterdam, had, zoo meldt de „Tel," sedert 1916 'n bejaarden kantoorbediende in dienst, die onder meer belast was met het bijhouden der boeken en der loonbriefjes. Van 1918 heeft deze persoon misbruik gemaakt van het vertrouwen, dat hij genoot en herhaaldelijk verduisteringen ten nadeelc der firma gepleegd. Bij het optellen der getallen in de boeken boekte hij als resultaat dezer optelling onjuiste uitkomsten en stak hot verschil in zijn eigen zak. In 3 boeken heeft de politie deze foutieve uitkomsten bemerkt. Ook de bedragen der loonbriefjes voor het personeel vervalschte hij op deze wijze. Er waren maanden dat hij bijna duizend gulden koni verduisteren. Plet gezamenlijke bedrag, waarvoor de fa. Harm werd benadeeld, bedraagt ruim f8000Woensdagmorgen heeft de politie van het Leidscheoïein den bewusten persoon, .lie thans zestig jaar oud is, in arrest genomen. Dezer dagen zal hij ter beschikking van de justitie worden gesteld ter z&fce verduistering van gelden en valschheid in geschrifte STEMPLICHT. De kantonrechter te Apeldoorn heeft een dertigtal personen, die bij de Kamerverkiezingen hun stemplicht niet hadden vervuld, veroordeeld tot f 1 boete, subs. één dag hechtenis. In zijn antwoord op vragen van den heer Snoeck Henkemans heeft de minister van Binnenlandsche Zaken medegedeeld, dat „het onderzoek omtrent de toepassing van den stemplicht en de werking van de thans geldende poenale sancties tot handhaving van die verplichting nog niet is beëindigd. Hoe lang zal de schromelijke rechtsongelijkheid, die van den stemplicht een gevolg blijkt te zijn, nog moeten duren ? vraagt het Hdbl. in verband hiermee. VLOEKVERBOD. Naar aanleiding van het verzoek tot invoering van het Vloekverbod besloot de raad van Wonseradeel, met op twee na algemeene stemmen, tot het volgende : a. aan allen, over wie de plaatselijke overheid direct of indirect zeggingschap heeft, het openbaar vloeken te verbieden. Bij herhaalde overtreding stelt de raad voor ieder geval de toe te passen disciplinaire straffen vast; b. allen ingezetenen, vereenigingen en corporaties van tijd tot tijd bij publicatie in een of meer der in deze gemeente meest verspreide nieuwsbladen, door B. en W. te bepalen, dringend te verzoeken, zooveel in hun vermogen is, het openbaar vloeken tegen te gaan; c. in de Politieverordening in te lasschen een artikel, luidende: Het is verboden een godslasterlijk geschrift een godslasterlijke publicatie of afbeelding openlijk ten toon te stellen of aan te slaan. ZOMERTIJD. Zwaar is er voor U gevochten, Fel en hevig was de strijd, Eind'lijk is 't er van gekomen: Holland heeft zijn zomertijd. „Zomertijd h <5t klinkt zoo zomers, 't Geeft zoon strooienhoed-idee; „Zomertijd" — het klinkt zoo zonnig, 't Klinkt zoo mousselien-piké J -Iet is voor den eersten Juni
Dat 'k een zomertijd-zang zing Maar — ik moet dien tijd begroeten Met een : WELKOM VREEMDELING I Zomertijd! Wees hart'lijk welkom, Maak ons heele land verblijd, Geef ons in dien zomer tijd óók Een klein beetje zomer tijd. CLINGE DOORENBOS in de Tel. KORTE BERICHTEN. — Er had een vliegongeval plaats op de Moordzee tijdens marine-oefeningen; geen persoonlijke ongelukken. — Uit vele plaatsen komen berichten van jroote schade, door den regen aangericht. — Op meerdere plaatsen heeft het hevig geonweerd. Hagel en regen deden veel schade aan de gewassen.