Te Amsterdam is gisteren de jaarlijksche vergadering van den Nederl. bond van boekbinderspatroons gehouden De voorzitter, de heer T. L. v. d Boon, zeide in zijn openingswoord o.m. dat de patroonsvereeniging, haar roeping van werkgeversorganisatie in het Nederiandsche bedrijfsleven verstaande, er op uit zijn zal om de rechtspositie van de arbeiders vast te doen zijn, maar daarnaast om het bedrijf als zoodanig de plaats te doen innemen die het toekomt. In het verslag van den secretaris, den heer J. Stokking, wordt opgemerkt, dat de stabilisatie in de loonen, gepaard aan een ietwat verbeterde personeelindeeling, voor de komende jaren den grondslag vormen voor de verkoopsprijzen in den handel. Met klem werd aangedrongen op het vaststellen van prijsnormen. Als middelen om tot betere toestanden te geraken worden in het jaarverslag genoemd: samenwerking in centraal overleg en het nieuw reciprociteitsverdrag met de drukkerijbonden, waarbij de gemengde commissie toezicht houdt; de georganiseerde vereeniging voor de belangen des boekhandels, waarin ook deze vereeniging als buitengewoon lid zal worden opgenomen, onderdeel van den centralen raad, waardoor een beter en nauwer contact met de bonden der afnemers en leveranciers zal worden bevorderd ; de strijd tegen het ongeorganiseerde bedrijf en tegen ambtenaarsconcurrentie; het vakschoolonderwijs en meer onderwerpen van idieel belang
als vertegenwoordiging van den bond in binnen- en buitenlandsche toonaangevende organisaties en bij de overheid. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat het jaar 1924 afgesloten is met een voordeelig saldo van ruim ƒ1711, het saldo, dat de bond op 31 December 1924 had, bedroeg ruim ƒ 15.000. De balans over 1924 sluit met een bedrag van ƒ 19.753. De begrooting voor 1926 sluit met een bedrag van ƒ 19.660. Als bestuurslid werd herkozen de heer D. J. Wöhrmann; in de vacature-A. van Hooft (niet herkiesbaar) werd gekozen de heer J. G. Pulle, te Leiden. In de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer J. C. Brokken, werd gekozen de heer L. C. C. de Bruyn te Roozendaal. •O EEN SLUITENDE BEGROOTING 1926. In een vergadering van de Centrale Anti-Rev. Kiesvereeniging, te 's-Gravenhage gehouden, deelde Minister Colijn mede, dat hij de cijfers voor 1926 heeft vastgesteld en dat die begrooting sluit. STAALMAN—TER HALL. Men schrijft ons : De toewijzing van een Kamerzetel aan den heer Staalman, die op de aparte lijst van den Vrijheidsbond slechts 15552 stemmen, vormend circa 36 pCt. der op die lijst uitgebrachte stemmen verkreeg, tegen 25842 stemmen ofwel 59 pCt., uitgebracht op den heer Henri ter Hall, heeft in vele kringen ontstemming gewekt. Tengevolge daarvan zijn reeds eenige groepen kiezers bijeengekomen om onder het oog te zien hetgeen kan worden gedaan tot bevrediging van het zeer geschokte billijkheidsgevoel der kiezers. De vorming van een comité tot het verkrijgen van eene meer positieve actie is in voorbereiding. —o— SPOORWEGONGELUK TE AMSTERDAM. Gistermorgen heeft nabij het station Willemspark te Amsterdam, een ernstig ongeval plaats gehad, door het op elkaar loopen van een locaaltrein en een rangeertrein, waarbij gelukkig evenwel geen menschenlevens te betreuren zijn. Om acht uur 's morgens trok een locomotief een aantal goederenwagens op in de richting van het hoofdspoor uit Amstelveen. Het inrijsein, als toegang tot het station, was met het oog op den naderenden locaaltrein, die klokslag 8 uur te Amsterdam moest binnenloopen, en die stipt op tijd was, veilig gesteld. De machinist van den rangeertrein, die het sein zag, en blijkbaar het hoornsignaal van den rangeerder niet gehoord heeft, reed door in voorwaartsche richting, waardoor het voorste deel der rangeertrein uit zijn zijspoor op het hoofdspoor, waarlangs de locaaltrein moest binnenloopen, kwam te staan. Langs het hoofdspoor naderde nu de locaaltrein en de machinist ervan, die eveneens het sein op veilig zag, keek daarbij nog uit den linkerkant van de cabine om het terrein te verkennen, toen hij tot zijn groote ontsteltenis plotseling bemerkte, dat de rangeerlocomotief gedeeltelijk op het hoofdspoor stond. Niettegenstaande hij alle remmen aanzette, was een botsing onvermijdelijk en liep de locaaltrein met een vaart van een pl.m. 25 K.M. op de rangeerenden trein die, hoewel een zeer kleine, toch nog eenige vaart had. Met een hevigen dreun, gevolgd door een hard gekraak stieten de locomotieven op elkaar. Eenige oogenblikken was het doodstil, dan weerklonk in den morgen het gegil van de passagiers van den locaaltrein, die goed bezet was. Aan alle kanten sprongen reizigers uit den trein, anderen bleven als wezenloos op hun bank zitten. Spoedig bleek, dat er verschillende gewonden waren, in de eerste plaats de leerling-machinist, die als stoker op den locaaltrein dienst deed. J. Maten uit Hoofddorp, bij wien een der bedieningshandels waarschijnlijk in het verhemelte gedrongen was. De tweede gewonde was de conducteur van het postrijtuig, R. v. d. Veen, die deerlijk zijn arm kneusde. Erger er aan toe was de Duitscher Croon, die in het eerste compartiment gezeten, bekneld geraakte tusschen de buffers van het postrijtuig en het achterschot van zijn coupé. Het duurde vrij geruimen tijd voor men hem bevrijden kon, bij onderzoek bleek, dat hij verschillende beenwonden had opgeloopen, en dat een zijner teenen totaal verbrijzeld was. Personeel en materiaal van den geneeskundigen dienst, onder leiding van den directeur Heijermans, was spoedig ter plaatse. Maten en Croon werden onmiddellijk naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd, doch levensgevaar schijnt er voor dezen niet te bestaan. Hoeveel geblesseerd werden, is nog niet met zekerheid te zeggen, zoo klaagde o.a. de machinist van den binnenloopenden trein, Van Andel, over pijn in de borst. Andere reizigers kregen door den hevigen schok lichte kwetsuren, door versplinterd glas, houtwerk, enz. De materieele schade aan de locomotieven en wagons is zeer groot. Gelukkig Was het, dat geen der reizigers zich op het balcon van den eersten wagon bevond. In den treinenloop werd een groote stagnatie veroorzaakt, temeer, daar het hoofdspoor hier enkelvoudig is, en de toegang versperd werd, waardoor geen enkele trein binnen kon komen. Direct werd 's morgens met het opruimingswerk begonnen, zoodat tegen den middag de verbinding van en naar het station Amstelpark weer hersteld was. Direct werd een onderzoek ingesteld, aanvankelijk door den inspecteur der spoorwegen, later door den commissaris van politie, den heer Dijkstra en eenige inspecteurs, waaruit bleek, dat de machinist van den rangeertrein, Cobben, het herhaald en sterk getoeter van den rangeerder niet vernomen heeft.
VRIJWILLIGE LANDSTORM. Ingevolge aanschrijving van den inspecteur van den vrijwilligen landstorm, mogen jongelieden, geboren in 1907 ,tot en met 31 Dec. a.s. toegelaten worden tot eene verbintenis bij den vrijwilligen landstorm. Zij, die buitengewoon dienstplichtige zijn kunnen ook nog na 31 Dec. een verbintenis sluiten, waardoor hun de gelegenheid is geboden de z.g.n.'verbintenis op korten termijn, bedoeld in L.O. 1923 no. 115 en 1924 no. 387, tot zes weken dienst te verminderen. Dit is o.a. van belang voor hen, die het plan hebben naar Indië te vertrekken. De klassen moeten zooveel mogelijk 1 Oct. a.s. aanvangen. De deelnemers kunnen in het voorjaar van 1927 examen afleggen voor het diploma, dat recht geeft op vier maanden verkorting van diensttijd. De aanmelding kan schriftelijk geschieden bij de commandanten der aldcelingen of verbanden in of nabij de woonplaats. NED. BOND VAN VBEHANDELAi»BN. Gistermorgen wend in de Harmonie te Gro ningen de vergadering van den 'Nederland schen 'Bond van Veehandelaren voortgezet, waarbij o.a. de heer Van de ftftoer (Meppel) do wenschelijfeheid bepleitte o-m liet daar'heen te leiden, dat voortaan door veeartsen geen willekeurige attesten worden afgegeven Na de pauze 'hield dr. 'Hoefnagel een lezing over do bestrijding van mond- en klauwzeer, waarbij bij de wenschelijkheid uiteenzette van bet op-richten van een mond- en klauwzeer instituut, waardoor zonder politiemaatregelen de gevreesde veeziekte uitstekend kan worden bestreden. Waarom de oprichting van een dergelijk instituut gewenseht is ? Omdat telkens b.ijkt dat de verspreiding der ziekte hoofdzakelijk geschiedt van de meest belangrijke veemarkten uit. In Duitschland deed uncn 'hieromtrent dezelfde ervaringen op ais in ons laad. In Dortmund, welke markt om deze reden met s.uiling werd 'bedreigd, kwam men op bet. idee, gebruik te maiken van de 'wetenschap. dat 'n rund, ingespoten met 'n boog waardig mond- en klauwzeer-serum, geduren de een 10 tot 14 d®gon of iets langer, weerstand kan bieden aan deze ziekte. Hoewel het resultaat slechts beperkten tijd merkbaar is, kan dit toch voor landbo-uwtentoonstellingen e.d. van belang zijn. Het mond- en klauwzc-er-instituut op het eiland Rhierns levert thans wekelijks voor de 'markt te Do-rtir.und serum voor 1500 stuks rundvee. Over de resultaten der entingem, die den avond voor de markt geschieden, is men tevreden. Slechts in een tweetal gevallen ,kion worden nagegaan, dat de op deze markt verkochte koeien, later bij hun nieuwen eigenaar aan tongbtaar gingen lijden. Daar genoemd instituut niet meer serum kan produceeren kond vn tanidere groote Duitsche markten nog niet vo'igien. Spr. betoogde, dat het zeer gewenscht is, om, bij het .heersehen van tongbtaar, 'het foken melkvee op de voornaamste plaatsen van ons land met mond- en klauwzeerserum in te spuiten. Het resultaat hiervan kan zijn, dat de "verspreiding der ziekte van de veemarkten uit veel minder voorkomt dan voorbeen. Doch hiervoor is een zeer groote hoeveelheid serum noodig. De Rijilsseruminrichting te Rotterdam, izeide spr. had echter slechts de beschikking over een goede twintig runderen, hoewel haar directeur, de heer Lourens, den laats ten tijd ai le moeite deed met de bescheiden beschikbare middelen de productie van het mond- en klauwzeerserum zoo hoog mogelijk op te voeren. Toch zou hij nooit bij een door spr. aangewezen methode, genoeg serum kunnen leveren. Daarom diende Nederland in de toekomst 'n eigen instituut hebben. Hiervoor was veel geld noodig. Een inrichting als in Rhiems zou hier te lande aan bouwen en inrichten ongeveer f 400.000 kosten. Men zou goedkoopen grond moeten hebben in een streek, waar zoo goed als geen veehouders vvonei', terwijl een station toch niet te ver moet zijn verwijderd. Indien de regeering niet geneigd was zulk een instituut te stichten, dan zou kunnen worden getracht, het daarheen te leiden, dat een nieuwe belasting aan de veehouders werd opgelegd aoor het heffen van z.g.n. boomgeld. Sp'\ wees op het belang der veehandelaren in dezen niet het oog op do export, die grootendeels afhangt van het al of niet heersehen van mond- en klauwzeer in ons land en voorts op hetgeen het Hoofdbestuur van den Bond ir. dit opzicht heeft gediaan .Hij eindigde met don werst h, dat de oprichting van een mond- en iki-auwzeerinstituut spoedig! tot stand zai komen, waardoor de welvaart van het Nederlandsche volk zal toenemen. AUTO-ONGELUK. Te De Bilt heeft op den rijksstraatweg een auto-ongeluk plaats gehad. Uit de richting de Bilt kwam met tamelijke vaart een auto gereden, die moest uitwijken voor een tegemoetkomenden auto. Volgens den bestuurder slipte bij het uitwijken de wagen, zoodat hij terecht kwam op de noordelijke tramrails, welke baan op het oogenblik is uitgegraven, en nog niet is aangevuld. De auto kwam in de uitgraving, en 'iep tegen een trampaal, welke werd ontzet, sloeg vervolgens om en viel gedeeltelijk in de sloot langs den weg. De bestuurder kwam er gelukkig goed af. BRAND AAN* BOORD. Te Amsterdam is gisteren brand uitgebroken in het stoomschip „Prins der Nederlanden", van de Stoomvaartmaatschappij „Nederland", dat aldaar in de haven lag. De brandweer was spoedig met de drijvende stoomspuit „Jason" ter plaatse en ontdekte brand in de isolatiestof tusschen
de isolatiedekken boven den kolenbunker. Dit brandje, dat ontstond door zelfontbranding van fijnverdeelde steenkoolstof, werd spoedig met een straal gebluscht. Rij het blusschen ontstond het giftige gaskoolmonoxyde, waardoor vier brandweermannen en vier ketelmakers van de Droogdokmaatschappij bevangen werden. Zij ondervonden pas den nadeeligen invloed van het giftige gas toen zij weer in de buitenlucht kwamen. Beurtelings waren zij bewusteloos of kwamen zij weer bij. Zij werden door dr. Utermöhlen met succes behandeld De twee ketelmakers, die er het ergst aan toe waren, en de vier brandweermannen, werden naar het Binnengashuis vervoerd. Hun toestand is thans bevredigend. De schade in de Prins der Nederlanden door het brandje veroorzaakt is zeer gering. HET VERKIEZINO SR BLLETJE TB BRUNSSUM. Het Volk drukt liet politierapport af over het gebeurde te Brimssum. Het luidt: „Op 29 Juni 1025 omstreeks 9 uur kwam een afdeeling der S. 'D. A. P. op rijwielen bij kruispunt Kerkstraat—Dorpstraat, eenige roode vlaggen en transparanten meevoerende, terwijl daar een optocht der R. Kath. voorbij trok. De leden der S. D. A. P. waren van meening, da: die optocht zou voorbij trekken. Deze werd aan den kop reeds ontbonden en juist deze omstandigheid is eigenlijk indirect de aanleiding tot de onregelmatigheden geweest. Alleen reeds de tegenwoordigheid der S. D. A. P.-afd. scheen als zoo uitdagend te worden beschouwd, dat spoe dig tot gewelddaden tegen deze werd overgegaan. Althans hun gedrag daar ter plaatse kan niet de aanleiding zijn geweest. In geen geval zijn zij tot handtastelijkheden overgegaan. De S. D. A. P.-betoogers werden onder slagen en stompen voortgedreven. Een vrouw met geweld tegen het onderlijf geschopt. Een man arm zwaar gekneusd. Een man gapende wonde aan het hoofd. Een man steekwonde in den rug. Verder vele bulten, striemen en schrammen. Bij de 3 (drie) schutterijen waren slechts 4 sabeldragende. Van een slaanpartij met sabels is niets gebleken. Bij den optocht der R.-Kath. partij was een geestelijke, die bij de ontbinding tegenwoordig was. Gezien het snelle verloop der gebeurtenissen is nog niet na te gaan waar deze juist was toen de eerste klappen vielen. Wel staat vast, dat deze geestelijke niet naar het gevecht heeft staan kijken en zeker niet heeft opgehitst. KORTE BERICHTEN. — Te Rotterdam is de 10-jarige J. Weiter op het Hofplein van een vrachtwagen gevallen, waar hij achterop was geklommen, met het gevolg dat een der achterwielen over zijn hoofd ging en het knaapje bij aankomst in liet ziekenhuis aan de Coolsingel reeds bleek te zijn overleden. — Een 60-jarig man voelde zich in de stoomtram bij Echt onwel worden. Hij wilde uit de tram springen, hetgeen de conducteur hem evenwel wilde beletten. De conducteur liet hem even los om aan de noodrem te trekken, op welk moment de passagier uit de tram wist te springen. Hij kwam met het hoofd op de steenen terecht. Bewusteloos werd hij opgenomen. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, is hij 's middags aan de gevolgen van den val overleden. — Volgens het „Bataviaansch Nieuwsblad" ligt in 's lands pakhuizen te Batavia 15 K.M. brugniateriaal, ter waarde van tien mi!lk>en gulden en een hoeveelheid Saatsspoormateriaal ter waarde van minstens 50 millioen ongebruikt opgeslagen. — Gisteren zijn drie voer hooi, waarvoor twee paarden gespannen waren, door de brug over de stroomsluis in De Lemmer gestort. De bestuurder, de veehouder Huitema, kon zich nog juist redden, De paarden werden met veel moeite op den wal gebracht. De electrische kabel, welke onder deze brug is gelegd, werd ernstig beschadigd, waardoor De Lemmer van electriciteit voor kracht en licht is verstoken. — B. en W. van Enschedé hebben besloten aan vergunningen voor buiten den gevel van een gebouw uitstekende uithangteekens e.d. de voorwaarde te verbinden, dat de opschriften in behoorlijk Nederlandsch moeten worden gesteld. Dit is een mooi begin, dat wij anderen gemeentebesturen ter navolging aanbevelen. Wellicht komen dan spoedig ook de winkelruitopschriften aan de beurt. — In de dezer dagen gehouden vergadering van het bestuur der S. D. A. P. zijn als afgevaardigden naar het internationaal consres te Marseille benoemd de heeren Wibaut en Vliegen, als leden der Executive, Alberda, Du ijs, mèj.. Su.ze Groeneweg, A. B. Kleerekoper, Van Kol, Schaper, Stenhuis en C. Werkhoven. Het hoofdbestuur van den Bond van Vronwencl 'U 'bs zal worden verzocht nog een vrouwelijk afgevaardigde aan te wijzen. — iNaar het ..N- v. h. N." verneemt, heeft de burgemeebter van Baflo, de heer jhr. W r . F. van Spengler, 'bij den officier van justitie te Groningen een aanklacht ingediend wegens heloodiging, tegen den lieer L. H. Mansholt te Haren, lid van Ged. Staten der provincie Groningen. Te Schiedam zijn op de glasïab-riek „De SchieT bij het monteer en van een transportbaan twee hulpmonteurs, de Duitscher F. M. en de Schiedammer De Gr., onder vallend ijzer bedolven. De laatste is in het ziekenhuis overleden. —• Op „Heemaf' te Hengelo spso»g met geweldigen knal een oven, waarin motoren g*edrootgü worden. De eigen brandweer bluischte een begin van brand- De schade i? aanzienlijik. Er hadden geen persoonlijke ongelukken plaats.
"BINNENLAND. BOEKBINDERSPATROONS". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111840:mpeg21:p001
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111840:mpeg21:p001
Wie zich door de ondankbaarheid der menschen laat terughouden diens weldadigheid is van een slecht gehalte,
"DAGSPREUK:". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111840:mpeg21:p001
DE FRANSCHEN IN MAROKKO. HET DUITSCHE ANTWOORD AAN BRIAND.
Niet erg Gerust. Monotoon blijven de telegrammen, die ons over den toestand in China inlichten verluiden : nieuwe stakingen, aanvallen hier, opstanden daar, — verdeeldheid, vijandschap, oorlogsgevaar en al wat daaruit kan worden gelezen. De toestand 'blijft er ongunstig en, helaas, komt nog maar steeds niet eenig nieuws, dat op verbetering wijst. Eer is het tegendeel bet geval. Van allen kant worden de Chineezen in hun actie gesteund, zelfs uit Nederlandsch-fndië vanwaar de daar wonende zonen uit het Hemelsche Rijk een ton ongeveer overmaakten tot steun voor hunne landgenooten, die zich, zooals generaal Feng in een oproep, aan de Christenwereld om toch te hulp te komen, verklaard beeft, als honden laten afmaken, hetgeen vooral slaal op de moord- en schietpartijen, die onlangs te Shanghai hebben plaats gehad en die gioote verontwaardiging onder het Chineescïie volk bobben verwel t. En nu de gemengde commissie aldaar de handelwijze van den Engelscben politie-autoriteit, die bet bevel tot schieten gaf, heeft goedgekeurd, is de antipathie tegen al wat Brit is, in Cbina nog meer toegenomen. De Daily Telegraph, dit besluit der commissie besprekende, merkt dan ook terecht op, dat door deze houding het Britsche aanzien in het land der rijzende zon zal worden geschaad. Het blad noemt het bevreemdend, dat Engelsche diplomaten, die in China wonen, zoo weinig met den eigenlijken toestand in het rijk op de hoogte zijn, als waarvan zij, leden der gemengde commissie, door het nemen van het besluit bovengenoemd, thans blijk geven. Het Britsche orgaan acht het vanzelfsprekend dat een dergelijke houding op de Chineesche gemoederen moet inwerken als olie op het vuur, waarbij de communisten nog graag als blaasbalg zullen fungeeren. Want zij zijn het naar het algemeen oordeel van het Britsche kabinet, die de schuld dragen van de enorme en nog steeds toenemende anti-Britsche gezindheid bij de Chineezen, waartegen daadwerkelijk optreden meer dan gewenscht is. Uit een en ander blijkt wel, dat Engeland omtrent het verloop van den toestand in het verre Oosten niet bijzonder gerust is. Hulde aan den Franschen Arbeid. Anders is dat met Frankrijk, waaromtrent Briand zich nog al kalm uitliet toen hij bij de discussie in de Fransche Kamer inzake het wetsontwerp tot ratificatie der conventies betreffende China er op wees, dat het in de Fransche concessie te Shanghai gedurende de onlusten aldaar, kalm was gebleven. Briand -wees er daarbij voorts op, dat het niet juist was te veronderstellen dat China tegen de Europeesche exploitatie aldaar in opstand was, omdat het o.a. de Fransche regeering erkende en zijn verplichtingen tegenover haar steeds loyaal en eerlijk was nagekomen. Weliswaar willen de communisten ook dit niet zoo doen schijnen en trachten zij op alle mogelijke manieren ook het Fransche gezag in China te ondermijnen, doch veel succes hebben zij daarbij tot nog toe niet. Toch wordt het ook zelfs van Fransche zijde al ern> stig noodig geacht, dat tegen de actie der communisten in dezen krachtige maatregelen wor den genomen. Frankrijk heeft thans nog in China een goeden naam en een afgevaardigde in de Kamer, die twee-en-dertig jaar aldaar verblijf gehouden heeft, en de regeering hulde bracht voor den arbeid, die Frankrijk ginds verricht heeft, protesteerde met klem tegen de communistische propaganda en zeide het een yroot belang voor het land te achten indien deze acti zoo snel mogelijk den kop werd ingedrukt. Wel spelen de communisten in Frankrijk op het oogenblik een rol van beteekenis. Want ook iuake den oorlog in Marokko hebbfen zij veel op hun geweten en blijkens de uitlatingen der oppositieleden in de Kamer is de regeering jegens hen veel te lankmoedig. Omtrent den stand van zaken in Marokko heeft Painlevé zich ook niet erg ongerust uitgelaten. Want in een onderhoud roet de iMatin heeft hij verklaard, dat de laatste berichten, die vandaar gekomen zijn, van dien aard zijn geweest, dan het ganschelijk niet noodig behoeft te worden geacht dat generaal Naulin, die momenteel een kuur te Vichiq ondergaat, onmiddellijk naar Marokko vertrekt. Zou deze houding van Painlevé toe te schrijven fcijn aan de berichten, volgens welke de Riffs zware verliezen hebben geleden, o.a. bij Taza en de stammen, die een aarzelende houding hadden aangenomen, zfcK weer bij de Fransche troepen hebben aangesloten ? Een dreigende Crisis. In Duitschland staat het er op het oogenblik zoo voor, dat daar alle kans is op een ministercris!«, nu, tengevolge van de houding der Duitsch-nationalen inzake de antwoord-nota aan Parijs over het pact een ernstig meeningsverflchil in het Kabint ontstaan is. De zaak is deze,
dat minister Stresemann door middel van een openbaar debat in den Rijksdag wil doen uitmaken, wat de houding der Duitsch-nationalen in zake het pact is, terwijl Dr. Luther daar wel mee accoord gaat, maar, in tegenstelling met Stresemann, die het tevoren wil houden, dit debat eerst na verzending van het antwoord aan Briand wil doen plaats hebben. Voor het standpunt, dat door een uitspraak van den Rijksdag, indien zij voor de regeeringspolitiek gunstig is, de positie van de regeering zou worden versterkt, is zeker wel veel te zeggen. Maar een debat over de buitenlandsche politiek van Stresemann zou vermoedelijk tot een ernstige botsing binnen de Duitsch-nationale partij zelf aanleiding geven — welker rechtsche vleugel tegen Stresemann persoonlijk en tegen zijn politiek een felle campagne voert — en het huidige ministerie-Luther noodlottig zou kunnen worden. Vermoedelijk wil dr. Luther dezen strijd althans uitstellen, opdat maar eerst het antwoord aan de Fransche regeering met de medewerking van het geheele kabinet in veilige haven kan worden gebracht. Ook daarvoor is veel te zeggen. Het is moeilijk te voorspellen wat voor Duitschland van het meeste belang is, dat Stresemann zijn zin krijgt dan wel Luther. Naar een van beide kanten moet echter de weegschaal overslaan. Naar welken kant dat zijn zal, zullen de eerstkomende dagen leeren. Gemengde Berichten. DE fBARMAT-AFFAIRE. Inzake de Barmat-affaire heeft het verhoor van den voormaligen president van politie te Berlijn sensationeele dingen aan t licht göbraoht, toen deze intieme vriend van Barmat verklaarde, bereid te zijn in geheime zitting aanvullende mededeelingen in verband met zijn vroegere verklaringen te doen. Dit werd hem toegestaan. Hij wilde juist beginnen te vertellen, hoe intiem zijn vriendschap voor fcarmat geweest was, toen hem plotseling de tranen over het gezicht liepen- Hij begon te snikken en kreeg een zenuwtoeval, zoodat men geen samenhangend verhaal uit hem kon krijgen. Eerst nadat hij wat kalmer was en de zitting een kwartier was verdaagd, kon hij meedeelen, dat 'hij met Barmat zulke heerlijke tijden ha i doorleefd; dat zijn salaris te klein was voor uitstapjes, maar dat Barmat alles betaalde, ook zijn re te naar Nederland, en hem telkens weer belangrijke bedragen schonk, zelfs er voor zorgde„ dat hij met zijn gezin een dure badreis kon maken. Hij heeft tal van geschenken van Barmat ontvangen, o.a. aandeelen van de Dema, de Norddeutsche Lloyd en de Hamburger Elektri-zitats Werke. Het viel bijzonder op, dat getuige verklaarde ook van jBarmat een geschenk voor den afgevaardigde Heilmann te hebben ontvangen, wat deze laatste vroeger onder eede ontkend heeft. EEN DICHTERES VAN ELF JAAR. Bij een wedstrijd in poëzie te Parijs ds de bekroning toegevallen aan een meisje van elf jaar, Sabine Sicaud genaamd. Het gedicht van de kleine Sabine, „Herfstmorgen" ge•beeten, werd door Seggoud Weber bij de verdeeling van de prijzen in het Théatre des Champs Elysées voorgedragen en door de bekende dichteres, Comtesse de Noailles, als een meesterwerk geprezen. Zóó veel lof verdient het gedicht nu wel niet, schrijft iemand, die bij de voordracht tegenwoordig was, (maar het zit goed in elkaar en getuigt van -eer zeldzame vroegrijpheid van het metoje, dat voegt hij er bij, er uitziet als een jonger zusje van de Mona Lisa. EEN DOODFLIJKE RING. Te München heeft men onlangs tusschen een hoop oude rommel een hoogst merkwaardig cultuurdocument gevonden. Het was een vingerring, die met een steenrozet versierd was en waaraan een vreemd verlengstuk zat ui messing, hol en cylindervormig. Toen men 't voorwerp nauwkeurig bekeek, zag men tusschen de steentjes van de rozet een heel fijne opening, die met den cylinder in open verband bleek te staan. Waarom was nu die ring hol ? Men heeft hier te doen met een der meest geraffineerde en wreedste moordwerktuigen, die de mensch vroeger uitdacht. In de holle cylinder dienst doende als steel van een klein spuitje, bevond zich een kort kolfje. Men vulde nu het buisje met vergif, zette het kolfje erop en deed daarna den ring aan den pink, waardoor het kolfje precies voor het onderste lid van den duim terecht kwam^Door een druk met de gesloten handvlakte kon men dus den inhoud uit het buisje doen spuien Zoo kon men, aan een feestmaal gezeten,
wanneer de vreugde ten top steeg en het wijnglas lustig rondging, door een kleine, bijna onmerkbare beweging het meest doodelijke vocht mengen door den wijn van zijn buurman I Behalve het te (München gevonden exemplaar zijn nog twee zulke ringen bekend, n.1. een, die in het museum te Salzburg, en een die in Berlijn bewaard wordt. De Salzburger ring is volledig, terwijl aan de beide andere exemplaren het los op te zetten kolfje ontbreekt. Of deze ringen dikwijls gebruikt zijn, valt niet met zekerheid op te geven. Encyclopedische werken, die zeer uitvoerig over vergiften en vergiftingsmethoden spreken, vermelden deze instrumenten niet en ook in de wereldgeschiedenis valt geen geval aan te wijzen, hoewel zij meermalen spreekt van een plotselingen dood onder een feestmaaltijd. Wie zal zeggen in hoeveel van deze gevallen een dergelijke giftring zijn rol vervuld heeft I -o— EEN MISPLAATSTE GRAP. De bemanning van de reddingsboot te Brigh» ton heeft dezer dagen een „redding" verricht, waaraan zij vermoedeijk wel niet de meest aangename herinnering zal bewaren. Op een gegeven oogenblik werd zij door badgasten gewaarschuwd, dat een schip op drie a vier mijlen uit de kust hulpeloos scheen rond te drijven. De bemanning observeerde de bewuste boot eenigen tijd en nadat zij de 'bewering der badgasten juist meende te hebben gevonden, liet zij de reddingsboot te water en roeide naar het „wrak" toe. Wie schetst evenwel hun verontwaardiging, toen zij zagen, dat het hier een in goeden staat verkeerende motorboot betrof, waarvan de beide inzittenden de machines aanzetten en met volle vaart wegvoeren, toen de reddingsboot in hun nabijheid kwam. De quasi grappenmakers lachten de bemanning op den koop toe uit. DWARS DOOR AFRIKA. De Fransche Rénault-expeditie die in November van het vorige jaar is vertrokken om per auto Afrika te doorkruisen, is op 15 Juli te Kaapstad aangekomen. De expeditie bestaal uit kapitein Delingette, zijn vrouw, een Fransche werktuigkundige en een inlandsche bediende. De reizigers werden in Kaapstad door hun landgenooten verwelkomd. Kapitein Delingette vertelde dat hij 23.000 mijlen heeft afgelegd. Het moeilijkste gedeelte was de reis van Gringa naar Livingstone, die twee maanden nam In dit gebied brachten hun de bergen en moerassen vele moeilijkheden. De auto heeft een motor van 10 P.K. Van te voren waren er geen reserve depóts op den weg opgericht, de voorraden werden aangevuld als daartoe de gelegenheid was. Het beste gedeelte was de tocht door de Belgische Congo; daar waren de wegen uitstekend, bet°r nog dan de weg tusschen Johannesburg— Kaapstad. Door de expeditie werden aangelegd of gereconstrueerd 129 bruggen, terwijl er nog een groot aantal meer gepasseerd werden. -o~ - ULSTER DROOG. Ulster loopt alle kans binnen afzienbaren tijd te zullen worden drooggelegd. In het parlement bevindt zich een meerderheid van 42 leden, die vóór drooglegging is, terwijl de presbyteriaansche Kerk een krachtige campagne ten gunste van het drankverbod voert. Twee jaar geleden reeds werd de Zondagsluiting voor de dranklokalen ingevoerd. Het heet thans dat de „droge" meerderheid zoo spoedig mogelijk een wetsontwerp tot drooglegging zal indienen. Op het oogenblik wordt zij daarin nog belet door de belofte, welke Sir James Craig, de premier van Ulster, destijds heeft afgelegd geen prohibitiemaatregelen in te voeren Craig zou echter voornemens zijn eerlang af te treden. De bevolking van Ulster denkt evenwel anders over de quaes» tie als haar parlement. Elke Zondag trekken honderden de grens over van den lerschen Vrijstaat, die nog „nat" is, om zich te goed te doen. En het Vrijstaatsche grensplaatsje Omeagh bestaat grootendeels uit herbergen en kroegen I EEN VRIJ SCHERPE VERKLARING. Volgens den dra ad looien dienst te Berlijn zou dr. Luther, die met den Ministerialdirektor voor de luchtvaart Brandenburg te Hamburg vertoefde, waar hij een bezoek bracht aan het vliegveld Fuhtebuttel, in een onderhoud mei journalisten hebben gezegd, dat de rijksregeering de nakoming van de nieuwe vooriwaarden der Entente ten aanzien van de luchtvaart ten stelligste van de hand wijst, omdat de nota geenszins iïi overeenstemming is met de bepalingen van het vredesverdrag. Daar de eisclien ook niet door de onderteekening der rijksregeering onder het Londensche acooord worden gemotiveerd, is zij in haar besluiten volkomen vrij. De jongste nota van den gezantenraad heeft geen militaire bedoelingen, doch stelt uit zuiver economische overwegingen eisohen om de Duitsche concurrentie in de verkeersluchtvaart te breken. Nader blijkt echter, dat niet dr- Luther, doch de hem vergezellende Minibteriaklirektor deze vrij scherpe verklaring heeft afgelegd. DE DEENSCHE RIJKSDAG. iDe Deensche Rijksdag is tegen 21 dezer voor een buitengewone zitting bijeengeroepen. De Kölnische Zeitung" verneemt hierover, dat de oppositie het ministerie dan ten val wil brengen. Zij zal het kabinet verwijten, dat het onproductief is en dat het het aanzien van Denemarken in de wereld ernstig heelt doen dalen door zijn ontwapeningsplannen. Ook zullen de burgerlijke partijen hevige aanvallen op de regeering doen in verband met de vakvereenigingswetgeving.
TEGEN FRAUDULEUSEN INVOER VAN lBONT. Teneinde den onwettigen invoer van bont in Denemarken tegen te gaan, heeft het Deensche douanebestuur dezer dagen nieuwe bepalingen vastgesteld, die met ingang van 15 Juli "van kracht zullen worden. Personen, die in Denemarken wonen en het land tijdelijk verlaten, moeten van de administratie der douanen een officieele verklaring verlangen van het bont, dat zij bij zich hebben, indien zij dit zonder betaling van invoerrecht weder wentjfahen ,in te voeren. Personen tuit het buitenland, die tijdelijk een bezoek aan Denemarken brengen, zullen gehouden zijn een bedrag te storten voor het. 'bont, dat zij bij zich hebben, indien de ambtenaren der douanen vermoeden, dat dit bont wordt ingevoerd om in Denemarken te blijven- Indien de bezoekers Denemarken verlaten en dit bont nog hebben, zullen deze bedragen bij het verlaten van Denemarken worden gerestitueerd. SAMENGEVAT NIEUWS. — In de gevangenis te Parkhurst sprong Zondag tijdens de godsdienstoefening een der gevangenen plotseling op den kansel, klauterde van daaruit op de balken en verdween vervolgens voor de blikken der aanwezigen door het bovenlicht van de kapel. Daarna klom hij op het dak van de gevangenis en genoot op een hoogte van circa 45 voet van de vrijheid en het' zomersche weer. De gevangene had de dakpannen losgemaakt, teneinde deze eventueel als munitie te bezigen, zoo men hem mocht willen aanvallen. Dezelfde man heeft het op een dergelijke wijze eens acht dagen op het dak der gevangenis te Dartmoor uitgehouden. — Een brand in een goederenloods van de Canadian Pacific Rallway Cy. te Fort. William (Ontario) heeft een schade van 300.00') dollar aangericht In die loods bevonden zich n.127.000 balen bindtouw uit Nederland afkomstig, die een waarde vertegenwoordigen van 250.000 doiiar. — De Saksische bouwondernemingen hebben 60.000 arbeidero uitgesloten, die een loonsveihooging van 30 pet. verlangden. Toen de gevoerde onderhandelingen geen resultaat opleverden braken in enkele plaatsen stakingen uit. Hierop besloten de patroons tot een algemeene uitsluiting. — De voormalige Saksische minister-president dr Zeigner, die ziin dirie jaren gevangenisstraf uitzit, krijgt kwijtschelding van de rest van z ijn straf en zal tegen het einde van Augustus a.s. in vrijheid worden gesteld. — Naar de Romeinsche bladen melden, is het de politie gehikt de daders van den diefstal in het Vatioaan in handen te krijgen. Zij heeft thans vier nieuwe aanhoudingen in Rome gedaan. Men verzekert, dat het den hoofddader van den dief 'tal is met drie zijner medeplichtigen. Al de gestolen voorwerpen zijn teruggevonden. — De Belgische sigarenindustrie wordt sterk getroffen door den huldigen economischen crisis De prijsverhooging ten gevolge van de tabaksbelasting heeft er toe geleid, dat vele rookers de sigaar voor de pijp geruild hebben- Een ander verschijnsel is, dat de jonge generatie minder rookt dan vroeger. Te Turnhout ziin van de arbeiders in de tabaksindustrie 33 procent werkloos en in de streek van Tongeren zelfs 63 pet. Zestig pet. der arbeiders zijn van beroep veranderd. — Een zwaar onweer, gepaard gaande met 'n wolkbreuk, heeft boven Stockholm gewoed. Er is 68 mM. reften navallen. Dit is het hevigste noodweer geweest sedert 20 jaren. Er hebben talriike ernstige ongevallen plaatsgevonden. — De gemeenteraad van Kaldenkirchen heeft in verband met- de viering van het 1000jarj.c; betfaan vrm het Rijnland besloten een aantal huizen voor gezinnen met veel kindeïten tei stichten, welke tegen billijke huurprijzen beschikbaar zullen worden gesteld. De gemeente zal den huurders bovendien toelagen voor de huur geven.
"BUITENLANDSCH OVERZICHT. DE TOESTAND IN CHINA.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111840:mpeg21:p001