Provinciale Drentsche en Asser courant

v Bij Kon. besluit zijn benoemd tot raadsheer In het Hof te Arnhem, mr. C. W. Maris, aldaar; lot snbstituut-griffier bü het Hof te's Hertogenbosch, mr. C. Ë. A. baron van Hövell tot Westerflier, advocaat en procureur te 's HertogenIwsch; is de benoeming van mr. A. Heringa tot rechter te Winschoten, op zijn verzoek, ingetrokken en is benoemd tot rechter aldaar mr. A. B. Dorhout Mees, substituut-griffier aldaar; te bepaald, dat de vacature van rechter te Heerenveen, vacature-mr. P. A. Rutgers van der Loeff, niet zal worden vervuld en zijn benoemd tot rechter-plaatsvervanger te Heerenteen, mr. T. Binnerts en mr. W. H. de Greve, beiden advocaat en procureur aldaar. De Haagsche correspondent van de Tel. meldt aan zijn blad: Nu mr. Troelstra zijn enquete-voorstel heeft tegediend, heb ik mij tot dr. Kuyper gewend, met de vraag, of de instelling van een eereraad nog door hem wordt overwogen. De heer Kuyper was zoo welwillend, mij de gevraagde inlichtingen te geven en antwoordde, dat de besprekingen over een eereraad nog gaande zijn en dat hij zich voor de instelling er van gereed hield. In de zitting der Tweede Kamer van Maandag kwam in een adres betrekkelijk het wetsontwerp tot wijziging der wet tot regeling van bet lager onderwijs van den Baad der gemeente Yeendam. Het adres werd gesteld in handen van de Commissie van Rapporteurs voor dat wetsontwerp. Naar wij vernemen zal het eerste nummer fan De Tijdspiegel, onder redactie van prof. dr. J. H. Yalckenier Kips, o.a. inhouden: Consolidatie?, door dr. W. C. A. baron van Yredenburch; Met uitzicht op de Eeuwigheid, door prof. dr. J. H. Yalckenier Kips; Het Onveranderlijke en het Yeranderlijke, door mr. L. J. Godefroy; De practijk der Woningwet, door mr. H. Verkouteren; Het Kerstekindje, door Stijn Streuvels; Suzette, door jhr. mr. W. F. Bochussen; Jan Toorop, deor Is. Querido.

Daar in een aantal exemplaren van het vorig nummer onderstaand bericht onduidelijk is afgedrukt geven we het nogmaals een plaats. Heden is aan de sergeanten-fourier van der Mast en Kuipers het onderscheidingsteeken (biesje onder de chevron) wegens administratieve geschiktheid voor sergeant-majoor-administrateur toegekend. Hierbij is bepaald, dat zü eerst na 3 jaar dienst in hun rang hun soldijverbooging krijgen. Men herinnert zich, dat deze personen bebooren bij de drie, die op 30 November waren bevorderd met soldgverhooging en op 2 Dec. d.a.v. werden teruggesteld, Hedenmorgen werden alhier door een toeval hoogstwaarschijnlijk twee menschenlevens gered. De weduwe Lunshof en haar bij haar inwonende zuster werden hedenmorgen inbewusteloozen toestand tehuis gevonden. De naast haar wonende buurman (de heer Boede) moest toevallig een briefkaart gebruiken en stuurde daarom zijn zoon naar het huis van de weduwe om te vragen of zij hem met een briefkaart konde gerieven. Toen de jongen bij de woning der weduwe Lunshof kwam was daar nog geen teeken van leven, iets dat niet strookte met de dagelijksche gewoonte. Op zijn geroep om de deur te openen antwoordde een zwakke stem ja, doch tot openen kwam het niet. Den jongen kwam dit verdacht voor, hij ging naar zijn vader terug, waarop deze zich met hem naar het huis begaf. Hetzelfde geroep en daarop een zwak antwoord herhaalde zich, doch de voordeur bleef gesloten. Hierop riep men esn in de woning gehuisvest jongetje van ongeveer 11 jaar, die in een ander vertrek sliep, om de achterdeur los te doen, waaraan werd voldaan. Nadat men was binnengekomen zag men de weduwe Lunshof zelf bij de voordeur zitten. Zij staarde wezenloos om zich heen. Hare zuster lag bewusteloos in het woon-, tevens slaapvertrek. Beiden hadden getracht naar buiten te komen, maar waren machteloos. De inmiddels ontboden geneesheer, dr. Aldershoff, constateerde, dat vergiftiging door kolendamp de oorzaak was van den toestand, waarin de beide vrouwen verkeerden. Echter moet de schuif van de kachel open zijn geweest. Een vogeltje dat in hetzelfde vertrek zich bevond, lag dood in zijn kooitje. De beide patiënten waren hedenmiddag in vrij redelijken toestand. De heden gehouden raadsvergadering der gemeente Beilen heeft een ongewoon verloop gehad. Bij de behandeling der ingekomen stukken ontstond er tusschen den voorzitter en het lid Mulder eene vinnige woordenwisseling toen de voorzitter dit lid tot de orde riep. De heer Mulder ofschoon hem het woord ontnomen werd, wilde niet zwijgen, waarna de vergadering eenigèn tijd geschorst werd. In deze vergadering is benoemd tot hoofd der school te Tiendeveen de heer H. C. Wildeman te Uithuizerpolder. Tot veearts werd benoemd de heerMensema van Ter Apel met 8 stemmen, de heer van den Akker te Utrecht kreeg 2, de heer van der Mast te Staphorst 1 stem. In de geldleening begraafplaats wordt uitgeloot no 7, in de geldleening schoolbouw Tiendeveen no. 7 (groot f 500), in de leening schoolbouw Beilen no. 12. Benoemd tot lantaarnopsteker R. Hellendoorn. De jaarwedde wordt gebracht op f 40. Bij rondvraag wijst de heer Alberti er op, dat de voorzitter in de vorige vergadering er op gewezen heeft dat hij op onbillijke wijze is aangevallen en dat bij B. en W. altij'd de goede bedoeling voorzit, welke niet altijd bij sommige raadsleden aanwezig schijnt. Spr. is zich die onbillijkheid niet bewust en vraagt nadere verklaring van de woorden des voorzitters. Antwoord in sen volgende vergadering. Morgen meer. De Stct. bevat de statuten der Vereeniging tot bestrijding van de tuberculose te Meppel.

Men schrijft ons uit Groningen: Alhier is gisteravond opgericht voor de provinciën Groningen, Drenthe en Friesland eene Winkeliers-vereeniging bij overlijden. Er hebben zich 66 leden aangegeven. Het bestuur werd gekozen. Tot president is benoemd de heer Jan Wester. Ais commissarissen zijn benoemd de h.h. L. de Yries Hzn., H. L. Zwart en Carlier. De bedoeling is om bij overlijden aan de weduwe of rechtverkrijgenden f 1000 uit te keeren.

De in de Zuiderzee gezonken boot „Handel en Nijverheid" is gelicht. De boot ligt nu in het Krabbegat beter weer af te wachten, om daarna naar Amsterdam te worden gesleept. Dinsdagavond vond op het stationsemplacement der Hollandsche Spoor te Winterswijk een derailleering plaats van een rangeerenden trein. Een Hollandsche trein reed schuin op een binnenkomende Duitsche goederentrein in. De machines werden verbrijzeld, eenige wagens omgeworpen. Het verkeer ondervond vertraging. Den geheelen nacht is tot opruiming gewerkt, maar men was gistermiddag er nog niet mee klaar gekomen. Geen persoonlijke ongelukken vonden plaats. Dinsdag ii aan het strand te 'sGravenhage aangespoeld de romp van een lijk. Het is geheel onkenbaar. Vermoedelijk is het van een slachtoffer der Berlinramp. Het is naar do openbare begraafplaats gevoerd.

'sHage, 23 Dec. Oorlogsbegrooting. Algemeen debat. De heer Marchant meende, dat de Minister zyn oordeel omtrent de onderoffiicierenvereeniging „Ons Belang", dat gegrond was op verkeerde voorlichting zal moeten herroepen. De maatregelen tegen die vereeniging genomen, die beneden de waardigheid van een Minister zijn, dienen te worden ingetrokken. Ook vroeg spreker den Minister terug te komen op de maatregelen, tegen de sociaal-democraten genomen, als 't verbod het gebouw de „Toekomst" te Groningen te bezoeken en wering van Eet Volk uit de kazerne. Omtrent een en ander vroeg spreker van den Minister eene duidelijke verklaring. Vervolgens drong hij aan op krachtiger bevordering van de vooroefeningen. Sprekers conclusie was, dat 's Ministers beleid uitloopt op verzwaring van persoonlijke en financieele lasten en in 's Ministers bedoeling ligt eene belangrijke contingent-verhooging zonder verkorting van eersten oefentijd, omzetting van viermaanders in 8 1 / a of IOV2 maanders, daarnaast regeling der kust verdediging, een sluiting van de kringstelling om Amsterdam, welke een massa geld zal kosten. Ook met 's Ministers plannen omtrent kadervoorziening en voorbereidende oefening gaan we niét in de goede richting. Spreker vroeg hoe de Minister denkt over instelling eener bezuinigings commissie als destijds bij 'sheeren Talma's motie bedoeld. Echter al was de Minister tegen eene commissie, dan zou spreker zich niet van 't voorstellen eener motie laten afhouden. De heer Doek drong er op aan, met de aanwijzing der miliciens tot welke lichtingsploeg zij behooren, niet te wachten tot Januari, maar hen reeds in December aan te wijzen. De heer Verhey liet de zaak der rekruteering der miliciens thans rusten. In tegenstelling van den heer Marchant keurde spr. met den heer Ter Laan af 's Ministers voornemen om vergoedingen aan kostgangers om te zetten in 't geven van vrijstellingen. Spr. acht het grievend voor jongelieden, dat zij wegens hun armoede uit 't leger zouden worden geweerd. Het gevoel van eigenwaarde bij de armere bevolking zal er door verzwakt worden. Wat aangaat de conduitestaten van officieren oordeelde spr. dat bij 't opmaken daarvan niet te peuterig moet worden te werk gegaan, maar meer met bekwaamheid en takt moet worden gehandeld. Het voorschrift moet anders worden opgevat, anders beteekenen de nieuwe voorschriften niets. In de bekende Bredasche zaak (Roest van Limburg-zaak) oordeelde spr. dat door hooge autoriteiten in deze zaak schade is gedaan aan krijgstucht en gezag in 't legeren dit meer is te wijten aan die handelingen dan aan de sententie van 't Hoog Militair Gerechtshof. De motieven, welke voor de handelingen dier militaire autoriteiten worden aangevoerd, gaan alle perken te buiten en anders schijnt 't er allertreurigst in 't officierskorps uit te zien, ja stort dit bij 't minste en geringste als een kaartenhuis ineen. Spreker verheugde zich er over, dat bij de marine een andere geest heerschte. Ook spreker achtte de tegen de vereeniging „Ons Belang" genomen maatregelen niet gewettigd. De heer Lohrnan meende, dat aan 's Ministers voornemen ten opzichte van vergoedingen en vrijstellingen niet do bedoeling ten grondslag ligt van uitsluiting van jongelieden uit 't leger. In 't breede besprak spreker de Bredasche zaak. Zich daarbij stellende de behandeling der zaak door 't Hoog Militair Gerechtshof en er op wijzende, dat de klagende kapitein in 't gelijk is gesteld, betoogde spreker dat die uitspraak is geëerbiedigd ook door Minister Sabron. Maar wat is 't geval. In zijn motieveering sprak 't Hof van misbruik maken van gezag zonder daarmede echter bedoelende een strafbaar feit. Dit nam echter niet weg, dat daarmede op kolonel Eoest van Limburg een smet werd geworpen, waartegen voor hem geen recht van zuivering bestond en waardoor schade kon worden berokkend aan krijgstucht en gezag. Spreker oordeelde, dat ook Minister Sabron volkomen gerechtigd was om, als hij van oordeel was, dat de kolonel geen misbruik van gezag had gemaakt, die overweging te schrappen. In den loop van zijn betoog stelde spreker in 't licht 't verschil tusschen motiveering en uitspraak. De heer Heemskerk wilde viermaanders behouden en berustte in den kaderplicht De heer Van Doorn critiseerde 's heeren Duymaer van Twist's optreden. De heer Van Idsinga keurde nader af verzending van geheime rapporten achter den rug van den betrokken officier om. Zoolang dat stelsel van geheime rapporten bestaat beteekenen de waarborgen van voorschrift omtrent conduitestaten absoluut niets. In dit verband bracht spreker wederom ter sprake de zaakRomer, daarbij verzekerende dat vier generaals met hem afkeuren het zenden van de geheime nota achter Romers rug om. In 't algemeen eischte spreker voor ieder officier recht, opdat hij ten volle gewaarborgd zij, dat zonder zijn medeweten officieel niets ongunstigs omtrent hem wordt gerapporteerd. Wanneer die zekerheid voor officieren niet bestaat is dit in strijd met den eersten eisch van recht en fatsoen. De heer Arts "bestreed het viermaandersstelsel en verklaarde ongerust te zijn omtrent 's Ministers plannen tot uitbreiding der legersterkte.

Eene verzwaring van militaire lasten als de Minister voornemens schijnt op te leggen mocht volgens spreker aan ons volk niet worden opgelegd. De heer van Hamel sloot zich aan bij 'tafkeurend oordeel van de heeren Thomson, Sasse, Eland en Verhey over de houding -»an Minister Sabron in de Bredasche zaak, betoogende dat het Hoog Militair Gerechtshof is te beschouwen als een krjjgstuehteliik orgaan en daaraan als zoodanig 't laatste woord moet worden gelaten. Nu wordt wel gezegd door den heer Lohman, dat de Minister Sabron niet tegen 's Hofs uitspraak, maar tegen een overweging daarvan gereageerd heeft, maar men bedenke, dat die overweging het geheele dictum beheerscht en kolonel Roest, al was hü geen partij in de bedoelde zaak, toch als getuige voldoende gelegenheid zal hebben gehad voor 't Hof van zijne opvattingen te doen blijken. De heer Tydeman daarentegen deelde in de Bredasche zaak 't standpunt door den heer Lohman ingenomen. Spreker oordeelde, dat Minister Sabron volkomen juist heeft gehandeld en terecht niet heeft losgelaten den kolonel, dien hij als een uitstekend persoon beschouwde. De Minister van Oorlog stemde in met de hulde gebracht aan zijn voorganger, daarbij opkomende tegen 's heeren Thomsons zinspeling als zou generaal Sabron zich hebben schuldig gemaakt aan handelingen van tendensieuzen aard. Wjjzende op verschillende stroomingen in de Kamer hoopte de Minister, dat niet ieder op eigen standpunt zou blijven staan, maar iets ten offer zou brengen aan de groote zaak. Ook hoopte hij, dat wanneer zijn plannen in de Kamer aanhangig zullen komen, het oordeel van de heeren Thomson, Ter Laan en Marchant gunstiger zal zijn dan thans 't geval is. 's Ministers streven tech is den totaal militairen druk niet zwaarder temaken. Dank bracht spreker aan 's heeren Duymaers steun. Ook bij den kaderplicht is 't viermaandersstelsel niet te behouden. Aan de opheffing der voorbereidende eefeningen wordt niet gedacht. Hce eer hoe liever moet op den weg naar een weerbaar volk de grenspaal worden bereikt. Sport binnen de kazerne op Zondag kan de Minister niet goedkeuren. De drankverkoop in de cantine is achteruitgaande. Algeheel verbod is noch wenschljjk noch noodig. Voor 1910 kan de derde herhalingsoefening niet worden gemist. Wat betreft de vroegere motie-Talma verklaarde de Minister, dat hij zich tegen eene dergelijke motie niet zal verzetten en dat hij in dat geval bereid is de instelling eener staatscommissie als daarbij bedoeld te bevorderen. Aan bezwaren, bij het twee ploegen-stelsel gebleken, is te ontkomen door betere regeling van opkomst en indeeling en aanstelling der noodige burger Corveërs. De Minister verklaarde voorstander te zijn van inkrimping van beioepsofficieren en uitbreiding van verlofsofficieren. In die richting zal hij werkzaam zijn zooveel mogelijk. Tegenover den heer Ter Laan verdedigde de Minister 't capitulantenstelsel, betoogende dat geheel onjuist is diens voorstelling, dat dit stelsel 't uitschot der onderofficieren in de burgermaatschappij brengt. De Minister verdedigde voorts do houding van de Regeering ten opzichte van de onderofficieren-vereeniging „Ons Belang", die inneemt een standpunt van eigen belang tegenover 't algemeen legerbelang. Vandaar dat de Minister ook niet kan bevorderen propaganda dier vereeniging voor hare eigen opvattingen als met eene op te richten drukkerij werd beoogd. Als de vereeniging ernstige vergrijpen tegen den krijgstucht mocht plegen, geeft artikel 9 der grondwet gelegenheid haar als strijdig met de openbare orde te ontbinden. Echter wanneer „Ons Belang" op gepaste wijze en in goeden toon hare wenschen kenbaar maakt, strekkende tot verheffing van den onderofficiersstand, zal de vereeniging den Minister tot overweging bereid vinden. Wat den geest in 't leger aangaat ontkende de Minister beslist, dat de rechtspositie van de officieren niet voldoende zou zijn geregeld. Die rechtspositie is beter dan van velen in de burgermaatschappij. Het geven van geheime rapporten achter den rug van den betrokken officier om mag niet geschieden. De zaak-Römer liet hij als nog niet geheel afgedaan voor 't oogenblik rusten, wat het duel aangaat verzekerde de Minister dat bij herziening van 't militair strafwetboek streng zal worden opgetreden en ook strafbaar zal worden gesteld uitdaging wegens dienstaangelegenheden en overbrenging van de uitdaging, want de Minister keurt het duel streng af. In de Bredasche quaestie sloot de Minister zich aan bij den heer Lohman. Wel was 't hoog militair gerechtshof gerechtigd tot opneming der gewraakte overweging in zijn sententie, maar naar 's Ministers overtuiging was 't uit 'n krijgstuchtelijk oogpunt beter geweest dat het Hof meer rekening had gehouden met de eischen voor instandhouding eener goede discipline in 't leger. Minister Sabron heeft bij 't nemen zijner beschikking er niet aan gedacht om de resolutie van 't Hof ter zijde te stellen, alleen heeft die Minister bedoeld schade voor tucht te voorkomen. De heer Marchant heeft eene motie voorgesteld geheel eensluidend aan de vroegere motie van den heer Talma n.1. voor instelling eener Staatscommissie als door hem in zijne rede bedoeld. De Hudson -medaillc. 'sHage, 23 Dec. De Amerikaansche generaal Woodford zal der Koningin de Hudsonherinneringsmedaille aanbieden, gelijk ook andere staatshoofden die ontvingen. Beleedigliig. 'sHage, 23 Dec. De zich noemende directeur van een detectieve-bureau, S. J. B., die chantage beproefde tegen 'n bekend stadgenoot, wien hü in 'n publiek schrift homosexueele handeliDgen ten laste legde, is wegens eenvoudige beleediging tot 3 maanden gev. veroordeeld. Benoeming. ' r Hage» 23 Dec. Benoemd tot tweede klerk bij 't departement van justitie E. Visser te Nieuw-Amsterdam (prov. Drenthe). De troonsbestyging in België. Brussel, 22 Dec. De plechtigheid van heden werd aangekondigd door het gebeier der klokken en het bulderen der kanonnen. Men ziet veel Belgische en Congoleesche vlaggen uitgestoken. Reeds te 9 uur wordt de straks door den stoet af te leggen weg letterlijk bestormd door kijklustigen. Alle vensters zijn zwart van menschen; zelfs de daken zijn met nieuwsgierigen bezet. Eindelijk houdt de menschenstroom op. De burgerwacht en de troepen stellen zich aan weerszijden van den weg op. Op sommige plaatsen wordt het cordon der burgerwacht verbroken en moeten de troepen en de gendarmes te hulp komen. Te 10 uur gaan de hekken van het paleis te Laeken open en verschijnt Koning Albert te paard. Hü draagt het groot tenue van generaal met het grootkruis der Leopold-orde. Dan vertrekt de stoet. Op de plaats waar het gebied van het kasteel eindigt spreekt de heer Bokstael, de burgemeester van Laeken de Koningin toe.

Hij uit de beste wenschen voor haar en hare kinderen en betuigd haar de hulde, eerbied en toejuichingen van den gemeenteraad. Daarna spreekt de burgemeester tot den Koning en zegt sich gelukkig te achten Züne Majesteit met züne troonsbestijging te mogen begroeten en er trotsch op te zün de eerste ambtenaar te zijn, die de Koninggelukwenscht. Hij zegt voorts: Wij vertrouwen, dat Koning Albert evenzeer de belangen van de residentie zal hooghouden, als Koning Leopold dat heeft gedaan. De Koning zegt dat hü evenals zün voorganger de verfraaiing der gemeente zal voortzetten. (Toejuichingen.) De stoet zet vervolgens den weg naar de stad voort. Even voor den Koning had de Koningin het kasteel verlaten, met de Gravin van Vlaanderen en hare kinderen in een met zes paarden bespannen galarijtuig. Het gezelschap is gekleed in diepen rouw, In andere rütuigen volgen verder de prinses Stófanie, de hertogin van Vendöme, de prinses van Hohenzollern, do hertog van Vendöme, hofdignitarissen, enz. Bij het gebied der voorstad Molenbeek wordt de stoet opgewacht door den burgemeester, die den Koning verwelkomt. Aan het begin van het grondgebied der stad wordt de Koning ontvangen door burgemeester Max en den geheelen gemeenteraad. ve burgemeester heet den Koning welkom en zegt in zün rede 0. a.: Uw Majesteit zal de traditiën voortzetten van de dynastie, door wier medewerking onze onafhankelükheid gegrondvest werd, de traditiën van de ontwikkeling en vooruitgang van het land. De Koning dankt het gemeentebestuur er voor, dat het aan het verfraaien der stad gearboid heeft. Na het wisselen van hartelüke handdrukken tusschen den Koning en den burgemeester, zet de stoet zün weg naar het Paleis de laNation voort. Langs den geheelen weg wordt de Koning geestdriftig toegejuicht. De zaal der Kamer draagt met hare büzondere decoratie het karakter van majesteit en grootheid, onafscheidelük verbonden aan de historische ceremonie, die heden zal plaats hebban. Reeds te 10 uur stroomden de tribunes vol. Het is een hel geschitter van uniformen, toga's, ridderkruisen en goudgeflonker. De groote eeretrap is in een bloementuin herschapen. Om 11 uur wordt het sein gegeven, dat de Koning in aantocht is. De voorzitter verklaart de zitting voor geopend. De volksvertegenwoordigers zün allen in rok met witte das, behalve de socialisten. De president en het bureau der Kamer zün tegenover den Koninklüken troon gezeten. Achteraan staan in een halve cirkel de zetels der Ministers. De Koningin, in diepe rouw gekleed, betreedt de zaal. Voor haar loopen haar beido zoons terwül zü wordt gevolgd door de Gravin van Vlaanderen. Zü wordt met stormachtige ovaties begroet. Men roept zonder ophouden: Leve de Koning, leve de Koningin! Te midden van donderende toejuichingen zonder einde treedt de Koning de zaal der Kamer binnen. Iedereen is opgestaan, alles zwaait met zakdoeken en hoeden. Het is een onvergetelük schouwspel. De toejuichingen houden niet op. Men zegt dat de socialisten een geschreeuw aanheffen maar telkenmale worden zü door de toejuichingen overstemd, die al sterker en sterker telkens opnieuw beginnen. Tot tienmaal toe herhaalt zich dat. Plotseling klinkt een slap gefluit, waarvan met niet weet, waar het weg komt. Het is evenwel het sein voor een nieuwe losbarsting van toejuichingen en bravo's. In de troonrede brengt do Koning hulde aan de grondleggers der onafhankelükheid. Hü herinnert aan de glorieuse rol van Leopold I en aan de taak van Leopold II. Hü herinnert aan het in Afrika tot stand gebrachte met het steeds zorgen om de natie te verrüken en het aanzien van het land te vermeerderen. Verder dankt de Koning de buitenlandsche Regeeringen, die door hst zenden van gezantschappen getuigden van Hare bewondering voor de hooge eigenschappen van Leopold I. Voor België is het oogenblik gekomen om de toekomst ter harte te nemen. Het land is rük en gelukkig, maar rükdom brengt ook verplichtingen mede, zoowel voor volken als voor personen. De intellectueele en moreele krachten van de natie komen haar voorspoed ten goede. Wü moeten voortgaan met onwrikbaar gehecht te zün aan de grondwettelüke vrijheden, aan de liefde der onafhankelükheid, aan het wüs bestuur van de openbare aangelegenheden ten einde het heilige erfdeel te bewaren, terwijl wü voortgaan op den weg der vreedzame verovering door arbeid en wetenschap. De natie wil in de Congo een politiek van humaniteit en vooruitgang. Onze kolonisatiezending kan slechts een werk van hooge beschaving zün. België wordt geregeerd door inzettingen, wier grondbeginselen andere staten van ons hebben overgenomen. Ons land heeft steeds züne beloften gestand gedaan en wanneer het de verplichting op zich neemt een züner waardig program toe te passen dan heeft niemand het recht aan dat woord te twüfelen. De troon heeft prerogatieven en verantwoordelükheid. De souverein moet wezen de dienaar van het recht en de steun van den socialen vrede. Ik bemin mün land, de Koningin deelt mü'ne gevoelens van onwankelbare trouw aan België en we prenten dat onze kinderen in. Het onthaal, dat mü hier bereid is, treft mü diep. Ik zal met alle krachten, die in mü zün, trachten het vertrouwen te verdienen. Zoowel voor mü zelf als voor het land neem ik de verplichting op me mün plichten steeds te vervullen en al mün krachten en geheele leven te wyden aan den dienst van mijn vaderland. De rede van den Koning wordt begroet met talrüke en lang aangehouden salvo's van toejuichingen. Vooral de passages, betrekking hebbende op den rol, die Leopold II in Afrika vervulde, bü de dankbetuiging aan de vreemde souvereinen en over de verplichtingen die rükdom aan volkeren oplegt. In het büzonder werd met geestdrift ontvangen de passage, waarin de Koning zegt, dat niemand het reclit heeft aan het woord van België te twüfelen en dat het land steeds zijn woord gestand deed. Evenzoo bü het gedeelte, waarin de Koning spreekt van de opvoeding züner kinderen. Aan het einde der rede had onder de kreten van Leve de Koning, leve de Koningin een indrukwekkende manifestatie plaats. De geheele zaal is opgerezen, behalve de socialisten, die trachten een geschreeuw aan te heffen, doch zü worden onmiddellük door een onzagwekkend gejuich overstemd. Na afloop der plechtigheid keeren de Koning en de Koningin naar het paleis terug. In de Rue de la Science en Rue de Régence verspreidden de socialisten een manifest onder de menigte onder het publiek, waarin zü uiting geven aan den wil om de Sociaal-democratische republiek te veroveren op alle elementen der reactie.

Te middmi van ovaties kom* de ttótf leize aan. Het vulk roept luidde, dat Hunner Majesteiten op het balkon zullen verschijnen Dit geschiedt, waarop zü met onbeschrijflijk*!* geestdrift worden begroet Spoor wegon gel nh. Berlijn, 23 Dec. (V. D.) Hedenmorgen te een personentrein op een goederentrein geloop*n, op het traject Bremen—Hamburg. Twe* officieren en een vrouw zijn gedood, verschot dene personen gewond. ItüDBS VAM AMSTXBDiir. NW.il. Oblig. N. W. & . Cert. . ï«. 3 S ■*/. Bulgarije Taliakel. f90S ... i Hongarije, OoaiL 1881/93 . . é Ooiteorijk, beL n. kr. r. Jan./Juli 4 Portugal, OM. Tabalumoaopoli. , m le wri. ... 8 , - Se i.ri. h. 500.— 8 Rsnienii,G4Ilmort'08fir.100-1000 8 RuaL, Obl. in goud '84 8. R. 135-500 i . _ 1806 Cru. 500. . B . - Iwang Dombr. G, R. 135 4>'. . , Bel. TT. Stutal. 1«0I VI, - - Sr. Rui. Sp.raij. 1IU 4 , , Leen. 11*7/89 (N.)y.at. 30 4 . „ Gondl.1180 gM .SJt .18l 4 . . Zuid-Weet Sp. G. R. 135 4 , „ Or.1 Griaei M. 500-3000 4 - . Kink Ai. M. 600-3000 4 , . Rotech. 1889 G. R. 185 4 . . Hop. 1I89/J0 8.R. 185 4 . . 8. em. 1894 8. R. 8*1 4 . , Bina leen. 1894 . . 4 - , Or.1 Vitabek G. R. 1*5 4 , , floudl. 1894 G. R. 628 8»/, , , Goudl. 188ÏG.R.185 8 8*m8, Oblig. 1888 .... 4 TukJJe, _ 1908 .... 4 B » Stuif r. 800 . 4 , , Bagdad Sp. 1* Hlil 4 Cki.a, SnU. 1898 . . 4*/, Jap», 1* ».ri. .... 4V, M.iico, Biatt. AI.Sei.le-4.ieri» 5 , Bel.rr.GoaJl. 1899p.it.20-100 I Bzaailii, Fasd. Leen. '98 p.«t. 80-100 ■ - Oblig. 1908 100 f. «t. • , , 1889 ... 4 F ei. Diatr. t. Ria i. Janeiro Oblig. 5 Col«iabiaGe«.Bait.8ch.l0Q-E00p.it, 3 Vaseroela, Dipl. Schald 1905 . 3 Aaiterdam, Oblig. 1904/7 . . 4 Rotterdam, , 1900/1908 . 4 Moskou, lerie 80-88 1(08 R. 100 4 Neder!. Bank, C«rt. ▼. Aand. . Amalgaoat.d Copp C. t . A. . Amer Cai kFoandrj, C.rt.T.Aand. Dn. Stat. Staal Corp., Cert. t . Aand. Cnltuni-mj. Voratanlandan Aand. Nadarl. Handel-Mti., Cert. t . Aand. NederL Ind. Hand.bk Aand. 1000 lUdjang Lebong M$nb.-Kt]. J Sreat Co bar Aand Kon. M. t. B. fatr.br., C. r. A.f1000.Jtoeara Enin PetaoL-HQ. Aand. Per lak Petrol.-MJ). Aaad. . . NederL-Am. StoonT.-MQ. Aand. Nederl. SobeapT.-Unia Aand. . lat. Har*, k Marine afieit.pref. au'. id. Oblig. . . 4", Dali-Caltinr-MQ. Aand. . . . Nianw. Aaakai Tabak-MQ. Aand. Maxwell L. Gr. Raat. hav. . . Penriaa Corp. Ltd pref. aand. _ fint. Mortg Bd. . . • Heil Ui. Sp.-MJ. Aand. . , , , Oblig. 1900/8 4 Mg. t. ïl. T. 8. 8. Aand. . . id. Oblig. 1801/08 4 id. , 1887 . 8 1 /, Nederl. Centraal Sp.-MQ. Aand. id. Oblig. f 1000.— 8 NederL-Ind. Sp.-Mfl. Aand. . . N.-Brab. Boxtel-W eaal, gaat. 1875/80 id. 3e Hyp. . Undergr. Slaatris Bonda . . . 4 1 /, , , Income Bonda 6 Zuid-Ital. 8p. A. B. Oblig. . . Waracban-Weanen Aand. . . . Portugal, Beira Baxia, la gapr. , Tram. Afr. Sp.-Mfl. Obl. RuL Rjaean TTralak O d. '84 8. R. 885 , Wladikawkaa 1894 8. R. 135 Am., Ateh. Top Ik 8. F. Cert. r. Aand. id. Alg. Hjp. Oblig. id. CeuT.Geud Oblig. Ofcie. R. lal. Pat. R. r. 8. O. Denver & Ria Sr. Rd. Cjr. C. T. A. id. Ie Sas. Hjrp. 8.0. 4 Brie Spw.-Mij. 8ew. aand. . . Sa&eral Litn bd. 4 Kantat City Smthern Gew. Aaad. id Pref. Aand. id. la Sjp. Oblig. 3 Mexieaii. Intern. Pr. lien Oblig. 4 1 /, Hiiionnri Kanaaa k Texaa C. T. A. id la Hjp. Oblig. id. 3. . N.-T. Ontario fc Weet Aand. . Oragon Calif. la Hyp. S. O. PeBiylrasia Cour. G. O.. . Roek Iiland Of. Cert. r. Aaad. Bentham Pac. Cy. Aand. . . id. Goud Oblig. 4 Soutliern R. Cy. Afgaat, gev. Aand. Union Paciie Cert. t . gew. Aand. id. Conr. Goud Oblig. 4 Wabiib Cert. t . pref. aand. . Max. Yera Crux k Paa. Oblig. 4A/ a Nederlanfeohe Tram Cert. A. Anuterdamteka leten 1109.— N.-H. Verg. Hat Witta Kruis België, Stad Antwerpen 1887 Hong. Theiuloten .... Ooatenr. Staatsleaning 1880. . , 1884. , Stad Weena» 187di. Ipanje, Stad Madrid 1888 . Tukje, Spoerw. laaaing 1870 4 4 5 'V j S'/. 4 ▼or. k.eri 91.7/18 90.8/18 78.3/18 •8.3/8 85.5/8 «5.7/18 •7.1/18 84.3/4 8S.1/S 98.1/3 85.1/4 87.3/4 93.7/18 88.3/8 88.5/8 83.1/14 88.3/8 88 88 88.8/4 88 87.1/» 87.15/18 88.5/8 84.1/4 79.1/8 71.1/3 80 .1 /8 93 89.1/2 34.9/18 101 99.7/18 50 103.1/8 105.1/3 101.1/3 88.8/4 93.15/18 48 8/18 53.1/4 103.1/8 103.1/3 87.5/8 207.7/8 88 78.7/8 91.11/18 178.7/8 90 HO 895 123.1/8 437.1/3 194 140.1/3 139.7/8 149.1/4 23.15/18 70.13/18 107.15/18 74.3/4 57.7/8 38.1/8 100.7/8 84.1/3 103 89.3/4 103 98.8/4 38.1/8 87.3/8 355.1/3 98.8/4 18.1/3 87.1/» 35.1/8 69.1/18 132.7/8 81.3/8 88 .15 /18 85 88 130.11/18 100.8/18 130.3/8 80.8/8 51.5/8 90.5 /16 38.15 /18 76.3/8 44.1/» 70.8/4 74 .1 /8 102.1/4 48.3/4 99.5 8 87.7 /18 48 .1 /3 103.E/8 95.3'4 44.9/18 134.1/8 91.3/4 82 204.7/8 102. 12 59.5 /16 96.13 /16 141.5/8 109.1/1# 77 98 .5 /8 157.1/3 371 8S3.1/3 71 74.1/4 53.7/8 SS Deeu 91.1/8 90.3/8 7 «.7/l« 95.8/4 «7.7/1® 44.5/16 «5 «7.7/1» ««.s/a «8.3/4 M.t/10 «8.1/» S7 .1 /S •9.1/1# 84.1/4 H.T/M 101.5/1# 99.1/8 108.1/4 94 103.1/4 307.7/» 81.9/18 72.7/8 91.13/1# 178.1'» 189.15/1# 319 895 123.1/8 440.1/4 194 144.1/4 140 149 «3.7/8 70.13/1# 100.1/3 73 57.7/1# 36.3/4 100.1/3 84J/8 103 9'.S/4 25.3/4 «8.1/4 18.9/18 34.3/4 69 81.8/8 86.9/18 85.5/18 121 100.1/8 80 51 83.5/8 71.8 /8 44 .1 /18 71.8/8 102.1/3 48.11/18 99.5/8 49 96.3/8 46.3/4 134 .1 /8 91.11/18 32 .1 /18 204.3/8 59.1/4 110.1/» 78.1/» 98 AMSTERDAM, 23 Dec. Koers van het geld i Prolongatie 3 a 3.1/4 pet. KEULEN, 23 Dec. Betrokken KEULEN, 23 Dec. Officieele Rijnhoogte, 11 uur 's morgens: 3.12 M., gew. 12 centimeter. LONDEN, 23 Dec. Veemarkt onbeduidend.

De presentielijst was geteekend door afgevaardigden van Wildervank (N. en O.), BorgerTripscompagnie-Kleinemeer, Zuidbroek, Stadskanaal (O.), Muntendam, Borgercompagnie, Veendam, Zuidwending en Sappemeer. De heer J. P. Boer opende de vergadering en wees in zün toespraak op wat in dit jaar voor belangryks heeft plaats gehad. Dit jaar toch is ia meer dan een opzicht belangrük geweest, zoowel voor Neerlands staat, Vorstenhuis en landbouw. Wat de laatste betreft herinnerde spr. aan de oprichting van de Kon. Ned. Landb.vereeniging, die, in navolging van de groote Duitsche landb.-maatsch., allereerst het tentoonstellingswezen in ons land tracht te organiseeren. Deze vereeniging heeft een vruchtbaar arbeidsveld. In de 2e plaats wees spr. op de LandbouwOnderlinge, die een sociale onrechtvaardigheid ten opzichte van den landarbeider tracht weg te nemen op een wijze, die veel minder zwaar op den landbouw zal drukken dan de voorgp* nomen staatsverzekering. Te Groningen vond een begin van de verbroedering plaats van de drie groote landbouwmaatschappüen. De heer Westerdijk, de vader van deze organisatie, zal vreugde hebben van zijn streven. De Landbouwcourant, het orgaan van onzen bond, verkeert in blakenden welstand. Zü vinw , in de veenkoloniën een nuttigen werkkring. >

Ten slotte wees spr. op het vertrek van den Jiet.r Lovink en van het afscheiden van enkele afdeelingen en het plan van enkelen om een scheuring in den bond te brengen. Spr. hoopte, dat de laatsten geen succes mogen hebben. Met de beste wenschen voor den Bond verklaarde spr. de vergadering voor geopend. Appl. Na vaststelling der notulen werd mededeeling gedaan van enkele ingekomen stukken, als een ex. van de statuten van de vereeniging van aardappelhandelaren. Verschillende heeren voerden over dit punt het woerd. In hoofdzaak ging het over de vraag: hoe een merk ls aan te brengen en waar, d. w. z. in welke plaats. De kwestie werd gesteld in handen van het dag. bestuur in samenwerking met de comm. van advies. Begeling van tuinbouwproefnemingen. De heer Meiborg leidde dit punt in. Spr. wees op het streven hier in Veendam voer deze proeven, die door eenige landbouwers zijn genomen. Een vraag is hoe de bond deze proeven zal leiden en regelen en welke proeven genomen zullen worden. De heer W. Woldering was het eens met den vorigen spr. Enkele boeren beginnen reeds voer den tuinbouw iets te gevoelen. Hoofdzaak is, dat hier een proefveld komt. Verder zou het hoogst nuttig zijn, dat alle boeren eens een Va H.A. voor den tuinbouw gingen disponibel ■tellen. De heer E. Kloosterhuis was er van overtuigd, dat de gronden hier zich in hoofd zaak voor den tuinbouw goed gingen leenen. Vooral ook met het oog op de a.s. in exploitatie brenging van de N. O.L. S. bestaat de kans voor export van diverse culturen. Als er voor raad is, heeft men goede kwaiiteit dan krijgt men koopers. Een afzetgebied krijgt men dan van zelf. Daarom moet men de zaak gemeen achappelijk aanpakken, dan komt er voorraad en dat is bij export hoofdzaak. De heer Mulder (Zuidbroek) meende, dat men deze proeven aan het particulier initiatief moet overlaten. De heeren «tellen de zaken zoo rooskleurig voor, dat de Bond er zich niet voor behoeft in te Bpannen. De heer Schuringa wilde, dat de boeren minstens ] ./ 4 H.A. zouden disponibel stellen. De voorzitter verdedigde ook de voorgenomen proeven aan de hand van meeningen van den heer v. Hoek. De heer Kloosterhuis wilde bij een voorge nomen proef eerst contracten voor aflevering laten sluiten met conservenfabrieken, kweekers, etc. De heer Meiborg antwoordde den heer Mulder, dat het doel alleen was, dat de Bond er een zeker cachet aan gaf. Door bemiddeling van den Bond verkreeg men den steun van de Rjjkstuinbouwleeraren. Ook de heer Mansholt sprak in dien geest De heer Woldering deelde desgevraagd mede, dat hij met zijn proeven pl.m. 175 gulden heeft gemaakt per H.A., met aftrek van eenig werkloon. Besloten werd per advertentie belangstellenden tot het doen van dusdanige proeven op te roepen ter nadere bepaling van het werk. In de voorloopige werkcommissie zitten met het dagelijksch bestuur de heeren J. Heemstra, adspirant tuinbouwleeraar, E. Kloosterhuis, G. Veechuizen, W. Woldering en H. Doornbosch. Besloten werd om in 1910 wederom een prijsvraag uit te schrijven tot het bekomen van een bestwerkende aardappelrooimachine onder de' zelfde voorwaarden en subsidieering van de afdeelingen. Tot lid in de commissie van toezicht op het centraal proefveld werd herkozen de heer J. P. Boer; tot idem in de commissie van advies de heer E. G. Mulder. De heer J. Kok, directeur der Rijkslandb.winterschool, werd benoemd tot adviseerend lid van den Bond. Nadat eenige mededeelingen gedaan werden omtrent den verbouw van de aardappelvariöteiten Farina en Flambouw, werd de slecht bezochte vergadering gesloten.