(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) INSCHRIJVING BIJ OPENBARE AANBESTEDING. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoeken wij opname van onderstaan de regelen, waarvoor wU U by voorbaat onzen dank betuigen. Aan den Raad der gemeente Assen werd het yolgende adres verzonden : J. Edelachtbare Heeren, De ondergeteekenden: Johannes Hof en Wiebe Neisingh, respectievelijk voorzitter en secretaris der Timmerlieden patroonsvereeniging „Assen", goedgekeurd bij Kon. Besluit van 7 December 1918 no. 77 en handelende in opdracht van die vereeniging, wenschen het volgende ter kennis van Uwen Raad te brengen naar aanleiding van de discussie, welke heeft plaats gehad ln Uwe vergadering van 19 Dec. JJ. omtrent de aanbesteding van het Gymnastieklokaal te Kloosterveen en zulks naar aanleiding van de vragen van het lid van Uwen Raad, den heer Veeninga. Vraag 1. „Zijri B. en W. bereid aan den Raad „mededeeling te doen van het bedrag der opgemaakte begrooting voor den bouw van een „Gymnastieklocaal aan de school te Klooster„veen, en of het bedrag, waarvoor door den „laagsten inschrijver werd ingeschreven, bene„den of boven die som bleef?" Wethouder Franken antwoordt, dat de inschrijvingssom van het werk ƒ 463 boven de begrooting was; voor perceel 1 alleen ƒ544, de andere perceelen waren in totaal voor ƒ 81 lager ingeschreven dan de begrooting. Wij wijzen er Uwen Raad op, dat de inlichtingen bovengenoemd onjuist zijn. Het werk is beneden de begroeting aanbesteed. Dit was ons direct na de aanbesteding bekend en is door den Directeur van Gemeentewerken tegenover een deputatie van aannemers bevestigd. Hij had reeds machtiging van B. en W. het werk te gunnen, hetwelk ook door informatie langs anderen weg bleek juist te zijn. Vraag 2. (van den heer Veeninga) : „Indien het eerste het geval is geweest, zijn „B. en W. dan genegen de redenen mede te „deelen, waarom het werk bij de openbare aanbesteding niet is gegund en in eigen beheer „wordt uitgevoerd?" De Wethouder antwoordt, dat de beantwoording dier vraag niet noodig is, doch hij vindt r.u gereede aanleiding op de zaak wat dieper in te gaan. Er bleek ƒ 544 ,zoek" te zijn. De aannemer (de laagste inschrijver nJ.) is daarnaar gevraagd en toen bleek, dat dit een „kop" was van ƒ500. Laat ons eerst zeggen, dat de „kop" toen niet voor het eerst ter sprake kwam. Reeds te voren had een aannemer op het Bureau van Gemeentewerken iets losgelaten en naar aanleiding daarvan is de heer Brink als laagste inschrijver voor de balie geroepen en ls hem door den Directeur G. W. toegevoegd wat deze er van wist. Ontkennen van den heer Brink baatte niet; de Directeur beweerde er alles van te weten. Dit is toch iets anders, dan wat ten opzichte hiervan, de Wethouaer mededeelt. deze besteed zou hebben, doch uitgemaakt be hoort te worden, of het cijfer van het inschrijvingsbiljet van den laagsten inschrijver zoo danig hoog was, dat daaruit schade voor de gemeentekas voortvloeide. De kwalificatie's van den Wethouder nopen ons tot het verzoek. Verder ter toeliohting het volgende : .Het lid van Uwen Raad, Mr. Kalma, heeft met zijn scherpen blik direct de kern van de zaak in het licht gesteld en vroeg om t.z.t. overlegging van een kostenberekening. Nu vreezen wij echter, dat zonder dien gevraagden controleur, niet de zekerheid bestaat, dat (hoewel op papier ongetwijfeld alles netjes zal kloppen) het eindbedrag den werkelijken kostprijs inhoudt en zou een mogelijkheid bestaan, dat posten onder andere hoofden zouden worden geboekt, z.g. worden . weggewerkt." Hetgeen elders op dit gebied gebeurd is stemt ons niet tot gerustheid (Verbouw Stadstimmerhuis te Rotterdam, raming ƒ 10.000 laagste inschrijver ƒ 12.500, niet gegund, eigen beheer, kosten ƒ27000, doch welk bedrag eerst door een diepgaand accountants-onderzoek werd opgevischt.) De begrooting, die volgens B. en W. is overgelegd bedraagt ƒ9100, hierin zit 10% winst en risico voor den aannemer, want een ambtenaar bij een overheidsbedrijf, dat een werk aanbesteedt volgens da A. V. van Waterstaat heeft tot plicht volgens die A. V. 10% winst en risico te rekenen; indien hij dat niet doet is dit zedelijk onverdedigbaar, omdat de overheid geen onbetaalden arbeid van hare burgers mag eischen, meer zedelijk onverdedigbaar dan het opzetten van een kop (b.g. omschrijving naar aanleiding van het gesprokene door den heer Van Houten.) Als motief voor het uitvoeren van werk in eigen beheer geldt als regel „de ondernemers winst uitschakelen." Het werk moet dus volgens de opgaaf van den Directeur voor ƒ 8200 a ' 8300 worden uitgevoerd. In elk geval heeft de Burgemeester uitdrukkelijk verzekerd, dat volgens den Directeur het werk niet hooger dan t 9100 zou komen. Vraag 3 (van den heer Veeninga) : „Zijn B. en W. niet van cordsel, dat als re, gel aan openbare aanbestedingen boven uit „voering in eigen beheer de voorkeur moet „worden gegeven?" Het antwoord van den Wethouder daarop zullen we voorloopig laten rusten. Dit komt wellicht nog wel eens ter sprake, wanneer het werk Gymnastieklocaal klaar is en de kostenberekening te voorschijn komt. Alleen willen we ditmaal er op wijzen, dat eigen beheer strijdig is met art. 142 der Ge■ , W.g. J. HOF. W. NEISING. Wij mcoiïen, geachte Redactie, een k ;ehtig protest te moeten laten hooren tegen de grofheden, door Wethouder Franken aan het adres van de aannemers geuit. Het beknopt verslag van genoemde Raadsvergadering staat ons nog slechts ten dienste, doch bekend is, dat hij het nog veel bonter maakte. Wij zullen dat echter later wel uit het woordelijk verslag vernemen. In 't algemeen dient men zich tegenover magistraten in z'n verweer te beperken, doch waar de Wethouder niet die bezadigdheid en bezonkenheid heeft, die men van iemand als in zijn positie mag verwachten en er maar op los scheldt, zooals in de jongste Raadsvergadering is gebleken, zoodat zelfs de Burgemeester noodig vond te verklaren, dat hij de kwalificatie's geheel voor rekening van den Wethouder liet. meenen wij tegenover dien Wethouder ook geen blad voor den mond te behoeven te nemen. Dat de Wethouder als socialist eigen beheer voorstaat is logisch; hij wordt daarin echter gesteund door den Directeur van Gemeentewerken, hoewel deze zegt niet voor eigen beheer te zijn, doch de praktijk bewijst het tegendeel. Wij dachten, dat „eigen beheer" dood was en alleen nog bestaat in het brein van vruchtbare maar geesfceu, die het staatssocialisme voorstaan. Wij zouden in de verleiding kunnen komen een boekdeel te schrijven van de treurspelen, die met betrekking tot het systeem , eigen beheer" zijn opgevoerd, men denk* slechts aan het Leidsche Ziekenhuis, „Vreeburg" Rotterdam enz. enz. Men kan niet straffeloos de concurrentie wegnemen. Bij eigen beheer wordt alle ambitie uitgedoofd; bevorderd worden sleurgang en onderlinge naijver. De ondernemer, door den drang tot zelfbehoud (die nu eenmaal in den mensch is) geprikkeld zoekt telkens nieuwe wegen en methoden. Is bij eigen beheer de uitvoering en het toezicht in één hand, bij aanbesteding staat de aannemer onder scherpe controle van den uitbesteder. Eenzijdige sociale ideeën en bureaucratische neigingen gaan in de praktijk hand aan hand. Mochten allen lezen het verslag van het congres van de Internationale Kamer van Koophandel, gehouden van 8—13 Juli j.1. te Amsterdam, waarbij een 40-tal landen vertegenwoordigd waren. Duidelijk is daar uiteengezet de bezwaren, welke bestaan tegen eigen beheer; fair play door de overheid tegenover het particuliere bedrijf is niet mogelijk. Een der sprekers achtte drie factoren noodig voor het welslagen van een bedrijf, nJ. de idee, de man en het geld. Openbare bedrijven kunnen de idee hebben en ook het geld, maar zelden den goeden man. Wij hebben den Raad der Gemeente Assen aangeboden voor onze rekening een controleur te benoemen voor bovengenoemd werk; bij de uitkomst is een publiek belang betrokken. Als het werk duurder uitkomt, wat dan te doen met ambtenaren, die hunne positie gebruiken om hun politieke doeleinden na te streven ten koste van de openbare kas? Dan zal blijken, wie daarin grasduinen, wie de parasieten zijn en wie de klaploopers! (allemaal woorden van Wethouder Franken.) Door deze fraaie uitdrukkingen komt de mentaliteit van den Wethouder naar voren. Door de politiek op die plaats gebracht, meent hij nu ook verstand van „Openbare Werken" te hebben. Het schijnt niet noodig een vakman op die plaats te zetten. Dit wreekt zich echter, ook nu weer. Alle gegevens komen van de ambtenaren van het Bouwbureau; als leek zijn. die gegevens door den Wethouder hiet te controleeren en mist ht) den breeden kijk, die een doorkneed bouwkundige op de zaak zou kunnen laten vallen en misstanden zou kunnen helpen opheffen. Maar het is ook gemakkelijker er maar op los te schelden. De Wethouder spreekt van „parasieten", maar wie keerde het gehate militarisme niet den rug toe vóór het pensioen binnen was? en laat zich door de staatskas daarvoor nog te huidigen dage betalen? Wij zouden kunnen spreken over het geliefd instituut van den heer Franken „De Coöperatie „De Dageraad" door welker toedoen de bakkers prijsregelend optreden en het brood duurder is dan in vele andere plaatsen. Wie betaalt dien meerderen prijs voor het volksvoedsel bij uitnemendheid? de ingezetenen, dus ook de arbeiders! Geachte Redactie, wij eindigen, doch meenden een en ander naar voren te moeten brengen in het algemeen belang. Namens de Timmerliedenpatroonsvereeniging „Assen'" HET BESTUUR. (Ter directe beantwoording van het slot van het ingezonden stuk, zonden wij het den betrokkene ter inzage, die er als volgt op antwoordde. Red.) Geachte Redactie. Onder dankzegging voor de inzage van ; 1®. een als ingezonden stuk te piaatsen adres van de Asser Timmerliedenpatroonsvereeniging aan den Raad, en 2°. een daaraan door het bestuur dier vereeniging toegevoegd naschrift, meer speciaal tegen mij gericht, merk ik het volgende op: ad 1°. Uit deferentie jegens den Raad onthoud ik mij van nadere bespreking van dit adres. Alleen verzoek ik u het door den officieelen raadsverslaggever gemaakte verslag van de vergadering van 19 Dec. j.1., voor zoover het door mij gesprokene betreft, in zijn geheel bij het ingezonden adres af te drukken. Verder commentaar lijkt mij dan ter voorlichting van het publiek overbodig. ad 2». Wat het meer speciaal tegen mij gelichte naschrift betreft, kan ik volstaan met de mededeeling, dat het mij ook zonder dit naschrift reeds bekend was, dat ezels ook altijd trappen naar dien kant, waar ze geen oogen hebben. Assen. 4 lannari '30. Hoogachtend, - L. C. A. FRANKEN. (Hieronder volgt het bovenbedoelde officieele gedeelte — Red.) De heer FRANKEN antwoordt, dat de inschrijvingssom van perceel 1 boven de begrooting uitging. Ue begrootingssom voor perceel 1 bt droeg f 8*525, de inschrijvingssom (laagste) f9644, dit is ƒ1019 meer dan de begrooting aangaf. Voor perceel 11 (stucadoor>verken) was de begrootingssom ƒ425, de inschiijvingssom ƒ387, dit is ƒ38 lager. Voor perceel 111 'toodgieterswerken) was de begrootingssom f375, de inschrijvingssom ƒ339, dat is ƒ36 lager. Voor perceel IV (verfwerken) was de begrootingssom ƒ475, de inschrijvingssom ƒ468, dit is ƒ7 lager. Op de tweede vraag antwoordt spr., dat beantwoording dier vraag niet noodig is. Op de derde vraag kunnen B. en W. direct geen antwoord geven, omdat het college zich omtrent die belangrijke zaak nog zou moeten beraden. Spr. verwacht echter, dat de heer Veeninga nog wel wat anders bedoeld zal hebben, dan dit antwoord. Als spr. het goed begrijpt zal het deze vraag zijn, hoe het mogelijk is, dat men een aanbesteding houdt en als uitvloeisel daarvan de zaak toch in eigen beheer gaat uitvoeren. Dat het niet gaat om de eigenlijke kwestie eigen beheer, blijkt wel hieruit, dat B. en W. de perceelen II, III en IV wel gegund hebben. Zij zouden dit evengoed gedaan hebben als bijv. de inschriiyingen iets boven de beerooting waren uitgegaan. Zooals blijkt is bij perceel I de inschrijvingssom ƒ1019 hooger dan de begrootingssom. B. en W. hebben zich afgevraagd wat daar de oorzaken van konden zijn. Lag het aan de begtooting ? Was deze zoo nonchalant opgemaakt of zat het hem ergens anders in ? Uit een ingesteld onderzoek bleek toen het volgende : De begrooting, zooals aanvankelijk opgemaakt door den Directeur van Gemeentewerken, dateert van September. Toen werd het plan-Loon aangenomen, dat van Kloosterveen werd door B. en W., op verzoek van den heer Kalma voorloopig teruggenomen, om nader onder oogen te worden gezien. Inmiddels hadden zich een paar omstandigheden voorgedaan welke een eenigszins hoogere inschrijvingssom wettigden. De schippers toch hadden zich georganiseerd en hadden een regeling der vrachten gemaakt, waardoor deze belangrijk waren gestegen. Bovendien was men twee maanden verder in den tijd, zoodat de risico in verband met de weersomstandigheden (intredende vorst) grooter geworden was. Hoe dichter bij den winter, hoe hooger de risico-premie dus wordt. Deze factoren waren wel B. en W. bekend uit het advies van den Directeur van Gemeentewerken. Vlak na de inschrijving is dozen nogmaals opgedragen een begrooting te maken, omdat het mogelijk zou zijn, dat men zich bij de eerste vergist had. Rekening hcudende met de gewijzigde omstandigheden — hoogere vracht en hoogere risico-premie — kwam de directeur toen op een bedrag van ƒ9100. De inschrijvingssom was ƒ9644. Er was toen dus nog zoek — ze zaten nog in de Gemeentekas, zegt spr. — ƒ 544. Daar moest dus een andere reden voor zijn. De Directeur van Gemeentewerken heeft toen de laagste inschrijver bij zich laten komen en hem gevraagd : „Ik heb met al die gewijzigde omstandigheden rekening gehouden, een behoorlijke winst aangenomen, voor de begrootingssom van ƒ9100 kun jij het maken. Hoe komt het nu, dat je ƒ544 hooger bent?" Toen kwam de aap uit den mouw en bleek, dat de oorzaak een kop was van ƒ 500, die op het werk stond. De Directeur van Gemeentewerken heeft B. en W. hiermee in kennis gesteld, die den aannemer mededeelden, dat als hij bereid was ƒ500 lager in te schrijven, B. en W. bereid waren hem het werk te gunnen. De man heeft daarop alle mogelijke moeite gedaan om ontslagen te worden van zijn verplichting, maar dat is hem niet gelukt. Hij moest B. en W. meed?e!en, dat als de eisch gesteld bleef, dat hij ƒ500 moest laten vallen, hij voor het aanbod moest bedanken. B. en W. hebben toen gemeend, dat zij dit werk in eigen beheer moesten laten uitvoeren, omdat het college niet bereid was een categorie van menschen, die wij parasieten kunnen noemen, te laten grasduinen in de gemeentekas. Spr. zegt, dat hij wel altijd het gevoel heeft gehad, dat wij op fatsoenlijke manier v/erden afgezet, maar het bewijs kon nooit geleverd worden. En ziet, hier is nu het bewijs! Men heeft den betrokken aannemer, die van buiten de stad komt, niet eens van zijn verplichting willen ontslaan. B. en W. meenden, dat zij die onzedelijke contracten niet mochten bevorderen en dat is de reden, dat zij het werk niet hebben gegund en zij het willen uitvoeren in eigen beheer, voor een som, waarvoor het behoorlijk goed kan worden gemaakt. In antwoord op de derde vraag deelt spr. nog mede, dat door het werk aan te besteden, B. en W. zich stelden op het standpunt van openbare aanbesteding, op grond van het raadsbesluit, dat indertijd hieromtrent werd genomen. Spr. kan echter wel verklaren, dat het deel van het College, dat openbare aanbesteding als regel voorstaat, in deze geneigdheid niet versterkt is geworden. Spr. vindt het prachtig, dat de heer Veeninga deze vragen heeft gesteld, omdat men meenen kon, dat er wellicht andere overwegingen golden. Spr. heeft deze gelegenheid aangegrepen om eens precies te zeggen, hoe het er in het wereldje der inschrijvende aannemers uitziet. Spr. noemt het een schandaal, dat op een werk als dit een kop wordt gezet van ƒ500, waarvan 60 man mee deelen, terwijl er elf zijn, die ten lïfljetje hebben ingeleverd. Zouden B. en W. wel verantwoord zijn als ze anders waren opgetreden ? Moesten ze zoo niet optreden om te voorkomen, dat de gemeentekas gebrandschat werd ? Thans ging het bij een klein werk om een kop van ƒ500, maar men vraagt zich af of de conclusie niet gerechtvaardigd is, dat het straks bij een grooter werk gaat om briefjes van duizend. De heer FRANKEN vindt de uitspraak van den heer Veeninga, dat de aannemers een kleine vergoeding toekomt, een buitengewoon gevaarlijk standpunt. Men weet wel waar dat begint, maar niet waar het eindigt, 't ls juist, ais de menschen arbeid verrichten, moeten ze betaald worden, doch de onkosten, die de aannemers maken, behooren verrekend te worden in den inschrijvingspost „onkosten". Dat zal bijv. ook gebeuren bij den aanleg van centrale verwarming. Men moet ze zoodanig stellen, dat '.e verdisconteerd worden in het werk. Men mag echter niet toegeven aan een georganiseerde kopzetterij, die zóó is, dat een arme man van buiten er niet af kan komen. Het gebeur? zelden, dat het uitkomt, maar hier is dat wel het geval geweest. De heer Kalma vroeg, of het bewijs eenzijdig geleverd was. Dat is niet het geval. Toen een deputatie van het edele annnemersgilde op het bureau van den Directeur van Gemeentewerken geweest is om zijn verwondering te betuigen, dat het werk niet was gegund, is niet ontkend, dat er een kop op het werk was gezet. Bovendien heeft een goed verstaander aan anderhalf woord genoeg. Men heeft daar gezegd : „of men er nu een 8 of 9 gulden beter van wordt, wat geeft dat dan nog". Vermenigvuldig dat met 60 en je bent er. Dan weet je, dat je krijgt het bedrag waar de kop op was bepaald Verder heeft de laagste inschrijver geschreven naar verschillende menschen, maar het antwoord luidde, dat men hem niet van z'n verplichting wilde ontslaan. Meer hoeft men spr.'s inziens niet te vragen. Door den heer Kalma is al gezegd — hij schijnt het goed te weten — dat er op het werk te Loon geen kop stond. Dat versterkt B. en W, in hun meening, dat men wel met het begrotingscijfer uit kan, met een redelijke winst. Dat er nu iemand uit Muntendam f500 lager inschrijft is die man z'n zaak. Wat het onderhavige geval betreft, als dergelijke dingen nog met meer of minder woorden worden vergoelijkt, hoe moet men dan staan tegenover ambtenaren, die er wat tusschen uit trachten te sleepen? Al die uitwassen moeten worden uitgeroeid, althans men moet datgene doen, waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden, dat dit zulke dingen niet aanwakkert, maar beknot. Spr. wil er nu maar mee ophouden. Wat hij gezegd heeft, was heusch niet te veel en goed op z'n plaats, al mag het ook voor de heeren aannemers onaangenaam zijn. Laat men eerlijk inschrijven, rekening houdend met een redelijke winst. Dat het werk hier door particulieren gegeven wordt aan menschen van buiten ls de schuld van de aannemers zelf, omdat het publiek de practijken der heeren aannemers in de gaten krijgt. Niet allemaal zijn ze hier zoo, maar de ernstige inschrijver wordt de dupe van de slechte. Het spijt spr., dat hU hier niet de volle steun heeft gekregen. Men spreekt wel eens van klaploopers op de gemeenschap — en de heeren eannemers schreeuwen dan het hardste mee. Maar in werkelijkheid lijn zij de klaploopers op de gemeenschap. Voor zoover zij het wagen de gemeentekas te plunderen, zullen zij spr. tegenover zich vinden. De heer Franken zegt, dat als het hem bekend is, dat ergens een kopje op wordt gezet, hy in de toekomst weer dezelfde houding zal aannemen. Men weet waar het begin, maar niet waar het eind is. De opmerkingen van den heer Van Houten hebben ook spr.'s standpunt weergegeven. Tevens wil spr. zich plaatsen op het standpunt waarop de Rand rich indertijd heeft gesteld ten aanzien van de uitvoering der werken. Al denkt hij er als minderheid ook anders over, toch zal hij het besluit — openbare aanbesteding als regel — niet saboteeren. Daarnaast handhaaft hij volkomen zijn standpunt, dat men niet mag toegeven aan de zucht de v/erken duurder te maken, en daardoor de gemeenschap en ernstige reflectanten te benadeelen.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 06-01-1930
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 06-01-1930
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 4
- Jaargang
- 107
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Ingezonden.
ASSEN HET JUBILEUM VAN DE IJSCLUB VOORWAARTS.
Dit seizoen herdenkt de ijsclub „Voorwaarts" alhier haar vijf en twintig jarig jubileum. De eerste oproep tot oprichting werd, zooals uit het versla^ van den secretaris blijkt, gehouden op Dinsdag 6 December 1904, in café Drenthina, en werd gepresideerd door den thans ontslapen he°r A. C, Wolthekker. Er was te weinig belangsielling om op dezen dag tot oprichting over te gaan. Op 13 December daaraan vozende werd de oprichtingsvergadering gehouden, weer in pemeld café. Veertig leden traden toe. Bij de bestuursverkiezing wenschte de voorzitter niet in aanmerking te komen voor een bestuursfunctie en werd uit de aanwezigen een bestuur samengesteld, bestaande uit de heeren J. Perwerdn, voorzitter ; J. Ebels, secretaris ; W Roeterdink, penningfneester ; H. G. Landmeter en J. de Vries, commissarissen. Van deze vijf heeren zijn twee reeds overleden, n.1. de heeren Roeterdink en Dc-; VrieV De voorzitter, de heer Ferwerda, bedankte in 1920 wegens hoogen leeftijd. Van de burgemeester werd veel medewerking ondervonden en de Kolk zou als ijsbaan dienen. Er werd op de oprichtingsvergadering voorgesteld, dat de heeren Ferwerda en Ebels, zich met genoemden autoriteit in verbinding zouden stellen, alsmede met den ingenieur van den Provincialen Waterstaat, om alle schepen uit de Kolk verwijderd te krijgen. Of dat gelukt is, vermeldt de geschiedenis van de ijsclub niet. Wel werd besloten om drie bruggetjes ten gerieve van het schaatsenrijdend publiek te laten aanmaken Toch wilde men liever e^n andere baan. Voor de zoogenaamde dekstukken (aan den Groningerstraatweg) kon geer. permissie worden verkregen. Men stelde zich daarop in verbinding met de heeren Draad en Hoekstra betreffende het terrein der familie Goddard, aan de Hoofdvaart (de huidige ijsbaan). Het gelukte dit ter beschikking te krijgen. ïn den eersten winter werd reeds gesproken over een hardrijderij voor zoons van leden. Deze werd inderdaad gehouden en als bewijs dat het in den ouden tijd gemoedelijk toeging, moge blijken, dat men met de statmuziek voorop naar de baan ging. Den kapelmeester was daarbij verzocht bekende deuntjes te spelen, opdat ieder zou kunnen meezingen. Vier leden vormden een hardrijderijcc.mmissie, en wel de heeren H. Postema, S. Thedinga, A. C. Wolthekker en A. Boer. Allen rijders werden gratis choco'ade verstrekt, de toegangsprijzen voor ,menschen op de schaats' en voor „wandelaars" waren laag gesteld, om ieder maar in de gelegenheid te stellen van dit groot gebeuren te genieten en zoo verliep de eerste wedstrijd der jonge ijsclub. De secretaris herdenkt in zijn verslag de figuur van den baancommissaris, wijlen den heer Jen de Vries, die tot aan zijn overlijden in 1925, zijn beste krachten heeft gegeven aan de ijsclub. Ook werd in het verslag hartelijk dank gebracht aan de familie Goddard te Zutphen, die gedurende 25 jaren het terrein onder zeei billi'ke voorwaarden ten gebruike afstond Wat het bestuur betreft, hiervan was onafgebroken lid, de heer Landmeter, die n? het bedanken van den heer Ferwerda voorzitter was. Hieruit blijkt, aldus het verslag, niet alleen de groote liefde van den voor» zitter voor de ijssport, maar ook de steeds prettige en opgewt kte samenwerking met het bestuur. Ook de heer Ebels, thans penningmeester, is met een onderbreking van 7 jaren, en dus 18 jaren, bestuurslid. Als bijzonderheid dient nog te worden opgemerkt, dat vanaf de oprichting tot 1916, het geheele bestuur zonder onderbreking heeft samengewerkt. In 1917 werd het bestuur met 2 leden vermeerderd., n.1. met de heeren A. v. Wijk en G. R. Oostergetel. Laatstgenoemde is nog in functie. Tenslotte zij nog vermeld, dat het tegenwoordig bestuur bestaat uit de heeren H. G. Landmeter, voorzitter, A. van Hoorn, secretaris, J. Ebels, penningmeester, G. R. Oostergetel, commissaris, M. Alink, 2e voorzitter, J. Hof en J. P. Greebe, commis» sarissen. Het jubileum zal gevierd worden, a 1 s — en op dit kleine woordje komt het zooals bij zoovele dingen aan ? — het winteren gaat en de baan het verdragen kan dat oud en jong er op rondzwieren. Dan zal op een Woensdag de jubeling plaats vinden. Een voorloopig programma — een bestuur van een ijsclub moet op alles voorbereid zijn, om zoo snel mogelijk te kunnen handelen f — is reeds opgemaakt, waarop voorkomen een gecostumeerde rijderlj van kinderen van leden, daarna een receptie, en vervolgens 's avonds een gecostumeerde tijderij van leden met hunne dames en kinderen van leden boven 16 jaar. Een feestelijke prijsuitdeeling met attracties in een der zalen der stad, zal dan het feest van de tubileerende ijsclub besluiten. Het lijkt op 't oogenblik in de verste verte nog niet op vorst, maar nog altijd doet het woord van den 17den eeuwschen Hollandschen dichter Breeroo opgeld, die zeide ,,'t Kan verkeeren". En voor de ijsclub, die anders haar jubileum met stille trom zou zien voorbijgaan, zou het te wenschen zijn, dat andermaal koning Winter den scepter voerde. Als we er dan tevens vriendelijk bij mochten verzoeken: niet zoolang fis het vorise iaar
< GEEN SPREEKUUR. De burgemeester dezer gemeente, Mr. J, Bothenius Lohman, houdt morgen geen ' spreekuur. PROMOTIE. Onze oud-stadgenoot, de heer P. Brouwer, havenarts te Tandjong-Priok, is overgeplaatst als geneesheer aan de Psychiatrische Inrichting te Lawang (O.-Java) < EERE-MEDAILLE K. N. G. V. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan werd de Bonds-eeremedaille toegekend aan de „A. g. V." te Assen. DETACHEERING. * De sergeant P. Noordhoff van 9 R. I., wordt gedurende de maand Februari a.s. gedetacheerd bij de School voor dienstplichtige onderofficieren-administrateur te Breda. DE HERHALINGSOEFENINGEN IN 1930. Blijkens de binnenkort verschijnende „Legerorders" zullen in 1930 voor herha lingsoefenlngen onder de wapenen komen: van de lichtingen 1925 en 1927, van de reglmenten infanterie (inbegrepen gren. en jagers) en de compagniën hospitaal-soldaten me t uitzondering van de ziekenverplegers, de korporaals en soldaten 17 en de onderofficieren 24 dagen; V van de lichtingen 1924 en 1927 van het regiment wielrijders, de regimenten onbe-1 reden artillerie, het regiment kustartillerie, het korps luchtdoelartillerie, het regiment genietroepen, de schoolcompagnie van den motordienst en de compagnie intendancetroepen, de korporaals en soldaten 17 en de onder-officieren 24 dagen; van de lichting 1924 der schoolcompagnie pontonniers, en van de lichting 1927 der schoolcompagnie pontonniers, voor zooveel laatstbedoelde lichting betreft de dienstplichtigen, die ten aanzien van de eerste oefening behoorden tot de eerste en de tweede ploeg, de korporaals en soldaten eveneens 17 dagen en de onderofficieren 24 dagen; van de lichting 1924 der regimenten huzaren, met uitzondering van de postduivenverzorgers, doch met inbegrip van de ' dienstplichtigen, die op 1 October 1930 van die regimenten naar de trein-afdeelingen der artilleriebrigades overgaan, de korporaals en soldaten 13 dagen en de onderofficieren 20 dagen; van de lichting 1927 der regimenten hu zaren, met uitzondering van de postduiven verzorgers, de korporaals en soldaten 20 dagen en de onderofficieren 27 dagen. van de lichting 1927 der regimenten hu «aren voor zooveel betreft de postduivenverzorgers, de korporaals en soldaten 13 dagen en de onderofficieren 20 dagen. van de lichting 1924 der regimenten veldartillerie en het korps rijdende artillerie, de korporaals en soldate * 17 en de onderofficieren 24 dagen.
van de lichting 1924 der treinafdeelingen van de artillerie-brigades, met uitzondering van de dienstplichtigen, die op 1 October 1930 van de cavalerie naar die afdeelingen overgaan, alsmede van de lichting 1927 van de treinafdeelingen der artillerie brigades, met uitzondering van de paardenoppassers der cavalerie, die naar deze afdeelingen zijn overgegaan, de korporaals en soldaten 17 en de onderofficieren 24 dagen. ten slotte van de lichting 1927 van de treinafdeelingen voorzoover betreft de paarden-oppassers der cavalerie, die naar deze afdeelingen zijn overgegaan, de korporaals en soldaten 20 en de onderofficieren 27 da gen. In elke gemeente doet de burgemeester zoo spoedig mogelijk een openbare ifbnnisgeving, welke aangeeft, welke groepen van dienstplichtigen in 1930 voor herhalingsoefeningen moeten opkomen en hoe lang deze oefeningen voor elke groep zullen dulen, met vermelding van de data. OPENBARE LEESZAAL IN ASSEN. De Openbare Leeszaal werd in 1929 bezocht door 12726 personen, 10436 mannen en 2290 vrouwen, gemiddeld bijna 35 per dag. Er werden 29354 boeken uitgeleend, 5633 jeugdwerken, 17067 romans en 6654 stu diewerken of 23 pet. van de aan volwassenen uitgeleende werken. Naar de corres ponden tschappen (Annen, Hooghalen, Odoorn, Rolde en Vries) werden 3630 boeken gezonden, 2764 romans, 582 studiewer2 34 werken voor de jeugd. Door berio oo u g van de 0 P e nbare Leeszaal weraen 23 böeicen uit andere bibliotheken ont-. ^angen. Van de gelegenheid om op deze I veir^sfnft lee ^ n ' wordt n °g "iet zooln 1 be Sgt 1202" e89hT a Assen, aa i23i en gij .^' zamen "jke correspondentschappen. ln ae n* *. , re , plaatsen - Het leeszaalwerk " r ' Cle ^minder| KUnstiwa. ,— ' aen minaer leeszaal-L - na i : - (:ieele!l toestRr -d van de ken tred "Js!, *Inanelën hebber, geen gelijveel te'-iSr," met haar * roei ~ n °S het Denartèmenf A °T' ° P iniÜntief van PU tot Nut van hpï'ai VaTl 6 Maatscha P" een commissie J? Armeen, 13 er thans gevormd, die een onderzoek 1
:jal instellen naar dc lectuurvoorziening ln Drenthe; voor het leeszaalwezen zou het van veel belang zijn, wanneer er een pro jviclale bond zou kunnen worden opgericht. De bibliotheek vermeerderde met 565 banden, 280 banden werden aangekocht, 285 .ontving de leeszaal ten geschenke, 140 dee|len moesten worden afgeschreven, het aantal banden bedraagt thans 9004. Er liggen 144 periodieken ter lezing, op 68 couranten |en tijdschriften heeft de Leeszaal 'n abon nement, 84 ontvangt zij gratis of ten ge schenke. Van deze tijdschriften, die be langstellende leden ter lezing afstaan, wordt, zoowel als van de boeken, die de leeszaal ten geschenke ontvangt, steeds een dankbaar gebruik gemaakt. Verder mocht de Leeszaal nog enkele giften in geld ontvangen, zooals van de P. W. |Janssens' Friesche Stichting, van de afdeeling Assen van Volksonderwijs en een gift van f 50 van iemand die onbekend wenscht te blijven. -o— A. G. V. Zooals uit een advertentie in dit nummer voorkomende, blijkt, zullen vanaf morgen (is lessen van A. G. v. voor alle afdeelingen worden hervat. DE ROODE REFLECTOR. De meeste wielrijders hebben wel een-rooden reflector aan hun rijwiel aangebracht, maar in velë gevallen zóó, dat dit geheel géén effect sorteert, hetzij door den stand, hetzij door de kwaliteit yan den reflector. Dit, brengt groote gevaren met zich mede, zoowel voor de wielrijders zelve, als voor de andere weggebruikers. De Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland heeft daarom aan den Minister v. Justitie het verzoek gedaan, maatregelen te willen nemen, opdat de voorschriften omtrent de plaatsing van reflectoren op rijwielen zooveel mogelijk worden nageleefd.
-—o— - JUBILEUM TE LOON. Zaterdag was het een heugelijke dag voor de familie Mennega te Loon. De vrouw des huizes herdacht nl. het feit, dat zij voor 25 Jaar benoemd werd tot kookster van de Vereeniging Kindervoeding. In den namiddag kwam het bestuur van Kindervoeding de jubilaresse, haar man en kinderen gelukwenschen. Bij monde van den voorzitter, den heer M. de Vries Azn., werd mejuffrouw Mennega hulde en dank gebracht voor de trouwe zorg gedurende de afgeloopen 25 jaar aan het minder bevoorrechte kind besteed. De bij Kindervoeding ingeschreven leerlingen der O. L. S. té Loon ontvingen gedurende de wintermaanden niet alleen dagelijks een smakelijk toebereide warme maaltijd van haar. maar tevens moederlijke zorg en genegenheid Met groote toewijding en liefde heeft zij haar taak verricht en menig kind zal met dankbaarheid aan haar denken. Een stoffelijk blijk van waardeering werdmej Mennega aangeboden in den vorm van een fraaie theekast en een bloelende plant. Het onderwijzend personeel van O. L. 8. no.8 liet zijn gelukwenschen ook van bloemen vergezeld gaan. Ongetwijfeld is het voor de familie Mennega een onvergetelijke dag geweest.
Sanapirin
Bij Gevatte Koude Qiss^snoirin11 ° Ha bletten Koorts, Rhaumatiek ^ Wettlq beschermd tegen VervaLschingen HOOiCipijn efl Ixiespijn PriJ» 40 en 75 et. Bi) Apoth* tn Drognttn