Provinciale Drentsche en Asser courant

Spoedeischende vergadering van den Raad der gemeente Smilde op Woensdag 1 Mei 1929, des avonds 6 uur. Voorzitter de heer Meijeringh, wethouier, jegens ziekte van den burgemeester. Secretaris de heer De Haan. Aanwezig alle leden. 1. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de Burgemeester wegens ziekte verhinderd is de vergadering bij te wenen. Benoeming onderwijzeres. 2. Benoeming onderwijzeres o. 1. school, Hoogersmilde. Voorlezing wordt gedaan van het advies van het hoofd der school en den inspecteur van het h O. Het hoofd der school had het volgende advies gemaakt: 1. Mej. Leemhuis, 2. Mej. Endendijk, 3. Mej. Eerelman, 4. Mej. Kramer. De inspecteur had het volgende drietal opgemaakt : 1. Mej. Lemhuis, 2. Mej. Endendijk, 3. Mej. Kramer. B. en W. hadden de voordracht als volgt samengesteld: 1. Mej. G. P. C. Kramer, Smilde; 2 Mej. J. H. Endendijk, Assen ; 3. Mej. M. Leemhuis, Nieuwe-Schans ; 4. Mej. M. Klok, Beilervaart. B. en W. hadden hun voordracht aldus samengesteld, omdat zij van oordeel zijn, dat aan ingezetenen der gemeente de voorkeur moet worden gegeven als ze voldoende bekwaam zijn voor de betrekking. Aan het slot van hun advies merken B. en W. op, dat Mej. Klok reeds te I.eilen is benoemd De heer OORTMAN vraagt of er ook iets achter deze laatste woorden der voordracht zit. De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet het geval is. Mej. Klok is te Beilen reeds in functie getreden. De heer MESKEN meende, dat de vergade ring wel eenige dagen eerder had kunnen plaats vinden. De VOORZITTER : „Misschien wel." De heer VAN HASSELT zegt, dat hij en nog enkele leden van den Raad de vergadering hadden aangevraagd, welke B. en W. echter ook zouden hebben belegd. Spr.'s meening was dat de keuze zoo groot mogelijk moest blijven. Bleef men wachten, dan zou er wellicht niets overblijven. De SECRETARIS leest een schrijven voor van het hoofd der school, waarin deze Mej Leemhuis nogmaals aanbeveelt en een schrijven van Mej. Endendijk, waarin deze mede deelt zich terug te trekken met het oog op hare benoeming te Leggeloo. De vergadering wordt hierop eenigen tijd geschorst. Na heropening wordt tot stemming overgegaan. Bij de eerste stemming werden uitge bracht op Mej. Kramer en Mej. Leemhuis elk vier stemmen ; op Mej. Klok vijf stemmen. Bij de tweede vrije stemming verkrijgt Mej Leemhuis vijf stemmen, de dames Klok en Kramer verkrijgen elk vier stemmen. Bij de derde stemming worden uitgebracht 4 stemmen op Mej. Kramer, 5 stemmen op Mej Klok en 4 stemmen op Mej. Leemhuis. Gestemd wordt hierna wie der dames Kramer en Leemhuis met Mej. Klok op het dubbeltal zal komen te staan. Met dezen gang van zaken vereenigt de Raad zich zonder hoofdelijke stemming. Mej. Leemhuis verkrijgt 7 stemmen, Mej. Kramer 6 stemmen. Hierna heeft een stemming plaats tusschen Mej. Leemhuis en Mej. Klok. De eerste verkrijgt 7 stemmen en Mej. Klok 6 stemmen, zoodat Mej. Leemhuis gekozen is. Contract P. E. B. 2. Verlenging contract stroomlevering met het P. E. B. te Groningen.

B. en W. stellen voor het bestaande contract voorloopig met 1 jaar te verlengen. Na eenige vragen wordt z. h. st. overcenIiomstig het voorstel van B. en W. besloten. Rondvraag... Bij de rondvraag geeft de heer VAN HASSELT B. en W. in overweging er voor te zorgen, dat Smilde over dag niet „illumineert". Op 15 April 's morgens tusschen 9 en 12 uur brandden de straatlantaarns te Hoogersmilde. De VOORZITTER zal dit onderzoeken. De heer MESKEN geeft in overweging, dat vóór 1 Juni een voordracht in den Raad komt voor de benoeming van een hoofd der school te Hijkersmilde. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. van plan zijn deze zaak zoo spoedig mogelijk af te v/erken De heer VEENSTRA vraagt of er reeds een onderzoek is ingesteld, opdat alle straatlantaarns weer zullen kunnen branden met weinig kostenverhooging. De VOORZITTER antwoordt, dat een voordracht komt. De heer VEENSTRA vraagt hoe het met het nachtstroomtarief staat. De VOORZITTER antwoordt, dat er reeds een nachtstroomtarief bestaat. De heer VEENSTRA vraagt of er reeds overleg gepleegd is met de landbouwvereenigingen inzake de markt. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De heer VEENSTRA zegt, dat één van beide gebeuren moet óf de markt moet verdwijnen óf tot bloei worden gebracht. De heer VAN HASSELT zegt, dat waar een wil, ook een weg is. Hij gelooft dat deze markt nog wel tot bloei gebracht kan worden. De heer VAN DER WERP vraagt of het marktwezen nog al kosten te weeg brengt. De VOORZITTER antwoordt, dat het palen zetten en weghalen nogal wat kost. De heer VAN DER WERF zou de zaak dan eens goed aangepakt willen zien. De heer TICHELAAR zegt, dat er binnenkort wellicht een kalverkeuring komt. Misschien dat daarmede in verband de geheele zaak weer tot meerderen bloei kan worden gebracht. De heer HAJES meent, dat de markten op een verkeerden datum worden gehouden. Spr, zou deze gaarne verzet willen zien. Hij is niet zoo pessimistisch gestemd over de markt, daar de veestapel in de gemeente toeneemt. De heer VAN DER WERF zou de landbouw vereenigingen. om advies willen vragen hoe deze denken over de zaak. De VOORZITTER zegt de meening van den heer Hajes niet te onderschrijven. De heer VEENSTRA zegt, dat hoe meer koeien de boeren krijgen, hoe minder de aanvoer is. De heer MAST vindt het terrein ook niet goed. De VOORZITTER zegt toe dat B. en W. de zaak nog eens onderzoeken zullen. Hij her innert er echter aan, dat de voor eenige jaren opgerichte biggenmarkt ook verloopen is. De heer VAN DER WERF zou een heg ge plaatst willen zien om de begraafplaats te Bovensmilde. De heer POMPER (wethouder) zegt, dat de heg aan den Oostkant volgens het koopcontract niet hooger mag zijn dan 1.50 M. De VOORZITTER vindt de zaak wel behoor lijk in orde, doch zegt onderzoek toe. De vergadering wordt hierna gesloten.

DIE VER. 25 April—1 Mei 1929. Geboren en Overleden: Geene. Ondertrouwd: Jan Mos 31 j. en Hendrika Dolsma 28 j.; Geert Vierhoven 26 j. en Wolterdiena Boers 28 j. Getrouwd : W. Jonkers en A. Smit; J. Smit en J. Udinga. DWTNGELO. 24 April—1 Mei 1929. Geboren: Johannes, z. v. Roelof Beugel en Hendrikje Smit; Jacoba Henderilca, d. v. Martinus Wanders en Grietje Nijstad; Jan, z. v. Gerard van Triest en Albertje Kiers. Overleden : Geene. Ondertrouwd : Albert Vos 27 j. en Hendrikje Moes 24 j. beiden te Dwingelo. Getrouwd: Pieter Frederik van Noord en Jantje van Noord beiden te Dwingelo; Wolter Wanningen en Zwaantje Zoer, beiden te Dwingelo. DE WIJK. 24 April—1 Mei 1929. Ondertrouwd : Hendrik Zantinge 28 jaar, wonende te De Wijk, en Jentje Zwart, 22 jaar. wonende te Ruinen; Lubbertus Poortman, 21 jaar en Roelofje Piel, 22 jaar. Ondertrouwd elders: Jan Zantinge, 28 jaar wonende te Zuidwolde, en Jentje Willems, 31 jaar, wonende te De Wijk. Gehuwd: Pouwel Polman en Zwaantje Inberg; Egbert Vedder en Hendrikje Stapel: Arend Vosseberg en Hendrika Timmerman; Hermannes Timmerman en Aaltje Geerts; Jan Fieten en Jantje Pruntel; Derk Liezen en Bertha Wind; Egbert Seinen en Grietje Broekman; Hendrik Smink en Marchien ter Meer; Hendrik Drost en Trijntje Slomp; Pieter Wildeboer en Vrouwkje Kuperus. Geboren: Willem en Hendrik, zoons van Hendrik Vrieling en Harmanna Jantina Drost. Overleden: Annigje Snoek, 83 jaar, weduwe van Jan Bakker (Koekange); Jacob Kuijer. 51 jaar, echtgenoot van Helena van den Berg (DeWijk); Hilligje Veld, 5 weken, d. v. Roelof Veld en Geuchien Fochies (Kokange). • HAVELTE. 26 April—2 Mei 1929. Ondertrouwd : Evert Klaster 46 j. en Roelofje Nijenhuis 37 j. Getrouwd : H. Tuin en G. Oort; A. Kappe en J. Oort; Joh. Mos en J. Leutscher. Geboren : Meine, z. v. Joh. Jonas en A. Lijkendijk. Overleden : Hendrik ten Oever 48 j. echtg. van H. Mol. HOOGEVEEN. Burgerlijke stand van 27 t.e.m. 30 April 1929. Geboren : Egbert, z. v. Gerrit Bruins Slot en Ruiffina Post, aan boord ; Alberdina, d. v. Hendrik Schonewille en Klaasje Dekker, Hollandsche Veld ; Geertje, d. v. Jan Veenstra en Tonnissiena Bos, Noord. Ondertrouwd geene. Getrouwd: Roelof Tichelaar en MargjeMol;

Nimda Kraal en Jantje Visscher ; Harm Beumer en Hendrikje Fernhout ; Albert Meinen en Jantje van Egten ; Hendrik Otten en Magrita Gezina Otten ; Remmelt Geerts en Koerdina Guichefaar. Overleden: Jacoba van der Weij, echtgenoote van Meine van der Helm, 37 j.; Jan Hamming, weduwnaar van Aafke Postuma, 74 j. Levenloos aangegeven kind van Matthijs ten Vaat en Bertje Metselaar ; idem van Johannes \an Aalderen en Hendrikje Bremer. Burgerlijke stand van 1 t.e.m. 3 Mei 1929. Geboren : Hendrikje, d. v. Jan Hoorn en Hendrikje Diphoom, Alteveerstraat ; Hendrikje, d v. Roelof Kikkert en Klaasje Bekendam, Hollandsche Veld ; Ida Jacoba Jantina, d. v. Simon Kamminga en Trijntje Boerema, Julianasiraat; Geesje, d. v. Stoffer Mulderij en Aaltje Dekker, Elim ; Arend Marginus, z. v. Arend Hartman en Marrigje Schrijver, Schutstraat; Jantina, d. v. Arend Profijt en Geertje de Ruiter, Elim. Ondertrouwd : Flitser Okken 28 j., wonende te Hoogeveen en Geesje Kroezen 25 j., wonende te Dalen ; Albert Schonewille 29 jaar, wonende te Hoogeveen en Albertje Veld, 25 j., won. te Dalen ; Koob Boer 29 j. en Hendrikje Kluwen 31 j.; Pieter Diphoorn 26 j. en Roelofje Kleine 27 j., beiden wonende te Hoogeveen ; Wolter Stuifzand 24 j. en Gepke Beumer 26 j., beiden wonende te Hoogeveen. Getrouwd geene. Overleden : Egbert Hutten, echtgenoot van Jennigje van der Kamp, 40 j.; Johanna Barendse, echtgenoote van Jacob Bosman, 37 j. MEPPEL. Burgerlijke Stand van 29 April—2 Mei '29 Geboren : Grietje, d v. J. Knipmeijer en E A. J. Schipper; Roely Wynanda, d. v. H. Volkers en B. J. M. Raak; Anne, d. v. B. de Vries en A. Kekkef. Ondertrouwd : Siemen Zwiers, 29 j. en Hendrikje Brandligt, 28 j.; Dirk Klomp, 28 J en Jantje Bouwer, °4 j.; Arend Knipmeijer, 26 j. en Grietje Compagner, 30 Adam C. van Leenders, 26 j. en Lammigje Lubberink, 26 j. Gehuwd : Pieter Groen en Aaltje Arp; Berend de Vries, 29 j. en Jentje Beijer. Overleden : Hendrik van Sloten, 39 j. ODOORN. Burgerlijke Stand var 25 April—1 Mei '29 Geboren : Jan, z. v. J. van Dijken en J. Stuiver; Berend, z. v. J. Feiken en G. Kamst; Aaltje, d. v. R. Barelds en D. Hulshof; Jakob, z. v. W. Nap en A. Wiering; Jantje, d. v. J. G. Rademaker en S. Super; Henderkien, d. v. J. Vripzema en A. Springer; Hame, z. v. G. Corporaal en F. de Jong; Geert, z. v. Hoving en M. Haan drikman; Alberta, d. v. A.-Sanders en G. Stevens; Hendrik Rensinus, z. v. H. Smid en R. Niemeijer; Angenieta, d. v. C. Veldman en H. v. d. Veen. Ondertrouwd : H. Timmerman, 26 j. en J.

Keijser, 22 j.; A. Boerma, 26 j. en J. de Jonge, 21 j.; J. Roeles, 27 j. en H. Tewis, 24 j.; H. W. Smit, 2 5j. en L. Roossien, 23 j.; K. Busscher, 27 j. en J. Westendorp, 21 j.; H. Pepping, 31 j. en J. Tonkens, 29 j.; H. Baas, 23 j. en J. Siepel, 23 j.; J. Vos, 24 j. en G. Koning, 23 j.; J Plat, 26 j. en E. van der Veen, 25 j.; R. Hooiveld, 22 j. en J. de Vries, 19 j. Gehuwd: J. H.„Lanting en K. Panman; W. van Klinken en F. Bruintjes; H. Wijdenes en J. Kuipers; A. Regtop en G. Brouwer; W. Stom en J. Smit; H. Middeljans en J Feiken; W. Kuiers en L. Boerma; H. Poker en H. Bunk; J. H. Ziengs en A. W. Veldhuis; J. Ekkelkamp en J. Boelen; H. Weiringh en F. Jalving; B. J. Spekken en M. Perk; J. van der Struik en H. Reurich. Overleden : G. de Vries, vr. v. J. van Dijken, 49 j.; A. M. Koop, m. v. L. Westen, 52 jaar. NIJEVEEN. Burgerlijke Stand v an 25 April—1 Mei '29 Ondertrouwd : geene. Gehuwd : Jan van der Linde en Geesje Wildeboer, beiden te Nijeveen; Lambertus Schrotenboer en Pietertje Bouwknegt, beiden te Nijeveen. Geboren : geene. Overleden ; Roelofje Braamskamp, oud 71 jaren, wed. van Pieter Nijmeijer. RUINERWOLD. Burgerlijke Stand var 26 April—2 Mei '23 Gehuwd : P. v. d. Wal, Bedum en K. Vonck; K. Rumph en G. Flinkert; B. Flinkert en W. Bollink, de Wijk; W. van Schot, Staphorst en J. Vogelzang. Geboren : Roelof, z. v. J. Vogelzang en J. Smid. Overleden ; P. Derks. 91 j., wedn. v. R. ten Wölde; Annichje Kraal, 81 j., wed. v. E Bulder. Ondertr.: geene. RUINEN. 25 April—1 Mei 1929. Ondertrouwd: A. Smit, 29 jaar en J. Noordhuis, 24 jaar; A. Eggen, 29 j. en J. van Regteren 25 j.; G. Agtersmid 29 j. en R. Sol 28 j. Getrouwd: H. Lopers en J. Reinders; J. Schulting en H. de Lange; A. Kolk en J. Muggen; A. Kellie en A. Bijkcr; J. Iladders en G. H. Bergman; L. Waninge en A. Lubbinge; K. Luning en K. Joosten; A. Konstapel en Z. Prent; jt. Tissing en A. Bakker. Geboren: Roelof, z. v. K. Doorn en W. Weerbos te Hees. Overleden : M. Kloeze echtgen. van E. Prent 76 j., Wijkveld; Roelofje Wever 16 d., Achterdijk; Albert ten Oever 71 j. echtg. van B. Oldenijens, Pesse. SCHOONEBEEK. Burgerlijke Stand var 24 April—1 Mei '29 Geboren: Klaas, z. v. F. Altena en D. Zuidersma. Gehuwd : E. Uninge, 38 j. en G. Bonge, 26 j.; J. B. Tholen, 34 j. en M. Th. Wolken, 29 j. Overleden : G. H. Rolfes, 34 j.; H. Harms, 65 j., wed. van G. W. Koers. SLEEN. Burgerlijke Stand van 26 April—2 Mei '29 Geboren : Roelofje. d. v. J. Alting en J, de Haas. Ondertrouwd : E. Mulder, 23 j. en R. B. Kamps, 20 j.; G. Katerberg, 32 j. en L. Mensing, 26 j. Getrouwd : Geene. Overleden : Antoon Matenaar, 51 jaar, echtgen. v. B. Mensing. ZWEELOO. Burgerlijke Stand van 26 April—2 Mei '29 Ondertrouwd : H. Kamps, 24 j. en G. Oldengarm, 24 j.; L. Hadders, 25 j. en H. Warris, 21 j. Gehuwd : W. Hoving en F. Oostbrink. Geboren : Koop. z. v. M. Wesseling en H. Moes. Overleden : geene.

door JAN VAN MERLENSTEIJN. 17 Zaterdag Om 4 uur ongeveer was het geheele werk voltooid en wij waren in een vrachtboot veranderd. Natuurlijk was ook de naam „Zwa luw" verdwenen. Ons schip heette nu: „Insulinde" en er was een scherp oog voor noodig om de uitstekende camouflage te ontdekken. Hoewel wij den laatsten nacht haast heelemaal niet geslapen hadden, kwam er ook dezen nacht weinig van rusten, want wij moesten natuurlijk om beurten wacht houden en een concentrator bedienen. Die wacht was wegens onverwachte gebeurtenissen onvermijdelijk en de bediening van een concentrator was noodig omdat we de snelheid van het jacht wilden vergrooten. Ons plan was voor zonsopgang uit het Kanaal in volle zee te komen. Wij kénden de kwaliteit van onze motoren en wisten dat we ze zonder gevaar veel langer dan de gebruikelijke drie uren met volle kracht konden laten werken. Van Doggersbank door Het Kanaal tot in den Oceaan hadden wij zoowat 600 mijl af te leggen, waarvoor ons na het camouflagewerk nog vier aur overbleven. Dat was meer dan voldoende. Wij deelden het werk zoo in, dat Gerard en ik de eerste twee uren wakker bleven, terwijl vader en Corry zich ter ruste begaven. Een van ons stond steeds een kwartier lang op den uitkijk, terwijl de andere met den concentrator de machinesnelheid versterkte. Deze voortdurende afwisseling was noodzakelijk, omdat de bediening van den concentrator een geweldige wilsinspanning eischte, die den bedienaar ervan spoedig vermoeide. Natuurlijk voeren wij zonder liclit, en de schepen die wij tegen kwamen, passeerden wij in groote bogen. Moeder wilde zich beslist niet van het werk laten buitensluiten en deed het hare door ons van tijd tot tijd een warme kop kciffie te brengen. Lang voor de morgenschemering Passeerden wij de plaats waar wij indertijd den

onderzeeër „S 29" hadden gered. Onwillekeurig kwam bij ons allen de gedachte op, wat die boot wel doen zou als hij ons nu tegenkwam Het was nutteloos zich met zulke gedachten op te houden, maar zij kwamen vanzelf en lieten zich niet verdrijven. Bovendien heeft het lot ons en den kapitein der „S 29" dit avontuur bespaard. Wij hebben deze boot tijdens onze vlucht niet één keer ontmoet. Wel echter ont moetten wij, toen onze treurige tocht voorbij was en de donkere wolken van onzen horizon waren verdwenen, den kapitein van dien onderzeeër en wij konden niet nalaten hem te vragen wat hij in dit geval zou gedaan hebben. Hij gaf ons het typische antwoord: „Ik zou een torpedo op u afgeschoten en God gebeden hebben, dat hij zijn doel mocht missen." Met de morgenschemering waren wij gelukkig buiten het Kanaal en voeren nu kalm de gewone bootenroute naar het Zuiden in de richting van Kaap Finisterre. Nu gunden we de machines van het jacht en ons zelf rust. Om de aandacht niet op ons te vestigen voeren wij in het gewone tempo der vrachtbooten, dus zoowat elf knoopen per uur. Bovendien was het nu natuurlijk ook voldoende wanneer slechts één van ons op wacht stond om alarm te kunnen maken. Daar er nu geen concentrator behoefde te worden bediend, namen wij het aanbod van George Humberton, de eerste der jachten, die nu vier uur duurden op zich te nemen, aan en gingen we eindelijk allen slapen. Toen George ons wekte, was het precies twaalf uur's middags. Wij verweten hem dit, maar waren innerlijk toch blij, dat hij ons tijd tot uitrusten had gegund, 's Nachts voeren we weer sneller, zonder echter den concentrator te gebruiken. Weer stonden steeds twee van ons op wacht, waaraan nu natuurlijk George ook kon deelnemen. Van Kaap Finisterre af, volgden wij de Portugeesche kust en waren zeer verwonderd toen vader de vaart nu nog meer liet verminderen, totdat wij eindelijk stil lagen. Toen zeide hij : „Schrijft, wat jullie voor brieven te schrijven hebt. Niet te veel en niets nutteloos, anders wordt het pak te groot." Corry, die over een flinke dosis humor be- (

schikt, welke bijzonder drastisch werkt, omdat zij haar gezegden met een heel droog en onschuldig gezicht naar voren brengt, maakte ons allen aan het lachen door te zeggen : „Wanneer is de volgende buslichting, papa? „Binnen twee of twee en een half uur ongeveer moet hier de „Bromo" passeeren, die van Batavia terugkomt." De „Bromo" was een van onze eigen vier vrachtbooten, d.w.z. in naam behoorde hij ons nu niet meer toe, daar vader alle aandeelen van de werf had verkocht. Dat hij ze in het geheim weer had teruggekocht, was toen zelfs ons nog niet bekend. Wij schreven een paar brieven en na ongeveer drie kwartier kregen wij de boodschap dat de „Bromo" in zicht was Natuurlijk was onze bemanning gedeeltelijk met die van de „Bromo" bekend, wat ons nood zaakte hen op vier man na onder dek te laten gaan. Ook wij gingen in den salon. Vader had de „Bromo" zoo gauw hij in zicht kwam laten telegrafeeren, dat hij zijn hulp noodig had en gevraagd of de kapitein ervan bij ons aan boord wou kernen. Deze was vele jaren in dienst van vader geweest en absoluut te vertrouwen. Niettegenstaande hij zeer verwonderd was het telegram van de hem geheel onbekende boot „Insulinde," williffde hij het verzoek in deels uit nieuwsgierigheid, deels omdat hij dacht dat hij zijn maatschappij misschien een gced zaakje kon bezorgen als hij ons tot de volgende haven moest sleepen. George bracht den kapitein bij ons in den salon en bereidde hem daarmee een geduchte verrassing. Het duurde een poosje, voor wij hem er van konden overtuigen, dat de „Insulinde" werkelijk de vroegere „Zwaluw" was, wat • ons bewees, dat de camouflage waarlijs goed was gelukt. Vader verklaarde hem zoo vlug mogelijk de situatie, die nu geen bijzonde: geheim meer kon zijn, omdat de morgenbladen der geheele wereld het bericht van onze vlucht wel gebracht zouden hebben. Het duurde een poosje voor hij alles begreep, wat hem niet kwalijk te nemen was, omdat de geheele zaak toch werkelijk den indruk van een pliantastische tragi-comedie maakte. Toen luchtte de goede oude man in een

reeks kernachtige uitdrukkingen zijn verontwaardiging over onze onwaardige behandeling wat onze dames hem niet kwalijk namen, omdat zij wisten, dat dit slechts zijn speciale manier was om z\jn sympathie voor ons te uiten. Natuurlijk verklaarde hij zich bereid ons te helpen en over deze ontmoeting een onverbrekelijk stilzwijgen te bewaren. Wij hadden onze post en die van de bemanning in één pak samengebonden. De kapitein nam het pak mee waarvan de inhoud haar bestemming ook goed bereikte. Vervolgens pompten wij al onze olietanks uit den voorraad van den „Bromo" vol en gingen verder. Ik bewonderde vaders koelbloedigheid, waar hij het hoofd in den muil van den leeuw stak en bij vol daglicht den dreigenden rotswand van Gibraltar passeerde. George, die op een plaats stond, waar hij niet gezien kon worden bekeek nadenkend het majesteuse natuurfort. Toen zei hij : „Ik weet werkelijk niet, wat indrukwekkender is. De natuur van buiten of de kunst van binnen. Ma.ir één ding staat vast, als ze daarboven beginnen te schieten, dan zijn wij —" „Verplicht hen te ontwapenen", vervolgde Gerard. „Daarom staat vader daar ook klaar." Werkelijk stond vader bij een der concentrators op wacht. George begreep dit weliswaar nog niet, daar hij van ons apparaat nog maar een zeer vaag begrip had. Na het eten bespraken wij onze verdere stappen. Vader deelde ons zijn plannen mee. „Onze reisroute volgt den gewonen weg naar Indië, wij gaan door het Suezkanaal." Wij zaten verbluft. „Is dat niet een groot waagstuk?" vroeg moe der, schommelend tusschen de vrees voor onaangename voorvallen en de vreugde, dat ze waarschijnlijk haar oudste dochter Dora zou terugzien. „Wanneer men de kracht van den concentrator in aanmerking neemt, niet. Het zal echter wel noodig zijn, dat wij gedurende de doorvaart zeer waakzaam zijn. Maar aangezien wü zoo vlug mogelijk Indië moeten bereiken, hebben wij geen keus." „Waarom moeten wü juist Indië bereiken? En als dat dan noodzakelijk is, is de route

om de Kaap veel minder gevaarlijk." „Dat wel, maar ook veel langer en het ls psychisch absoluut onmogelijk, dat wij voortdurend met den concentrator werken om de snelheid van het jacht te verhoogen. En dat Indië ons doel moet zijn, is duidelijk. Jullie moet niet vergeten, waaruit de heele zaak eigenlijk is ontstaan. Het ging om het besit van onze koloniën of beter gezegd, van onze Oost-Indische koloniën wier waarde die van de andere ver overschrijdt. Door onze vlucht zijn deze oogenschijnlijk prijsgegeven. Het ia daarom onze plicht ons in die wateren op ta houden, van waaruit wij in geval van nood, deze bezittingen vlug te hulp kunnen komen." De logica van deze redeneering was niet tegen te spreken. Wij voeren door de Middèllandsche Zee, waarbij wij om Malta een eerbiedigen boog beschreven. Overdag gingen wij in het kalme vrachtbootentempo, terwijl wij 's nachts weer den concentrator tot versterking van de motorkracht gebruikten, zoodat wü den afstand Gibraltar—Port-Said in twee en een halven dag aflegden. Wij richtten het zoo in, dat wij met de avondschemering te Port-Said aankwamen. Wij verzochten moeder in haar hut te blijven. Wij vieren trokken onze gewone werkjassen aan en plaatsten ons onopvallend in de nabijheid van de vier concentrators. Corry, die zich eveneens had verkleed, zag er als scheepsjongen zóó aardig uit, dat zij zich met prijzenswaardige zelfoverwinning een beetje gebruikt machinevet over gezicht en handen smeerde. Zij bediende den concentrator aah bakboordzijde, daar er van dien kant het minste gevaar dreigde. Het was ons niet aangenaam, dat wij den concentrator, die aan het vooreind van het schip was opgesteld, weg moesten halen, maar dit kon niet anders, want op deze plaats kwam de schijnwerper te staan, die, volgens de bestaande voorschriften op ieder schip dat het Suezkanaal 's nachts doorvaart meet worden ingesteld. (Wordt vervolgd).

Burgerlijke Stand. COEVORDEN. Burgerlijke Stand van 26 April—2 Mei '29 Ondertrouwd: Fedde Dijkstra, 26 j. arbeider te Coevorden en Elisabeth Doornbos 20 jaar zonder beroep te Emmen; Harm Tabbert, 28 jaar, landbouwer en Anna Albertha Hendrika Goseliink, 30 j., zonder beroep, beiden te Coevorden. Getrouwd : T. P. Thijssen en S. E. Belt.

De Provincie Editie van de Asser Courant wordt dagelijks om t2 uur gadruki. Beleefd, doch zeer dringend verzoeken wii H.H. Winkeliers, om hunne advertentiën, speciaal voor het Dinsdagnummer, den dag dus des Maèndaqs uiterliik 's namiddag'» 3 uur, g °rF»c»d te hebben. Adm. Prov. Dr. en Asser Courant.