Provinciale Drentsche en Asser courant

g 0 RFBAL (5 Mei). — Hedenmiddag werd on- r leiding van derl heer J. Padding Azn. aller v°°r de competitie Noord I A een korfbal'dstrijd gespeeld tusschen de beide plaatselijke f6 reenigingen Vitesse I en B. K. C. I op het (errein van laatstgenoemde club achter het j) 0 tel Heuff. Het is een zeer fair en vriendiC j ia pp e lijk gespeelde wedstrijd geworden, met g K.C. — vooral na de rust — in de meerderheid. Met 1—O voor B. K. C. ging de rust in. Na 0e thee werd het spoedig 2—O en toen was B. g C. voortdurend in den aanval. Geleidelijk we rd nu de score tot 5—O opgevoerd, waarmede ook het einde kwam. Een uitslag 5—1 zou beter j] e verhouding weergegeven hebben. De heer padding, die wegens wegblijven van den aangewezen scheidsrechter, floot, deed dit zeer correct. RUINEN. LANDBOUWVERGADERING (4 Mei). — Op de gehouden landbouwvergadering trad als spreker op de heer Kok. In een zeer duidelijke rede jette hü het ontstaan en de werking van het Centraal Bureau uiteen. Spr. hoopte dat de vereeniging wat meer gebruik van de bemiddeling van het bureau zou maken. Wegens het vergevorderde uur konden niet alle artikelen van de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij behandeld worden. De voorzitter gaf kennis van de klassificatie en de onkosten. Hij spoorde aan tot deelname en verzocht de polissen ter inzage te stellen van den secretaris en penningmeester. Dan zorgen die voor opzage. Besloten werd eierkolen enz. bij het Centraal Bureau te bestellen om te leveren in September a.s. COEVORDEW. TOT DEN DIENST TOEGELATEN (4 Mei) — De classis Coevorden van de Geref. Kerken heeft na peremptoir examen toegelaten tot den Dienst des Woords den candidaat T. H. Hoeksema, beroepen predikant te Zwartemeer. 1 )E WIJK. AANRIJDING (3 Mei.). — De bekende auto's van de Thermochem. fabrieken te Bergum, welke hier haast dagelijks passeeren voor het ophalen der cadavers, reed hedenmiddag te De Stapel r.abij de boerderij van den heer R. Nijsingh, met zulk een kracht tegen een paal van de electrische geleidingen, dat deze totaal verbrijzeld werd. Deze palen zijn van belangrijke dikte en zijn voor 2 jaar geplaatst. Een geluk mag het voor den chauffeur zijn, dat zijn auto tegen den paal sloeg, daar hij anders met zijn auto in een diepen sloot was terecht gekomen. Door het gemeentebestuur is on-' middellijk een nieuwen paal geplaatst. VEEAANKOOP VOOR HET BUITENLAND (3 Mei). — Door den heer De Hartog, die zoo zachtjes aan een goede bekende en een zeer welkome en geziene persoonlijkheid wordt bij de fokkers in deze omgeving, zijn dezer dagen wederom diverse dieren aangekocht van verschillende leden van den Bond van Fokkers. Bij informatie konden wij nog niet te weten l:omen, voor welke prijzen de diverse dieren aangekocht zijn. ZITPLAATSENVERHURING (4 Mei). — Bij de heden gehouden zitplaatsenverhuring der Ned. Herv. Kerk IJhorst-de Wijk, was de animo beduidend minder dan voorgaande jaren, terwijl diverse plaatsen, weike

andere jaren verhuurd worden, thans onverhuurd bleven. Het totaal-bedrag der opbrengst was, terwijl wij dit bericht schreven, nog niet bekend. DIEVER. ROTKREUPEL (4 Mei). — Onder de schapen van L. van Nijen is rotkreupel geconstateerd. CENTRAAL GENOOTSCHAP (4 Mei). — In de gehouden bestuursvergadering van het Centr. Genootschap v. Kinderherstellings- en Vacantiekolonies afd. Diever is herkozen als voorzitter de heer G. de Nes en zijn gekozen tot secretaris den heer J. Boesjes en tot penningmeester de heer L. Schoernaker. HOOGERSMILDE. AARDAPPELVERSCHEPING (4 Mei). — Wegens de tweede aardappelcampagne van de cooperatie aardappelmeelfabriek „Oranje',' worden heel wat aardappelen verscheept. De hoop van vele aardappelverbouwers was gevestigd op een goede consumptiehandel. Het loopt echter op een schadepost uit. Ook de firma Scholten koopt weer op voor ƒ 1.15 per 100 K.G. Zoo komen de groote hoeveelheden aardappels, die er nog zitten, zoetjes aan den den kant. KOERANGE. PAARDEN OP HOL (4 Mei). — Zaterday gingen de paarden van Gebr. Westert op hol; bij de bijzondere school sprongen ze in een bermsloot en door den schok slingerde een der gebroeders, die op den wagen zat, er af, maar kwam er zonder ongelukken af. Een der paarden moest het echter met den dood bekoopen, het was doordat het andere paard er boven op lag gestikt. Door slager Witvoet van Meppel werd het dier afgemaakt en werd het paard naar het keurlokaal te Meppel vervoerd. BENOEMING (4 Mei). — Benoemd is tot monsternemer aan de zuivelfabriek J. de Vries Fzn. van hier. KLAZIENAVEEN (Noord). AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN (4 Mei). — De landbouwer B. Suelman, die gisteren door zijn op hol geslagen paard ernstig een het hoofd verwond werd, is reeds dienzelfden middag in het ziekenhuis te Groningen overleden. NORG. IN HET N. R. S. (4 Mei). — Heden werden c'oor den heer Schuurman, inspecteur van het Ned. Rundveestamboek, gekeurd stieren van den heer G. Davids alhier en van den heer R. Rijks te Langelo en met respectievelijk 77.9 en 76.2 punt in het stamboek opgenomen. GESLAAGD (4 Mei). — Onze vroegere plaatsgenoot de heer R. Burema, thans te L'onderen, is geslaagd en goedgekeurd als leerling-machinist bij de Staatsspoorwegen. ROLDE. KOE DOOR EEN AUTO AANGEREDEN (6 Mei). — Toen de koeien van den landbouwer F. T. alhier gistermorgen naar de weide werden gedreven en den kunstweg Rolde—Gieten moesten oversteken, werd een der dieren dermate door een uit de richting Gieten komende auto van den heer D. te Veendam aangereden, dat de rechterachterpoot brak. De passagiers bleven ongedeerd. Ook de auto werd niet beschadigd.

Hieruit blijkt weer eens duidelijk, hoe gevaarlijk het is los vee te drijven. De koe, die afgemaakt zal moeten worden, was verzekerd bij het onderling veefonds te Rolde voor f 260, waarvan 80 percent wordt uitgekeerd. RUINERWOLD. HERT GEZIEN (3 Mei). — Als een zeldzaamheid kunen we vermelden, dat gisteren te Oosteinde, niet ver van de school aldaar, een hert werd gezien. Het dier verwijderde zich ten spoedigste in Oostelijke richting. DE SCHOOL EN DE ZOMERTIJD (4 Mei) — Naar we vernemen sullen ingevolge besluit van den heer Inspecteur van het L. O. en heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente, de schooltijden aan de drie o. 1. scholen in deze gemeente, gedurende den zomertijd 1929, aanvangen om 9'/ 2 uur voorm. PAARDENMONSTERING (4 Mei). — Bij de gisteren gehouden paardenmonstering werd een exemplaar aangekocht van den landbouwer M. Keizer voor ƒ387.50. RUINEN. ONDERLING PAARDENFONDS (5 Mei). — Naar we vernemen waren er met ingang van 1 Mei bij het Onderlinge Paardenfonds alhier door 380 leden 468 paarden verzekerd en wel als volgt in de verschillende gehuchten : Ruinerdijk door 36 leden 40 paarden verzekerd ledrag ƒ 14400 ; Oldenhave door 42 leden 50 paarden, verzekerd bedrag ƒ 17450 ; Ruinen door 64 leden 74 paarden, verzekerd bedrag ƒ25730; Achterdijk door 31 leden 31 paarden, verzekerd bedrag ƒ8330; Stuifzand door 18 leden 20 paarden, verzekerd bedrag ƒ 6440; Fluitenberg door 27 leden 36 paarden, verzekerd bedrag ƒ 12560 ; Pesse door 40 leden 411 paarden, verzekerd bedrag ƒ16700; Ansen door 69 leden 93 paarden, verzekerd bedrag ƒ31030; Echten door 26 leden 45 paarden, verzekerd bedrag ƒ 15930 ; Hees door 27 leden 30 paarden, verzekerd bedrag ƒ9730. — Totaal verzekerd bedrag ƒ158300. Bij de laatste schatting bleek, dat het apntal paarden niet zoo groot was als andere jaien, een en ander tengevolge van het duurder worden der paarden, waardoor verschillende dieren verkocht werden en mede doordat 't vorig jaar het p'aarden-fokken niet erg Ioonend was, men veel minder merries heeft laten dekken dan andere jaren. " EMMABLOEM (6 Mei). — De opbrengst van den verkoop van het Emmabloempje was alhier ƒ57.60. VOORSCHOT LANDARBEIDERSWET (4 Mei). — Bij beschikking van den Minister van Financiën is aan de gemeente Ruinen een voorschot verleend tot een maximum van f 1710, ter uitbetaling van het door een landarbeider benoodigd bedrag voor de verkrijging van een plaatsje. SCIiOONEPEElL R.-K. KERK (4 Mei). — In de plaats van wijlen» den heer J. H. Wubbels is tot aflezer bij de R.-K. Kerk, door Burgemeester en Wethouders benoemd de heer H. C. Rours aldaar. OP TWEETAL (3 Mei). — Onze plaatsgenoote Mej. A. W. Burger, onderwijzeres aan de school met den Bijbel, komt voor op het tweetal voor onderwijzeres in gelijke betrekking te Abcoude.

APPELSCHA. BELEMMERING VAN HET VERKEER (4 Mei). — Het plan bestaat alhier een wissel te maken in de trambaan tusschen het Compagnonshotel en het punt waar de lijn van de vaart afbuigt. In verband hiermede zal, zoo schrijft de Lw. Crt.( de weg ter plaatse moeten wor: den verlegd. Tusschen de beide sporen is slechts gerekend op een breedte van 2 M. Daar een dergelijke breedte to gering is om behoorlijk de spoorwagens op beide sporen te lossen en het bovendien veel eenvoudiger is de op het langs den weg gelegen spoor staande wagens te lossen in op den weg opgestelde voertuigen, zal het gevolg ziin, dat het langs den wissel gelegen gedeelte van den rijweg voortdurend door het laden en lossen van spoorwagens wordt in beslag genomen, hetgeen een ernstige belemmering beteekent voor het verkeer op den toch reeds smallen weg. De wegen-commissie van den A. N. W. B. en de N. N. A. C. heeft daarom aan het gemeentebestuur van Ooststellingwerf verzocht te willen bevorderen, dat de weg zooveel mogelijk wordt omgelegd, dat tusschen den kant der verharding en het tramspoor voldoende ruimte overblijft voor het laden en lossen der spoorwagens, zonder dat het wegverkeer daardoor wordt belemmerd.

door JAN VAN MERLENSTEIJN. 18 Maandag Met de militaire controle kwam voor ons nog een kwaad oogenblikje. Het waren een Engelsche luitenant en vier man. Aan dezen zeer ongewonen maatregel zagen wij hoe ijverig er naar ons werd gezocht. Toen zij aan boord kwamen, verdween George natuurlijk onmiddellijk in het laadruim. De eerste stuurman speelde de rol van kapitein en legde hun de papieren van de „Insulinde" voor, die volkomen in orde waren. Daar had vader voor gezorgd. Het was een benauwd kwartiertje, dat Wij doormaakten totdat de Engelschen die klaarblijkelijk niet al te best over de Hollanders te spreken waren, zich brommend weer verwijderden. Een voordeel was het, dat de Engelsche luitenant de courant, welke hij had meegebracht, vergat weer mee terug te ntmen. Wij konden haar echter pas den volgenden dag lezen, omdat de nachtdienst ditmaal niet toeliet, dat onze opmerkzaamheid ook maar een oogenblik werd afgeleid. Bij het weggaan liep de luitenant ons nog grimmig toe : „Maakt dat jullie je landgenoot Van .ier Velde onderweg oppikt. Oo zijn aai'nuciing is een belooning van vijf en twintig duizend pond gesteld!" Later vertelde mij de tweede stuurman. die toen juist naast vader stond, dat deü bij het hooren van die woorden iets zachtjes voor zich heen mompelde. „Vervloekt weinig." Onze marconist, die uitstekend Engelscli verstond, had de woorden ook gehoord en toen wij den volgenden morgen Suez passeerden, melde een van onze matrozen dat de man was verdwenen. Wij lieten het heele schip doorzoeken, maar hij was en bleef weg. Daar hü tengevolge van onze waakzaamheid geen concentrator had kunnen meenemen, was het onieluk toch Kfeiner dan wij vreesden, temeer

daar zoowel ik als Gerard en George het radioapparaat konden bedienen. Toch was het altijd nog groot genoeg, want wij zaten in de Roode Zee, die over de tweeduizend kilometer lange val, die aan het eene einde door het Suezkanaal en aan het andere door de zeeëngte van Aden wordt afgesloten. Een netelige toestand. Wij kwamen bijeen om te beraadslagen op het dek, daar we de zaak moesten bespreken, zonder onze waakzaamheid te verminderen. Ik moet hier ter onzer eere zeggen, dat wij eigenlijk geen oogenblik boos op den man waren. Vader maakte aan deze zijde van het geval een einde met de woorden : „Het is een arme duivel en het geld heeft hem verblind." Dat was de geheele lijkrede op de eerlijkheid In trouw van een man, op wien we gebouwd hadden en die ons teleurstelde. Hij was en bleef de eenige Judas onder onze lieden en het heeft hem berouwd. Later hoorden wij dat hij het loon voor die daad ook heeft gekregen. Zijn verraad ten spijt, gelukte het onzen vijanden niet, ons in hahden te krijgen Hij kreeg dus geen cent van de uitgeloofde belooning en keerde als een arme drommel naar Holland terug. De mare van zijn verraad had zich echter als een loopend vuurtje door het land verbreid en cveral waar hij aanklopte vond hij gesloten deuren. Hij zwierf ge'orandmarkt door zijn vaderland en langen tijd daarna toen wij van onzen zwerftocht waren teruggekeerd, klopte hij berouwvol en in sjofele kleeren aan vaders deur om hem vergiffenis te vragen. Vader nam hem toen weer in dienst, omdat hij niet wilde, dat de vrouw en kinderen van den verrader nog langer onder de schuld van den man zouden lijden. George, die natuurlijk aan de beraadslaging deelnam zeide : „Ik ken u genoeg om te weten, dat het niet in uw bedoeling ligt, bloed te vergieten. Ik neem aan, dat u uwe tegenstanders zooals u reeds vroeger hebt gedaan, eenvoudig buiten gevecht wilt stellen. Daar mijne landgenooten dus niet in direct gevaar verkeeren, wil ik u gaarne mijn meening over het geval zeggen. Na dat, wat ik van uw apparaat heb gehoord, ligt het grootste gevaar Toor u in een onverwachten

aanval. Tegen een aanval, dien u van tevoren aan ziet komen, kunt u zich met uw concentrator altijd verdedigen. Het gevaar voor u ligt in het onverwachte." „Zooals bijvoorbeeld vrachtbooten met gemaskeerd geschut," zei vader. „Het is te betwijfelen, of zulke booten reeds weer bestaan, daartoe is de tijd misschien te kort geweest. Niettemin zal het goed zijn, iedere boot, die wij tegenkomen, door middel van een concentrator op het gebied van bewapening te onderzoeken. ' Op dit oogenblik vloog Gerard op, sprong op de dichtsbijstaande concentrator toe en de „Insulinde" schoot zoo plotseling en snel vooruit, dat wij over elkaar heenvielen. Dit alles had zich in den tijd van ongeveer drie seconden afgespeeld. Achter het schip zagen wij de zilveren streep van een torpedo onze vaartrichting kruisen. Wij keken zoekend rond en ontdekten al heel gauw de periscoop van een onderzeeër. Het volgend oogenblik dook hij, als door een reuzenhand omhoog getrokken, op. Gerard had den concentrator erop gericht en daarmee de watertanks, die voor het overwicht van het schip zorgen, geledigd. Het was met twee kanonnen gewapend, die echter op hetzelfde moment in het water lagen. Gerard kwam uit den concentrator te voorschijn cn zeide : „Ik heb voor alle zekerheid nog de torpedobuizen ingedrukt en de stuurinrichting gebroken." Wij zetten de beraadslaging nog even voort en besloten met de grootst mogelijke snelheid verder te varen en het noodlot en onze waakzaamheid voor de rest te laten zorgen. Het ongelukkige toeval dat een duikboot op weg naar huis door middel van de radio-telegraphie de opdracht had gekregen, ons aan te houden, maakte geen al te diepen indruk op •ons. In allerijl toonden wij George, hoe het apparaat gebruikt moest worden, zoodat ook hij mee kon helpen. Daar wij elkaar om het kwartier aflosten, had ieder van ons nu tusschen de bedieningstijden een pauze van een uur, dat evenwel door waakdienst in beslag werd genomen. Dat was echter niet zoo onaangenaam als het werken in den concentrator, want de hitte in de Roode Zee was drukkend

en deed zich in den kogel van den concentrator dubbel erg voelen. Wij voeren met een snelheid van 160 mijl per uur, zoodat wij lang voor het invallen van den avond bij de Straat van Aden kwamen. Ons vermoeden, dat wij door de geweldige snelheid deze zee-engte zouden bereiken voordat onze vijanden den tijd hadden om waarlijk gevaarlijke maatregelen tot blokkeering van deze engte te treffen, bleek juiste te zijn geweest. Maar toch moet ik erkennen, dat zij al het mogelijke deden en daarbij blijk gaven van groote handigheid en ware doodsverachting. In de straat van Aden kwamen wij nJ. een stoom boot tegen. Wij richtten er een concentrator op om eventueel kanonnen, die erop verborgen mochten zijn, overboord te gooien, maar wij vonden niets. Het schip was dus oogenschijniyk ongevaarlijk. ■ Toen wij echter dichterbij kwamen, zagen wij tot onze groote verwondering een aantal menschen over boord springen, die alle van zwemgordels waren voorzien. Toen maakte het schip geheel onverwacht een zwenking zoodat het dwars voor ons kwam te liggen. Het volgend oogenblik zouden wij op de boot ingeloopen zijn, als Corry niet een bewonderenswaardig bewijs van tegenwoordigheid -van geest had geleverd. Snel als de gedachte was zij op een concentrator toegesneld, en had hem het volgende oogenblik op de vrachtboot ingesteld, terwijl zij zijn snelheid zoowat vijfvoudig versterkte. Het gevolg hiervan was, dat het schip ver over het beoogde doel heenschcot, zoodat wij er ongeveer tachtig tot honderd meter achterlangs gingen. Wij begrepen de geschiedenis niet heel goed en braken ons nog langen tijd het hoofd er over. Naderhand vernamen wij pas de verklaring. Van Suez uit had men de geheele kust tot Britsch-Indië aan den eenen en Kaapstad aan den anderen kant gealarmeerd in het bijzonder natuurlijk het dichtst bijgelegen Aden. Tegelijkertijd had men het mislukken van den duikbeotaanval gemeld. Te Aden lag toen juist de reusachtige stoomboot „Isis" van de Messageries Maritimes. Vlug besloten, had de Engelsche commandant van Aden radio-telegraphisch verlof gevraagd deze stoomboot te

mogen koopen en dit werd hem toegestaan. Hij liet de manschappen aantreden en nam slechts dat gedeelte mee, dat zich vrijwillig aanbood. HU had het plan gemaakt ons tegemoet te varen en op het beslissende oogenblik dwars voor ons te liggen, zoodat wij met volle vaart tegen de reusachtig groote stoomboot die zoowat zesmaal zoo groot was als onze „Zwaluw" moesten oploopen, hetgeen deze zeker zwaar beschadigd, zoo niet vernield zou hebben. De manschappen, behalve de allernoodzakelijkste, moesten op het laatste oogenblik voor de botsing in zee springen. Het besliste optreden van Corry had echter van de tragedie een blijspel gemaakt, want het was komisch te zien, hoe het reusachtige schip, als met een sprong voor ons heenschoot. De Straat van Aden was gepasseerd en het eerste wat wij deden, toen wij ons weer in de betrekkelijke veiligheid van de volle wereldzee bevonden, was de courant ter hand nemen, welke de Engelsche officier had achtergelaten en die in den loop van de opwindende gebeurtenissen eenvoudig was vergeten. Wat wij daar over ons lazen, was deels belachelijk, deels walgelijk. Wij werden als een bende misdadigers voorgesteld, die den wereldvrede bedreigden en wier vernietiging het doel van ieder fatsoenlijk mensch moest zijn. De meest afgezaagde phrasen uit den wereldoorlog werden in een nieuwen vorm opgedischt. Eigenlijk was het komiek. De wereld, of liever haar grootmachtige bestuurders hadden door de geweldige ondervindingen, opgedaan in den grooten volkenstrijd, nog niets geleerd. Nu was zij evenmin in staat als toen om de eenvoudige regels, die zij het gedrag der burgers in hun privéleven voorschrijft, ook in groote en gewichtige internationale conflicten te gebruiken. Want tenslotte waren wij een internationaal probleem voor haar geworden. Tot een internationaal probleem werd n.1. alles, wat den grooten Staten onaangenaam kan worden, vanaf een nieuw kanon, dat een grooter en zekerder draagkracht heeft dan de oude, tot aan de vliegmachine, die sneller en hooger vliegt dan die van den naburigen Staat. Wordt vervolgd).

VERDUISTERING. In de maand April kwam Jannes van der M. zwervende, bij P. van der Ploeg te Assen en vroeg van dezen een rijwiel te huur. Men kwam overeen dat hiervoor wekelijks ƒ2.50 huur zou worden betaald, waarop hij naar Meppel vertrok naar de woning van G. J. Pul - len waar hij in de kost was. Deze wilde hem echter niet binnen laten voor hij zijn schuld van ƒ25 wegens niet betaling van kostgeld en geleend geld betaald zou hebben. Hij had echter geen geld om te betalen en wilde gaarne naar zijn kamer waar hij nog verschillende goederen had staan. Hij gaf toen de gehuurde fiets in pand, waarna hij naar zijn kamer mocht gaan om zijn goederen te pakken. Daar Van der Ploeg geen huur voor zijn rijwiel ohtving werd een onderzoek ingesteld en bleek de gehuurde fiets verpand te zijn. Verdachte moet heden terecht staan wegens verduistering van een rijwiel, doch is niet verschenen. Getuige P. van der Ploeg verklaart dat verdachte nooit huur heeft betaald, hij heeft nog eens een brief van dezen ontvangen met de mededeeling dat hij spoedig te Assen zou komen, wat hij echter niet heeft gedaan. Volgens getuige Pullen gaf verdachte de fiets in pand om naar zijn kamer te mogen gaan, hij wist echter niet dat de fiets door verdachte gehuurd was. Het O. M. acht het ten laste gelegde bewezen en eischt wegens verduistering 8 maanden gevangenisstraf, met teruggave van de fiets.. DE DOODSTRAF. In den Duitschen Rijksdag worden op het oogenblik debatten gevoerd over de herziening van het strafwetboek, waarbij dr. von Guérard, de nieuwe Minister van Justitie, zich vóór den doodstraf heeft uitgesproken, omdat zijns inziens de tijd afschaffing daarvan nog niet rijp was. Ën als argument voor handhaving der doodstraf voerde minister Guérard aan, dat vele groote beschaafde volken de doodstraf nog steeds handhaven. In „De Telegraaf" wijst de Amsterdamsche advocaat mr. dr. C. A. Vaillant nu

op de mogelijkheid van rechterlijke dwaling, tengevolge waarvan een ter dood veroordeelde onschuldig zou kunnen worden gevonnist, welk feit dan niet meer ongedaan gemaakt zou kunnen worden. En een treffend geval wordt dan door Mr. dr. Vaillant vermeld. Het was in de zestiger jaren, zoo zeide hij, dat voor het Provinciaal Gerechtshof in Zeeland een man terechtstond wegens een afschuwelijken moord. Een boerenmeisje was vermoord gevonden in een hooischuur; de dood was ingetreden ten gevolge van verstikking in het hooi. Van het feit werd beschuldigd een boerenknecht, die volledig bekende Imet ihet meisje den nacht te hebben doorgebracht en haar in het hooi te hebben gesmoord; de beschuldigde werd door verschillende getuigen herkend, die hem den avond voor het misdrijf bij de schuur hadden zien ronddolen; kortom, het wettelijk bewijs was zoo volledig mogelijk geleverd, en het Hof sprak de doodstraf uit. 's Hofs voorzitter evenwel, principieel tegenstander der doodstraf, wendde zich met een uitvoerig particulier schrijven tot den toenmaligen Minister van Justitie (toevallig een academievriend) en wist gratie te verkrijgen; de straf werd vervangen door tuchthuisstraf. Jaren later kwam een boerenknecht uit het zelfde dorp te sterven, en bekende op zijn sterfbed aan den geestelijke, die hem het laatste Oliesel toediende, dat hij het was geweest, die den moord had gepleegd, en niet zijn te dier zake veroordeelden tweelingbroeder. Wat was het geval ? De werkelijke dader was een gehuwd man, vader van kinderen en om hem en zijn gezin te redden offerde zich de ongehuwde tweelingbroeder op en nam de schuld op zich. Dit eene feit, zoo besluit Mr. Dr. Vail* lant, is reeds voldoende om het instituut der doodstraf te veroordeelen. Mocht minister von Guérard daar ook nog eens kennis van nemen I Intusschen blijkt de meerderheid in de rijksdagcommissie het niet met minister von Guérard eens te zijn. Want naar gemeld wordt heeft dr. Kahl (Duitsche Volkspartij) definitief zijn voorstel ingediend, waarbij bepaald wordt, dat de dood* straf vervangen wordt door levenslange tuchthuisstraf. De soc.-dem. woordvoerder dr. Rosenfeld verklaard dat, daar het van de aanneming van het voorstel-Kahl afhangt of er in den Rijksdag een meerderheid zal zijn tegen de doodstraf, de soc.-dem. voor dat voorstel moeten stemmen. En daarmede acht men de practische beslissing gevallen, n.1. in de richting van feitelijke opheffing van de doodstraf.

— Ik beoordeel de menschen naar de sigaren, die ze rooken. — En ik naar die ze fe offreeren.