Provinciale Drentsche en Asser courant

Zeniawsfillend en zenuwsterkend is de werking van MIJÜHJ &ROT 'S Glazen Buisje75 ct. BijApoth.en Drogisten (Adv.)

Frof. Obbink vertelt in het „Algem. Weekblad" het volgende : „Er is in de geheele wereld wel geen boek, dat zoo groote goddelijke eer wordt bewezen als aan het z.g. Granth Sahib, het heilige boek der Sikhs. De Sikhs vormen een uitgebreide godsdienstgemeenschap in Engelsch-Indië, met de stad Amritsar als middelpunt. Hun godsdienst is een mengelmoes van allerlei, voornamelijk Mohammedaansche en Hindoesche elementen. Hun „bijbel" heet Adigranth, maar wordt door de Sikhs graag Granth Sahib genoemd. Granth beteekent „boek" en Sahib is „heer". Met dezen titel wordt dit boek dus verpersoonlijkt : het is een boek, maar tevens: heer. Het kreeg omstreeks het jaar 1600 zijn tegenwoordigen vorm, maar bevat veel oudere elementen : liederen van beroemde goeroe's enz. De geloovigen bewijzen aan dit boek goddelijke eer. Het boek ligt, in zijde gebonden, op een met goud bestikt kussen in den heiligen tempel te Amritsar, onder een prachtig bewerkten baldakijn. Het is steeds door priesters omgeven. Des avonds wordt het Bock, als was het een mensch, van zijn deftige ligplaats genomen en in een slaapkamer te rusten gelegd. Die slaapkamer heet „AkalBungal" (= woonplaats des eeuwigen) en de Granth Sahib rust daar gedurende den nacht. Zoodra het Boek „ter ruste" is gelegd, verkondigt een priester, dat „de hooge Heer slaapt" en dan mag in den ganschen omtrek geen geluid meer worden gehoord, om den slapenden God niet te storen. Des morgens om 5 uur wordt het Boek „gewekt"; priesters brengen den „hoogen Heer" zijn ontbijt en wenschen hem onder diepe buigingen „goeden morgEn". Hij wordt dan weer naar zijn dagelijkschen troonzetel gebracht, waarachter een paar priesters staan met waaiers om hem koelte toe te wuiven. Dit Boek is de groote beheerscher van het land. Alle Maharadja's en grootwaardigheidsbekleeders zijn hem onderdanig en maken van tijd tot tijd hun opwachting onder het aanbieden van kostbare geschenken. Wanneer zich een hooge bezoeker meldt, dan wordt zijn komst gemeld aan het Boek door een priester. Door zwijgen geeft het Boek zijn bereidheid te kennen den bezoeker te ontvangen. Deze buigt zich eerbiedig voor het Boek neer en vaagt onderdanig nïar diens welvaren, waarop de dienstdoende priester het antwoord van het Boek voorleest. Al deze gebruiken zijn gesanctioneerd door den laatsten goeroe der Sikhs, die beval dat na zijn dood dit Boek in tie plaats van den goeroe zou treden. Ook werken hier oud-Indische voorstellingen na: het Boek is in zekeren zin een „avatare" (= incorporatie , vleeschwording) van de godheid, en daardoor zelf god."

Vergadering van den Raad der gemeente Westerbork, op 24 Mei 1929. Aanwezig alle leden, behalve de heer J. Lanting (afwezig met kennisgeving). Voorzitter, de heer A. Zilvold, Burgemeester. Secretaris de heer J. Nijsing. 1. Beëediging van den heer J. Riemersma. Nadat de heer Riemersma in handen van den Voorzitter de vereischte beloften heeft afgelegd, feliciteert de VOORZITTER ihem met zijn benoeming en heet hem welkom ter vergadering, daarbij de hoop uitsprekende, dat de belangen der gemeente door hem zullen worden bevorderd en dot de goede toon, die steeds in de vergaderingen heerscht, behouden moge blijven. Nadat de heer RIEMERSMA den Voorzitter dank heeft gezegd, wordt door hem de voor hem bestemde zetel ingenomen. 2. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden door den Secretaris voorgelezen, waarna deze ongewijzigd worden vastgesteld." 3. Aan de vergadering wordt medegedeeld : a. dat bij Koninklijk besluit is goedgekeurd het raadsbesluit tot wijziging der verordening op de heffing eener belasting naar het inkomen ; b. dat door Ged. Staten is goedgekeurd het raadsbesluit van 30 April tot verhuur van woningen ; c. dat de dames H. G. Kramer en G. Padding haar benoeming tot onderwijzeres aan de o. 1. school te Westerbork en de dames A. Kramer, H. J. Boonstra en N. A. Jakobs haar benoeming tot onderwijzeres respectievelijk aan de o. 1. scholen te Orvelte, Balinge en Witteveen hebben aangenomen; d. dat Mej. J. Polter baar benoeming tot onderwijzeres aan de o. 1. school te Elp niet heeft aangenomen;

e. dat bij de op 13 Mei 1929 gehouden aanbesteding van het bouwen eener nieuwe openbare lagere school te Westerbork het laast is ingeschreven, voor zooveel betreft perceel 1, timmer- en metselwerk, door H. Nijlunsing Hzn. te Westerbork voor f43956.— en voor zooveel betreft gerceel glas- en schilderwerk, door H. ecekeringh te Westerbork voor f 1817.— en dat het werk aan genoemde inschrijvers is gegund; f. dat bij de op 16 Mei 1929 gehouden aanbesteding van het verbouwen van de openbare lagere school te Elp en het aanbouwen van een lokaal het laagst is ingeschreven, voor zooveel betreft perceel 1, timmer- en metselwerk, door J. Barelds Hzn., te Assen voor f 12780, en voor zooveel betreft perceel 2, glas- en schilderwerk, door H. Beckeringh te Westerbork, voor f817 en dat ihet aan genoemde inschrijvers is gegund ; Voor kennisgeving aangenomen. g. dat B. en W. ten behoeve van J. Daalman, die met zijn gezin dakloos was, een woonwagen hebben aangekocht voor f300, welk bedrag door Daalman in termijnen aan de gemeente zal worden terugbetaald. Wordt gesanctionneerd. 4. Ter tafel komen de volgende ingekomen stukken: a. extract uit de notulen van het verhandelde bij Ged. Staten, houdende goedkeuring der in de raadsvergadering van 30 April j.I. vastgestelde verordening op de keuring van waren. Voor kennisgeving aangenomen. b. een schrijven van het bestuur der landbouwvereeniging te Westerbork, houdende verzoek om de jaarwedde van den gemeenteveearts f 250 te willen verhoogen. De VOORZITTER deelt mede, dat het adres juist voor de vergadering is ingekomen. Hij stelt voor het te stellen in handen van B. enW. om advies. Aldus wordt besloten. 5. B. en W. deelen mede* dat de Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage, tengevolge van de wijziging der tarieven der Nederlandsche Bank, de rente voor debet- en creditsaldi in rekeningcourant heeft moeten verhoogen onderscheidenlijk tot 6 'A % en 4 %. In verband daarmede is wijziging noodig van de bestaande rekening-courant-overeenkomst, waarvan de inhoud is bepaald bij raadsbesluit van 26 Mei 1926, evenals van het besluit van.16 Januari 1929, waarbij B. en W. worden gemachtigd bij de bank gelden op te nemen ter voorziening in de behoefte aan kasgeld voor den dienst van 1929. Dit laatste besluit behoeft ook uit anderen hoofde wijziging. Het maximum der op te men gelden is daarbij bepaald op f 75000. Dit bedrag is onvoldoende. Alleen voor schoolbouw (bouw en verbouw van openbare en bijzondere scholen) zal bijna f 100.000 noodig zijn. In p'.aati van het laatste besluit te wijzigen is het*eenvoudiger het in te trekken en een nii:uw besluit vast te stellen. B. en W. stellen voor het raadsbesluit v».n 26 Mei 1920 zoodanig t3 wi.zigen, dat artikel ï der rekening- courant-overfwvlomst wordt gc.Yzen : „ü? Bank bepaalt de rente voor de saldi in debet en ticcit. Deze reit3 zal niet meer mogen bedragen dan 2 % boven het promesseel stento der Neder'andsche B:ink over hft debetsaldo en niet minder dun 2 % tentden dat promesse-disconto over het creditsaldo. Bij den aanvang dezer overeenkomst bedragen die rente-percentages onderscheidenlijk 6 Yi % en 4 %. Voorts stellen B. en W. voor het raadsbesluit van 16 Januari 1929 in te trekken en hun College thans te machtigen tot opname bij de Bank tot een bedrag van ten hoogste f 100.000, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld voor den dienst van 1929, tegen een koers van 100 % en een rente van ten hoogste 6 'A % per jaar. De heer ENTING vindt een rente ver. 6 i / 2 At nogal hoog. Het komt 'nen. voor dat de bank geen rekening houdt met het belang der gemeente. De heer REINDS vindt de rente eveneens hoog en tevens dat er een groot verschil bestaat tusschen de rente voor debet- en creditsaldi. De VOORZITTER licht toe, dat de rente bij andere banken ook hoog is. De heer ENTING meent dat elders goedkooper geleend zal kunnen worden. Hij noemt b .v. de boerenleenbank te Assen, die een groot creditsaldi bij de Raiffeisenbank te Utrecht heeft.

Er zal misschien wel een jaar lang ƒ100.000 moeten worden geleend en dan zal het hee! wat aan rente kunnen schelen. De heer VAN DIS bespreekt hierop de boerenleenbanken. De VOORZITTER zegt, dat de gelden zullen worden opgenomen naar gelang van de behoefte, dat niet bekend is wanneer opneming zal moeten plaats hebben, dat zulks afhangt van den voortgang van da schoolbouwwerkzaamheden, en dat de tijdelijke leening geen Jaar behoeft te loopen, wijl na afwikkeling van la: x^xuxaw se n vaste leening kan worden aangegaan. Voorts dat in verband met de regeling van de betalingen tusschen het Rijk en de gemeenten via de Bank met deze wel een rekening-courant overeenkomst moet werden gesloten. Nadat deze aangelegenheid nog een wijle is besproken, wordt, na toezegging van den Voorzitter, dat B. en W. zullen onderzoeken of op voordeeliger voorwaarden zal kunnen worden geleend, in welk geval B. en W. met nadere » voorstellen bij den Raad zullen komen, beslon overeenkomstig de voorstellen van B. en W 6. Beschikbaarstelling leermiddelen vcor bijzondere school te Westerbork. B. en W. leggen over een aanvraag van het bestuur van de bijzondere lagere school te Wes, terbork om voor aanschaffing van leermiddelen de benoodigde gelden te mogen ontvangen Ze deelen mede, dat deze aanvraag een is a!s bedoeld in artikel 72 der Lager onderwijswet en behoort te worden ingewilligd. Ze stellen dan ook voor de aangevraagde gelden beschikbaar te stellen. A 'dus wordt besloten. 7. Overeenkomst levering electriciteit met de provincie Groningen. 3. en W. stellen voor hen te machtigen tot Gedeputeerde Staten van Groningen het verzoek te richten het tusschencontract te laten doorloopen tot 1 Januari 1930. Aldus wordt besloten. 8. Aanleg laagspanningsnetten. B. en \V. stellen voor te besluiten : a. tot aanleg van een laagspanningsnet vooj de gehuchten Garminge, Balinge en Mantinge; b. B. en W. te machtigen den aanleg te doen uitvoeren door de Maatschappij tot aanleg en exploitatie van laagspanningsnetten te Groningen ; c. te bepalen, dat, in afwijking van het bepaalde in artikel 5 van het reglement en tarief voor de levering van electriciteit voor deze gemeente, de kosten van de aansluitleiding en de daarbij behoorende toestellen, alsmede die van den aanleg daarvan, voor bestaande perceelen, waarvan een aanvraag tot aansluiting bij de maatschappij niet is ingekomen voor een door B. en W. te bapalen datum, niet voor rekening der gemeente zullen worden genomen. De VOORZITTER deelt mede, dat kosten van aanleg van het net ongeveer ƒ16000 zullen bedragen. Aan vastrecht zal rond ƒ2440 moeten worden opgebracht. De heer ENTING vraagt hoeveel lantaarns ïeplaatst zullen worden. De VOORZITTER zegt dat voorlcopig op 14 gerekend is. Het is evenwel niet zeker, dat er 14 zullen komen. Er worden niet meer geplaatst dan noodig is. Voor de opbrengst van het vastrecht tot een bedrag van ƒ2440 heeft rich de landbouwvereeniging „De Broekstreek" garant gesteld. De heer SPIEKMAN meent dat er wel 14 lantaarns zullen komen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel "an B. en W. besloten. Verder stellen B. er. W. voor in te trekken het raadsbesluit van 13 November j.1., betreffende uitbreiding van het laagspanningsnet te Zwiggelte (aansluiting van de woningen vai: G. Abbing en 5 anderen), welke uitbreiding liet zal plaats hebben. Aldus wordt besloten. Tenslotte stellen B. en W. voor hun college te machtigen over te gaan tot wijziging of uitbreiding van een bestaand laagspanningsnet, 'ndien dit noodig of wenschelijk mocht blijken de kosten van elke wijziging of uitbreiding een bedrag van ƒ 600, niet te boven gaan en de /entabiliteit van het laagspanningsnet er niet door wordt verminderd. De VOORZITTi-t merkt op, dat het wenschelijk is, dat B. en W. niet met elke, dikwijls geringe uitbreiding bij den Raad behoeven te komen. Verschillende leden beamen dit. De heer ENTING zou gaarne vastgesteld wil'en zien, dat betrokkenen bij een beslissing van B. en \V. tot niet-aansluiting hunner woning aan het net bij den Raad in beroep zullen kunnen komen. De VOORZITTER zegt dat dit steeds mogelijk is en het niet behoeft te worden vastgelegd. De heer ENTING verklaart, dat er velen zijn, die meenen, dat een beslissing van B. en W. een beslissing in hoogste instantie is, waartegen een beroep op den Raad niet mogelijk is. Oat is de reden, waarom hij deze zaak aanroert. Hierna wordt besloten vorenbedoelde machtiging aan B. en W. te verleenen. 9. Aankoop grond. B. en W. deelen mede, dat aan de Oostzijde van het terrein, waarop de nieuwe openbare lagere school te Westerbork zal worden gebouwd, een stukje woeste grond ligt, ter grootte van ruim 7 A., toebehoorende aan de Coöp. Zuivelfabriek en Korenmalerij „Westerbork". Het is wenschelijk, dat de gemeente den eigendom van bedoeld stukje grond verkrijgt. Het zou beboscht kunnen worden, waardoor het schoolplein niet meer zoo open ligt voor de koude Oostelijke en hcord-Oostelijke winden. Het bestuur der zuivelfabriek is genegen den grond aan de gemeente te verkoopen voor ƒ25. Dit is een zeer billijke prijs. B. en W. stellen dan ook voor te besluiten tot aankoop van den grond. De heer REINDS en enkele andere heeren vinden de koopsom nogal hoog, wijl de fabriek destijds een stukje grond, gedeelte

van den vroegeren weg naar Zwiggelte, voor niets of zoo goed als niets van de gemeente heeft gekregen. Andere leden, w.o. de heer RIEMERSMA, vinden den prijs nogal billijk. De heer ENTING waagt of de koopakte notarieel moet worden opgemaakt. Een onderhandsche akte is goedkooper. De heer GERDING zegt, dat een onderhandsche akte ook nogal wat kost. De VOORZITTER zegt, dat de Secretaris de akte wel zal willen opmaken, zoodat ze niets kost. Hierna wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. .10. Benoeming en overplaatsing onderwijzend personeel. B. en W. deelen aede dat ter benoeming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school te Elp, ir. verband met het niet aannemen harer benoeming door mej. J. Polter te Hoogeveen, de navolgende voordracht is opgemaakt : 1. mej. G. P. G. Kramer te Smilde; 2. -nej. P. van der Veen te Nieuwolda; 3. mej. A. Aiberts te Assen. B. en W. stellen voor te bspalan, dat de benoeming zal ingaan op 27 Mei 1929. De vergadering wordt voor een wijle geschorst. Na heropening der "ergadering wordt mej. Kramer met algemeene stemmen benoemd, zulks met inigang van 27 Mei 1929. B. en W. deelsn verdar mede, dat aan de openbare lagere school te Westerbork een onderwijzer (es) had moeten worden benoemd van tenminste 23 jaren en in het bezit der hoofdakte, wijl het aantal leerkiachten, tengevolge van die benoeming, boven 4 steeg. Dit is aan de aandacht ontsnapt. Deze aangelegenheid kan evenwel op eenvoudige wijze opgelost worden en wel door overplaatsing van mej. P. H. Piel, onderwijzeres aan de openbare lagere school te Zwiggelte, die aan c*e gestelde eischen voldoet, naar de school te Westerbork en van Mej. G. Padding, onderwijzeres aan de school te Westerbork, naar die te Zwiggelte. De betrokken hoofden en onderwijzeressen gaan met de overplaatsing accoord, terwijl ook de Inspectïiee van het lagere onderwijs in de inspectie Borger zich er mede kan vereenigen. B. en W. stellen mitsdien voor te besluiten tot overplaatsing van de dames Piel r.n Padding als voren b2doeld, zulks met ingang van 25 Mei 1929. Aldus wordt besloten. 11. Wijziging veroidening toezicht op wegen. B. en V/. stellen voor artikel 4 van de „Verordening, houdende bepalingen betreffende het toezicht, het gebruik en de reinheid van de openbare wegen in de gemeente Westerbork", luidende : „Het is verboden iri of op 'n hondenkar gezeten door de kom van het dorp Westerbork of die der gehuchten te rijden, tenzij de trekhonden door een geleider te voet aan de hand worden geleid en in bedwang gehouden" te vervangen door een nieuw artikel luidende : „De geleider van een met één of meer honden bespannen hondenkar is gehouden bij het passeeren van rij- of voertuigen op openbare wegen of straten zich naast of achter de kar te bevinden en de honden, door het vasthouden der-kar of op andere wijze, in bedwang te houden." De VOORZITTER licht in, dat het zitten tijdens de rit op de hondenkar alleen mag geschieden met vergunning zijnerzijds. Het bestaande artikel 4 der verordening, die in 1917 ïs vastgesteld, verbiedt practisch het zitten op de hondenkar in de kommen der dorpen. Dit brengt nog? 1 hinder mede. Het nieuwe artikel verbiedt niet het zitten op de hondenkar, doch wil tevens, dat de veilig heid van het verkeer door een hondenkar niet in gevaar zal vorden gebracht. Hij wil er bij deze de aandacht cp vestigen, dat de betrokkenen zich aan het nieuwe voorschrift strikt dienen te houden. Geschiedt dit niet, dan wordt de vergunning tot het zitten op de hondenkar cloor hem ingetrokken. Meerdere leden betuigen hun ingenomenheid met de voorgestelde wijziging. De heer GERDING merkt op, dat vele auto's bij het passeeren b.v. van een rijwiel niet of niet voldoende raar rechts uitwijken. De heer GOSSEN bevestigt dit. De VOORZITTER geeft een voorbeeld van het niet uitwijken der voetgangers. Hierna wordt besloten overeenkostig het voorstel van B. en W. 12. Vaststelling vermenigvuldigingscijfer inkomstenbelasting, belastingjaar 1929/1930. Wordt aangehouden wijl de vereischte gegevens nog niet van dei Inspecteur der directe belastingen te Hoogeveen ontvangen zijn. 13. Vastgesteld v/ordt het door B. en W. aangeboden ontwerp-besluit tot wijziging der begrooting 1929. Bij den post: kosten van aankoop van een woonwagen voor J. Daalman, doet de VOORZITTER mededeefing van de juiste toedracht der zaak. Daalman zal de kosten van den wagen terugbetalen. Totdat volledige terugbetaling zal hebben plaats gehad, blijft de wagen, die aangekocht is van S. Scheffer, eigendom der gemeente. De wagen is best bewoonbaar. 14. Rondvraag. De heer SPIEKMAN vraagt om het in de bedoeling ligt, dat de straatweg van Garminge naar Balinge bij de bocht zal worden verbreed. De VOORZITTER bevestigt dit. De heer SPIEKMAN zcu dan de aandacht willen vestigen op de pomp, die ter plaatse onder den weg doorloopt. Deze ligt thans

veel te hoog, zoodat het water onvoldoende kan wegstroomen. Verlaging der pomp is hoogst wenschelijk. De VOORZITTER zegt verlaging toe. De heer ENTING vraagt of voor deze gemeente reeds een berekening is opgemaakt van de uitkomsten van de nieuwe wet tot regeling van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten. De VOORZITTER zegt, dat dit niet het geval is, doch dat het v:el in de bedoeling ligt. Mogelijk dat tegen de volgende vergadering te dezer zake inlichtingen kunnen worden versrtekt. De vergadering v.ordt vervolgens gesloten.

fenspe/ van vraag en antwoord, waarbij iets te raden blijft. Hoe vond je de mode-show? Weet je, wat mij zoo opvalt den laatsten tijd? Dat de menschen tegenwoordig veel meer zorg aan hun uiterlijk besteden dan vroeger Ja, tegenwoordig ziet ieder er uit om door een ringetje te halen Maar je moet niet denken dat 't allemaal.nieuw is, vergeet niet dat 't tegenwoordig veel gebruikelijker is dan vroeger om je kleeren af en toe eens een behandeling te [jil laten ondergaan bij Hoyer Filiaal Assen, Kiaisstr. 20, Tel. 31 HOYER «S toom t~. \Ze.rJtr,

Vrijdag is te Amsterdam begonnen het eerste c ongres"voor kleuterzorg. Het congres werd des middags door den ( ere -voorzitter, Minister J. R. Slotemaker de Bruine, geopend, waarna de inleiders — er zijn or elf ingeschreven — aan het woord kwamen. De eerste inleider, Prof. E. Gorter, hoogleeraar te Leiden, met als onderwerp : Morbiditeit en moraliteit der kleuters". De inleider stelde in het licht, dat toen men de medischseciale verzorging van het -kind goed ging regelen, de kinderen Uisschen één en zes laar slecht bedacht zijn. Zij vormen een vergeten groep. Maar het is schande, dat zij vergeten zijn. Want zij hebben onze zorgen zeer noo±2. aldus Prof. Gorter. Spr. wees ercp, dat de sterftecijfers van de kleuters, ondanks de verbetering in den loop' der jaren, toch nog ontstellend hoog zijn, want er stierf van de kinderen (1916—1925) die één jaar oud zijn geworden nog 1.15 pet. voordat zij dan leeftijd van 5 jaar bereikt hadden. Van alle 30 eczinnen met 3 kinderen is er 1, dat kans heeft (iet verdriet te moeten doormaken een kind te verliezen, voordat deze leeftijd is bereikt. En toch kunnen verschillende ziekten der kleuters voorkomen worden. Prof. Gorter eindigde met den wensch, dat het er den stoot toe mag geven, dat kleuters van Nederland weldra dezelfde goede reputatie genieten als d% zuigelingen reeds voor ons veroverd hebben. «Hierna was aan de orde het referaat van mevrouw H. L. Wymer van Beusichem, kinderarts te Amsterdam, over : „De kleuter en het huisgezin". In hare uiteenzetting schetste mevrouw Wymer de nooden van het jonge kind en wel vooral van 'iet kruipkind (1 tot 3 jaar). Zij hield een pleidooi voor ruime, hygiënisch ingerichte woningen en voor ruime speelgelegenheden, ook op de voorbereidende school. Het congres wordt heden voortgezet. FRIESCHE BLOEMBOLLENVEI.DEN. Het is langen tijd de opvatting geweest, zoo schrijft het Leeuwarder Nieuwsblad, dat bloembollen toch eigenlijk alleen maar gekweekt konden worden op dat kleine stukje van ons vaderland, waar bepaalde soorten geestgrond worden gevonden. Voor zekere soorten bollen, hyacinten b.v., is tot op heden die meening bestaan gebleven, doch voor verschillende andere soorten, zooals tulpen, gladiolen, narcissen, en in zekeren zin ook voor irissen, is men van gedachten veranderd. Wat Friesland betreft, hier werden enkele jaren geleden proefveldjes aangelegd voor tulpen, gladiolen en ook een enkele voor de narcis, 't Resultaat was zoo uitstekend, dat op 't oogenblik in die provincie zes H.A. land met bollen, voornamelijk tulDen, bezet zijn. Van die zes H.A. heeft fieetgum er twee, en daarmee is dit dorp 't grootste bollenveld in de provincie rijk. Pinksterdagen en ook in de week daarvóór zijn er heel wa# menschen naar dit Friesche bollenland komen kijken. Wie van Leeuwarden kwam, zag de bloemen al van uit de tram. — Lange, lange rijen tulEen in rood en geel, paarsch, roze, oranje, •e zon er op en de blauw lucht er boven, was 't veld een lust om aan te zien. De gTond waarop de tulpen gekweekt worden is onze gewone Friesche klei, waarop nog niet zoo lang geleden aardappelen en andere landbouwgewassen werden verbouwd. De bollen doen het er uitstekend. 't Gewas is zelfs veel forscher dan in de bollenstreek zelf. Ven de overige vier H.A. bollenveld ligt er 1 H.A. in Marum— Wester-Nijkerk, Nes (W.) heeft een veldje van 60 Are, in Paesens is 12 Are, in Arum pl.m. 90 Are, te Witmarsum ongeveer 36 Are, Pingjum heeft 'n klein veldje, terwijl ook in Franeker nog een paar pondemaat land gevonden worden, die met tulpen en narcissen bezet zijn. Verder liggen er nog een paar kleine proefveldjes bij Sexbierum, Minnertsga, Lieve Vrouwen Parochie, Holwerd en Kcudum. Waar de resultaten van de bollenkweek — in Beetgum bouwt men al voor 't vijfde jaar, in Arum voor 't vierde — tot nu toe uitstekend zijn, verwacht men, dat, tenminste wanneer 't pootgoed niet al te duur is, straks nog wel meer bouwers er toe zullen overgaan een gedeelte van hun land met bollen te bezetten. Als de zaken goed worden aangepakt, zit er heel wat in deze teelt, vooral wanneer het straks mogelijk blijkt — en daar is wel kans op — dat Friesland pootgoed gaat leveren. In ieder geval is de bollenteelt veel loonender dan de landbouw. Een gemakkelijk gewas is de bol echter niet. De bollenteelt eischt van den kweeker naast een voldoende kennis van het vak, een groote mate van zorgvuldigheid. Alleen de secure pieten onder de bouwers kunnen zich aan de bollenteelt wagen. Den anderen is 't minder aan te raden. Een bezwaar voor velen om met den teelt te beginnen is de duurte van het Pootgoed. Op 't oogenblik worden 'n Friesland een twintigtal soorten tulpen verbouwd, waaronder goedkoope zoowel als duurdere soorten. Per are is aan pootgoed Noodig één mud, waarvoor van f 20 tot P v er de f400 betaald wordt. Een H.A. bollenland, bezet met de duurdere soorten ■ u 'pen, komt den kweeker ongeacht 't arte dsloon, de bemesting enz., op 100 maal 400, is f 40.000, wat zeker niet gering is. Een deel van de Friesch^ kweekers verkoopt zi jn bollen, waarvoor'-van 2 tot 16 cent per stuk betaald wordt, aan de eigenaars der bloembollenvelden in Boven• ar spel, in de streek. Een ander deel ® n gt ze naar den bollenhandelaar. Ais voorgewas geven sommige bouwers gerekend over 2 jaar — vroege aardappelen. In den herfst komen dan de tulpen

er in, en na de tulpenoogst kan dan soms nog een tuinbouwgewas, late bloemkool b.v., gezet worden. Hoe denkt ment hier in Drenthe over 'i

CHR. GEREP. SCHOOLDAG. Te Apeldoorn werd dit jaar de schooldag gehoudea van de Chr. Geref. Kerk in Nederland. Prof. v. d. Schuit opende als rector der Theol. School de bijeenkomst met het doen zingen van Ps. 122 : 1 en 3. Na een welkomstwoord wees hij op het schoone woord van den psalm : „Bidt om den vrede van Jeruzalem." Moge daarin, aldus spr. de toekomst van ons Chr. Geref. leven zün geteekend, dan zal de Chr. Geref. Kerk al beter verstaan, dat deze vrede niet verkregen wordt ten koste van de waarheid naar Schrift en Confessie, maar moet gezocht in het licht van het Bijbelwoord: „Hebt de waarheid en den vrede lief." Na het inleidend woord van Prof. v. d. Schuit hield Ds. J. Drenth, uit Broek op Langendijk, een opwekkende rede. Ds. Hilbers, uit Enschedé, sprak over: Israels Koningschap. Spr. begon met de opmerking, dat de onderwerp actueel is, in verband met de opgravingen in de Oostersche landen, en in verband met de kwestie van de verhouding van Kerk en Staat : tevens heeft het belang in verband met de toekomst des Heeren. Spr. schetste de lotgevallen van Israël onder het Koningschap, om er op te wijzen, dat, als de schepter van Juda is geweken, de ware Koning over Sion komt, Jezus, in Wien en door Wien de Theocratie tot haar volle heerlijkheid zal komen. Met Jezus is het Koninkrijk gekomen, waarin de wil des Vaders volkomen heerschen zal. Dat Koninkrijk is niet van deze wereld. Ten slotte wees spr. er op, hoe Vorst Messias alle dingen aan zijn voeten zal onderwerpen, om te eindigen met de voorzegging, dat wanneer Hem alle dingen onderworpen zullen zijn, de Zoon zelf ook onderworpen zal worden, Dien Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen. DE A. V. R. O. De Radiobode van Vrijdag meldt, dat de A.V.R.O., zich gewend heeft, tot den Minister van Waterstaat met een verzoekschrift, waarin gewezen wordt op de moeilijkheden met betrekking tot de verdeeling der golflengten. Deze moeilijkheden, zoo wordt gezegd, worden nog vergroot door de pertinente verklaring van twee omroepvereenigingen, n.1. de K.R.O. en de N.C.R.V., dat zij onder geen enkele voor waarde kunnen medewerken tot het doen van algemeene uitzendingen. De A.V.R.O. deelt verder mede, dat zij, wanneer van de Union Radiophonie te Genève de toewijzing kan worden verkregen van een exclusieve golf, dan wel van een z.g. „onde commune", al of niet met toepassing van een zend systeem bekend als: Gleichwellenomroep; en in het laatste geval na vaststelling van de radiotechnische uitvoerbaarheid in Nederland, zij bereid is, voor zich, afstand te doen van alle aanspraken op haar billijk deel van den officieel ter beschikking van Nederland gestelden zendtijd op de golflengten 1875 en 298 M, Indien haar vergunning wordt verleend tot het oprichten en exploiteeren van zoodanigen eigen zender al of niet met hulpstations gebouwd vol gens het „Gleichwellen'-systeem, op een nader met de Union overeen te komen lengte, zulks voor het dagelijks uitzenden van een eigen programma; dat zij vermeent zoodoende, voor zoover zulks in haar vermogen ligt, blijk te geven van hare bereidwilligheid, ook in het brengen van groote financieele offers, tot het vergemakkelijken voor de regeering van de oplossing van het vraagstuk der verdeeling van den zendtijd; dat zij aanneemt, dat haar tegenwoordige positie in den Nederlandschen Radio-Omroep voor wat betreft golf en zendtijd niet zal worden gewijzigd tot tijd en wijle de nieuwe toestand technisch is verwezenlijkt. Redenen waarom zij den Minister eerbiedig verzoekt haar den bovenbedoelden, hiertoe vereischten steun, machtiging en vergunning te willen verleenen. COÖP. CENTRALE RAIFFEISEN-BANK. Dé Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank hield Donderdag in Tivoli te Utrecht haar gewone algemeene jaarvergadering, onder leiding van den voorzitter van den Raad van Toezicht, den heer G. W. Stroink (Steenwijkerwold), die in zijn openingswoord het overleden lid van den Raad van Toezicht den heer K. J. A. G. Baron Collot d'Escurie van Hontenlsse herdacht. Spr. wees er voorts op, dat de resultaten van het afgeloopen jaar niet ongunstig zijn. Mogen we, aldus spr., dus zeggen, dat 1928 een goed jaar was, dan dringt zich de vraag op, of we de verdere ontwikkeling onzer centrale organisatie rustig mogen aanzien. Volgens spr. mag dit geenszins. De tuinbouw, welke de laatste jaren een buitengewone vlucht heeft genomen, vraagt de volle aandacht. Het tuinbouwcrediet, dat hoe langer zoo meer een vraagstuk op zich zelf wordt, vraagt en heeft de aandacht van de leiding der Raiffeisenbank. Hoe langer zoo meer eischen verder de boerenleenbanken bijzondere zorg. De coöperatie staat in den laatsten tijd ook in de aandacht van buitenstaanden. De critiek welke door dezen op de coöperatie wordt geoefend is soms krachtig en verdiend, doch soms onverdiend. Spr. stelde zich de vraag, of bij den jongen boer wel die geest heerscht, welke noodzakelijk is om het mooie eoöperrtieve gebouw niet

alleen te behouden, doch ook uit te breiden. Eenerzijds ligt het voor de hand, dat de jongeren de moeilijkheden van de ouderen niet meer zoo beseffen. Spr. vroeg zich af of de jongeren het gevaar, dat hen bedreigt wel kennen. De geschiedenis der coöperatie wijst uit, dat de coöperatieve idee slechts door betrekkelijk weinigen is uitgedragen, in het bijzonder door de mannen van den landbouw-voorlichtingsdienst. De ouderen worden echter opgevolgd door jongeren, die veelal hun opleiding genieten aan de Landbouw-Hoogeschool te Wageningen Spr. treft de geest, waarin die jongeren worden opgeleid. Een inzicht, zooals door Professor Mees wordt gegeven t.a.v. handel en coöperatie, doet spr. vreezen, of die geest wel goed is en in het belang van de boeren. Die hoogleeraar staat bovendien niet als eenling, zoodat de toestand te dien aanzien ernstig is te noemen. Spr. achtte een dergelijke voortgang teleurstellend. Daarom wilde hij nadrukkelijk waarschuwen voor het dreigend gevaar : de afbraak van de coöperatie. Langs den weg van de landbouwcoöperatie, aldus spr., is nog zoo veel te bereiken en voor haar is nog een schoone taak weggelegd. Na deze openingsrede werd voorgesteld van het winstsaldo ƒ 519.036.5S af te schrijven op de rekening „Gebouw" ƒ 5000.— en op „Meubilair" ƒ 2.737.03, waardoor dit op één gulden zal zijn afgeschreven. Voorts werd voorgesteld het resteerend winstbedrag ad ƒ 511.289.53 in het reservefonds te storten, waardoor dit zal stijgen tot ƒ3.801.757.45. Ook werd voorgesteld het van de reserve afzonderlijk als „reserve koersverschillen" geboekte bedrag te verhoogen met ƒ 70.000.—, zoodat dit dan op ƒ 740.000.— komt te staan. Deze voorstellen werden goedgekeurd, evenals de rekening en verantwoording door het bestuur over 1928 (balans, benevens winst- en verliesrekening) en de rekening en verantwoording van het onderling waarborgfonds over 1928. Een wijziging van het huishoudelijk reglement der centrale bank werd aangenomen. De vergadering benoemde tot lid van het bestuurJhr. Dr. G. F. M. Baron van Hugenpoth tot Aerdt (aftredend); tot leden van den Raad van Toezicht de heeren G. W. Stroink te Steenwijkerwold en C. 8. van Beuningen te Maarsbergen (beiden aftredend) ; tot plaatsvervangende bestuursleden de heeren F. P. E. van Ditshuyzen te Baarn en C. S. v. Beuningen te Maarsbergen. De hoofdinspecteur, de heer Th. J. Visser, hield in de middagvergadering een inleiding over : De controle als factor voor den goeden gang van zaken in het landbouw-vereenigingsleven. —O— ALG. BOND VAN POLITIEPERSONEEL IN NEDERLAND. De Algemeene Bond van Politiepersoneel in Nederland heeft Donderdag te Groningen zijn jaarlijksche vergadering gehouden. De voorzitter van den Bond, de heer A. Lcewis te Amsterdam, hield een openingsrede en stelde vast, dat sedert 1 April j.1. het aantal leden is gestegen met 105. Dank zij de offervaardigheid der leden en hun vrouwen, is de Bond in het bezit gekomen van een gemeubeld huis. Door dit geschenk is het bezit van den Bond met ƒ 20.000 vergroot. In de deerde plaats geeft de geslaagfle opzet tot instelling van een ondersteuningsfonds reden tot voldoening. Daarbij deed hij o.m. een woord van ernstig protest hooren tegen het traineeren van regeering en Tweede Kamer met de totstandkoming van de Ambtenarenwet. Spr. wees nog op de moeilijke positie, waarin het politiepersoneel verkeert als het bij stakingsconflicten de orde heeft te handhaven. Dat bij zulke conflicten wel eens een fout wordt gemaakt, mag niet te zwaar wegen. In dat verband ook huldigde spr. de nagedachtenis van de veldwachters, die te Grootegast in de uitoefening van hun taaak noodlottig om het leven zijn gekomen. Het beleid van het hoofdbestuur, het jaarverslag en het beleid van het bondsorgaan v/orden na breedvoerige discussie goedgekeurd. Aangenomen werd in besloten vergadering om den inmiddels afgetreden bondssecretaris, den heer P. A. Perrels te Amsterdam, eervol ontslag te verleenen en hem een uitkeering ineens te geven, ten einde hem het overgaan naar een andere betrekking te vergemakkelijken. Daardoor verviel de noodzakelijkheid om voor den heer Perrels een wachtgeldregeling vast te stellen. Door dit besluit vervielen de voorstellen van Amsterdam en Den Haag, betreffende vermindering van het aantal bezoldigde bestuursleden. Rotterdam nam haar voorstel nopens deze materie terug. Amsterdam trok haar voorstel tot vermindering van het aantal bedienden op het bondskantoor in. In de heropende openbare vergadering vereenigde het congres zich met het prae-advies van het hoofdbestuur inzake het voorstel-Rotterdam betreffende een alphabetisch register. Amsterdam nam haar voorstel inzake oprichting van vrouwencomitè's na een toezegging van het hoofdbestuur terug. Het voorstel van Den Haag betreffende royement van den heer Van Eek werd ook teruggenomen. —o— OPHEFFING VAN DE MARINEWERF TE HELLEVOETSLUIS. Naar de „Telegr." verneemt, heeft de Minister van Defensie, de heer Lambooy, besloten de marinewerf te Hellevoetsluis tegen 30 Mei 1930 op te heffen. HET VLIEGONGEVAL TE BAGDAD. Naar het Corr. Bureau van bevoegde zijde verneemt, zal het stoffelijk overschot van den bij het vliegongeluk te Bagdad omgekomen officier-vlieger Everts van regeeringswege naar Nederland worden overgebracht, om op het R.-K. kerkhof te Rijswijk ter aarde te worden besteld.

IJS ONDER DE PUINHOOPEN ! Als een bizonderheid kan worden medegedeeld, dat Donderdag bij het opruimingswerk van de puinhoopen van het op 12 Febr. door brand verwoeste stadhuis te Leiden van onder het puin nog twee groote ijsklompen zijn te voorschijn gebracht. GASVERST1KKING. Te Lochem had de wed. J. een kleedingstuk boven een gaskraantje op haar slaapkamer gehangen. Als gevolg hiervan is het kraantje open komen te staan, tengevolge waarvan de^ vrouw bedwelmd is en later aan de gevolgen is overleden.