DEN HAAG, 30 Mei. Zomersche Senaatsstemming. — Tot na lialf Juni. pe Senaat heeft héden, Donderdag, een korte vergadering gehouden, waarin negentien punten, ter agenda vermeld, zonder stemming en — op eentje na ! — zonder debat voor de goedkeuring door H. M. zijn rüP gemaakt. Ik noem ervan: Voorbehoud der bevoegdheid tot taetreding tot het ontwerp-verdrag betreffende den leeftijd, waarop kinderen mogen worden toegelaten tot den arbeid in den landbouw (Genève 1921). Wijziging der we t tok regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen en aanvulling van art. 39 der Armenwet. Bepalingen betreffende inen doorvoer van kippen- en eendeneieren. Voorschriften betreffende het waarborgen van bepaalde eigenschappen of hoedanigheid van uitgevoerde voortbrengselen. Van het landbouw-, tuinbouw-, veeteelt- en zuivelbedrijf. Onteigening voor aanleg van een nieuwe algemeene begraafplaats en het verbreeden van den Vergierdeweg te Haarlem. Wijziging van Hoofdstuk IX voor 1929, __ kosten verbetering van de rivier de Maas voor groote afvoeren en bijdrage aanleg kanaal Eindhoven—Wilhelminakanaal. 't Was bij dit ontwerp, dat de Katholieke Érabantsche Senator Mr. Van Lanschot aanleiding vond om woorden van dank en waardeering te brengen aan de ministers van Financiën en Waterstaat voor het bevorderen van dit voor de provincie NoordBrabant zoo belangrijke werk, waarop minister v. d. Vegte (door het Parlement waarlijk niet verwend door overmaat van hulde) op zijn beurt dank bracht aan de Kamer voor den spoed, waarmee zij dit ontwerp heeft afgedaan. Nog zijn heden door den Senaat o.a. afgedaan de ontwerpen: onteigening voor aanleg van een kanaal van Nordhornerga tot bij het Boterdiep met bijkomende werken in de gemeenten Zuidhorn, Aduard, Adorn, Noorddijk, Bedum en Groningen. Toekenning van een renteloos voorschot uit 's-Rijks schatkist ten behoeve van verlegging van den tramweg van Heerenveen naar Drachten te Hee ren veen. Bevordering van het onderhouden van een luchtdienst tusschen Nederland en Ned.-Indië door de Kon. Luchtvaart Mij. voor Nederland en Koloniën. Goedkeuring van besluiten van den Gouv.-Generaal tot nadere wijziging van verschillende afdeelingen der Indische Begrooting van 1923, alsook Voorbehoud van regeling bij de wet cf bij Alg. maatregel van Bestuur van eenige onderwerpen, deel uitmakend van de regeling betreffende de pensioenen en gagemeuten en men ziet — 't is lang niet alles „klein goed, heden door den Senaat in zomersche stemming, met „zevenmijlslaarzen" gepasseerd. De Kamer ging eindelijs in Comité-Generaal voor de huishoudelijke raming. Maar in de tweede helft van Juni komt zij terug. Zeer waarschijnlijk om de Ziektewet af te doen. Of dan ook nog het groote ontwerp betreffende de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten zal worden aangevat, schijnt nog niet vast te staan. TRIBUNUS.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 01-06-1929
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 01-06-1929
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 127
- Jaargang
- 106
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Uit het Parlement. EERSTE KAMER.
BINNENLAND. DE AANNEMERSKWESTIE.
Indertijd hebben wij gemeld, dat de Aannemersbonden hun actie tegen de borgstelling en voor de arbitrage hadden opgeschort tot 1 Juni. Intusscchen zijn, zoo meldt het Hdbl., de besprekingen met den Minister van Waterstaat voortgezet, die nog niet tot een definitief resultaat hebben geleid. De stand der besprekingen heeft den bonden echter aanleiding gegeven, da aQj;ie opnieuw op te schorten. De R.-K. Bond van Bouwpatroons deed. het tot 1 Juli, de Ned. Aannemersbond voor onbepaalden tijd. In aannemerskringen koestert men thar.s, naar het blad meldt, het vertrouwen, dat eerlang een bevredigende oplossing zal zijn gevonden. DE MOORD TE DEN HAAG. Omtrent den moord, die tc Den Haag gepleegd is, en waarbij een man z'n vrouw dood schoot, wordt nog het volgende geteeld : In het benedenhuis Faber van Riemsdijkstraat 44 woonde sedert 4 a 5 jaar het echtpaar B—Z, waarvan de man, de 44-jarige marktkoopman M. 8., in de geheele buurt litermate ongunstig bekend staat. Van den eerstan huwelijksdag af, nu 18 jaar geleden, moet hij, zoo werd gezegd, de vrouw mishandeld hebben. Dit nun niet weg, dat er wit het huwelijk zeven kinderen geboren Werden, die alle nog thuis zijn. Ter wille v an de kinderen verdroeg de zeer oppassende vrouw, die nu 38 jaar was, alles van haar man, die ook buitenshuis een slecht leven leidde en zich met verscheidene andere vrouwen ophield. Den laatsten tijd werd het de vrouw al te bar, en zij moet een eisch tot echtscheiding ingediend hebben. E )r ie maanden geleden stierf haar moeder, die eenige huizen bezat. Deswege was het ec htpaar een erfenis wachtende, en dit zou v °or B. aanleiding geweest zijn, erop aan te ör ingen, dat zijn vrouw haar eisch tot echtleiding zou intrekken. Een en ander moet Cen voortdurende bron van ruzie geweest Zes weken geleden schreef de familie
van de vrouw een brief aan den officier van justitie met de mededeeling, dat B. zijn vrouw herhaaldelijk bedreigde met een revolver. De laatste dagen bakte de man steeds zoete broodjes om maar gedaan te krijgen, dat de echtscheidingseisch zou worden ingetrokken; nog vorigen ochtend bracht B. een doos met taartjes thuis. Wat er toen precies gebeurd is, weet men niet, maar de vrouw moet op den dag van den moord aan een harer vriendinnen gezegd hebben: „Er gebeuren vandaag nog rare dingen". Haar man was naar Antwerpen vertrokken, maür kwam om 6 uur weer thuis. Toen hij in de gang zijn vrouw zag loopen, heeft hij vijf schoten op haar gelost, die haar zoodanig troffen, dat zij spoedig is overleden. B. trachtte daarop zichzelf van het leven te berooven. Buren waarschuwden de politie, die den man zwaar gewond vond liggen. De geneeskundige dienst bracht hem naar het ziekenhuis. De kinderen zijn bij familie ondergebracht. De toestand van den man leek aanvankelijk levensgevaarlijk. Later bleek die mee te vallen, want een nader onderzoek heeft aangetoond, dat de gevolgen van het schot, waarmee de moordenaar zichzelf van het leven trachtte te berooven, minder ernstig zijn dan men aanvankelijk dacht. De kogel iö bij den slaap in het hoofd gedrongen en heeft het lichaam achter het oor weer verlaten. Edele deelen zijn niet gekwetst. Nader wordt gemeld, dat de man naar het Huis van Bewaring is overgebracht.
Bij Scheren
Bij Scheren geen stukgaan en pijn meer en ook geen naschrijnen der huid, als men vóór het inzeepen de huid even inwrijft met siechts een weinig PUROL Doos 30, 60, Tube 80 ct.
RECHTSZAKEN
MR. ROOBOL DOET MEDEDEELINGEN OVER DE WIJZE WAAROP HIJ HET ONDERZOEK IN DE MOORDZAAK TE GIESSEN NIEUWKERK VOERDE.
Omtrent de wijze waarop het revisie-onderzoek in de moordzaak te Giesssn-Nieuwkerk 's gevoerd, deelt mr. Roobol het volgende mede : Toen indertijd door van Meerten een aanklacht werd ingediend tegen de Kroons wegens meineed, nu iy 2 jaar geleden, is met medeweten van den procureur-generaal, Mr. Tak, een vervolging ingesteld en heeft een onderzoek plaats gehad. Aan Kroon werd gevraagd hoe hij de hamer, waarmee de moord was gepleegd, had gemaakt Hij legde een verklaring af en de rechter-commissaris had er voor gezorgd, dat bij de behandeling een deskundige was. Die deskundige verklaarde dat, wat Kroon beweerde onmogelijk de waarheid kon zijn en dat de hamer anders gemaakt was. Toen zei Kroon : dit moet wel een eigenaardigen indruk op u (rechter-commissaris) maken. Uit Kroons verklaring bleek, dat hij van den hamer niets afwist en dat hij voor Rechtbank en Hof meineed had gepleegd. Dat was voor mij (mr. Roobol) een groot steunpunt. Verder was mij ook bekend, dat Kroon tegen meerdere menschen had verklaard, dat hij om vrij te komen, (hij was destijds ingesloten) had moeten liegen. Door den Officier van Justitie te Dordrecht is opdracht gegeven aan den Brigadier-Majoor Dorst om een onderzoek in te stellen naar de afgelegde verklaringen. Indien de zaak verwezen is naar een ander Hof dan zal niet alleen de rechercheur de Jong verantwoording moeten afleggen van zijn daden, maar zal ook de brigadier Dorst zich hebben te verantwoorden. Het is wel eigenaardig dat Brigadier-Majoor Dorst aan ,,De Telegraaf" inlichtingen geeft over een onderzoek dat hij op last van de Justitie heeft moeten doen. Het is waar dat ik naar een waarzegster ben geweest om haar hulp in te roepen. Ik deed dit niet omdat ik aan waarzeggerij geloof, zoo verzekerde Mr. Roobol, maar omdat dit meestal menschen zijn, die over een dosis menschenkennis beschikken. Ik legde haar de zaak uit, vertelde dat vrouw Kroon tegen diverse menschen zich over haar meineed had uitgelaten en verzocht haar om te trachten of vrouw Kroon in haar verhoor zou willen stellen. Ik begreep uit alles, en dit is later gebleken juist te zijn dat Kroon en zijn vrouw op hun meineed wenschten terug te komen, en nu was het maar de kwestie een methode te zoeken om met vrouw Kroon te gaan praten en haar aannemelijk te maken, dat zij niet met vijanden te doen had, maar met menschen, die naar de waarheid zochten. Ik heb haar ook gezegd, dat, wanneer zij mij niet vertrouwde, zij dan zelf naar den Minister van Justitie moest gaan en Z.Exc. de heeie zaak uiteen te zetten. Ik twijfel er niet aan of er zal aanmerking worden gemaakt over de wijze van mijn onderzoek. Maar onderzoeken doe ik op mijn manier. Wil een ander liet anders doen, dat moet hij weten. Ik laat mij door niemand voorschrijven hoe ik, wanneer menschen van wier onschuld ik overtuigd ben, mijn hulp inroepen, cp welke wijze ik mijn onderzoek moet doen. De Minister van Justitie heeft tientallen malen beloofd de onschuld van Theunisse en Klunder aan het licht te brengen, wanneer zij onschuldig waren. Tot heden toe echter zonder resultaat. Voorts deelde Mr. Roobol mede, dat hij hoopt, dat, nu er reeds zooveel is gepubliceerd, het heele dossier — voor zoover het belangrijk Is — nog eens gepubliceerd wordt. Dan zal men waarschijnlijk zijn handen van verbazing in elkaar slaan over hetgeen dan bekend wordt. Nu het revisie -onderzoek ln de zaak Giessen— Nieuwkerk een gunstig resultaat heeft opgeleverd, zoo zeide hij, hebben mij in de laat•te 14 dagen reeds vier revisieverzoeken bereikt.
Een van deze verzoeken, lijkt den advocaat, zoo deelde hij mede, zeer belangrijk en het is niet onmogelijk, dat de verzoeker onschuldig is veroordeeld. DE GEFINGEERDE ROOFOVERVAL TE DEVENTER. De Rechtbank te Zutphen veroordeelde G. J. D., 28 jaar, betonwerker en H. F. v. S., 27 jaar, bankwerker, beide wonende te Deventer, thans gedetineerd wegens het door beloften en door bedreigingen uitlokken van het misdrijf van verduistering resp tot twee jaar en een jaar en zes maanden gevangenisstraf met aftrek der voorloopige hechtenis, en H. F. v. S. bovendien wegens heling tot zes maanden gevangenisstraf, terwijl G.\T. J. S. 20 j. gewezen kantoorbediende te Deventer, wegens verduistering in dienstbetrekking, werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Tegen G. J. D. luidde de eisch twee jaar en tegen H. F. v. S. twee jaar en 6 maanden gevangenisstraf. —o— ARROND. RECHTBANK TE ASSEN. Vrijdag, den 31 Mei 1929. Veroordeeld wegens : diefstal: Maehiel Sch. te Muntendam, tot 6 maanden gev. (V.V. met proeftijd van 3 jaar). mishandeling : Jeichien A. te Gieten, vrijgespro!$|n; Wilhelmus Antonius M. te Veenhuizen tot 8 maanden gev. overtreding der motor- en rijwielwet : Louis G. te Groningen, vrijgesproken, vernietiging vonnis Kantongerecht Assen.) GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 30 Mei. VALSCHE HANDTEEKENING. J. P., 30 jaar, timmerman te Hoogeveen (gedetineerd), werd door de rechtbank te Assen veroordeeld wegens valschheid in geschrifte tot 9 maanden gevangenisstraf. Hem was ten laste gelegd : Omstreeks April 1926 een geschrift, waarbij de onderteekenaar deelnam in de Noordelijke Onderlinge, afdeeling van de Centrale Onderlinge Ziekenkas te 's Gravenhage, voor het geheele personeel met een geschat loon van ƒ 90C0 per jaar, te hebben vervalseht, dcor met het oogmerk het als echt en onvervalscht te gebruiken, cp de voorzijde onder „Handteekenir.g van den deelnemer" te schrijven G. P. P en cp de achterzijde onder de deelnemer G. J. P. Verdachte ging in hooger beroep, de Officier eveneens. Verdachte ontkent de handteekening op het stuk te hebben gezet. Hij heeft het nog nooit eerder gezien. Volgens een verklaring van dr. van Ledden Hulsebosch is het echter de hand van verdachte wel. De gezette naam is die van verdachte's vader, die thans in het faillissement is. Raadsheer Mr. Boeles acht het maar het beste, dat verdachte ruiterlijk verklaart hoe de vork in den steel zit. Een van beide heeft geteekend of de vader of de zoon. En daar de premie steeds betaald is, steekt er niets achter. Natuurlijk is het niet goed eens anders naam te zetten, maar dat is dan ook alles. De procureur-generaal zegt, dat het hier een ingewikkelde geschiedenis betreft, die door de familie noodeloos ingewikkeld wordt gemaakt. In het vonnis ontbreekt een element. Er is n.1. niet omschreven hoe uit deze fabricatie nadeel kon ontstaan. Spreker vraagt een nieuwe instructie. De verdediger, mr. van der Leij, acht de zaak raadselachtig. Verdachte had het recht namens zijn vader te teekenen. Hij had kunnen volstaan met ie zggen : Ik heb de handteekening gezet en had daartoe het recht. Maar hij heeft steeds ontkent. Niets wijst er op, dat verdachte zich heeft schuldig" gemaakt aan een strafbaar feit. Spreker zou, indien er een nieuwe instructie wordt gelast, wenschen, dat verdachte op vrije voeten werd gesteld. De procureur-generaal heeft geen bezwaar tegen invrijheidstelling. Het Hof beveelt daarna opheffing van het bevel tot preventieve hechtenis, verklaart het onderzoek gesloten en bepaalt de uitspraak op 13 Juni. Verder stond voor het Hof terecht J. B. T„ 19 jaar, rijwielhersteller en H. H. P., 17 jaar, fabrieksarbeider, die door de rechtbank te Assen veroordeeld werden ieder tot een maand gevangenisstraf wegens openlijk met vereende
krachten geweld plegen tegen personen, eenig lichamelijk letsel tengevolge hebbend. Verdachten hebben zich te verantwoorden wegens het omstreeks 1 Januari 1929 te Zwartewei, Emmen, tezamen en in vereeniging op den openbaren weg met vereende krachten geweldplegen tegen de personen Evert van der Sluis, Johannes de Munnik, Carolus de Munnik, Albert de Munnik, Gerhardus Hermannus de Munnik en Johan Herman Coner, door met geweld hen aan te vallen en met geweld hen met messen, althans met scherpe of harde voorwerpen, te slaan, met het gevolg, dat Johannes de Munnik een wonde aan zijn pols heeft bekomen. Verdachten kwamen in hooger beroep. Eerst werd G. H. de Munnik gehoord en vervolgens de getuige a décharge A. M. Wendker, huisvrouw van J. H. Groll. Zij heeft op Nieuwjaarsavond een der jonge de Munnik's hooren zeggen : „Wij willen van avond nog vechten". Verdachten zeiden dat niet zij, maar het zestal de aanvallende partij was. De procureur-generaal eischte vrijspraak voor T. en veroordeeling van P. tot 1 maand gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Meyboom, kon zich vereenigen
met een vrijspraak van T. en zou P. gaarne zien opgelegd een kleine boete cf een voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarna stond nog terecht de 23-jarige landbouwer A. t. N. te Annen (gem. Anlco) terzake dat hij zich omstreeks 12 Maart 1929 met geweld heeft verzet tegen den in uniform gekleeden rijksveldwachter Albert Bcuwman, die verdachte op last van het openbaar ministerie bij het kantongerecht te Assen, tot het ondergaan van 2 dagen vervangende hechtenis arresteerde, heeft verzet, door te rukken en te trekken in tegenovergestelde richting, als waarin hij werd geleid, en door met een schop, die hij in zijn hand hield, voor den ambtenaar een slaande beweging te maken en bovendien dien ambtenaar beleedigend toe te voegen : „Je bent een gemeene kerel. Je hebt in Anlco toen een valsch proces-verbaal opgemaakt." De politierechter te Assen veroordeelde N. tot 1 week gevangenisstraf. De procureur-generaal eischte vernietiging van het vonnis en veroordeeling tot ƒ 30 boete of 30 dagen hechtenis. De verdediger, Mr. Levie, concludeerde vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging.
v.ROSSEM's ZEEPAARD 15 CT.
Groep Geiten op de Tentoonstelling te Vledder met eenige bewonderaarsters.
Groep Geiten op de Tentoonstelling te Vledder met eenige bewonderaarsters. • — • ' (Zie verder Derde Blad).
Landbouwtentoonstelling te Vledder.
Hillegcnda, eig P. Hcfslee te Wapserveen, le prijs Rubriek 3-jarige Merriepaarden»
„Prinses" met dochter, eig. P. Riezebrij te Kolderveen. Na de overwinning krijgt de
„Prinses" met dochter, eig. P. Riezebrij te Kolderveen. Na de overwinning krijgt de kleine een extra „druppien".