Deze boerderij met omgeving kunnen de grooteren onder jullie gemakkelijk op ruitjespapier nateekenen. De kleineren mogen haar op dun, doorschijnend papier overtrekken, maar moeten daarbij de ruitjes weglaten. Staat alles keurig op het papier dan gaan we bet geheel kleuren en wel: Huisje: dak — geel (onderste stuk rechts rood : schoorstenen — grijs; muren — wit;
luiken, vensterbank en deur groen. Hooiberg: boven — licht bruin ; onder — geel. Lu c h t: blauw. Sik: wit. Weitje: licht groen. Pad vóór 't huis: geel. Perkjes: wit en rood gras er omheen — groen. Hekje: bruin. E o o m e n : stam — groenbruin ; bladeren — groen.
"TEEKENPLAATJE.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
— Ik ben verdwaald. Is het dichtstbijzijnde dorp ver af? — Zóó ver, dat als n nw portemonnaie en horloge niet viug geeft, niemand uw hulpgeroep hooren kan.
"GEILLUSTREERDE HUISVRIEND". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
De burgemeester van een Fransch stadje moest op een paspoort een persoonsbeschrijving van een rijke en zeer respectabele aame geven, die echter nogal ijdel was. Nadat hij geruimen tijd op zijn penhouder had zitten bijten, hoe zij daarbij een moeilijkheid kon oplossen zonder met zijn waarheidszin zoomin als met zijn aangeboren galanterie in strijd te komen, schreef hij eindelijk : „Oogen : donker, schoon, diep, teeder en vol uitdrukking, maar er ontbreekt één van de twee"
"DE MOEILIJKE DEFINITIE.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Kapitein Stipkolf was een deftig heer, die zeer gesteld was op militaire vormen, alsmede op orde en netheid in de kleeding. Luitenant van Zwabberen daarentegen was nonchaiant en zijn uniform zag er steeds zeer slordig en v:es uit. Om den jeugdigen otf'c'er van dit euvel te genezen, bedacht de kapi:ein op liet appèl het volgende middel: Kapitein : „Luitenant van Zwabberen hoe heet uw oppasser?" Luitenant: „Van Teuteren, Kapitein." Kapitein: „Van Teuteren, treed eens uit het gt lid ! Zie nu eens hoe slordig luitenant van Zwabberen, uw meester, eruit ziet: als zulk nogmaals gebeurt, dan krijg je acht uagm provoost! Begrepen ?"
"MILITAIR.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Uw zaak staat er slecht voor I Trots uw or.schuldbetuigingen zult ge drie maanden gevangenisstraf krijgen, als ge niet bewijzen kunt, waar u zich op het uur dsr misdaad hebt opgehouden," „Dat kan 'k wel, maar dan krijg *k minstens zes maanden."
"BIJ DEN ADVOCAAT.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Wie van jullie heeft er verstand van muziek 7" vraagt de sergeant-majoor. Acht man melden zich aan. „Goed ! Ga jullie direct naar den kapitein ; 2'n piano moet in den salon gezet worden I"
"MILITARIA.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Inbreker, terwijl hij gearresteerd wordt: ,.da's ook 'n strop I Daar heb ik zes weken noodig gehad om goede vrienden te worden met den hond en daar trap ik waaratje op de staart van de kat"
"ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Hij : „Ik houd zooveel van je, dat : k altijd van je droom, als ik slaap." Zij : „Als je van me hield zooals ik was, zou je nooit meer kunnen slapen."
"DAT KAN OOK GEBEUREN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Moeder, wat ben ik je eigenlijk waard ?" jongen, wel honderdduizend gulden." „Nou, geef me dan maar een kwartje voorschot voor chocola."
"KINDERMOND.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Twee allerliefste oude dames zouden een rondvluchtje met een Fokker van de K. L. M. maken. Toen ze zouden instappen, zeiden ze tegen den bestuurder: „U brengt ons toch veilig weer hier terug, hé meneer ?" Waarop deze antwoordde : „O zeker, dames, ik heb daar boven nog nooit iemand achtergelaten !"
"POSITIEVE BELOFTE.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Heb je ooren voor muziek?" vroeg het jonge meisje. „Neen," antwoordde de zakelijke Jongeman; mijn linkeroor gebruik ik om te teleroneeren en mijn rechter om m'n penhouder achter te steken"
"ANDER DOEL.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Voor grooteren. 1. Slecht gezelschap bederft de goede zeden. Zebra, Belg, scheef, stoel, zeef, degen, leder, pad, Drecht. 2. Eland. 3. Ratel, slang; ratelslang. 4. Hel, brand ; heibrand. Voor kleineren. 1. Ik vind, dat de halve stapel boeken overgekaft moet worden. (vest). Wat is het haar van Hectors poot ruig geworden! (trui). Laten Jaap en Ko u steeds wachten ? (kous). Foei Caro kom een hier! Wat heb je uitgevoerd ? (rok). Kwam An te laat op school of was ze nog op het nippertje ? (mantel). 2. Een mug kan wel vliegen, maar een vlieg niet muggen. 3 Het winterkoninkje. 4. .Een watervaL
"Raadselhoekje. Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
1. KruisraadseL Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een stad in Zuid-Holland. X i* A »» r.T. X • X • • 1 xxxxxxxxx • X • - •! X t. X «i X le rij een medeklinker. 2e rij een slim viervoetig dier. 3e rij een landbouwproduct. 4e rij een dorp in Noord-Brabant. 5e rij t gevraagde woord. 6e rij een stad in Gelderland. 7e rij iets, wat sommige dieren hebben. 8e rij een uitroep. 9e rij een medeklinker. 2. Mijn eerste is een rivier in Zuid-Holland, mijn tweede een boom, mijn derde een kasteel en mijn geheel ligt in Zeeland. 3. Met t als eindletter ben ik een tarwesoort, met d als eindletter wordt ik veel door naaisters gebruikt. 4. Vul onderstaanden driehoek in met: 6 E 61 3 N 3 R maar doe het zoo, dat je denzelden jongensnaam zes keer lezen kunt. X X X X X X X X X X X x x x x x x x Voor kleineren. 1. Op den hoogen toren Sta ik en draai rond. Toch ben 'k soms een huisdier, Net als poes of hond. Vroeg ben ik dan wakker Maar — ik ben nog meer En je kunt mij vinden, Zelfs aan een geweer. 2 De loopjongen van den bakker had zijn doos laten vallen en nu lag er op den grond verspreid : rat maan dal te Wat was het geweest ? 3 Ik ben een paard, maar soms ben ik een klein plantje, dat veel dingen bederven kan. Hoe heet ik ? 4. Schrijf onder elkaar : le een klein, grijs, viervoetig diertje, dat vlug tippelen kan. 2e. eene grappig, viervoetig dier. 3e een mooie bloem, die 's zomers bloeit 4e iets, waarmee je schrijven kunt. 5e een zwemvogel. De beginletters moeten van boven naar beneden gelezen, een meisjesnaam vormen.
"OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Meneer," zeide de jonge man, ,,heb ik u goed begrepen: u weigert mij dus de hand van uw dochter?" „Zeker, ik weiger meneer !" „Meneer, wilt u me de hand geven, voor wij scheiden ?" „Natuurlijk ! Het doet me genoegen, dat je 't zoo flink opneemt." „Neen maar, beste vrinden hoor ! Ik za! u nog een kistje sigaren thuis sturen : u weet niet hoe 'n haartje het gescheeld had, of uw dochter had me aan den haak geslagea I"
— Heb je het nieuwe boek gelezen van Curwood? Dat moet je beslist koopen. — Waarom? — ï het aan mij te Ieeneu.
"UITKOMST.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
„Maar m'n lieve man, dat wordt toch al te dol I Je hebt verlof gehad om je vrouw naar een rustoord telbrengen, om je schoonmoeder te begraven, wegens de mazelen van je dochtertje en om je zoontje aan te geven.... Waarvoor wil je nu in vredesnaam weer verlof hebben ?" ~lk ga trouwen, meneer"
— Als wij eens probeerden wat wij met eerlijk heid in de zaak bereiken konden ? — Nee, ik wil geen nieuwigheden meer invoeren Daar hebben we al geld genoeg mee verloren.
"STEEDS NIEUWE MOGELIJKHEDEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Keizer Napoleon III liet, zooals men weet, eén zoon na, prins Louis Napoleon, die in 1856 werd geboren. Toen deze nog een kind was, noemde zijn moeder hem schertsend : „Baasje Tien-minuten". Als de jongen naar bed moest, vroeg hij altijd : „Och laat me nog tien minuten op blijven". Ook toen hij ouder geworden was, bleef hij bij zijn gewoonte om a'tijd eenigen tijd te wachten met hetgeen hij moest doen. Dat heeft hem tenslotte het leven gekost. Hij was in Engelschen dienst getreden en maakte in 1881 den oorlog mee tegen de Zoeloe-Kaffers. De troep, waarover hij net bevel voerde, had een verwoest Zoeloe-dorp onderzocht. Rondom het dorp waren boschjes, vaar vijanden verscholen konden zijn. Toen zij weer te paard zouden stijgen, drong één der officieren aan op haast: „Och, kom," zei de prins, „nog tien minuten ; we zullen hier eerst nog een kop koffie drinken." Vóór de tien minuten om waren, hadden de Zoeloe's den aanval gedaan ; hun pijlen en assegaaien omzwermden de Engelsche soldaten, die haastig aftrokken ; één dergenen, die niet terug kwamen, was de Fransche prins. Zijn uitstellen kostte hem het leven.
Ik heb kaartjes voor het theater. O, dan zal ik me dadelijk klaar gaan niakeg „Dat is goed, ze zijn voor morgenavond.
"HET GEVAAR VAN UITSTELLEN.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Kleine Jan zat op de stoep, toen een man hem naderde en vroeg : „Zoo, kleine jongen, is je moeder thuis" „Ja !" was het antwoord. De man trok aan de bel, maar niemand antwoordde. Hij trok nogmaals, doch het bleef stil in 't huis. Dan keerde hij zich ontstemd naar Jantje om en zei: „Ik dacht, dat je moeder thuis was ?" „Dat is ze ook, maar we wonen hier niet."
Hoe komen er zooveel openingen in het hek' — Wel, als er ergens een gat is, dat dicht moet, neem ik er ergens anders een naar latten weg, waar het met zoo nauw komtJ
"THUIS.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
In een stad hier ver vandaan Wonen niets dah Ganzen, Jong en jolig Snatervolk, Maar — ook groote Hanzen. Eiken morgen gaat de jeugd In een Ganzenrijtje En voorzien van boekentasch, Griffels en een leitje, Naar de school van Meester Gak In het Ganzenstraatje. Vóór de school staat Meester al, Hij maakt graag een praatje. Meester is een heel knap man, Leert den Gansjes lezen, Schrijven .zingen, rekenen En — gehoorzaam wezen. Hij geeft les — 't is heusch niets vreemd ! In het Ganzentaaltje. Zeg, wou 'j ook bij hem op school ? Voor een enkel maaltje ?
Als de Gansjes gaan naar huls In hun Ganzenrijtje, Wacht hun Moeder hen al op Vlak bij 't groene weitje. t Ganzenvolkje heeft veel trek Moeder geeft hun grasjes ; Om te drinken wijst zij hun 'n Sloot en een paar plasjes. Neen, Ik zou toch lang niet graag t Gansje willen wezen, Want dan zou "k de Menschentaal Vast niet kunnen lezen ! Gras — en ongekookt nog wel! — Zou 't niet kunnen eten ! Ik zou daarom nooit, neen nooit! 'n Gansje willen heeten. Mocht Ik ooit eens In mijn droom Naar die stad verdwalen, Och, beloof me dan vooral, Dat je mij komt halen.
En mij weer bij Moeder brengt. — 'k Wil geen Gansje wezen. Liever ga ik maar naar school Om te leeren lezen.
"In Ganzenstad door C.E. de Liffe". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016
Grootvader, vader en zoon gingen naar de markt en kwamen ieder met een koe thuis, want grootvader en vader waren de twee vaders en vader en zoon waren de twee zoons.
"ANTWOORD OP DE STRIKVRAAG UIT HET VORIGE NUMMER.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1929/06/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112368:mpeg21:p016