GRIEP! Mei een „MIJNHARDTJE" (cachet) spoedig weer opgeknapt. Doos 30 cent (Adv.)
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 19-01-1949
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 19-01-1949
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 15
- Jaargang
- 124
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
GRIEP !
Anna Holmer
54 Eer historische vertelling uit de eirrsir helit van de iettiendp "fu*. naverteld uit de nagelaten papieren van een ichoolmeester Toen ging het in galop ver • der, tot hij door oneffenheid van de bodem tot een langzamer tempo werd gedwongen, en eindelijk naderde hij een uitgestrekt bos. Het was het Samerrott, dat daar lag in de glans van een heldere Septembermorgen. Koel en verkwikkend ontving zijti diepe schaduw ros en ruiter, en, daar haast niet meer nodig was, legde Reinder het laatste deel van de tocht op zijn gemak af. Toen hij tegen elf uur op Haringshoeve aankwam, vond hij er niet de vroegere, maar de nieuwe eigenaar. U wilt Rempe spreken ? zei deze, de vreemde een stoel aanbiedend, hij zal zó wel komen; verfris u ondertussen wat. Met deze woorden schoof hij Reinder een kruik bier toe, die door de dorstige ruiter niet werd afgewezen. — Ik kom eens horen, zei hij, of uw broer het paard nog gebruiken
kan, dat hem de vorige Augustusmarkt te Noordhorn zo aanstond. — Is het dat, waarop u hier bent gekomen ? — Ja; ik kan het niet meer gebruiken, en als hij mij de prijs betaalt, die hij toen geboden heeft, dan behoef ik het niet meer te bestijgen. — Daar is hij al, zei de jonge boer. — Bent u daar werkelijk ? begon Rempe, Reinder als vreemdeling behandelend; ik dacht dat u onze handel vergeten was. — Zo ben ik niet, antwoordde deze, Rempe's broer nakijkend, die de deel op ging en toen door de grote deur verdween. — Reinder, vroeg Haring, toen ze alleen waren, hoe gaat het je meester ? — Goed en slecht; wat zal ik zeggen ? Meestal is hij stil en bedroefd en in zichzelf gekeerd. Heeft hij je geen boodschap voor mij meegegeven ? — Ja, hij stuurt u het geld voor het paard, of, als u dit liever houden wilt.... — Dat bedoel ik niet; niets anders? — Ja; hier zijn vijf en twintig goudguldens voor burger Beckering te Munster U wist wel, waarvoor, zei hij. — Ik zal het bezorgen; maar wat moet dat andere geld ? — Dat is voor uw paard
— Dat heb ik maar geleend, en het moet weer terug. — Dan zou u het geld houden, voor het geval, dat het schade geleden had. — Reinder, jij hebt evenveel verstand van paarden als ik; kom mee naar de stal. Hier aangekomen onderwierp Haring de door Reinder bereden klepper aan het zorgvuldigst mogelijke onderzoek. Dit paard, zei hij, is te Herzfort eerder beter dan slechter geworden; jij weet dat ook, Reinder; hier is je geld terug. — Ik mag het niet mee terugbrengen; mijn heer heeft gezegd, dat u uzelf ook schadeloos moest stellen. — Daartoe zouden vijf goudguldens meer dan genoeg zijn; die zal ik er af nemen. Reinder haalde de schouders op. — Wanneer komt je meester te Schüttorf ? vroeg Haring. — Over negen dagen. — Dan zal ik het geld zo lang houden en het hem dan zelf geven, Terwijl de twee zo met elkaar spraken, gingen ze terug naar de keuken, waar Reinder zijn bier uitdronk, waarna hij zijn reis naar Schüttorf wilde aanvaarden. Het was opvallend, dat hij verlegen van de ene hoek van de keuken naar de andere keek; hij wilde afscheid nemen en kwam er maar niet toe.
— Reinder, zei Haring, ik zou zeggen blijf bij ons eten, maar ik geloof dat het verstandig is, je zo weinig mogelijk te laten zien. — Dat is het niet, hernam de ander aarzelend, maar kunt u mij dat van dat geld niet op schrift geven ? — Reinder, ik zou mijn naam schrijven, en dan nog wat er bij ook ? Je zou evengoed van de ezel, die alleen maor ia! kan schreeuwen, kunnen verlangen een deuntje te gaan hinniken. — Nu, dan zal mijn heer mij ook zo wel willen geloven, zei Reinder en nam afscheid. Toen hij 's avonds — het was schemerdonker in den huize Mönnink — Mej. Anna Holmer te spreken vroeg, ontving deze hem in tegenwoordigheid van haar oude vriendin. Ik ken je niet, zei ze, maar doe je boodschap; ik heb geen geheimen voor deze eerwaardige dame. — Met uw verlof, luidde het antwoord, maar mijn meester heeft een geheim voor u; ik heb strenge orders mijn opdracht slechts aan uw oren toe te vertrouwen. Brigritta stond op en verliet de kamer, maar bleef in de nabijheid, om voor alle gevallen klaar te staan. Intussen, bezorgdheid was ten enenmale onnod'g. Reinder zei, wat hem opgedragen was, en wilde zich verwijderen»
— Blijf nog wat, sprak Anna, die bij het horen van het bericht, beurtetlings rood- en bleek was geworden; ik meen je aan je stem te herkennen. Ben je niet. Steffen, die vroeger knecht bü mijn broer was ? — Ik heet Reinder. — Dan heb ik mij vergist. Maar waarom heb je zo'n haast ? Ik zou graag nog wat meer van je heer vernemen. Hoe gaat het met hem? Waar woont hij en wat doet hij ? — Ik mag en kan u niet mèer vertellen. — Groet dan je meester en zeg hem, dat het mij zeer verheugd heeft iets van hem te horen. Ik zal hem op de bepaalde tijd gaarne ontvangen. Reinder vertrok en Brigitta kwam weer binnen; ze vond Anna in grote emotie. Mag ik weten, wat je zo aangegrepen heeft, mijn kind ? zei ze. — O, riep Anna, opspringend en haar vriendin in de armen sluitend, o, waaraan kan ik beter toevertrouwen wat mij zo ontroert, dan aan jouw liefdevol hart ? O, Brigitta ! — Kalm, Anna, zei deze, de wangen van het meisje strelend, zeg mij maar wat er is. — Brigitta, de jongeman, die ik verpleegd heb en die mij zo lief is geworden, komt terug ! — Der liefde lief en leed ! Dus heeft het jou ook gepakt, kind ? — Ja, ik weet, hoe dat is. — Ook ik heb
het eens ondervonden, voor ik in 't klooster ging. — Schrei maar uit, lieve. Ondertussen was Reinder weer op de straat uitgekomen, maar bleef daar een poosje besluiteloqs staan. In zijn herberg wilde hij niet terug, omdat hij daar de koopman weer gezien had, die hem 's morgens in Emsburen zo verdacht was voorgekomen. Zou hij de hele nacht doorreizen ? Het liefst had hy dit gedaan; in Schüttorf was toch niets meer voor hem te doen. Maar het was pas zeven uur, en hij zou dan omstreeks middernacht vóór Herzfort aankomen. Dat wilde hij ook niet, want dan zou hij buiten de morgen moeten afwachten, en dus besloot hij, hoewel aarzelend, te Schüttorf zelf een andei'e herberg op te zoeken. Had hij gezien, dat hem in 't avonddonker bij de huizen langs iemand nasloop, dan zou hij het niet gewaagd hebben, maar hij zag het niet, en zo legde hij zich dan, niet geheel zonder zorg, maar met een goed geweten, ter ruste Wordt vervolgd)
Pim Pam Pom
door I O VAN EXTEB
115. Maar al denken Pim, Pam en Pom niet meer aan de veldwachter en al die andere nare dingen, de veldwachter denkt wel aan hen. Hij is vast besloten om die Pim, Pam en Pom nu eens een lesje te leren. „Die honden denken maar dat ze alles kunnen doen", bromt hij in zichzelf. ,,Maar nu moet het uit zijn." Allereerst is de heer Vossema bij hem geweest om te klagen over de schade, die Pim, Pam en Pom hebben aangericht.
116. De sluwe vas vertelt er echter niet bij, dat hij de drie hondjes een veel te hoge prijs heeft afgedongen voor die oude jeep. De veldwachter belooft hem om die drie honden eens gauw te vangen. En dan is daar nog de klacht van de schilder, die vertelt dat Pim, Pam en Pom een bureau in alle kleuren van de regenboog geschilderd hebben. „De eigenaar eist schadevergoeding," zegt hij. „En dat kan ik niet betalen."
LANDBOUWKRONIEK Van de oude kous naar de eigen bank
Diep weggestopt achter de stapels jakken en baaien broeken in de prachtig gepolitoerde massief eiken kabinetten lag bij de goed gesitueerde boeren van de vorige eeuw de buidel met duiten die hij met harde arbeid had gewonnen. Soms was het een oude kous die tot spaarpot was bestemd en die dan het hele bezit aan geld van de boer bevatte. Het waren misschien veilige plaatsen om het geld weg te stoppen, maar ze hadden dit bezwaar, het geld erin leverde geen rente op. In de tegenwoordige tijd brengt de boer zijn overschotten, zo hij die heeft, naar zijn eigen bank, waar zijn kapitaaltje langzamerhand vermeerdert. De .boerenleenbanken waren een uitkomst voor de boer die spaarde, maar mogelijk nog meer voor de boer die credieten nodig had, want de boerenleenbanken zijn er wel ia de eerste plaats gekomen om de geldnood van de boer te lenigen.
De boerenleenbank werd geboren in een tijd die voor boer en tuinder zeer slechte uitkomsten gaf. De voortdurende stijging van de invoer van goedkope buitenlandse granen veroorzaakte aan het eind van de vorige eeuw een hevige edneurrentie met het binnenlandse product waarvan onze boeren uiteindelijk de dupe werden. Van 1850 tot 1875 was het een gouden tijd geweest voor de landbouw, maar geweldige graanimporten uit Amerika Canada en Argentinië joegen de graanprijzen naar omlaag en deden alle hoop op een eeuwig durende periode van vette jaren in üdele hoop vervliegen. Schrijnende nood klopte aan de deuren van onze hofsteden. Zelfs met hard werken leverden de bedrijven geen behoorlijke boterham meer op. De winkelier en de bakker gaven de boer weliswaar crediet, zoals ook de handelaren aan wie hij zijn producten afleverde hem gaarne voorschoot, maar het waren credieten die een verre van gezonde verhouding schiepen. Het eerste streven om verbetering te brengen in deze noodtoestand moet worden toegekend aan de Nederland se Boerenbond, die in de eerste maand van 1896 was opgericht met het doel de boerenstand maatschappelijk, zedelijk en materieel te verheffen. In de boezem van deze bond werd het probleem der te dure kredieten onderzocht en de oplossing werd gevonden in de Stichting van de coöperatieve boerenleenbank. Het Limburgse plaatsje Meyel komt de eer toe op 10 Mei 1897 de eerste Nederlandse boerenleenbank te hebben gekregen. De idee die bij de stichting overheerste was niet zuiver Nederland?. Het voorbeeld van Friodrich Wilhelm Raiffeisen, die in het midden van de vorige eeuw in Duitsland een coöperatieve credietvereniging in het leven had geroepen die tegen matige rente aan haar deelhebbers bedrijfscredieten verschafte van de gelden die andere deelhebbers als spaargelden aan haar hadden toevertrouwd, gold als hoofdmotief bij de stichting van de Nederlandse boerenleenbanken. In Duitsland had deze vorm van leen- en spaarbank spoedig veel opgang
gemaakt, ofschoon het aan moeilijkheden en tegenwerkende krachten niet heeft ontbroken. Het is geen wonder dat de boerenleenbanken een grote vlucht namen, ook in ons vaderland. Immers als credietinstelling zowel als spaarbank beantwoordden zij aan het doel waarvoor ze waren gesticht. Een boer heeft gedurende het gehele oogstjaar regelmatig uitgaven te doen, de tijd van beuren is echter pas daar als de producten worden verkocht. Vaak zal hij dus in die tussenperiode bedrijfskapitaal tekort komen en hij heeft nu zijn eigen bank die hem uit de brand kan helpen. Voor degene die aan sparen toekomt beheren zij de ingebrachte spaargelden op de beste wijze en verrichten zij in de meeste gevallen alle diensten op financieel gebied, welke tot het terrein van het bankwezen behoren. De coöperatieve boerenleenbanken zijn van ontzaglijk groot nut geweest bij de vooruitgang van landbouw en tuinbouw. Het landbouwcredietwezen is bij voorbeeld direct van een onschatbaar grote invloed geweest op de verwezenlijking van de doelstellingen die met de organisatie van boeren en tuinders op coöperatieve grondslag werden beoogd bij de oprichting van de aan- en verkoopverenigingen, die zuivelfabrie ken, de fokverenigingen enz. Het beste, voor zichzelf sprekende bewijs van het nut der boerenleenbanken wordt echter wel geleverd door de ontwikkeling die zij in een tijdperk van vijftig jaar hebben genomen. In 1899 een jaar na de oprichting telde ons land 46 boerenleenbanken; thans is Nederland met een dicht net vrn meer dan 1300 banken bedekt die een saldo-tegoed V ebben gekweekt van f 1800 millioen. Als crediet-organisatie hebben de boerenleenbanken niet alleen de landbouwcrisis van de vorige eeuv helpen overwinnen, zij hebben 50 jaar lang de boer tegen lage rente da middelen verschaft om zijn bedrijf t" laten draaien en te moderniseren, zij hebben zeker ook door eendrachtige samenwerking der leden het saamhorigheidsgevoel op het platteland helpen versterken.
Geruchten omtrent sluiting van de kanalen in Drenthe Groninger Kamer van Koophandel wijst op funeste economische gevolgen
Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Groningen is een adres gericht aan de Minister van Economische Zaken, waarin erop wordt gewezen, dat geruchten de ronde doen, dat een aantal in de provincie Drenthe gelegen kanalen met sluiting wordt bedreigd. De reden hiervan zou zijn, dat de in die kanalen gelegen kunstwerken dringend een vernieuwing behoeven,, terwijl de kanaalmaatschappijen financieel niet bij machte zijn om deze werken te doen uitvoeren. Wanneer de Overheid derhalve niet bereid gevonden zou kunnen worden om de nodige herstelkosten van totaal ongeveer één milüoen gulden te fourneren, dan zouden deze kanalen wegens voortschrijdende verwaarlozing onvermijdelijk voor het verkeer gesloten moeten worden. In dit verband worden vooral het Oranjekanaal en het kanaal Buinen—Schoonoord genoemd, doch ook de Hoogeveenschevaart en wel het pand Noordsche Schut—Nieuw-Amsterdam.
Het bedrijfsleven, ook in Groningen, is hierdoor ten zeerste verontrust geworden en een aantal protestbrieven is dan ook over deze aangelegenheid binnengekomen. eHt is hierom, dat de Kamer zich genoopt ziet om op korte termijn een waarschuwende stem tegen deze kennelijk op handen zijnde kanaalsluiting te verheffen en te wijzen op de niet geringe welvaartsfunctie, die deze kanalen vervullen. De aardappelmeelfabrieken Alhoewel bijna alle aardappelmeelfabrieken de terugslag van een eventuele sluiting zullen ondervinden, meent de Kamer toch goed te doen pp enige wel zeer in het oog springende gevallen te wijzen. De te Hijken gevestigde en aan het Oranjekanaal gelegen aardappelmeelfabriek „Oranje" die temidden van een groot aardappel-areaal ligt, werd gedurende de bevrijdingsdagen verwoest, doch is thans ten koste van een bedrag van f 2.000.000.— herbouwd en aal weldra weer in bedrijf worden gesteld. Deze fabriek is geheel ingesteld op de aanvoer (61.000 ton aardappelen) en de afvoer 120.000 balen a 100 kg.) via het Oranjekanaal. Het bestuur dezer fabriek stelt zich nu de vraag of door een sluiting dezer kanalen de vestigingsplaats niet geheel doelloos zal zijn geworden, m. a. w. of de kanaalsluiting niet even catastrophaal zal blijken te zijn als destijds de oorlogsverwoesting. De aardappelmeelfabriek „Excelsior" te Nieuw-Amsterdam krijgt ongeveer 25 % der door haar benodigde aardappelen per schip aangevoerd, terwijl ook de aardappelmeelfabriek „Hollandia" te Nieuw-Buinen voor een aanzienlijk percentage afhankelijk is van aardappelen, afkomstig van de rond de kanalen gelegen landerijen. Dit betekent tevens, dat, als tot sluiting dezer kanalen wordt overgegaan, deze beide fabrieken grote financiële offers moeten brengen om hun aardappelontvangstinstallaties,
die nu uitsluitend op aanvoer per schip sijn ingesteld, ten dele om te bouwen voor de ontvangst van aardappelen per vrachtauto. De afvoeren naar het Westen des lands van de aardappelmeelfabriek „Hollandia" gaan geheel over deze kanalen. V rachtauto-park Wanneer tot sluiting van deze kanalen zal worden overgegaan, dan zal dus de vrachtauto de vervoerstaak van het schip moeten overnemen. Het vrachtautopark zal hieraan derhalve moeten worden aangepast, doch daar het om een campagnevervoer van ongeveer drie maanden gaat, zal men óf voortdurend te kampen hebben met een onvoldoend aanbod van vrachtautovervoer of de vrachtauto's zullen gedurende de overige negen maanden van het jaar de bestaande concurrentieverhoudingen in die buurten ontwrichten. Thans wordt in de campagnetijd de aardappeloogst veelal afgevoerd in pramen, die 's zomers ten dele voor andere doeleinden worden gebruikt. Het 'esuitaat zal dus worden, dat deviezen moeten worden uitgeguven voor nieuwe vrachtauto's, het bestaande scheepsmateriaal waardeloos wordt en de wegen verzwaard moeten worden. Een sluiting van deze kanalen voor de scheepvaart wil niet zeggen, dat deze aan een verwaarlozing prijsgegeven kunnen worden, daar zij tevens voor afwateringsdoeleinden dienen, m. a. w. er zullen gelden gevonden moeten worden voor de instandhouding van deze kanalen voor laatstgenoemd doel; de uitgaven zullen dan niet meer ten dele gedekt kunnen worden uit de opbrengst van sluis- en bruggelden. Voorts zal de landbouwende bevolking van midden-Drenthe ingeval van sluiting van deze kanalen voor vele harer productenen grondstoffen een hogere vracht moeten betalen. Afvoer van turf Het Oranjekanaal en het kanaal Buinen—Schoonoord fungeren ook als verbindingsweg voor het doorgaande verkeer. Volgens deskundigen mag worden aangenomen, dat dit minstens 50.000 ton jaarlijks bedraagt, waaronder grote hoeveelheden turf uit de Zuid-Oosthoek van Drenthe. Wij vernamen, dat, wanneer deze verbindingskanalen wegvallen, het omvaren op een extra uitgave van ongeveer f 0.40 per ton zou neerkomen, derhalve op een verlies van minstens f 20.000.—. Hieraan werd toegevoegd, dat, wanneer de sluizen in deze kanalen minder zouden lekken en derhalve het waterpeil beter in de hand gehouden kan worden, er een gróter gebruik van deze kanalen gemaakt zal worden dan thans het geval is. Het bedrijfsleven heeft in hét Noord-Oosten des lands met slechte en vaak hopeloos verouderde kanalen te kampen. De theorie, dat een kanaal zich financieel zelf bedruipen moet en de economische betekenis daarvan op de tweede plaats komt, is reeds lang verlaten. Wij vragen ons dan ook af, aldus de Kamer, wanneer de geruchten, die tot het schrijven van dit adres aanleiding geven, inderdaad juist zijn, wat dan wel de rechtvaardigheidsgrond is en waaraan de hier gevestigde voortvarende handel en industrie het wel te danken hebben, dat de onderhavige kanalen aan hun lot worden overgelaten. Het Noorden staat al zoveel achter bij andere gedeelten des lands, waar men rijkskanalen aantreft, en daarom wordt dan ook met de meeste aandrang verzocht wel te willen bevorderen, dat aan dit voorttemen geen uitvoering wordt gegeven»
Nederlands verzoek om via Mauritius te v'iegen Het Franse persbureau AFP meldt, dat Nederland aan Groot-Brittannië officieel toestemming heeft gevraagd, om voor de luchtverbinding met Indonesië voor wat de burgerluchtvaart betreft, gebruik te mogen maken van de luchthaven op het eiland Mauritius, aldus wordt van gezaghebbende Engelse zijde vernomen. Het Foreign Office heeft thans het verzoek in behandeling. P. v. d. A. over Indonesië Militair optreden moet gerechtvaardigd worden De Partij van de Arbeid heeft gisteren een buitengewoon congres gehouden, ter behandeling 'van het Indonesische vraagstuk. Na een uitvoerige discussie werd een resolutie van het partijbestuur aangenomen met 1879 tegen 909 stemmen (118 stemmen waren blanco en twee ongeldig). In deze resolutie wordt o.m. tot uitdrukking gebracht, dat men begrip heeft voor de beweegredenen, die de re,;ering tot een militaire actie hebben doen besluiten. Betreurd wordt echter, dat een groot deel der wereldopinie deze beweegredenen onvoldoende heeft onderkend, wat ondanks de juistheid in de grote lijn van het gevolgde politieke beleid, mede veroorzaakt is door de talrijke, ook aan Nederlandse z\jde begane fouten. Het congres is daarom van oordeel, dat Nederland zijn militair optreden kan en moet rechtvaardigen en een goede samenwerking met de Organisatie der Verenigde Naties bereiken door onverkorte en onverwijlde uitvoering van zenn staatkundige beloften aan Indonesië en in de Veiligheidsraad, met inbegrip van hetgeen daar gezegd is iver de vrijlating der Republikeinse 'eiders. Voorts wordt er bi) de Nederlandse regering met klem op aangedrongen, dat van Nederlandse zijde thans alles gedaan worden om een sfeer van vertrouwen te scheppen en dus krachtig worde opgetreden tegen allen, die tekort schieten in de uitvoering van haar beleid. Resolutie Vos c.s Hierna werd nog een resolutie, ingediend door ir. M. Vos namens een eroep leden, aangenomen met 1388 tegen 1324 stemmen, 8 blanco. In deze resolutie word' o.n geconstateerd, dat de argwaan -a.v de Nederlandse bedoelingen, zowel in de Indonesische als in de internationale wereld door het militair optreden zeer is vergroot, waardoor een snelle en consequent* liquidatie van de koloniale verhoudingen daarom nog meer geboden is dan voor het inzetten van de actie. Men is van oordeel.dat hiertoe mede kunnen dienen : 1. herstel van de volledige bewegingsvrijheid van de Republikeinse leiders en het voeren van hernieuwd overleg met deze; 2. herstel van de Republiek als autonome eenheid; 3. overdracht van bevoegdheden aan een in te stellen federale regering; 4. opbouw van een militair federaal orgaan, zodanig, dat de Nederlandse militaire macht kan worden teruggetrokken; 5. oprichting van de Verenigde Staten van Indonesië als souvereine mogendheid na zo spoedig mogelijk, zo nodig onder internationale controle, te h >uden verkiezingen; 6. geregeld, bewst gezocht, overleg met de Commissie van Goede Diensten en met de internationale bij de ontwikkeling in Indonesië mede betrokken staten.
Advertentie
SCHUDT UW LEVER WAKKER en u zult 's morgens weer kiplekker ait bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gaf In uw ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoelgang op natuurlijke wijze te regelen. (Adv.) Waar zijn onze schepen? ALDABI, Buenos Aires—Roterdam, 17-1 350 mijl Zuid Kaapverdische eilanden. JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, Amsterdam-Batavia, pass. 17-1 the Brothers. KOTA AGOENG, Batavia-Rotterdam, 17-1 te Belawan. LEMSTERKERK, Rotterdam-Basra, 17-1 van Bandashapur. RUYS, 17-1 van Ba'avta te Hongkong. WESTERDAM, 17-1 11 uur van Rotterdam te New-York. WILLEM RUYS. Bat ïvia- Rotterdam, 17-1 dwars van Kreta. ZUIDERKRUIS, Rotterdam -Bstavia, pass. 17-1 20 uur Gibraltar NOORD AM, 18-1 van Naw Ycrk te Rotterdam verwacht ('s -niddags). DUIVENDIJK, Rotter JE .m-Varcouver, pass. 16-1 Fayal. NIEUW-AMSTERDAM, 1j S -1 van Havanna te New-York.
Bonnema
IAUV.)
Van dit van dat.... over 't Drenthe van toen
Van welhaast geen enkele plaatsnaam bestaan zoveel verschillende schrijfwijzen als van Peize. In de Driemaandelijkse Bladen, uitgegeven door de Vereniging tot onderzoek van Taal en Volksleven worden een vijftiental verbasteringen van deze naam genoemd die van de twaalfde tot de vijftiende eeuw voorkwamen. Ze luiden : Pedge Pedeze, Peedse, Petse, Pedze, Pedzie, Paitze, Peydze, Peinse, Peisge, Pezie, Pesie, Peze, Peyze en Peyse. Tenslotte is het Peize geworden. De Peizenaren schijnen van verandering te hebben gehouden vroeger, want hun dorp heeft ook niet altijd tot Drenthe maar eerst tot Friesland en later een tijdje tot Groningen behoord. Het ligt niet voor niets in een veelomstreden gebied van de provincie, dat bovendien nog een uithoek was. Ook hier hebben wij weer te doen met een dorp met een zeer oude geschiedenis. Reeds in de twaalfde en dertiende eeuw was er sprake van dit dorp en in de dertiende eeuw was het reeds van zodanige omvang dat de stichting van een kerk nodig bleek. De Bisschop van Utrecht, die hier toen het hoogste kerkelijke en wereldlijke gezag vertegenwoordigde stelde een pastoor aan en benoemde een Schulte.Het dorp wordt genoemd in verband met de verbeten strijd die in de twaalfde eeuw is gevoerd tussende Drenthen en Gelkingers enerzijds en de Groenbergers en Utrechtsen anderzijds. Het was in het midden van deze eeuw dat de Utrechtse bisschop Herbert met een legermacht Noordwaarts trok om aan het verzet een einde te maken. Hij zette de stadhouders van Groningen p n Coevorden, die zijn koers niet volgden af, droeg deze functies op aan enige van zijn naaste familieleden en maakte ze erfelijk- In Coevorden werd zijn broer Ludolf aangesteld, in Groningen Leffert en op het huis te Peize werd Rudolf geïnstalleerd. Men sprak in Drenthe daarna van de geslachten van Peize en van Coevorden. Het schijnt dat de heren van Peize nogal grote macht bezeten hebben, want in 1250 heeft Rudolf van Peize tezamen met Koenraad van Groningen het stoute stukje uitgehaald de beste paarden van de Groninger paardenmarkt weg te halen en de edellieden uit Hunsingo en Fivelingo gevankelijk met zich mee te voeren. De Ommelanders beantwoordden deze overmoed met een aansnl op de stad Groningen en overmeesterden toen het kasteel van de Gelkingers, Rudolf van Peize zelf werd bij deze strafexpeditie gevangen genomen. In de veertiende eeuw is er sprake van een kasteel op de Achterste Horst van Peize, genaamd de Hantsouwe. Daar woonde een zekere Otto van Hantsouwe, die aanzienlijke functies te Gr rtingen heeft vervuld. Na Otto heeft het kasteel toebehoord aan het geslacht Lewe dat voor Peize van grote betekenis is geweest, omdat het in de jaren 1577, 1578 de markescheiding heeft doorgevoerd, die ook hier grote veranderingen te weeg bracht. In de tijd dat de familie De Coninck op het huis te Peize woonde werd het kasteel een van de Drer+se havezathen, waarvan de bewoner zoals men weet deel uitmaakte' van de Ridderschap en als zodanig lid was van het Provinciale bestuur. Verschillende bewoners van het huis hebben de functie van Assessor vervuld of zijn lid geweest van het College van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Het Huis van Peize zag eens (1652) binnen zijn muren de „wijsheid van den Lande", zoals men de Staten van Drenthe pleegde te noemen, op een zeer belangrijke vergadering bijeen. Er moest namelijk 'n stadhouder van Drenthe gekozen worden in de plaats van prins Maurits. De keus viel op graaf Evïrt Casemir van Nassau, destijds reeds stadhouder van Friesland en van Stad en Ommelanden.
Ali Khan zal spoedig met Rita
Ali Khan zal spoedig met Rita Hayworth in het huwelijk treden Rita ook al het slachtoffer van de griep Prins Ali Khan heeft te Cannes verklaard met de filmster Rita Hayworth te zullen huwen. Het huwelijk zal waarschijnlijk in Frankrijk gesloten worden en wel te Le Cannet, waar zijn vader woont. De prins verklaarde voorts, dat Aga Khan zijn toestemming voor dit huwelijk had verleend. Rita Hayworth, zeide hij verder, zal een persconferentie houden, zodra zij van haar griep genezen is. Op een vraag of de actrice zou doorgaan voor de film te spelen, zeide Ali Khan, dat zij nog een contract met Hollywood had. Over een kerkelijke inzegening is niets bepaald, zeide Ali Khan op een desbetreffende vraag.
Belgische ambassadeur kwam zijn geloo sbrieven overhandigen
H. M. Koningin Juliana ontving gisterochtend ca. half twaalf ten paleize te Amsterdam de nieuw benoemde Belgische ambassadeur E. de Graeffe, die H. M. zijn geloofsbrieven kvvum aanbieden De ambassadeur verbleef een half uur bij de Vorstin, /oor het paleis herhaalden zich de plechtigheden, waarmee Maandag de vei trekkende Belgische diplomaat L. C. Nemry bij zijn afscheidsbezoek werd ontvangen. Meer dan eergisteren, toen 'n zachte regen neerdruilde, genoten de saamgestroomde Amsterdammers van het schouwspel dat de Koninklijke Militaire Kapel en de wacht in de fraaie uniformen van het gala regiment der grenadiers op het zonovergoten Damplein bood.
Geel kleine kinderen geen pinda's
De geneeskundige hoofdinspectie van de volksgezondheid wijst op het gevaar van het eten v i apenootjes voor kinderen onder de vier jaar. Binnen zeer korte tijd, nadat apenootjes weer in beperkte mate verkrijgbaar waren, werden er weer kleuters in ziekenhuizen opgenomen, omdat een nootje in de luchtwegen was terecht gekomen. Dit maakt een ingewikkelde behandeling noodzakelijk en kan anleiding zijn tot het ontstaan van gevaarlijke complicaties.