Provinciale Drentsche en Asser courant

Competitie weer begonnen Dank zij het zo bij uitstek zachte winterweer wérd de competitie in het Noorden verleden Zondag, na een rustperiode die veel korter was dan andere jaren, hervat. Het gevolg van deze vroege hervatting kon nog wel eens een zeer onregelmatig verloop van de competitie tengevolge hebben; immers reeds Zondag werden verschillende terreinen afgekeurd. De gespeelde wedstrijden in de eerste klasse leverdén geen verrassingen op, alhoewel de overwinning

van L.D.O. op C.B. (5—2) een beter resultaat van de Friezen is dan we verwachtten. W.W.M.D. behaalde in Hemrik, nadat met de rust de stand nog gelijk was, een ruime 9—5 zege op 't N.O. dat nu zo goed als zeker met Advendo, dat door V.K.C. met liefst 14—3 gekraakt werd, zal moeten degraderen. Door deze uitslagen werd de volgende 'ind bereikt: V.K.C. 11 8 3 0 19 86—28 Vitesse 11 8 I 2 17 64—23 W.W.M.D. 12 7 3 2 17 64—44 W.K. 10 7 1 2 15 41—21 C.B. 12 5 0 7 10 30—55 L.D.O. 12 4 0 8 8 43—72 N.O. 12 1 1 10 3 30—69 Advendo 10 0 1 9 1 11—58 In de 2e kl. B voed de wedstrijd Rood-Zwart—Dio geen doorgang. Het was een goede dag vóór de leiders. De lijstaanvoerder Leonidas had in Noordwolde met een zeer onvolledig Vitesse 2 niet de minste moeite en won met 9—1. S.D.O. had in Schoonoord met Kios wel wat meer werk maar 5—2 is toch duidelijk genoeg. In deze afdeling luidt de "tand: Leonidas 9 6 2 1 14 53—27 S.D.O. 7 4 2 1 10 30—20 M.K.C. 8 4 2 2 10 29—28 Dio 8 4 1 3 9 33—31 Vitesse 2 8 3 1 4 7 26—35 Kios 8 2 1 5 5 28—29 R.Z. 8 0 1 7 1 21—50

K.N.V.B., Afd. Drenlhe-Noord Uitslagen 13 Februari. Ie klasse: Attila—SGO, af gek.; SRZ —Gasselternijveen 1—4; Asser Boys 2 —Annen 7—0; Leo—Achilles 4 12—3; Eext 2—Zuidlaren 2—1. 2e klasse A: VAKO 2—Asser Boys 3 1—1; Buinen—Gieten 2 4—2; Roldér Boys 2■—Roden 2 3—4. 2e klasse B: Bellen 2-VKW 2 4—2; Dwingeloo—Wijster 2 4—4; Smilde 2— Halen 2—5; Holthe—Hijker Boys 1—2 3e klasse A: Asser Boys 4—Attila 2 2—4; Roden 3—Nieuw Roden 0—3; SVDB—Tinaarlo 1—1; VAKO 3—Gomos 2 1—0. 3e klasse B: Wijster 3—Wapser Boys 3—3; VKW 3—Hoogersmiide 1—4; Diever—Hijker Boys 2 ?; Oranje Wit—Wittev. Boys 2 5—2; SCT— Srrdlde 3 ? 3e klasse C: DBC—Eext 3 3—2; GKC—SGO 2 2—2; Asser Boys 5— Gasselternijveen 2 1—3; Gieten 3— Borger 1—5. 4e klasse A: Zuidlaren 3—SVZ 2 3—1. 4e klasse C: Tinaarló 2—Gomos 4 3—0; Nieuw Roden 2—VAKO 5 0—2. 4e klasse D: SGO 4—Gasselternijveen 3 1—1; Léo 3—DBC 4 10—1. 4e klasse E: Holthe 2—Wapser Boys 2 2—1. 4e klasse F: Vledderveen 3—Dwingeloo 3 3—3. A Juniores. A: Asser Boys Al—SGO 5—0. C: Wittev. Boys—Wijster 2—Ó; Hoogersmiide—Diever 0—1; Halen—Smilde 2—0. B Juniores. A: SGO—Leo 3—1. B: GKC—Eext 0—2. C: Gieten B2—Borger BI 1—6. D: SCT—Smilde BI ?; Bellen-» VKW 3—0. E: Diever—Vledderveen 2—2. F: Zuidlaren—SVZ 7—1; Nieuw Roden—VAKO B2 0—4. Programma 20 Februari. Ie klasse: Achilles 4—SRZ; Attila— Asser Boys 2, terrein Asser Boys; Gas selternijveen—Eext 2. 2e klasse A: Achilles 5—Gieten 2; VAKO 2—Buinen; Ees—Zuidlaren 2; Buinerveen—Rolder Boys 2. 2e klasse B: Vledder—Wtjster 2, terrein Old Forward; VKW 2—Hijker Boys; Dwingeloo—Smilde 2; Beilen 2 —Holthe. 3e klasse A: Tinaarlo—Attila 2; Nw. Roden—SVZ. 3e klasse B: Wapser Boys—Hoogerstnilde; Oranje Wit—Wijster 3; Diever —Wittev. Boys 2; Smilde 3—SCT; Hijker Boys 2—VKW 3. 3e klasse C: Gieten 3—SGO 2; Gasselternijveen 2—Eext 3; Borger—DBC; Asser Boys 5—Annen 2. 4e klasse A: VAKO 4—Asser Boys 6 SGO 3—Gomos 3; SVDB 2—Zuidla ren 3. 4e klasse B: Annerv. kanaal—Gieten 4; Leo 2—Ees 2; Rolder Boys 3— DBC 2; Eext 4—Buinen 2. 4e klasse C: Achilles 7—Gomos 4; Tinaarlo 3—Attila 4; Tinaarlo 2—Roden 4. 4e klasse E: Wapser Boys 2—Hoogersmiide 2; Holthe 2—Halen 2; Wittev. Boys 3—Vledderveen 2. 4e klasse F: Wittev. Boys 4— Vledderveen 3. A Juniores. A: Gieten—SGO; SVDB—Achilles Al.

B: Borger—DBC; Ees—Gasselternijveen; Buinerveen—GKC. C: Diever—Wittev. Boys; Wijster— Halen. D: Gomos—Roden A2. B Juniores. A: Leo—Achilles B2; Asser BoysRolder Boys. B: Buinerveen BI—Annerv.kanaaL D: Beilen—SCT. E: Dwingeloo—Smilde B2 F: Zuidlaren—Roden.

(Adv

door I D VAN EXTER

165. Tot hun ontzetting bemerken Pim, Pam en Pom dat ze weer by het beginpunt van dezelfde weg aangeland zijn. Pim wil rechtsomkeert maken, maar dat gaat zo gemakkelijk niet. Hij kan dat nog niet en zo rijdt hij recht op de startstreep aan, waar de grote beer van daarstraks weer staat. Alleen heeft hij nu geen pistool meer in zijn hand. Nee kijk, nu heft hü een grote gekleurde vlag in de hoogte, juist op het moment, dat Pim met zijn jeep de streep passeert.

166. .Hij wuift naar ons met een vlag", roept Pam. „Wat zo udat betekenen ?" „Het kan me niet schelen," roept Pim. „Als die beer denkt dat ik stop, heeft hij het mis. Ik ryd door !' Ja dat heeft Pim nu wel heel dapper gezegd, maar plotseling begint de motor van de jeep te sputteren en dan— staat hij stil. „Wat is dat nu ? Wat doe je ?' roepen al zijn vrienden door elkaar. ,Jk kan niet, de benzine is op!" roept Pim met een wanhopig gezicht.

Wanneer men ergens critisch moet staan tegenover een gangbare mening, dan is het ten aanzien van de provincie Drenthe. Een arm land van heide en struiken, achterlijk en afgelegen, ziedaar de traditionele voorstelling van velen. Maar zij is onwaar; zij kan hebben gegolden voor vroegere tijden, maar past niet op het heden." Ons Drenthen steekt prof. dr. J. Lindeboom, wanneer hij dat zo neerschrijft in een van onze radio-organen, daarmede geen hart onder de riem; wij lezen het natuurlijk graag, omdat het een erkenning is van de verdienste van alle Drenthen hun geboortegrond, die eeuwenlang miskend en ten achter gesteld werd een plaats te hebben doen innemen, die hij op grond van historie en rechten verdient. maar overigens is het een zo vanzelfsprekend iets, dat er eigenlijk geen woord aan besteed behoeft te worden. De woorden van de professor kwa. men ons echter in herinnering, toen wij er ons op bezonnen iéts over Gasselte te schrijven. Wie aan Gasselte denkt en aan de groei van de plaats, denkt aan de grote steen, die vroeger in het Gasselterveld werd gevonden en die het geheim verklapte van het ontstaan, zoals Prof. Lindeboom het zegt van het Drenthe, dat afgedaan heeft met de traditionele voorstelling, dat het achterlijk en afgelegen is. De legende wil, dat men een steen in het veld vond, waarop geschreven stond: „Die mij omkeert zal een groot wonder zien". Toen men de steen omkeerde, bleek er aan de onderkant op geschréven te staan: „Wat ben ik blij, nu lig ik op mijn andere zij". Een simpel grapje ? Wi) zullen tot de laatsten behoren die beweren, dat hetgeen hier verteld wordt, waar gebeurd is, maar dat er een schone symboliek in het verhaaltje opgesloten ligt, is 'n onloochenbaar feit, want voordat de steen van Gasselte en al die duizenden en duizenden andere keien, die op de woeste gronden van Drenthe werden aangetroffen omgekeerd werden, was Drenthe inderdaad nog het land van hei en struiken. Toen men de stenen ging omkeren, toen de oude marken werden gescheiden en de ontginningsploeg brede voren door 't land trok, waarbij het onderste boven werd gebracht, toen was het wonder, dat op de steen was aangekondigd, geschied. De simpele woorden „wat ben ik blij, nu lig ik op mijn andere zij" werden bewaarheid door de rijke akkers met golvend graan en de aardappelvelden, die op de omgewoelde gronden groeiden en de landbouw in dit géwest tot ontwikkeling brachten, die op zijn beurt weer een van de be* langrijkste voorwaarden werd voor de ontwikkeling van ons gewest, tot dat waarvan prof. Lindeboom nu onvoorwaardelijk kan zeggen, dat het onwaar is. dat liet achteraan komt. Vooral ook voor Gasselte heeft de symboliek van de steen met zijn opschriften. al is zy dan ook een fabeltje, iets te zeggen. De Gasselter boermarke was tussen de 1500 en de 1700 bunder "root. Gasselte was 'n kwijnend dorpje, dat zich in dat opzicht in weinig of niets van de andere Drentse doroen onderscheidde Over de eenzame heide dwaalden de beide schepers met hun kudden. Ze waren er heer en meester totdat de ontginningen begonnen in 1876, die hun °inde in begonnen te luiden. Toen de steen eenmaal omgelegd was, kreeg Gasselte de wasdom, waaruit het dorp ontstond, dat, zoals heel Drenthe, gebroken heeft met de traditionele voorstelling, dat het achterlijk en afgelegen is.

— De Nederlandse middengewichtkampioen boksen Luc van Dam behaalde gisteravond in de Dierentuin te Den Haag een overwinning op de Fransman Gaston Chambraud. Daarentegen verloor onze nationale weitergewichtkampioen Giel de Roode, en wel op punten van de Fransman Omar le Noir. — De resultaten van de wedstrijden gespeeld in de finale-poule van de wereldkampioenschappen ijshockey, waren: Zwitserland—V. S. 5—4; Zweden —Oostenrijk 18—0 en Tsjecho-Slowakije—Canada 3—2. — Irma Schumacher, Nel Garritsen, Ria van der Horst en Bob Bonte hebben een uitnodiging ontvangen, om eind Maart aan enkele zwemwedstrijden in Denemarken deel te nemen.

Gisteren kwamen de Prov. Staten van deze provincie, onder voorzitterschap van de Commissaris der Koningin, Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk in tweede gewone zitting bijeen. In deze zitting werd een bespreking van ruim anderhalf uur gewijd aan de plannen van Ged. Staten tot vervening, ontwatering en ontsluiting van het hoogveengebied in het Nieuw-Schoor.ebekerveld, welk gebied op de ontwikkeling van de gemeente Schoonebeek een remmende invloed uitoefent zodat deze plannen volgens Ged. Staten van niet te ondeischatten belang voor de gemeente Schoonebeek moeten worden geacht.

Een debacle En hoewel de Staten het er in het algemeen over eens waren, dat er iets diende te geschieden, bestond er verschil van mening over de wijze waarop dit plan moest worden uitgevoerd. En het was de heer HEMEL die op de hem eigen wijze naar voren bracht, dat het plan van Ged. Staten moest worden aangehouden om een andere, een voordeliger oplossing te zoeken. Spr. had, zoals steeds, een zeer aandachtig gehoor, toen hy betoogde dat er voor een goede afwatering van dit gebied en zonder dat er verdroging zou optreden, nodig was de afwatering te doen plaats vinden naar het Schoonebekerdiep, inplaats van naar Kanaal A. Want daar draaide tenslotte de hele zaak om. De heer DEKKER, lid van Ged. Staten, had over deze materie heel wat materiaal verzameld en hij hanteerde de vele rapporten op gedegen wijze. Hy betoogde dat kanaal A. het aangewezen kanaal is voor de afvoer van het water. Er komt in dit gebied een geheel nieuwe veenkolonie en daarom achtte spr. het zeker de moeite waard, behoorlijk aandacht te besteden aan de beplanting. Tevoren had de heer HEMEL er n.1. reeds op gewezen, dat het nieuwe gebied er straks zal liggen om bebouwd te worden en dat het dus geen „sport" diende te worden om bomen langs de wegen te krijgen, waarop de hèer BLOKHUIS, dé vakman op dat gebied, repliceerde, dat er vroeger heel wat beter rekening was gehouden met de beplanting dan zulks later het geval was. Spr. pleitte wat dat betreft niet alleen voor bèvordering van het natuurschoon, doch ook ter stimulering van de houtproductie, terwijl hij tenslotte nog wees op het belang van beplanting in verband met verstuiving van de gronden. Een door de heer HEMEL ingediend voorstel tot aanhouding van deze aangelegenheid vond geen enkele ondersteuning waarna de heer SIKKENS van mening was, dat de ingelanden een duwtje nodig hadden. De argumentatie van de heer Hemel had niet veel indruk op spr. gemaakt en hij wilde dan ook verklaren dat de fractie van de P.v.d.A. het college van Ged. Staten op dit punt althans volledig zal volgen. De heer LODDER wees er nog op, dat hier tegenstand werd ondervonden, niettegenstaande de deskundigen van mening zijn dat afwatering naar Kanaal A. de zaak in het reine bracht en toen ook de heer DEKKER (Ged.) er nog eens op had gewezen

dat de rapporten van Waterstaat zó objectief, en zó deskundig waren dat er geen moment aan behoefde te worden getwijfeld, werd het voorstel van Ged. Staten in stemming gebracht. Trots het vurig pleidooi van de heer Hemel om aan te houden werd het toch aangenomen met één stem tegen die van de heer Hemel Tentoonstellingen en subsidies Het voorstel tot deelneming in het garantiefonds van de a.s. zomer te houden tentoonstelling „D.O.E.N." werd aangenomen en na enige bespreking ook het gelijkluidend voorstel voor de expositie „Coe^rden bouwt op 1949". zy het dan dat resp. voor 20 en 15 pet. van het totale bedrag in de garantiefondsen wordt deelgenomen. De heer DEKKER (Hoogeveen) uitte er zijn teleurstelling over dat twee belangrijke tentoonstellingen in één jaar worden gehouden en hij had dan ook een antwoord van B. en W. verwacht in de trant van: Het zal niet "weer gebeuren. Kan Coevorden niet meer worden uitgesteld ? vroeg spr. De heer SIKKENS wilde alle aandacht in de provincie concentreren op de provinciale tentoonstelling en daarom achtte hij het geven van subsidie aan Coevorden uit den boze. Assen is nu eenmaal een provinciaal belang van de allereerste orde. De heer SMALLENBROEK (Ged.) was van mening, dat Coevorden niet als een concurrent van Assen kon worden beschouwd. Vervolgens werd het voorstel in stemming gebracht en met 20 tegen 10 stemmen aangenomen. Tegen waren de heren Lanting, Van Apeldoorn, Homan, Heering, mevr. H. M. Content—Hofstede, Dekker (Hoogeveen), Óosting, Nijénhuis, Sikkens en Kinds. Een voorstel om afwyzend te beschikken op het verzoek van het Texels Schapen Stamboek om een subsidie van f500.— per jaar werd aangenomen, evenals een verzoek om subsidie van het Psychotechnisch Instituut „Joan Cele" te Zwolle. Echter werd besloten het Prov. Drankweer Comité Drenthe een subsidie van 60 cent per aan gesloten meerderjarig lid te verstrekken, terwijl aan de corporaties of verenigingen, die uit Drenthe afkomstige kinderen in koloniehuizen of gezinnen doen verplegen de bijdragen per kind en per verpleegdag onbeperkt zullen worden verleend. Het D.E.T.I. krijgt een jaarlijks subsidie van f 10.000.— èn het Groene Kruis f 2500.— ten behoeve van rheumatiekbestrijding. Het voorstel tot toekenning van een jaarlijkse bijdrage van f 10.000.— ten behoeve van de bevordering van het onderwijs aan onbemiddelde, begaafde jonge mensen uit de provincie Drenthe, aan een daartoe in het leven te roepen stichting, werd x. h. st. aanvaard. Afwijzend werd evenwel weer beschikt op een verzoek van de Vereniging „Vrienden van het Zuiderzeemuseum" te Enkhuizen om een jaarlijkse bijdrage. De Begroting 1949 De provinciale begroting 1949 werd in de middagzitting behandeld, waarvoor allereerst algemene beschouwingen werden gehouden. De heer LANTING hield ten aanzien van de reserveringen een pleidooi voor de vorming van een bruggenfonds; de heer KREMER kon zich moeilijk verenigen met de bijdragen voor het vliegveld 'Eelde, gezien de houding van onze Regering gedurende het afgelopen halfjaar; de heer MEYERINGH gaf ten aanzien van de reservering de volgende suggesties: 1. kwestie bruggenfonds, 2. ontwatering van belangrijke complexen, 3. t.b.c.bestrijding onder het rundvee, 4. steun aan lagere landbouwscholen. En ik geloof niet, dat er dan nog veel van de reserve over zal zijn, aldus spr. Hij vroeg voorts aandacht voor de geruchten omtrent de sluiting der kanalen in Drenthe benevens de diligentié van Ged. Staten voor de spoorwegverbinding Coevorden— Bentheimer Eisenbahn, welke voor Oost-Drenthe van het gróótste belang moet worden geacht De heer SIKKENS luidde de alarmklok ten

aanzien van de verbinding Meppel— Noord-Oost Polder, terwijl hij critiek leverde op het bouwvolume 1949' zonder daarbij overigens Ged. Staten een verwijt te maken. De heer HEMEL critiseerde de Schoonheidscommissie en vroeg ook de aandacht voor de geruchten omtrent de sluiting van kanalen en hij herinnerde er in dit verband aan, dat geen koe zo bont is of er zit wel een plekje aan. De heer VAN APELDOORN erkende de waarde van de Streekplandienst, doch hy kantte zich tegen het dictatoriale optreden van deze dienst. Uitvoerig werden de sprekers beantwoord door Ged. Staten. De heer SMALLENBROEK gaf een uiteenzetting omtrent de reserveringspólitiek van het College, terwijl hij ten aanzien van het vliegveld Eelde opmerkte: Als de tijd nóg eens zou komen dat er weer een aanslag wordt gepleegd op onze geestelijke vrijheid, dan zal ik blij zijn, dat de Staten van Drenthe gelden voor het vliegveld hebben geïnvesteerd. De spoorwegverbinding Coevorden—Bentheim zal de aandacht van spr. hebben. De heer FRANKEN verzekerde dat Ged. Staten ten aanzien van het bouwvolume de stellige hoop hebben op suppletie. Wat het militaire oefenterrein te Havelte betreft, waaromtrent ook een vraag was gesteld, deelde spr. mede, dat er nog geen beslissing was genomen. Deze wordt echter wel spoedig verwacht, gezien het feit, dat er twee ministers een bezoek aan de betrokken streek zullen brengen. Spr ga.f vervolgens inlichtingen over Streekplandienst en Schoonheidscommissie, ten aanzien waarvan hij o.m. opmerkte, dat het vaak maar goed is dat sommige gemeentebesturen niet volledig hun zin krijgen. Dé heer DEKKER verzekerde tenslótte nog, dat Ged. Staten zeker niet lichtvaardig over de geruchten omtrent kanalensluiting heenlopen. Het resultaat van het onderzoek door de Rijkscommissie in de vier Noordelijke provinciën dient evenwel eerst te worden afgewacht. Ten aanzien van de verbinding Meppel—N.-O. Polder wachten Ged. Staten op het antwoord van Meppel's burgemeester, welk antwoord in de laatste Meppeler raadsvergadering is toegezegd. Vervolgens werd de begroting aangenomen, met aantekening dat de heren Kremer en Folkers tegen een driètal posten waren.

ALDABI, 15-2 van Hamburg te Antwerpen. GROOTE BEER, Amsterdam-Java pass. 15-2 12 uur Perim. KLIPFONTEIN, Beira-Amsterdam 16-2 te Marseille. MAETSUYCKER, 15-2 van Geraldton te Singapore. WILLEM RUYS, Rotterdam-Batavia 15-2 te Port Said KOTA AGOENG, 16-2 5.50 uur van Java te Rotterdam. KOTA INTEN, Rotterdam-Java, pass. 15-2 Kaap St Vincent. VOLENDAM, Sydney-Rotterdam 19-2 te Aden verwacht. DE „WATERMAN" NAAR INDONESIë VERTROKKEN. Op de „Waterman", het bekende troepenschip, scheepten zich gisteren 1400 militairen in. Onder hen bevinden zich 250 leden van het K.N.I.L. en 75 man van de luchtstrijdkrachten. De overigen zün van de Koninklijke Landmacht, voornamelijk van het garnizoen te Bergen op Zoom en Assen. Het NTWIN-comité uit Zeeland gaf aan de „Waterman", die gistermiddag vertrok, vier gitaren en vier mandolines mee, bestemd om uit te reiken aan de muzikaalste militairen aan boord. De NIWIN verzond bovendien met dit schip 10 koffergramofoons, 17 radiotoestellen en 500 voetballen, alle bestemd voor de troepen in Indonesië.

Hij volgde de boy in de lift en op de tweede verdieping door een gang naar zijn kamer. De liftjongen draaide het licht aan, sloot de gordijnen en zette de koffers in het daarvoor bestemde rekje. „Welterusten, meneer", zei hij. „Welterusten", antwoordde Steensma. Hij stopte de boy een kwartje in de hand, dat deze met een vriendelijk lachje in ontvangst nam. Tien minuten later kroop Ir Steentma tussen de helderwitte lakens van het hotelbed en vróeg zich af hoe lang men hem daarin ongestoord zou iaten slapen. EEN HANDELSREIZIGER KOMT EN GAAT Ondanks de spanning, waarin hij verkeerde was Jelle Steensma betrekkelijk vlug in slaap gevallen. Hij had een ogenblik liggen luisteren naar de geluiden van het hotel, hoewel die door de dubbele kamerdeuren niet van «torende aard waren.

Zo nu en dan stapte er iemand door de gang en een man, die blijkbaar de kamer aan zijn rechter zijde had gehuurd, zetté met véél lawaai zijn schoenen buiten. Door de gesloten gordijnen drong hét fluitsein van een locomotief, maar weldra vervaagden al die geluiden en gleed hy onbewust in slaap. Hoe laat het was, toen hy wakker werd, had hij niet kuniien zeggen. Het was volkomen donker en het hotel scheen ih diepe rust In de links Van hem gelegen kamer was men blijkbaar nog wakker. Hy hoorde, dat er iets werd verschoven en verbeeldde zich een ogenblik later, dat er aan het slot van zijn deur werd gemorreld. Hij sprong uit bed, draaide het licht aan, ontsloot de kamer en keek in de door een spaarlampje verlichte hotelgang. Er was niets verontrustends. Weer sloot hy zijn deuren af en kroop in bed, waar hij scherp bleef luisteren zonder iets bijzonders te horen. Hij lachte om zijn nervositeit en bedacht, dat hij voortaan geen leven meer zou hebben, als hy zich van alles ging verbeelden. Opnieuw viel hij in slaap en droomde, dat hij werkelijk naar Parijs waa

gegaan en op het perron van het Gare du Nord stond om zijn vrienden af te halen. De dikke apotheker sprong het eerst uit de trein, tikte hem vriendschappelijk op de schouder en vond er behagen in hem telkens weer deftig by de naam te noemen. „Meneer Steensma ! meneer Steensma....!" Hij opende langzaam de ogen. Het beeld van De Ridder was verdwenen, maar de stem, die zijn naam noemde, drong duidelijker tot hem door. „Meneer Steensma!" Er werd op zijh schouder getikt en met een ruk schoot hij overeind. Hij zag een man bij zijn bed staan en kón nog juist een kreet van schrik onderdrukken, toen hij de stem van Jhr. van Waardenburg herkende. „Meneer Steensma.... is u wakker?" „Ja zeker, mijnheer", zei de ingenieur zijn gedachten ordenend. Hoe kon hoe was die man in zijn kamer gekomen. Hij had de deuren toch zorgvuldig „Komt u alstublieft in de kamer hiernaast", zei de heer Van Waardenburg fluisterend. „Ik heb de ^us sendeur open gemaakt". Jelle Steensma stapte uit zijn bed en zag, dat een deur, die beide kamers verbond, openstond. In de kamer van de heer Van Waardenburg

was die deur door een spiegelkast gemaskerd geweest. De kast was zover verschoven, dat men gemakkelijk van de ene kamer in dé andere kon komen. Ir Steensma begaf zich in zijn pyama naar het naastgelegen vertrek, waar hy door Bastiaan met een correcte buiging werd begroet. „Wjj hebben hier drie aaneensluitende appartementen", zei de heer Van Waardenburg. „Dat is de middelste en ik geloof, dat wy hier rustig kunnen praten. Bastiaan zal dé gang wel in het oog houden". Hij schoof enkele fauteuils aan en Steensma zag dat er een glas wijn en twee glazen op tafel stonden. „Laat ik eerst maar eens even inschenken", zei de heer Van Waardenburg glimlachend. „De nachten beginnen al killer te worden, maar ik vermoed, dat deze oude Tokayer wel voor onze centrale verwarming zal zorgen". Hij schonk twéé glazen vol amberkleurige wijn en hield het zijne een ogenblik keurend tegen het licht. „Op uw gezondheid, méneer Steensma", zei hij. „Het doet mij werkelijk genoegen, dat ik u hier als mijn gewaardeerde medewerker mag begroeten, al ben ik dan ook verplicht geweest u in uw zoete rust te storen". Steensma hief beleefd zijn glas en

nam een slok van de kostelijke wijn, die hem binnen enkele minuten in een bijna overmoedige stemming bracht. „U ziet wel", zei de heer Van Waardenburg, „dat wij hier rustig kunnen confereren. Uw kamer heb ik gisteren telefonisch vanuit een der stadscellen laten bespreken. Met de mijne en die van Bastiaan, die aan de andere kant ligt, is dat schriftelijk gebeurd. Wij zijn eerst laat in de avond hier gekomen. Hoewel wy natuurlijk geschaduwd zullen zijn, kan ik niet aannemen, dat men deze logeerpartij voorzien heeft en, in verband met het afluisteren van een gesprek, maatregelen heeft kunnen treffen". Terwijl hij sprak, liep Bastiaan naar de kamerdeur, welke hij vlug opende, waarna hij links en rechts de lange corridor afkeek. „Wat is uw bedoeling, meneer ?" vroeg Steensma, belangstellend. „Mijn plan", zei de heer Van Waardenburg, „is vannacht hier met u van naam en plaats te verwisselen. Ik ga zo dadelijk uw kamar betrekken en u neemt de mijne. Bastiaan zal u wel even helpen de kast weer op haar plaats te zetten. Morgenochtend vroeg, als het nog donker is, zal ik als handelsreiziger Smit het hotel verlaten". Hij liep naar de ksfmer van Steensma

en tilde een van de koffers uit het rek. „Heeft u dat allemaal meegebracht ?" vroeg hij een beetje verschrikt. „Tja ", zei Steensma, „ik dacht een handelsreiziger zorder koffers. ..." „Uw gedachtengang is logisch", zei de heer Van Waardenburg. „Ik zal morgenochtend met deze beide koffers vertrekken. Waarschijnlijk zal ik ze wel ergens voor onbepaalde tyd in een bagagedepot kunnen zetten. Wat heeft u er in 's hemelsnaam allemaal in gedaan ?" „Hoofdzakelijk bakstenen", bekende Steensma. De heer Van Waardenburg glimlachte. „Ik heb wel eens gehoord van een reiziger in grafstenen, die een monsterkoffer meesjouwde", zei hij. ,,'t Begint er werkelijk op te lijken". Hij schonk nogmaals in en haalde zijn portefeuille te voorschijn. „Ik geloof, dat het verstandig is als ik u niet helemaal in bankpapier betaal", zei hij. „U moet er rekening mee houden, dat u beroofd kunt worden en dan zou u alles kwijt zijn. (Wordt vervolgd)

'S WERELDS B E K E N D S T E MERK EVEN GOED ALS VROEGER NEDERLANDS FABRIKAAT (Adv.)