Provinciale Drentsche en Asser courant

Enige tijd geleden had ik op een avond catechisatie en clubleiding gegeven aan een groep jongens en meisjes in de leetijd van 12—15 jaar. Toen ik naar huis terugkeerde, ontdekte ik één van de jongens van mijn groep, die op de weg aan het hoepelen was. Ik had hem deze en ook al de vorige avond gemist en daarom wilde ik wel graag weten, wat de reden daarvan was. Ik remde en toen hij zag, dat het om hem begonnen was, kwam hij schoorvoetend nader. Ik ging maar direct recht op het doel af en vroeg:. „Zeg, waarom kom jij niet meer op onze catechisatie en club ?' Het antwoord liet niet op zich wachten: ,Jk heb wel wat anders te doen". Ik moet zeggen, ik schcot bijna in de lach. Het was zo'n grappig contrast, deze hoepelende jongen, die niet komen kon „omdat hij wel wat anders te doen had". Maar toen ik even later doorreed. dacht ik: We zijn toch wel heel ver gekomen, wanneer hoepelen iets anders (en dus naar het algemene spraakgebruik, iets veel beters) is dan catechisatie en club, dan het horen van Gods Woord en het opgevoed worden tot verantwoordelijkheid en gemeenschapsgevoel in groepsverband. Wanneer deze jongen dit alleen zélf zei, was het niet zo erg, maar ik geloof, dat dit e""' syrmtoom is van een algemene geesteshouding. _ i veel ouders en ouderen niet precies hetzelfde, zij het ook, dat ze het niet altijd hardop zeggen, maar het alleen dénken: „Ik heb wel wat anders te doen ?" Ik heb wel wat anders te doen dan te luisteren naar wat God tot me zegt en Hem dan te pehoorzamen. Dat is me veel te moeilijk, dat schept veel te veel problemen en conflicten. Je kunt het leven beter wat van de lichte kant opnemen.

Ik heb wel wat anders te doen dan naar de kerk te gaan en naar het geklets van een dominee te luisteren, die daar een dik tractement voor opstrtjkt. Neen. dan kan ik beter wat langer in bed blyven luieren of wat vissen of wat fietsen, als het weer mooi is. Ik heb wel wat anders te doen dan bij het eten of het naar bed gaan te bidden. Dat kost allemaal tyd, die beter anders besteed kan worden. Bovendien: we moeten hard genoeg werken voor ons brood; waarom zul je er dan nog voor bidden ? Ik heb wel wat anders te doen dan me om godsdienstige theorieën te bekomeren. Ik ken maar één theorie, één levenswijsheid, dat het vlees beter is dan de benen. Dat leert de practijk me elke dag. Ik heb wel wat anders te doen O. wat een arme, lege, domme, dwaze mensen zijn dat, die daar altijd mee klaar staan! Wat werpen ze veel weg, waar ze steun en kracht, hoop en troost uit konóen putten ! Déze zelfde mensen zijn het waarschijnlijk ook, die het méést klagen en tieren over de wantoestanden en ds chaos van deze tijd; zij zijn het, die zich altijd de bedrogenen en de uitge. buitsn voelen, die overal onrecht speuren en misstanden zien. Maar, wanneer men met hen spreken wil over de oorzaak van de chaos, over de réden van onrecht en bedrog, over wézenlijk herstel en vernieuwing, over een nieuw Koninkrijk, dat in Christus openbaar geworden is, een Koninkrijk van Recht, Waarheid. Liefde, Offer rn Dienst, een Koninkrijk, waaraan zij mee mogen bouwen — dan klinkt je onverschillig oi ijskoud of sarcastisch tegemoet: „Ik heb wel wat anders te doen 1" Dwaze, in zichzelf verdeelde wereld ! Men ziet het onrecht — en er is een oplossing — maar men wil die niet. Men ziet dg chaos — en er is redding mogelijk — maar men heeft er niets voor over. Men ziet de ondergang — en er is be. houd — maar men doet er geen moeite voor. Ik heb wel wat anders te doen. O, dat het toch steeds meer tot allen mocht doordringen, dat we niets anders te doen hebben, dan naar God te luisteren °n Hem te gehoorzamen. Hij alléén is onze redding, onze troost, onze waarachtige hulp. Zoals de oproep van Jesaja 51 dan ook klinkt: . T iiistert nsnr * T ii. gij volkeren, gij natiën, neigt tot Mij het oor 1 Want van Mij gaat onderwijzing uit ..mijn re<-ht is tot een lifht. der volgeren: Mijne zege is nabij, Miine redding komt Mijne armen zullen de volkeren richten." Laten wij dan naar Hem luisteren en zo uitkomst vinden voor de nood van onze tijd. Ruinen. P. S. DE RIDDER.

(Van onze parlementaire redacteur). „In verband niet de verklaring van de heer minister-president in de vergadering der Kamer van 16 Februari jl. kan Ik thans mededelen", aldus de minister van Overzeese Gebiedsdelen, a.i. Mr. J. H. van Maarseveen Vrijdagmorgen in de Tweede Kamer, „dat de besprekingen, die gisteren in de vergadering van het Kabinet met de Hoge Vertegenwoordiger der Kroon in Indonesië hebben plaats gehad, tot een volledige opheldering hebben geleid. De Hoge Vertegenwoordiger der Kroon verklaarde zich geheel te kunnen verenigen met het door de regering in deze Kamer uitgestippelde beleid. Omtrent de uitvoering daarvan worden de besprekingen, met de Hoge Vertegenwoordiger der Kroon voortgezet".

K.V.P : critisch - constructief Voor een eivolle Kamer legde Mr. Van Maarseveen deze verrassend korte verklaring af. De radio-omroep had zelfs ellenlange kabels uitgelegd om haar uit te zenden, in de verwachting blijkbaar, dat zij veel uitvoeriger zou zijn. Om elf uur begon de vergadering, tien minuten later schorste de voorzitter de bijeenkomst al ■ eer tot half twaalf. Toen kwam de voorzitter van de R.K. fractie, Prof. Mr. C. P. M. Romme, aan het woord. Namens al zijn politieke vrienden betreurde hij levendig het aftreden van minister Mr. E. M. J. A. Sassen, een man, die onder rle moeilijkste omstandigheden veel nuttig werk heeft verricht, vooral omdat het Kabinet, dat een waar kunststuk is van Mr. R. J. M. van Schaik, daardoor eeh gewijzigde samenstelling gekregen heeft. In bloemrijke taal kwalificeerde hij het kabinet als 'n kunstig geciseleerde vaas, waarin de balsem van het algemeen welzijn wordt be waard. In deze vaas is thaas 'n barst gekomen, doch niet alleen daarin: ook in het vertrouwen van de fractie der K.V.P. Dat was een onomwonden bekentenis. Omtrent het juiste standpunt van zijn fractie hield Prof. Romme de Kamer echter in het duister gehuld. Hoe kan men van ons een uitspraak verlangen? vroeg hij. Minister Sassen is afgetreden, omdat hij op internationaal terrein opvattingen huldigt, waarmede de regering zich niet kan verenigen Zijn zienswijze is nu cilet disputabel meer. De regering geeft evenmin opening van zaken omtrent de vérder door haar te volgen gedragslijn — begrijpelijk overigens, want men zegt het bvjtenlaad niet bij voorbaat wat men precies ven plan is te doen. Er zijn dus twee orbekenden. Moeilijk kan men van de K. V. P. verlangen, dat zij daai ut een keus maakt ! Prof. Romme gaf de verzekering, dat zgii fractie zich critisch-cohstrnctief zal blijver gedragen. . Voorts wilde hij Tweede Kamer weten aan welk c mplex van oorzken het te wijten is, dat de Republikeinse leiders niet bereid zijn aan de instelling van een federale interimregering mede te werken en of de regering to'; de instelling van een zodanige regering zal overgaan ook zonder deelneming van de Republiek. De totstandkoming van een nieuwe rechtsorde mag niet afhankelijk gesteld worden van de medewerking van de Republiek, zo betoogde prof Rom me verder. Hij vroeg, of de conformering van de regering aan het betoog van dr van Royen in de Veiligheidsraad inderdaad betekent, dat de door deze gewraakte punten voor haar onaannemelijk zijn. De Katholieke woorvoerder beslo.it zijn betoog met critiek op het feit, dat de politieke actie eerst veertien dagen ca de aanneming van de resolutie is ingezet en met de aansporing het ver trouwen van Indonesië in onze goede bedoelingen niet teloor te doen gayi. Toen later mr P. J. Oud (VVD) aan liet woord kwam, bleek diens rede oovallend parallel te lopen aan die van prof Romme. Mr Oud bestreed de bevoegdheid van de Veiligheidsraad, was van oordeel, dat Nederland zich zeer beslist niet moet gedragen, zoals anderen van ons verlangen, omdat dit niet strookt met ónze souvereiniteit t a onze waardigheid, betreurde het aftreden van minister Sassen, doch wjs daardoor in zijn vertrouwen jegens het ktbinet niet geschokt en achtte het van groot belang, dat de federale in terimregering nu zo spoedig mogelij,■: tot stand komt, ook als de Republie* niet wil medewerken. De heer H. W. Tilanus (CH) gaf Je verzekering, dat de CHU uit nationa'e overwegingen het kabinet zolang m >gelijk zou steunen. Maar dan zal het niet alleen door woorden, maar ook door daden moeten tonen, dat het h -V. vertrouwen van zijn fractie waard s. Merkwaardig was, dat het tweede gv deelte van zijn rede in scherpe tegen stelling stond met zijn betuigingen van medewerking. Hij liet daarin nl. ds critiek geenszins achterwege. In de eerste plaats wenste hij precies te we ten op welk punt de breuk tussen minister Sassen en de overige ministers is ontstaan. Het onderhandelen m«t Sukarno en Hatta zou het grote merendeel van de bevolking niet aanvaarden. Er zijn in de Republiek zeker nog wel anderen met wie gesproken kan worden, voegde hij daaraan toe. Fel kantte hij zich tegen de be daming Republiek der Verenigde Stalen van Indonesië, die in het pian-Beel is voorgesteld. . Mr. M. van der Goes van Naters (FvdA) sprak er zijn voldoening over uit, dat de besluiteloosheid bij de regering verdwenen is.

Niet juist is, dat het kabinet thans milder staat tegenover de fundamentele bezwaren, die tegen de resolutie van de Veiligheidsraad geopperd zijn. Ook de Partij van de Arbeid neemt te dien aanzien geen andere houding aan, maar wel is zij van oordeel, dat er positieve andere dingen tegenover gesteld moeten worden. Hij pleitte voorts voor de invrijheidsstelling van de Republikeinse leiders opdat in vrijheid met hen overleg kan worden gepleegd. De heer C. J. I. M. Weiter (Kath. N.P.) bracht hulde aan mr. Sassen, die karaktervastheid heeft getoond en niet gezwicht is op het punt waar hij met de overige leden van het kabinet van mening verschilde. Prof. dr. ir. W. Schermerhorn (P vaA) tenslotte noemde een interimregering zonder de Republiek het tegendeel van een oplossing. Het beleggen van een conferentie in Den Haag met het doel tot overeenstemming met de Republiek te geraken, zou hij toejuichen en hij deed reeds een ernstig beroep op de Republiek om dit laatste middel te aanvaarden teneinde een catastrophe te voorkomen. Er zou evenwel aan enkele voorwaarden voldaan moeten worden.'Want wat is het alternatief van het r.iislukken van onderhandelingen in Nederland, dat wij ver eer van huis zouden zijn dan ooit Bij het vaststellen van die voorwaarden dient de regering dus soepelheid te betrachten en risico's te aanvaarden. De risica's van„ het alternatief zijn namelijk nog veel gro> ter. In de avondvergadering gaf de heer Goedhart (PvdA) zijn ontstemming te kennen over het optreden in sommige gevallen der Nederlandse troepen tegen Republikeinse gevangenen. Hij diende een motie in, waarin de regering wordt uitgenodigd op korte termijn een onafhankelijk onderzoek te doen irstel len naar de desbetreffende verontrustende berichten. Het optreden van de Hoge Vertegenwoordiger is naar zijn mening in sommige gevallen allerongelukkigst geweest en hij betreurde het als dr. Beel in zijn functie gehandhaaft zou blijven.

De heer Schouten (AR) vroeg volledige opheldering omtrent het aftreden van minister Sassen. Blijkens een document van Palar, waarin deze verslag geeft van de werkzaamheden der Republikeinse vertegenwoordiging

bij de Veiligheidsraad en waar uit de heer Schouten voorlas, kreeg Palar bezoek van de heer Goedhart, die hem voorstelde een ontmoeting te arrangeren tussen Drees en Hatta. Volgens het document had Goedhart verklaard, dat de VVD en de CH wel inzien, dat zij onder druk an de U.S.A. van politiek moeten veranderen. De heer Schouten zei Je van oordeel te zijn dat de regering d" 3 resolutie van de Veiligheidsraad volledig moet afwijzen. Dc heer Schouten diende een motie in — mede ondertekend o.a. door de heren Weiter en Zandt — waarin de Kanier uitspreek, dat zij in het beleid van het kabinet geen vertrouwen heeft. De heer Goedhart verklaarde nog, dat hij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor een verslag van het onderhoud met zijn oud-collega, de heer Palar, dat zonder zijn voorkennis is opgesteld. Hij zeide zelf hierover een rapport te hebben opgesteld, dat hij bij de minister-president heeft ingediend. De heer Hoogcarspel (CPN) diende een motie in om de debatten te schorsen voor onderzoek van het door de heer Schouten voorgelezen document. Deze motie werd met algemene stemmen, uitgezonderd die der CPN, verworpen. De heer de Groot (CPN) betoogde, dat de Nederlanders nog steeds terreur uitoefenen in grote gebieden van Indonesië. Z.i. zal het aftreden van de heer Sassen spoedig gevolgd worden door dat van de overige ministers. De minister-president, dr Drees, verklaarde, dat de heer Goedhart nooit met een opdracht van hem naar Parijs ging. Wel is op verzoek van Goedhart de Republikein Subandrio uit Londen door hem ontvangen. Subandrio sprak toen over een ontmoeting van dr Drees met Hatta. De minister-president had hierop geantwoord, dat hij bereid was de heer Hatta in Nederland te ontvangen, als de regering der Republiek hier toe een voorstel deed. Dr Drees achtte het niet juist uitvoerige mededelingen te doen over het aftreden van de heer Sassen. Er waren al enige tijd spanningen, waarover spr. niet wenste te spreken. Tenslotte betrof het de vraag hoe met Amerika zou moeten worden onderhandeld. In een artikel in „(>e Linie" wordt wel het standpunt van minister Sassen juist weergegeven, niet echter dat der regering. Dr Drees had geen bezwaren tegen de voorstellen van de heer Sassen betreffende de po-, litiek tegenover Amerika. Wij hadden alleen niet dezelfde verwachtingen hier van. zeide hij en voegde eraan toe, dat op dit punt het geschil lag. De minister van Overzeese Gebiedsdelen a.i., c'e heer Van Maarseveen, ver klaarde, dat de regering een federale interimregering zal pogen te vormen. Zou geen Republikein willen toetreden, dan kunnen wij hem niet dwingen. Ook kunnen wij het werk niet stopzetten vanwege de onwil van een der groeperingen. Het vraagstuk der vrijlatiug van de Republikeinse gevangenen 'S nog niet geheel met dr Beel door gesproken. De heer Goedhart trok na zekere toezeggingen van de minister zijn motie in. De motie-Schouten werd daarna verworpen mot 76 tegen 15 stemmen. De begroting werd tenslotte aangenomen zondar hoofdelijke stemming met aantekening, dat de CPN geacht wilde worden te hebben tegengestemd.

Dr. Beel ten paleize H. M. de Koningin heeft gisterochtend de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, dr L. J. M. Beel, op het paleis Soèstdijk in audientie ontvangen. Het ligt in het voornemen van Dr. Beel, indien mogelijk, Dinsdagavond de terugreis naar Indonesië te aanvaarden. Fles zwavelzuur sprong uiteen Vijf personen ernstig gewond Te Almelo sprong Vrijdag ter hoogte van het Algemeen Ziekenhuis een fles zwavelzuur tijdens het transport naar het station uit elkaar. De gevolgen waren ernstig. Het zwavelzuur stroomde over de straat en verschillende fietsers, die niet onmiddellijk begrepen wat er gebeurd was, reden over de met zwavelzuur bedekte weg. Zij slipten daardoor en kwamen te vallen. Vijf mensen, drie volwassenen en twee kinderen, werden hiervan het slachtoffer. Hun kleren verbrandden en zij liepen ernstige brandwonden op. Twee van de slachtoffers werden naar het R.-K. Ziekenhuis overgebracht, een jongetje werd opgenomen in het Diaconessenhuis en een dame en een knaapje werden verpleegd in het Algemeen Ziekenhuis. Voor zover thans valt na te gaan is er voor de slachtoffers geen sprake van levensgevaar, maar niettemin zijn de opgelopen verwondingen zeer ernstig. De oorzaak van het ongeval is nog onbekend. De politie was spoedig ter plaatse en heeft het verkeer geruime tijd omgeleid, totdat de arbeiders van gemeentewerken de nodige maatregelen hadden getroffen om het gevaarlijke zuur van de straat te verwijderen. Steiger met drie werklieden er op stortte in Eén dode Vrijdagmiddag stortte tijdens werkzaamheden aan het Carolus ziekenhuis in Der Bosch een 7 meter hoge steiger, waarop drie werklieden stonden, in De 62-jarige J. Hanff overleed ter plaatse. Een arbeider werd zwaar en de andere licht gewond. Joegoslavische verklaring over eisen t.a.v. Oostenrijk De plaatsvervangers der ministers van buiter'andse zaken der Grote Vier voor het Oostenrijkse vredesverdrag hebben besloten een nieuwe verklaring van Joegoslavië te vernemen, zodra zij hun voorlopige beschouwing van het verdrag hebben voltooid. Waarnemers te Londen verwachten, dat de Joegoslavische verklaring een keerpunt kan blijken te zijn in de besprekingen over liet Oostenrijkse vredesverdrag. De plaatsvervangers gingen gisteren verder met hun gebruikelijke bestudering van betwiste clausules van het verdrag zonder vorderingen te maken van betekenis. Zij zullen nu niet eerder dan Maandag weer bijeenkomen.

Besprekingen over een Middellandse zee-pact Tsaldaris naar Londen Constantin Tsaldaris, de Griekse minister van buitenlandse zaken, zal Zondagavond te Londen aankomen en in het begin van de volgende week een bezoek aan zijn Britse ambtsgenoot, Bevin, brengen. Tsaldaris en Bevin zullen, zo geloven diplomatieke waarnemers te Londen, de mogelijkheid bespreken van het oprichten van een defensie-systeem voer het Middellandse Zee-gebied, dat werd voorgesteld door de Turkse minister van buitenlandse zaken, Sadak. Het Sowjet blad „Izwestia" heeft reeds critiek geleverd op het plan van Sadak, zeggend, dat een Middellandse - zeepact van „militaire en agressieve aard" zou zijn. Luchtverbinding met Tyrol ? Er bestaan voornemens om een geregelde luchtdienst Amsterdam-ParijsZurich-Innsbruck in te stellen om in de komende zomer Nederlandse touristen naar Tyrol te brengen. Bij de KLM en Aero-Holland was niets bekend over deze plannen. 27 Ju'i algemene verkiezingen in België De Belgen zullen waarschijnlijk 24 Juli ter stembus jaan om een nieuwe regering te kiezen. Vcor de eerste maal zullen dan ook de vrouwen stemmen. Algemene verkiezingen in België moesten eigenlijk eerst in Februari 1950 worden gehouden, doch socialisten »;n katholieken, de partijen van de huidige regeringscoalitie, waren voorstander van een vervroeging van deze datum. Vliegtuigongeluk in Noord-Argentinië Een C-47 toebehorend aan de Amerikaanse ambassade te Buenos Aires, is in Noord-Argentinië neergestort. Acht personen kwamen hierbij om het leven. Luchtbrug vervoerde een miliioen ton levensmiddelen In het kader van de Engels-Ameri. kaanse hulp aan Berlijn via de luchtbrug is gisteren een Engels York vliegtuig met de millioenste ton 'evensmiddelen te Berlijn aangekomen. Luchtmaarschalk Thomas Williams, bevelhebber der luchtstrijdkrachten van de Britse bezetting hoopte, dat het tweede miliioen ton „heel wat vlugger" zal overkomen dan het eerste. Gedurende de 235 dagen, dat de luchtbrug thans benut wordt, is per dag gemiddeld 4260 ton vervoerd. Het Amerikaans hoofdkwartier van de luchtbrug te Wiesbaden heeft bekend gemaakt, dat in de loop van deze tijd 14 luchtbrugvliegtuigen zijn neergestort, waarbij 26 Amerikanen en 10 Engelsen om het leven kwamen. Volgens een verklaring van de Amerikaanse luchtmacht bedroegen de kosten tot 1 Februari 106.750.000 dollar. Burgemeester Ebert van corruptie beschuldigd De burgemeester van de Sowjet-sector van Berlijn, Friedrich Ebert, is door zijn adjunct, de christelijk democraat Arnold Gohr, van corruptie beschuldigd, zo berichten sommige kranten met Westelijke vergunning. Volgens deze kranten zou Gohr Ebert hebben beschuldigd op eigen gezag wijzigingen te hebben aangebracht in de lijst der bedrijven, die op bevel der Sowjets in zijn sector zijn genationaliseerd, "n verscheidene dezer bedrijven te hebbe.i geplaatst op de lijst van bedrijven d,e aan hun eigenaars moeten teruggegïven worden. Dientengevolge zouden Gohr en de andere christelijk-democraitsche gemeenteraadsleden besloten hebben oppositie te voeren in de gemeenteraad. In China maakt men korte metten met stakers Drie mannen, die als de leiders werden beschouwd van de bus-staking te Sjanghai, welke twee dagen heeft g2duurd, zijn op last van de garnizoensleiding terechtgesteld. Deze terechtstellingen hebben plaats gevonden om een voorbeeld te stellen en nieuwe stakingen te verhinderen. De stakingsleiders werden veroordeeld op grond van Ue bepalingen der krijgswet, waarin stakingen gedurende dj noodtoestand, geschapen door de opmars der communistische troepen, worden verboden.

De Amerikaanse Senaatscommissie voor buitenlandse zaken is gisteren drie uur lang bijeengeweest om het Atlantisch Pact te bespreken. Er werd evenwel geen overeenstemming bereikt. Senator Connally, voorzitter der commissie, deelde aan verslaggevers mee: „H n kan niet eens zeggen, dat een voorlopige overeenkomst werd bereikt". Connally zeide voorts, dat de commissie en Acheson samen de bepalingen van de voorgestelde veiligheidsovereenkomst in haar huidige vorm doornamen. ,,Verschillende voorstellen werden gedaa over een zin hier en een woord daar, maar het zal nog wel even duren, voordat tot publicatie kan worden overgegaan", aldus Connally. Er zal nog een bijeenkomst met Acheson worden gehouden. Eerst zou ■Acheson echter spreken met de commissie van ambassadeurs.

Dr. Philip Jessup, reizend ambassadeur der V. S„ heeft in een rede te Des Moines (Iowa) onder meer gezegd: „Indien het optreden van de Staten, die een dergelijk verdrag (een Atlantisch verdrag) ondertekenen, valt onder de bepalingen van hoofdstuk H van het ban 'vest der V. N., zullen zij zich door deze ber 'ingeu moeten laten leiden". Jessup wees tevens op ar tlkel 103 van het handvest, dat bepaalt, dat de „verplichtingen, die volgens het handvest op een lid der V.N. rusten, het zwaarste wegen, indien deze

verplichtingen botsen met die van enige andere overeenkomst". Jessup legde er de nadruk dat de V. S. zich verplicht achten niet een verdrag te sluiten, dat het handvest ter zijde zou schuiven. Zonder goedkeuring van de Veiligheidsraad mag geen gedwongen actie ondernomen worden op grond van regionale overeenkomsten of door regionale organen, uitgezonderd waar het maatregelen betreft tegen voormalig vijandelijke staten van de tweede wereldoorlog. Volgens ditzelfde artikel moet de Veiligheidsraad ten allen tijde volledig op de hoogte worden gehouden van ondernomen of overwegen optreden op grond van regionale overeenkomsten. In diplomatieke kringen te Washington neemt men algemeen aan, dat in dit geval de Sovjet-Unie dus elke voorgestelde actie met haar veto kan treffen, waardoor de bedoeling van het veiligheidsverdrag — tegengaan van agressie — niet verwerkelijk zou kunnen worden. Tot nog toe hebben woordvoerders van het Amerikaanse ministerie van biutenlandse zaken optreden op grond van het Atlantisch pact alleen in verband gebracht met artikel 51 van het Handvest, dat niet op „regionale overeenkomsten" slaat en spreekt over „het vanzelfsprekend recht op individuele of collectieve zelfverdediging, indien een gewapende aanval op een lid der V. N. plaats heeft". Uit Jessups rede zou men kunnen opmaken, dat hij van mening is, dat het optreden van de ondertekenaars — niet het verdrag zelf — zou kunnen beschouwd worden als vallende onder een regionale overeenkomst. Jesaup verklaarde verder, dat een

Atlantisch pact onder andere „zal 'steunen op artikel 51 van het Handvest der V. N., waarin uitdrukkelijk wordt erk«nd „het onvervreemdbare recht van individuele of collectieve zelfverdediging" „Door echter reeds bij voorbaat voorzieningen te treffen voor collectieve zelfverdediging, aldus Jessup, zou het pact de aannemelijkheid van zijn noodzakelijkheid verminderen".

De Regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indonesië zijn gerapporteerd: Koninklijke Marine: Gesneuveld 14 Febr.: Mar. III z.m. B. van Steveninck uit Rotterdam. Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 4 Febr.: sold. G. N. Buren, Oude Niedorp (N.-H). Gesneuveld 9 Febr.: sold. A. L. Bax uit Amsterdam (Z.). Overleden t. g. v. oorlogsverwonding op 10 Febr.: sold. G. L. Jansen uit Arnhem. Gesneuveld 13 Febr.: sold. W. van der Spoel uit Bolsward. Gesneuveld 14 Febr.: korp. H. G. Wijnands uit Soest; sold. L. A. Wijsbeek uit Hengelo (O.). Kon. Ncd.-Ind. Leger: Gesneuveld 31 Jan.: man. sold. 2e kl. inf Sangar uit Indonesië. Gesneuveld 2 Febr.: Soend. korp. inf. Atma uit Indonesië. Jav. sold. 2e kl. Slamet uit Indonesië. Man. sold. 2e kl. Kasan uit Indonesië. Tim. sold. 2e kl. inf. J. Lobo uit Indonesië. Overleden t. g. v. oorlogsver wonding op 3 Febr.: Man. sold. Ie kl. inf. N. T. Poli uit Indonesië. Gesneuveld 4 Febr.: Man. sold. 2e kl. mf. J. Watoegigir ujt Indonesië. Mil. sold. genie Kasmin uit Indonesië. Mil. sold. genie Sirat uit Indonesië. Tijdens patrouille overleden op 5 Febr.: luitenant-kolonel E. Pesch uit Indonesië. Gesneuveld 5 Febr.: Man. sold. Ie kl. inf. H. P. Mait uit Indonesië. Amb. sold le kl. M. Siahaija uit Indonesië. Overleden t. g. v. oorlogsverwonding op 5 Febr.: Mad. sold. le kl. inf. Pai. Gesneuveld 8 Febr.: sold. le kl. K. Deuten uit Indonesië.

Van ons allen wordt iets verwacht, namelijk arbeid en otler in belangeloosheid en nederigheid

— Na een buitengewoon slechte partij sloeg Pierre Doorenbosch gisteren in Amsterdam Gerrit Lefebre op punten en werd daardoor Nederlands kampioen halfzwaargewicht. « — Bij de wereldkampioenschappen kunstrijden op de schaats, die te Parijs werden gehouden, wist bij de heren de Amerikaan Dick Button zijn titel te prolongeren, terwijl bij de dames de Tsjechische Alena Vrzanova als eerste eindigde. — De Twentse Marathon, waarvoor de internationale athletiekkringen grote belangstelling bestaat, is voorlopig vastgesteld op 20 Augustus a.s.

Reeds geruime tijd liepen er :n Friesland geruchten over de arrestatie van de geneesheer de J. uit Kollum, zulks in verband met het vinden van het lijk van de verpleegster mej. R. V. Aanvankelijk werd er niet aan misdaad gedacht, temeer daar geen enkel spoor gevonden werd, dat in die richting wees. Later echter kreeg men verdenking tegen de geneesheer ut Kollum die zijn practijk te koop had i.-ngebJden en als militair arts naar Indones.f was vertrokken. Onder arrest werd lij naar ons land teruggevoerd en te Leeuwarden ingegoten. Het onderzoek in deze zaak stuitte op grote moeilijk heden en tairyke malen werd de vei dachte aan een erhoo- onderworp»zonder dat dit resultaat ..ad. Thans heelt de J. echter medege deeld, dat er inderdaad sprake van moord is en hij hierbij was betrokken.