Provinciale Drentsche en Asser courant

Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Op 23 Juni van het vorig jaar werd bij de Tweede Kamer onzer Staten Generaal ingediend het wetsontwerp, betreffende de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, welk ontwerp van wet ten doel heeft „aan andsre dan in de Grondwet genoemde lichamen verordenende bevoegdheid te geven." Reeds in 1917 had de Nederlandse Juristenvereniging zich voor de wenselijkheid daarvan uitgesproken en vijf jaar later, in 1922, werd in de Grondwet een artikel opgenomen — artikel 194 — dat aan dit verlangen tegemoet kwam. Bij de grondwetsherziening van 1938 werd dit achtste artikel alreeds niet meer voldoende geacht en werd een apart hoofdstuk gewijd aan openbare lichamen voor beroep en bedrijf", waarbij werd vastgelegd, dat de wet voor bepaalde beroepen en bedrijven, alsmede voor het bedrijfsleven in het algemeen, lichamen kan instellen, ten einde regelend op te treden. Dat wordt door de voorstanders van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie nodig geacht, omdat de bestaande productiewijze verouderd is, gericht op winst en trachtend orde te scheppen door middel van een vrije markt, die niet goed meer functionneert De nieuwe orde, de publiekrechtelijk georganiseerde productie, distributie en consumptie, wil automatisch het maatschappelijk leven zó organiseren, dat niet winst het doel meer is, maar bevrediging van de behoeften. Niet de maVkt, die door de consumenten wordt beheerst, zal vraag en aanbod tot elkaar brengen, maar de van overheiaswege in bedrijven tot samenwerking gedwongen producenten moeten er voor zorgdragen dat er voldoende wordt geproduceerd; dat het product van behoorlijke kwaliteit is en tenslotte, dat het artikel tegen billijke prijzen kan worden verkocht, waarbij er tevens voorzal moeten worden zorggedragen, dat de lonen rechtvaardig zijn, opdat de consument zich het geproduceerde ook waarlijk naar behoefte zal kunnen verschaffen. Karakteristiek voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie is, dat de orde is natuurlijk een organisatie van het bedrijfsleven zelve, maar dan toch ene, waarvan de leiding berust !n handen van de Overheid. En 't is de reactie tegen het individualisme, die verschillende groepen der bevolking er warme voorstanders van doet zijn, al is dan ook de positieve gedachte van dat vóór-zijn bij elke groep verschillend. Van de zijde der rooms-kath. ziet men in de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie belichaamd het beginsel, waaronder wordt verstaan dat de verenigingen slechts moeten optreden, wanneer de individuen het niet afkunnen, en de Staat slechts, wanneer zonder die het algemeen belang gevaar loopt. Anti-revolutionairen en christelijk-historische voorstanders hebben uit reactie tegen hetr liberalisme en het socialisme het beginsel van souvereiniteit ln eigen kring aanbevolen dat zij hier voor een deel verwerkelijkt menen te zien. doch waarbij het begrip „eigen kring" zich dan toch in ieder geval tot de kring der consumenten uitstrekt. De socialisten aanvaarden de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie als een middel tot ordening van het maatschappelijk leven en tot verwezenlijking van de medezeggenschap van de arbeiders ook op economisch gebied. De liberalen staan daartegenover uiteraard afwijzend. Ds hoofdtrek nu van het eerlang ln de Kamer in behandeling komende ontwerp van wet van minister van den Brink, komt hierop neer. dat het gehele bedrijfsleven in ons land overtrokken wordt- met een net van vertegenwoordigende lichamen, met publiekrechtelijke bevoegdheden bekleed, die hiërarchisch onder elkander worden gecoördineerd, met de kennelijke bedoeling het gehele economische en sociale leven door middel van zogenaamde zelfstandige lichamen van overheidswege te beheersen. Aan 't hoofd van het openbare lichaam voor het bedrijfsleven in het algemeen, genaamd de „Algemene Bedrijfsorganisatie" staat een ..Sociaal-Economische Raad", die voor één derde bestaat uit vertegenwoordigers van ondernemersorganisaties, voor één derde uit vertegenwoordigers van arbeidersorganisaties en voor één derde uit door de overheid te benoemen deskundigen; dus geen directe belanghebbenden. De Raad krijgt verordenende bevoegdheden op economisch en sociaal gebied. Bovendien is zii een adviserend college voor

is. al zal dan ook, naar mag worden verwacht, de Sociaal-Economische Raad weliicht spoedig worden ingesteld. Maar voor elke stap die op derden ingeslagen weg verder gezet zal worden, zal telkens een nieuwe wet nodig zijn. Er zijn dus veiligheidskleppen te over cm er voor te zorgen dat de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie inderdaad een bedrijfsorganisatie en niet overwegend een verlengstuk van de Overheid zijn zal, waardoor z'j moeilijk wortel zal kunnen schieten in de brede kringen van het bedrijfsleven, waaraan ?i) haar levenesappen zal moeten ontlenen, zal de bedoeling, welke san het wetsontwerp ten grondslag ligt, ooit kunnen worden verwerkelijkt. Komt de nubliekrechtelijke bedrijfsorganisatie tot stand, dan gaat 't er om. dat zij wordt de voltooiing, de bekroning, van wat tot nu toe in vrijwillig gevormde organisaties is gegroeid en tot stand gebracht Tot ontaarding in semi-overheidslichamen toch zal de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie nimmer mogen leiden, échter, warneer de Overheid ingriioende bevoegdheden als de tn het ontwerp van wet belichaamde aan nieuwe oreanen verleent, wordt het door de Overheid maken voor het aleremeen be'ang omvangrijker en daardoor moei'itker, waarvan een dieoer inerijDende (-•emoeiinsr van de Overheid in 't maatschapnelük leven eerder toe- dan afneemt,, zii het ook. dat die bemoeiing door het lnst»H°n van nieuwe autonome organen wordt gecamoufleerd. —

De Veiligheidsraad heeft gisteren z\jn besprekingen over de Indonesiche kwestie voortgezet. De Britse afgeva ardigde Sir Terence Shone heeft hierbij het Canadese voorstel tot het houden van voorbereidende besprekingen onder auspiciën van de Commissie der V. N. gesteund, Dr J. H. van Royen, maakte hierop bekend, dat de Nederlandse regering bereid was deel te nemen aan een voorbereidende conferentie te Batavia. Het doel van deze conferentie zou z\jn de voorwaarden voor en het tijdstip van een ronde-tafel• conferentie te Den Haag te bepalen.

Omtrent de voorgestelde ronde-tafelconferentie zeide Sir Terence, dat men zich had afgevraagd, of de voornemens van de Nederlandse regering ernstig gemeend waren. „Wij, van onze kant, willen de welgemeendheid der voornemens van de Nederlandse regering op geen enkele wijze in twijfel trekken, doch niemand van ons kan het bestaan van deze gevoelens van twijfel ontkennen, evenmin als de noodzaak, om ze uit de wereld te helpen" verklaarde hij Het laatste Nederlandse plan zou tot geen enkel resultaat kunnen leiden, indien niet alle partijen bereid waren er haar medewerking aan te verlenen. „Mijn delegatie is van mening, dat wij de laatste Nederlandse voorstellen zonder vooringenomenheid in beschouwing moeten nemen," voegde hij hiataan toe. „Wij zijn van mening dat de raad, door middel van de Commissie voor Indonesië, alles in het werk moet stellen om de voorwaarden te scheppen, onder welke het de Indonesische regering mogelijk zal zijn erin toe te stemmen, deel te nemen aan de ronde-tafel-conferentie." Jacob Malik (Rusland) verklaarde zich tegen elk deelnemen van de UNCI aan de door Nederland voorgestelde onde tafelconferentie. „Deze is alleen maar een sluier om de Nederlandse agressie te verbergen." Zijn delegatie was, zo voegde Malik hieraan toe, even eens tegen een preliminaire conferentie De raad heeft onmiddellijke vrijlating der republikeinse leiders geëist en moet er dus op blijven staan dat hieraan gevolg wordt gegeven. De vertegenwoordiger van Pakinstan kolonel Abdoerrahim Khan, betoogde dat een verder uitstel in de oplossing van de Indonesische kwestie door de Veiligheidsraad zeer ernstige gevolgen zou hebben. Pakistan heeft de raad onmiddellijk gewaarschuwd, dat het Nederlandse optreden in Indonesië de volken van Z.O. Azië diep geschokt heeft Het stelt als minimum eisen: onmiddellijk terugtrekken der Nederlandse troepen en volledig herstel van de republikeinse regering.

„Wij hebben deze eisen gesteld om een algemene teleurstelling in het gezag der V. N. in Z.-O. Azië te voorkomen. Wij zijn er van overtuigd, dat geen onderhandelingen enige mo gelijkheid op succes bieden, wanneer de vertegenwoordigers van de republiek hieraan niet deelnemen als vrije onderhandelaars en op gelijke voet met de andere partij. Mijn regering beschouwt het Nederlandse voorstel tot het houden van een ronde tafelconferentie als geheel onvoldoende. Wij zijn van mening, dat indien de republikeinse regering niet is hersteld, en de Nederlandse troepen op haar gebied niet worden teruggetrokken, de stem der republikeinen op de ronde tafelconferentie hol zal klinken en zonder weerklank zou blijven in hun eigen volk". De gedelegeerde van Pakistan waarschuwde de Nederlanders goed

te bedenken dat het gevaarlijk is de ontwaakte volken van Azië te weerstaan. „De Nederlanders moeten zich wel realiseren dat van hun vertragingsmanoeuvres ernstig nota zal worden genomen". De republikeinse vertegenwoordiger Palar uitte nogmaals zijn vrees, dat de Nederlandse regering niet werkelijk de bedoeling had om de souvereiniteit aan Indonesië over te dragen. Hij verklaarde, dat het nieuwe hoofdstuk van de Nederlandse grondwet dit onmogelijk maakt Hij waarschuwde de raad, dat, indien hij niet snel handelde, het gevaar bestond dat hij de guerillatroepen versterkte in hun geloof, dat de sl rijd op het slagveld moet worden uitgevochten. Palar ondersteunde de Canadese suggestie voor een preliminaire bespreking tussen Nederlanders en republikeinen onder auspiciën van de UNCI, maar was van mening dat hiervoor een uiterste termijn moest worden vastgesteld, omdat uitstel de situatie zou verslechteren. De afgevaardigden van Egypte en India tenslotte schaarden zich geheel achter de eisen, welke de vertegenwoordiger van Pakistan kort tevoren had gesteld. Dr van Royen zeide nog: „Wij verklaren met de meeste nadruk, dat de voorgestelde overdracht van souvereiniteit wezenlijk, volledig en onvoorwaardelijk zal zijn". De zitting is tot heden ver lagd.

De Amerikaanse senaatscommissie voor de buitenlandse betrekkingen heeft haar rapport gepubliceerd over het wetsvoorstel tot voortzetting van het plan-Marshall. Zij beveelt daarin aan dit wetsvoorstel aan te nemen en voor de landen van het plan-Marshall een bedrag van 1.150 millioen dollars toe te staan voor de periode April tot en met Juni 1949 en 4.230 millioen dollars voor het daarop volgende jaar. Omtrent de strategische materialen dringt de commissie aan op de aanvaarding van een amendement, dat ten doel heeft, dat deel van het Marshall-programma te bespoedigen, dat voorziet in grotere productie van strategische materialen in overzeese gebieden en de overdracht daarvan aan de V. S. Dit amendement machtigt de administrateur contracten aan te gaan voor de aankoop van deze materialen voor perioden, welke 30 jaren kunnen omvatten. De commissie verwerpt de voorstellen om het plan-Marshall fundamenteel te wijzigen, teneinde de afzet van Amerikaanse surplus-goederen te vergemakkelijken.

Dr. Bunche heeft de Veiligheidsraad medegedeeld, dat 10 Maart een Israelische stijdkracht, „die 150 manschappen en 25 voertuigen sterk geschat wordt" de stad Oemm Rasj aai; de golf van Akaba op Palestijns grondgebied heeft bezet. Dit is het eerste rapport van de bemiddelaar na de Transjordaanse beschuldiging van 10 Maart, dat de Joden posities van het Arabisch legioen in de Oostelijke Negeb aanvielen. Deze beschuldiging werd geuit een dag voordat te Rhodos de wapenstilstands-overeenkomst tussen Israël en Transjordanië werd -ondertekend. Volgens het rapport, dat gebaseerd is op inlichtingen, die door een waarnemer der V.N. ter plaatse, verkregen zijn, bestond het enige tot nog tóe gemelde incident uit een wederzijds vuren tussen elementen van het Arabisch legioen en van Israël in de buurt van Ghamar, ten Noorden van Akaba. Tijdens dit vuren werd een pantserauto der Arabieren buiten gevecht gesteld. Dr. Bunche wijst er in zijn rapport op, dat hij jegens „slechte verbindingsmiddelen" niet over genoeg inlichtingen beschikt om in dit stadium een gedetailleerd verslag te kunnen geven. Volgens het rapport kan de bewering nog niet bevestigd worden, dat de Joden voor hun aanval op Oemm Rasj over een weg trokken, die Egyptisch grondgebied kruist, doch hebben de Israelische autoriteiten

toegegeven, dat zij deze plaats bezet hebben. Waarschuwing van Engeland? Reuters diplomatieke correspondent heeft gisteren van gewoonlijk .betrouwbare diplomatieke zijde vernomen, dat Engeland Israël de vorige week een nota heeft gezonden met de waarschuwing, dat Britse troepen in de Tranjordaanse haven Akaba consigne hadden het vuur te openen op welke strijdkrachten ook, die de Israelisch-Transjordaanse grens zouden overschrijden. Een Israëlisch antwoord op de nota, dat naar men meent te weten in Tel Aviv werd overhandigd zou Engeland verzekerd hebben, dat de bedoelingen van de Israelische troepen vredelievend waren. De . Israelische regering, meent men te weten, verklaarde, dat geen enkele voorziening van de V.N. de vrije beweging van Israelische troepen in de Westelijke Negeb beperkte. Dit gebied werd aan Israël toegewezen volgens de delingsresolutie van de algemene vergadering van November 1947 Sjaret naar \.S. De Israelische minister van buitenlandse zaken, Mosje Sjaret, is gisterochtend uit Tel Aviv naar de Verenigde Staten vertrokken waar hij besprekingen zal voeren met zijn Amerikaanse ambtgenoot Acheson.

De constellation „Soerabaja" is Zaterdag j.1. uit Batavia naar Nederland vertrokken met 16 passagiers, waarvoor slaapaccomodatie in het vliegtuig aanwezig is. Hiermede is de K.L.M. begonnen met haar inhaalschema. Gisterochtend om 8 uur is het eerste toestel uit Amsterdam n.1. de Constellation „Curagao" met 20 passagiers en enkele zakken post te Batavia gearriveerd. Gisteravond vertrok uit Indonesië de Constellation „Batavia" met 3'/ 2 ton post naar Amsterdam. Hedenochtend wordt de „Praneker" uit Amsterdam met 4 ton post op Kemajoran verwacht. Dinsdagavond vertrekt de „Roermond" met passagiers, waarvoor slaapaccomodatie aanwezig is. Goebitsjel vindt zijn vervolging een comedie Valentien A Goebisjef, Sowjet Russisch ingenieur, die beschuldigd wordt van spionnage, heeft gisteren verklaard de tegen hem ingestelde gerechtelijke vervolging als „een comedie" af te wijzen. Hij herhaalde, recht te hebben op diplomatieke onschendbaarheid en hij verklaarde dat het tegen hem gevoerde proces hem de overtuiging' had geschonken, dat er een campagne tegen de Sowjet-Unie werd gevoerd. Goebtisjef verklaarde verder, niet gearresteerd te zijn. Hij zeide, geen kennis te hebben „van de Amerikaanse wet of van de grondwet der Verenigde Staten, doch mijn land behandelt buitenlandse diplomaten niet op de wijze, zoals hier geschiedt. Ik weet, dat wij 'n achterlijk land zijn, doch de Amerikaanse methoden ziin die van de inquisitie". Hierop viel rechter Refkind in: „ik denk, dat ik nu genoeg heb gehad. Ik stel mij voor ogen, dat U zich in een vreemd land bevindt en «dat mogeliii: de gewoonten en tradities, di,e essentiële onderdelen vormen ya;i onze vrijhld, U onbekend zijn".

Het Nederlands militaire overzicht over de activiteit gedurende de laatste week maakt melding van het optreden van Nederlandse troepen tegen gewapende benden, o.m. in de omgeving van Banjumas, in MiddenJava, alwaar op 4 Maart nabij Bobotsari een gewapende groep van 70 man geheel werd vernietigd. In de eerste week van Maart zijn ook acties ingezet tegen gewapende groepen in Oost-Java, waarbij op verschillende plaatsen de tegenstanders ruim 100 man aan doden en diverse wapens verloren. In de omgeving van Bangil hebben op 7 Maart de Nederlandse troepen een gewapende groep van 200 man vernietigd, die werd geleid door vier Japanners. Voorts wordt nog gemeld; West-Java: hier traden de Nederlandse troepen op tegen benden in het gebied der negara Pasundan, waar zich 130 officieren en minderen van de Siliwangi-divisie hebben aangemeld. Midden-Java: een ten Z.O. van Kebumen rondzwervende bende werd opgerold. In de omgeving van Djogja en Magelang werd een intensieve patrouillegang voortgezet, waarbij aan gewapende groepen talrijke verliezen werden toegebracht, evena^ in het gebied van Sólo, Bojolali en Klaten. Oost-Java: behalve de reeds vermelde activiteit tegen de benden hier ageerden de Nederlandse troepen 'n het gebied ten Zuiden van Malang en Besuki. In enkele «gebieden van Oost-Java treedt de bevolking zelf tegen de benden op. Sumatra: ook hier werd door de Nederlandse troepen een intensieve patrouillegang onderhouden, waarbij, voornamelijk i- Midden-Sumatra, de gewapende grojpen gevoelige verliezen hebben geleden. De benden, die zich in de berggebieden ophouden, hebben te kampen met gebrek aan voedsel en vele ziektegevallen.

Te Godesberg heeft een geheime conferentie plaats gevonden tussen Duitse politici uit de Westelijke en Ooselijke zones. O.m. was hierbij aanwezig de vroegere Duitse ambassadeur in Moskou, Nadolny, die het vertrouwen heet te hebben der Sovjets. Dr Müllei 1 , directeur van de vereniging voor economische politiek in de Westelijke zone, deelde gisteren mede, dat het vraagstuk van het vormen van een verenigde Duitse regering, die een vredesverdrag kan ondertekenen een der doeleinden op lange termijn is, naar de verwezenlijking waarvan met gemeenschappelijke krachtsinspanning wordt gestreefd. Hij zeide verder, dat een groep van mannen, die wisten dat zij elkander konden vertrouwen en die van mening waren ook het vertrouwen te genieten der autoriteiten van de verschillende bezettende overheden, een weloverwogen poging had gedaan om de diplomatieke schaakmatpositie, waarin Duitsland verkeerde, van het statische stadium in een meer mogelijkheden biedende toestand te doen overgaan. De gevoerde besprekingen waren een terrein verkennen geweest; zij hadden tot dusverre niet tot het aannemen van enig concreet voorstel geleid. De deelnemers aan de besprekingen waren van gevoelen geweest dat de tijd rijp was voor een dergelijk initiatief, omdat de Sovjet-Russische expansie klaarblijkelijk tot stilstand was gebracht. Nadolny had gewaarschuwd voor de krachtige Sovjet-Russische propagandacampagne, die binnenkort zou worden ingezet en waarin een terugtrekken van alle bezettingstroepen uit Duitsland zou worden bepleit. Dr Muller weigerde iets te zeggen over het vraagstuk van het vormen ener Duitse regering. Te Bonn werd evenwel uit kringen, die betrokken zijn bij het opstellen van een grondwet voor West-Duitsland en die in verbinding staan het Nadolny, vernomen, dat Dr Müller reeds sinds enige tijd moeite doet voor het vormen van een regering, waarin Dr Andreas Hermes — die de besprekingen te Godesberg als gast heeft bijgewoond — minister-president en hijzelf minister van buitenlandse zaken zou zijn. Ruim twee mi'l'oen voor kankerbestrijding Gisteren werd in het Amsterdams stadhuis de stichtingsacte verleden van het „Koningin Wilhelmina fonds" Uit de acte blijkt dat het Nederland se volk tot op heden een bedrag van f 2.081.127,51 bijeen heeft gebracht ter bestrijding van de kanker.

„Er worden thans besprekingen gevoerd over het sluiten van een verdedigend regionaal verdrag voor het gebied van de Stille Oceaan. Zowel Britse, als niet-Britse landen zullen zich bij dit verdrag kunnen aansluiten", verklaarde de Australische minister van defensie, John Dedman, Maandag tijdens een persconferentie. Minister Dedman verklaarde verder, dat Groot-Brittannië een „daadwerkelijk aandeel" had gehad in de besprekingen voor een verdrag, „dat overeen zal komen met het Atlantische verdedigingsverdrag". Hij voegde hieraan toe, dat het voorstel, dat India een republiek zou worden, „geen invloed zal uitoefenen op de plannen, om tot het sluiten van een verdedigend verdrag te komen" Landen, die aan beide zijden van de Stille Oceaan zijn gelegen, zijn uitgenodigd om tot het verdrag toe te treden", zeide hij. Enige uren, voordat Dedman zijn verklaring aflegde, was de Britse :ninister

voor koloniale aangelegenheden, lord Listowel, te Darwin aangekomen. De minister voerde gisteren een bespreking met de regering van Australië. Een bezoek aan Nieuw Zeeland staat ook op het programma. Volgens minister Dedman staat Australië een Stille-Oceaanverdrag voor op lange termijn, dat een verbreding zou betekenen' van het verdrag tuêsen Australië en Nieuw-Zeeland en een garantie zou geven voor het aanblijven van India, Pakistan en Ceilon in de Britse gemeenschap. „Australië hoopt, dat de V.S., Nederland en de Zuid-Amerikaanse staten deel zullen nemen aan het Stille-Oceaanverdrag", aldus minister Dedman. Van gezaghebbende zijde wordt nog vernomen, dat in de toekomst te Londen een conferentie van ministers-presidenten der zeven dominions, die besprekingen zullen voeren over het instellen van verdedigingszones in het Britse wereldrijk, zal worden gehouden.

In het centrum van het Friese plaatsje Makkuin bevindt zich een acheepswerf. Als er een schip in aanbouw is, wordt b\|na de hele straat versperd en ondervindt het verkeer te land inoet ijkheden. Binnenkort komt er echter een wijziging ln de situatie, want de o'ude werf wordt \ erplaatst en dezo tjalk zal de laatste zijn, die hier wordt afgebouwd.

Slechts door te streven naar het geluk van onze naasten, bereiken wij voor ons zelf ook het grootste geluk

Ter gelegenheid van de 75ste ver jaardag werd dr. A. F. Philips, presidentcommissaris en gedelegeerd commissaris der N.V. Philips gloeilampenfabrieken te Eindhovc-n, gisteren tijdens een receptie in het Philips ontspanningsgebouw te Eindhoven hartelijk gehuldigd. Duizenden maakten van de gelegenheid gebruik de jarige en diens echtgenote persoonlijk de hand te drukken. Bij monde van de burgemeester van Eindhoven, mr. H. A. M. T. Kolfschoten, werd de jarige namens het gemeentebestuur en daarmede tevens uit naam van de gehele burgerij gelukgewenst. Burgemeester Kolfschoten maakte hierbij bekend, dat aan de beeldhouwer prof. Wenckebach te Noordwijkerhout opdracht is verstrekt een standbeeld van dr. A. F. Fhilips te vervaardigen, welk standbeeld nog in de loop van dit laar gereed zal komen. In zijn wederwoord sprak dr. Philips, die zichtbaar aangedaan was, zijn dank uit voor de eer, die hem te beurt was gevallen om reeds tijdens zijn leven door het plaatsen van een standbeeld te werden gehuldigd. De grote foyer van het Philios ontspanninesgebouw, waar een schat van bloemen stond ongesteld, bleef uren achtereen bet centrum van een ongekende drukte. 'Krimina'-Assistent zwijgt liever over „England-Spiel" Hij nam deel aan executies te Westerboik en Norg De advocaat-fiscaal bij de Groninger Kamer van het Bijzonder Gerechtshof eiste gistermiddag tegen de 37-jarige Duitse Kriminal-Assistent Arnold Affierbach een gevangenisstraf van zeven jaar. Verdachte maakte in October 1944 en April 1945 deel uit van twee executiepelotons te Westerbork en Norg, waardoor vijftien personen om het leven kwamen. Hij heeft geruime tijd dienst gedaan in den Haag onder direct commando van Schreieder. Op een vraag van de president hoe het mogelijk was, dat van honderd dertig Nederlandse spionnen, die gedropt werden, honderd tien verraden werden, deelde verdachte mede, dat hij hierover liever geen inlichtingen wilde verschaffen. Met betrekking tot het seinen van mededelingen naar Londen door gevangen genomen agenten, zeide hij dat dit niet onder dwang geschiedde. De gearresteerde agenten ontvingen een zeer goede behandeling in Haren, waardoor "zij wankelmoedig werden. Verdacnte had innerlijk wel spijt van zijn daden, doch had slechts het bevel opgevolgd.