Algorab R'dam-Buenos Aires 20 te Rio de Janeiro. — Arendskerk, R'dam-Brisbane 19 van Bombay naar Cochin. — Blijdendijk R'dam-Calcutta 18 van Genua naar Port Said. — Borneo A'dam-Java pass. 19 Guardafui. — Boschfontein 19 van Lorenzo Marquez naar Durban. — Congostroom A'dam-West-Afrika 19 te Konakry. — Cottica A'dam-Faramaribo 20 naar Barbados. — Fairsea Djakarta-R'dam 19 420 m O Kaap Guardafui. — Georgië Djakarta-R'dam 26 verw. te R'dam. — Groote Beer 19 van Surabaja naar Djakarta. — Indrapoera Djakarta-R'dam 20 1 uur van Port Said. — Java A'damMakassar pass. 19 Minicoy. —■ Johan van Oldenbarnevelt A'dam-Djakarta pass. 19 Algiers. — Kota Agoeng R'dam-Djakarta 19 6 uur te Marseille. — Kota Gede 18 van Takoradi nr. Accra. — Leerdam 19 te New York van Baltimore. — Madoera Makassar-A'dam 20 van Aden. — Phrontis A'dam-Djakarta 20 pass. Kp. Sint Vincent. — Poelau Laut 18 van Surabaja naar Semarang. — Rempang A'dam-Java pass. 19 Ouessant. Sloterdijk New York-Java 18 te Halifax. — Sommelsdijk Djakarta-New York 19 v. Aden. — Tabinta, A'damJava pass. 19 Perim. — Waterman Djakarta-R'dam pass. 20 Gibraltar. — Westerdam R'dam-New York 18 van Southampton. — Willem Ruys R'dam-Djakarta 19 12.50 uur van Potr Said. - Zuiderkruis R'dam-Djakarta 20 van Suez.
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 21-03-1950
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 21-03-1950
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 68
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Waar zijn onze schepen ?
RODENT
[RAT noch MUIS ontsnapt — U-» onweerstaanbare (Advertentie) haal een doos bij Uw Drogist
Geschillenkwesties in de D.U.W. Diverse commissies ingesteld
Bij beschikking van de ministers van Wederopbouw en Volkshuisvesting: en van Sociale Zaken is voor het gebied van elk gewestelijk arbeidsbureau ingesteld een gewestelijke commissie voor aangelegenheden betreffende de „D.U.W. Deze commissies hebben, elk voor haar gebied, tot taak overleg te plegen omtrent zaken, welke niet tot oplossing kunnen worden gebracht door rechtstreeks overleg tussen de door de vakcentralen voor elk gebied aangewezen districtsbestuurder(s) en de hierbij betrokken inspecteur van de D.U.W. Deze kwesties kunnen b.v. betrekking hebben op plaatsing, huisvesting in een kamp, overplaatsing, roulering ontslag (geen strafmaatregel zijnde), enz. In deze commissie zijn de werkgevers en werknemers vertegenwoordigd, alsmede de directeur van het betrokken gewestelijke arbeidsbureau en de hierbij betrokken inspecteur van de D.U.W. Het voorzitterschap wordt bij toerbeurt vervuld door een lid-werkgever en een lid-werknemer. Bovendien is een centrale commissie voor D.U.W. aangelegenheden ingesteld, die de desbetreffende ministers van advies zal dienen. In deze commissie zijn o.m. vertegenwoordigd de Raad van Vakcentralen, de Unie van landarbeidersbonden en die van bouwvakarbeidersbonden, de bedrijfsunie van fabriekmatige bedrijven, de raad van bestuur in arbeidszaken het ministerie van Sociale Zaken en de vereniging van Nederlandse gemeenten. Voorzitter is prof. mr. J.,V. Rijpperda Wierdsma te Leiden. Deze commissie heeft een sub-commissie, wier taak het is loonregelingen en arbeidsvoorwaarden in de D.U.W. voor te bereiden. Deze subcommissie staat onder voorzitterschap van het hoofd van de afdeling arbeidsverhoudingen van het ministerie van Sociale Zaken, terwijl daarin vertegenwoordigd zijn de Raad van Vakcentralen, de Unie van landarbeidersbonden en die van bouwvakarbeidersbonden, de raad van bestuur in arbeidszaken en het ministerie van Financiën. Vervolgens is ingesteld voor het gebied van elk gewestelijk arbeidsbureau een gewestelijke beroepscommissie, welke tot taak heeft zich uit te spreken in die gevallen, dat
VOLENDAM MORGEN IN ROTTERDAM
Het troepenschip „Volendam" wordt morgen in de loop van de avond in de haven van Rotterdam verwacht. De ontscheping van de opvarenden begint, behoudens onvoorziene omstandigheden, Donderdag 23 Maart, des morgens om 9.00 uur.
een D.U.W.-arbeider tegen de hem opgelegde straf van ontslag of schorsing bij haar in beroep komt. Hierin ger van het ministerie van Wederhebben zitting een vertegenwoordiopbouw en Volkshuisvesting, een lid -werkgever en een lid-werknemer onder voorzitterschap van een door de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting aan te wijzen persoon. De eenstemmige uitspraak van deze commissie is bindend, indien de minister geen termen aanwezig acht deze te vernietigen. Zulks kan geschieden na de centrale beroepscommissie te hebben gehoord. Tot voorzitter van deze commissie is benoemd, de heer C. v-d. Lende te Amstelveen. Bij een niet-eenstemmig besluit van de gewestelijke beroepscommissie kan de inspecteur van de D.U.W. evenals de arbeider, die het beroep heeft ingesteld, bij de centrale beroepscommissie in beroep komen.
Cetrex-Ceta-Bever
Cetiet'Ceta-BeiWi "i 4 SI tfëtonbrmdbotv vték&uya&r ier rfacomÈ (Adverten e)
Gouddorst door DAVID DODGE
Zodra ik binnen was, wenste ik, dat ik het niet gedaan had. De hut was even smerig als hij. Er was geen vloer; alleen maar de kale grond. In een hoek zat een vrouw, die een baby verzorgde. Tacho zei: „Ga weg". Zij stond op, de baby in haar arm houdend en verliet zonder een woord te spreken de hut. Tacho zei: „Ga zitten". Ik nam het bankje, waar de vrouw op gezeten had. Het was het enige meubel in de hut, behalve dan een water olla en een bed, waarop een verwarde hoop stinkende poncho's lagen. Tacho leunde tegen de muur. Het duurde vijf minuten voor hij er een zin uitgeperst had. „Don Cheff heeft geen boodschap gezonden". „Don Jeff zal spoedig hier zijn". Wij wachtten. Toen de stank in de hut mij te erg werd, ging ik naar buiten het erf op en keek naar dat deel van Cuzco, dat ik kon onderschelden — daken van pannen, en
van gegolfd plaatijzer en kerktorens. Kauwend op zijn coca-pruim, liep Tacho mij achterna. Te oordelen naar zijn magere polsen en enkels was het kauwen van coca een gewoonte, waaraan hij al lang verslaafd moest zijn. Men heeft niet veel behoefte aan eten als men coca kauwt; evenmin aan drinken, of aan denken, of aan wat ook. Men kauwt alleen maar. Het was zeker twee uur later, ofschoon het nog langer scheen, voor Jeff kwam aanzetten. Hij dreef drie ruige ezels met pakzadels van ongelooid leer op hun rug, voor zich uit. Over een van de pakzadels waren schoppen, een pikhouweel en een koevoet gebonden. Hij schopte de ezels door de opening in de muur. Tacho greep ze nu bij de slepende neusriemen en bond hun koppen aan hun enkels vast, om het weglopen te beletten. „Tacho, we zullen hier vannacht slapen. Waar is je vrouw?" vroeg Jeff. „Ik zond haar weg". „Snor haar op en zeg haai' voedsel te kopen". Jeff gaf hem een hand vol soles. „Vlees, rijst, thee. Een fles pisco. Laat ze de hut schoonmaken". Tacho keek naar het geld in zijn hand en toen naar Jeff. Toen hij bleef wachten, gaf Jeff hem er nog een paar soles bij. Hij kneep het geld
in zijn hand en slofte weg. „Jij kunt hier slapen, maar wat mij betreft zijn er te veel luizen", merkte ik op. „We moeten gedekt blijven en dit is de beste plaats daarvoor. Voor het aanbreken van de dag zijn wij op weg". „Wat ben je., van plan?" „Om vandaag dat rotsblok te vinden. En om het dan morgenochtend voor zonsondergang om te gooien, als iemand ons ziet werken". „Weet Tacho, dat hij zijn mond moet houden?" „Hij is O.K. Heeft al meer voor mij gewerkt. Je behoeft je over hem niet bezorgd te maken". Het is ook niet over Tacho, dat ik me bezorgd maakt, dacht ik bij mezelf. „Wanneer gaan we weg?" „Zodra hij terug is". Binnen een kwartier was Tacho terug. De weg langs zijn huis ging verder de heuvel op naar de plaats, waar het fort was. Ik kon het fort niet zien, maar de heuvel was niet hoog. Ik had voordien wel eens stei lere heuvels beklommen. Toen Jefi Tacho gelastte de pakzadels van de ezels te nemen en er rij dekken voor in de plaats te leggen, keek ik eens naar de benige ruggen van die dieren, „Waarom lopen we niet?" Om een heleboel redenen. Klimmen
op deze hoogte is een grote inspanning voor je hart, tenzij je er aan gewend bent. En wij zijn beiden te lang, om, wanneer wij lopen, door te gaan voor Indianen. Een stel gringos, die in de ruïnes rondneuzen, zou te veel de aandacht trekken". „Denk je, dat je er op die ezel wel als een Indiaan uit zult zien?" „Als ik niet wist wat ik deed, zou ik het niet doen". Hij ging het huisje binnen. Toen hij er weer uitkwam, droeg hij een armvol ponchos en een paar chullos, de gebreide mutsen met oor kleppen, die de Indianen op die hoogte dragen. Hy gaf me een poncho en een chullo. Ze roken beide, of'de honden er op geslapen hadden. Maar toen we de poncho over ons hoofd getrokken hadden door middel van het daarvoor in het midden aangebrachte gat en de chullos over onze oren, zag ik dat hij inderdaad wist, wat hij deed. Alleen iemand, die dicht genoeg bij ons zou komen, zou geweten hebben, dat we iets an Iers waren dan een paar Quechuas „Ga achter op de romp van de ezel :itten, zoals een Indiaan doet", zei r -ff kortaf. Klaar?" „Vooruit maar v . We reden achter elkaar de heuvel op. Tacho reed vooruit, met Jeff achter zich en ik sloot de rij. De ezels waren nog net. zo groot, dat
m'n voeten niet over de grond sleep ten, maar zij kregen ons tenminste de huevel op. Het was midden op de dag; de tijd voor de siësta. Wij ontmoetten niemand, behalve dan een bus vol toeristen, die naar de stad terugging. Een van de toeristen maakte gauw een snapshot van de drie schilderachtige Indianen op ezels. De weg maakte een paar slingers heen en weer en kwam uit op een heuveltop, waar de ruïnes van het fort Sacsahuaman als een in elkaar gedoken hond de wacht schenen te houden over de stad daar beneden. Het f° r t was vrijwel geheel gesloopt- Alleen de grootste stenen waren overgebleven. Ik kon nu duidelijk zien waarom de conquistadores deze maar hadden laten liggen. Enkele er van zouden wel vijftig ton wegen. Zij waren onregelmatig van vorm, maar waren tot grote vierkanten gehakt en sloten keurig netjes als een legpuzzle in elkaar, als men zich tenminste 'n legpuzzle kan voorstellen met stukjes zo groot als een goederenwagen. Wij waren aan de Noordelijke zijde der ruïne boven gekomen en toen we langs de buitenmuur reden, zag ik, welk een geweldig werk het destijds geweest moest zijn, om dit fort te construeren. In de voegen tussen de stenen zou men geld speld hebben kunnen
steken. Er was geen cement gebruikt. De voegen waren alleen maar de lijnen, die de samenvoeging markeerden van volmaakt pasklaar gemaakte rotsblokken, die zo dicht tegen elkaar stonden, dat zelfs de regen van eeuwen niet in staat was geweest er tussen te dringen en ze te scheiden. Binnen de buitenste muur was een tweede en een derde muur, even hecht en volmaakt gebouwd als de eerste. Binnen de derde muur was een berg rommel en met een soort gras begroeide aarde en verder niets. Half tot zichzelf sprekend, zei Jeff: „Onder de tweede muur. Als het een beetje wil, staan we er op het ogenblik op twintig meter afstand van! Als we een kist dynamiet hadden " „Als we een kist. dynamiet hadden, zouden we ons zelf dè heuvel afblazen en regelrecht, de gevangenis in. Laten we blijven by datgene, wat we hebben en niet kletsen!" Het scheelde niet veel, of hij had op mij geschoten. We waren beiden zeer opgewonden. (Wordt vervolgd)
Jessup voelt niets voor communisme
Philip Jessup, de reizende ambassadeur van de Verenigde Staten, heeft Maandag verklaard, dat de republikeinse Senator voor Wisconsln, Joseph Mc Carthy, door hem te beschuldigen van communistische sympathieën het bewijs heeft geleverd „niet in het minst de belangen van de V. S. te begrijpen." Jessup, die werd gehoord door de sub-commissie van onderzoek van .1e Senaat, heeft met klem ontkend, ook maar enige sympathie te gevoelen voor de communisten. Ht) verklaarde, dat het een uiterst ernstige zaak is een ambassadeur van de V. S. te doen doorgaan voor een leugenaar en een verrader. Jessup zei, dat hij toestemming had gegeven zijn naam te vermelden ondei de organisatoren van een door het Sowjet-Russiscb -Amarikaanse instituut ln 1944 te New-York gegeven, diner, doch hij heeft met nadruk verklaard dat er geen enkele reden bestond waarom een „loyaal Amerikaan" zulks niet zou mogen doen, daar het instituut niet voorkwam op de door het Amerikaanse ministerie van Justitie opgestelde lijst van staatsgevaarlijke organisaties
RAAD HAVELTE Dorpsgedeelten worden verfraaid
Besloten werd tot het aangaan van 50-jarige annuïteitsleningen van f 58000 en f 45500, ten behoeve van woningbouw, met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. Met dezelfde instelling werd aangegaan een geldlening, van f 133500, waarvan f 99000 voor ondergrondse electriciteitswerken en f34500 voor de verbouwing van een voormalig vliegveldgebouw tot lagere lardbouwschool. Zonder hoofdelijke stemming werd besloten: a. tot het aanbrengen van nieuwe beplanting in het uitbreidingsplan te Darp, na rooiing van een aantal dennen en eiken; de kosten worden geraamd op f 5100 en de opbrengst van de dennen op f2000; b. tot het aanbrengen van een beplanting op en om de terreinen v •» de 3 woonbarakken aan de Koningskamp geraamde kosten f 1300; c. tot het aanleggen van een tuin met rozen en heesters bij de lagere landbouwschool, waarvan de kosten worden geraamd op f 700. Eveneens werd zonder hoofdelijke stemming besloten een voormalig vliegveldgebouw aan de Wal, te verbouwen tot wijkgebouw en woning voor de wijkzuster. Deze verbouwing wordt gedeeltelijk als woningsplitsing beschouwd, zodat in de kosten 60% Overheidssubsidie wordt ontvangen van een bedrag van maximaal f 4200. Besloten werd tot aanschaffing van 75 klapstoeltjes voor het verenigingslokaal te Darp. Kosten f 461.25. Besloten werd tot aanleg van de aardebanen in de uitbreidingsplannen te Darp en Uffelte en tot verharding met klinkers. Tot onderwijzer aan de o.l. school te Uffelte werd met algemene stemmen benoemd de heer G. Timmerman te Meppel, no. 1 van de voordracht. Hierna sluiting.
Drentsche Kanaal Maatschappij verwacht grote finantiëie moeilijkheden Eigendommen zijn reeds te gelde gemaakt
In het verslag van het 99e boekjaar der N.V. Drentse 'Kanaal-Maatschappij, 1 Jan. 1949—1 Jan. 1950 lezen we da*„ in het jaar 1949 de waterstand in de maand Juni is begonnen te aaien. Dooide geringe regenval heelt het zich niet kunnen herstellen en was de stijging afhankelijk van de toevoer uit Duitsland. Door gunstige weersomstandigheden was het vaarwater dit boekjaar niet gestremd In 1949 werd ontvangen aan op- en afvaartsgelden en bruggelden f 65.987.08. Dit bcekjaar was er veel mindei scheepvaart Op de kanalen, dan het voorgaande boekjaar, voor een groot deel moet dit worden toegeschreven aan de lage waterstand gedurende een groot gedeelte van het jaar, alsmede door minder vraag naar fabrieksturf en minder verbouw van aardappelen. De kunstwerken en gebouwen bevinden zich in behoorlijke staat van onderhoud De brug te Zwinderen is voorzien van een nieuw wegdek en is tevens verzwaard. E3n 7-tal bruggen van het kanaal coevorden—Zwinderen zijn geverfd. De Holslootsbrug is grondig verbeterd door en vóór rekening van de Rijkswaterstaat. Langs het Noordse opgaande is pim. 200 M. nieuwe boordvoorziening gemaakt, deels met oud materiaal. Beneden de Kalffsluis is ter voorkoming van verdere afkalvine een beschoeiing van dennenpalen geplaatst. Verschillende kanaaloevers o.a. te Erica en Klazienaveen, ziin door de droogte zéér sterk afeekaKd en zullen t.z.t dienen te
worden, verbeterd. De sluisdeuren der beide sluizen van het kanaal coevorden—Zwinderen zijn dit jaar gelicht. geheel bestreken met bttume en wederom in-eliangen, nadat verschillende ingesleten onderdelen zijn vernieuwd. Aan de sluizen in de Hoogeveense Vaart is het normale onderhoud verricht. Het Ügt in de bedoeling de sluiskolk te Rcs&t in 1950 droog te zetten óm noodzakelijke herstellingen aan de s'agdrempels te kunnen verrichten. De Kalff- en Hemskerksluis zijn niet meer te herstellen en zullen noodzakelijk dienen te worden vervangen zo mogelijk dcor één nieuwe sluis, H'eromtrent zijn nog steeds besprekingen met het Rijk en Provincie gaande. Verschillende eigendommen zajn reeds te gelde gemaakt, in verband met de kaspositie, om het bedryt te kunnen voortzetten, van liet Rijk is een renteloos voorsshot ontvangen van f 10.000 en ook van de Provincie Drenthe is bericht ontvangen, dat zij eenzelfde bedrag als voorschot zal betalen. Tenslotte wordt er melding van gemaakt, dat de Maatschappij binnen afzienbare tijd voor grote financiële moeilijkheden wordt geplaatst inzake hét voortzetten van het fcedryf, daar practisch geen eigendommen meer te gelde kunnen wordsn gemaakt en in verband met uitgesteld onderhoud het jaarlijks terugkerende tekort hierdoor zal stijgen.
Het VOORLICHTINGSBUREAU meldt... VAN DEN VOEDINGSRAAD Verwerk eens kaas in het middagmaal
In tegenstelling tot Zuidelijker landen waar kaas dikwijls in de warme maaltijden gebruikt wordt, blijft in Nederland het kaasgebruik vrijwel beperkt tot de broodmaaltijd. Een enkele keer wordt er eens macaroni met geraspte kaas gegeten, maar daarmede zijn wij in ons, om zijn kaassoorten beroemde, land dan ook gewoonlijk aan het eind van ons keukenlatijn. Er zijn echter nog zoveel mogelijkheden meer. We denken daarbij speciaal aan de warme maaltijd. Kaas is n.1. rijk aan eiwit, zodat ze, wat voedingswaarde betreft, in de plaats van vlees of vis gegeven kan worden. 75 gram kaas bevat ongeveer evenveel eiwit als 100 gram vlees. Bovendien komt in kaas een grote hoeveelheid kalk- en fosforzouten voor en levert ze ons de vitaminen A en D. Al deze stoffen zijn vooral voor de opgroeiende jeugd — maar toch ook voor volwassenen — van groot belang. Doch het is niet alleen de voedingswaarde het is ook de smaak van de kaas, die het bij de warme maaltijden goed doet.
Uit de volgende recepten moge blijken, hoe men op een eenvoudige manier variatie in ziji. maaltijden kan brengen — mèt kaas. Recepten voor 4 personen. Gebakken kaasplakken: 4 dikke plakken kaas 50 a 75 gram elk, 25 g (3 eetlepels) bloem, i/ 2 dl melk of water, wat boter of margarine, zout, peper. Van de bloem met de melk of het water een gelijkmatig beslag maken. Er wat zout en desgewenst peper aan toevoegen. De kaasplakken door het beslag wentelen. In de koekenpan wat boter of margarine heet laten worden en hierin de plakken snel aan beide zijden bruin bakken. De kaas zo warm mogelijk opdienen. Stamppot rauwe raapstelen met kaas: 1 ] /2 kg aardappelen, 400 gram raapstelen, melk, nootmuskaat, zout, boter of margarine, 200 g kaas. De aardappelen schillen en in water met zout gaarkoken. De raapstelen schoonmaken (de worteltjes eraf snijden), wassen, goed
laten uitlekken en fijnsnijden. Van de aardappelen met wat melk, nootmuscaat, (zout), boter of margarine of vet een luchtige, droge aardappelpureé maken. De raapstelen door het gerecht mengen en de stamppot goed verhitten, doch niet langer dan nodig is om het gerecht flink heet:, te 'maken, daar anders -de groente gaar wordt cn teveel vocht loslaat. De kaas in kléine blokjes snijden en van het vuur af door de stamppot mengen. Gebakken aardappelen met kaas: 1 kg aardappelen, boter, margarine of vet, 200 g kaas, peper, zout. De aardappelen schillen en in plakjes snijnen. In een koekepan een klont boter, margarine of vet verhitten en de aardappelen hierin onder gedurig omscheppen gaar bakken (men kan de eerste tijd een deksel op de koekepan leggen en de aardappelen, als ze zacht zijn, nog even doorbakken zonder deksel op de pan). Dan de geraspte of in kleine dobbelsteentjes gesneden kaas even met de aardappelen meebakken en daarna het gerecht onmiddellijk opdoen. Door warm houden wordf de kaas taai en het gerecht onaantrekkelijk. Men geeft er Brussels lof, koolraap, witte- of groene kool of spruitjes bij en wanneer de voorj aarsgroenten goedkoper worden, kan men ze ook uitstekend combineren met sla, spinazie en dergelijke.
•Pim •Pam •Pom
door |. D. VAN EXTER
83. De schildwacht heeft geen gelegenheid sekregen om Pom te ondervragen. want. voor die tijd heeft Pim met vaste hand een grote vaas od zijn hoofd laten dalen. En die vaas is zo hard aangekomen dat de vaas in brokken en de schildwacht ln zwilm ligt. ,.Zie zo", roept Pim trots „die schildwacht is bot mijn spUt, in slaap gevallen'. Hij zet zijn ene been boven Op de rug van de schildwacht en roept weer: „Haha, ik
ben niet bang, ik zei het Jullie tOc 'n al? Laten ze maar opkomen die schildwachten. Ik lust ze allemaal?" „Ja, dat is nu allemaal wel heel aardig", antwoordt Pom 'n beetje ongeduldig, „maar wat ben je nu van plan te doen? Als ze merken dat wii die schildwacht buiten westen hebben geslagen dan zijn wc nog niet gelukkig. We moeten hier vandaan zien te komen en hoe eerder hoe liever!"
BURGERLIJKE STAND
BURGERLIJKE STAND ANLOO 9—15 Februauri 1950. Geboren: Aaitieria Hendrika dv W. Eggens en A. Matthijssen; Willem Lammert zv L. Oosting en' T. Wittenaar; Hendrika dv H. Boelens en W. Wolting; Ede zv J. Hofsteenge en B. Pieters; Hindrik Gernt zv P. Redeker. Ondertrouwd: Gene. Getrouwd: J. J. Oldenziel 25 j. Hoo. gezand-Sappemeer en P. Joling 19 J.; W. Hilberts en M. E. Dortu. Overleden: Jan Menting 79 j. wedn. van T. Dekker. BORGER ' 9—15 Maart 1950. Geboren: Antje dv L. Zwiers en F. Hebeis; Geert Marten zv G. Wubs en M. Venema; Jacoö Hilleginus zv J. Hooiveld en J. Hilberts; Jan zv B. Warrlnga en E. Schuiling; Aalderdina dv H. Venema en W. Langbeen. Ondertrouwd: H. van der Weerd, 29 j. en J polling 29 j.; W van Djjk 22 j. H. Smit 20 i.; G. Poelman 25 j. en J. Timmer 20 j.; W. H. Stel 2» j. en G. Vos 22 j. Getrouwd: D. van Veeien en E. G. Wolters. Overleden: A. Meijering 74 j.; W. Mos 81 j. wedn- van h . Zuur.
DIEVER van 13 tot en me t 18 Maart 1950 Geboren: Gene. Ondertrouwd: J. Eleveld 27 jr. te Vledder en E. L. Slot 29 jr. Gehuwd: Gene. Overleden: Annigje Haanstra 11 dg. dv J. Haanstra en J. Kerssies, overleden te Meppel.
SLEEN 6—11 Maart 1950. Ge'oOren: Jantje Harmanna dv J. Eising en T. Diedering; Jan, zv K- de Lange en B. Haaijer; Albert Gezienus zv H. Jonkers en J. Lubberink. Ondertrouwd: E. H. Vinke 25' j. en G. Withaar 21 J.; J. Idema 22 j. en SKamps 19 j. Getrouwd: E. J. van der Veen en M. Vorste veld
IDUNA
BAND mmum k-= de band voor uw fiets phoenix ■ rijwieienfabriek .leeuwarden (Advertentie)
Fries element in de bevolking van Eelde Hoe de tuinbouw er kwam
dit. v/yn dat . .. yu&i ('t Drenthe van toen
Eelde heeft een bevolking met een sterke agrarische inslag, waarin vooral ook het element tuinbouw goed vertegenwoordigd is. De voorwaarden voor de tuinbouw waren er van stond af aan uitstekend. De ingepolderde Eelderwolder polder levert grond op die bij uitstek geschikt is voor de tuinbouw; de nabijheid van de grote stad schept voorts een goede voorwaarde voor de afzet der producten. Mede dank zij de aanwezigheid van een tuinbouwschool, waarvan enkele jaren geleden het vijf-en-twintig-jarig bestaan is herdacht, is deze tuinbouw op een zeer goede leest geschoeid.
Ondanks het feit dus dat de tuinbouw vooral door de goede grond en de verzekerde afzetmogelijkheden hier een uitstekende kans van slagen had, is de opkomst van deze tak van bedrijf eigenlijk nog te danken aan een toevalligheid. Eén van de bewoners van het huis Nijborg, het vroegere Huis Paterswolde, waarvan verondersteld wordt, dat de paters uit Aduard, die Paterswolde hun naam zouden hebben gegeven, er gewoond hebben, Dr van Hall Rengers Hora Siccama kwam op het idee boomkwekerijen in Eelde te stichten. Deze kwekerijen hebben het uiteindelijk niet kunnen bolwerken, maar de basis voor de tuinbouw in Paterswolde was daarmede gelegd en de tuinbouw had voor goed vaste vorm gekregen in de gemeente Eelde. De tuinbouwschool, die op 25 October 1922 geopend werd, was een primeur voor Drenthe. De Regering had besloten de stichting te bevorderen van een tiental land- en tuinbouwscholen en daarvan kreeg Eelde de eerste in Drenthe. Al sinds 1915 werd in Eelde de noodzaak van tuinbouwonderwijs gevoeld. In het dorpshuis — ook al zo'n experiment uit die tijd, waarbij Eelde voorop ging — werden tuinbouwlessen gegeven, die zich in een flinke belangstelling mochten verheugen. De totstandkoming van de tuinbouwschool was dus slechts een stap verder, desalniettemin een zeer belangrijke stap. Ofschoon de tuinbouw er dus een voorname tak van bedrijf uitmaakt, waren de eerste bewoners, die zich in Eelderwolde vestigden, boeren. Het was de familie Bakker uit Peize, dié zich in de eerste helft van de negentiende eeuw daar in de wildernis een boerenbestaan begon op te bouwen. Ook de madelanden waren toen nog niet voor de cultuur gereed, doch werden pas later ingepolderd. Men ondervond in die tijd ontzettend veel hinder van de watervloeden
van het Eelderdiep. Bij hoge waterstand stonden de landerijen 'veelal blank en zelfs wegen als de Madijk, die naar Groningen, leidde, waren onbegaanbaar. Het water stond daarentegen door aanslibbing wel veel vruchtbaarheid af aan het ondergelopen land. In het Oosten van de gemeente hebben vroeger grote veenderijen bestaan, waarop zich een uitheemse bevolking vestigde, grotendeels afkomstig uit Friesland. Deze vestigden zich daar blijvend en een groot deel van de inwoners van Paterswolde is dan ook van Friese oorsprong. De verveningen van het zogenaamde Friese'veen werden later op last van de Regering stopgezet. Terechtgekomen bij de eigenlijke bevolking van de gemeente Eelde, moeten wij ook nog melding maken van een zekere, gelukkig geringe, mate van animositeit die er lange tijd heeft bestaan tussen de bewoners van de beide grote dorpen Eelde en Paterswolde. De oorzaak van deze verdeeldheid moet gelegen geweest zijn in het feit, dat de heren
van Paterswolde vroeger altijd een zeker overwicht hebben, gehad over de inwoners van Etelde, 'n overwicht, dat men daar niet altijd even gemakkelijk heeft kunnen verkroppen. Later, toen de „heren" hun tijd gehad hadden en iedereen gelijke rechten bezat, onder het democratische bestuur, kwam deze wederzijdse antipathie nog dikwijls tot uitdrukking, hetgeen niet bevorderlijk was voor een gezond gemeenteleven. Meermalen kwam het by de behartiging van particuliere- of streekbelangen tot een botsing der meningen. Wij geloven echter, dat de mensen sindsdien wijzer geworden zyn en dat elkeen thans wel beseft dat op verdeeldheid en tweedracht nooit een goede samenleving gebouwd kan worden. En wat is er in een van de ■kleinste onderdelen van onze maatschappelijke opbouw, zoals de gemeente is, nu te stellen boven eensgezindheid en eendrachtige samenwerking.