Provinciale Drentsche en Asser courant

Als eerste punt van het programma der nieuwe Oostenrijkse regering heeft kanselier Flgl in het parlement genoemd de wens, dat de geallieerde mogendheden een verdrag zullen sluiten „dat Oostenrijk kan aanvaarden", en „een eind maken aan de onverdiende en onrechtvaardige beperking van Oostenrijk's vrijheid en sonvereniteit".

Tumult in het parlement De kanselier gaf uiting aan zyn „diepe teleurstelling", dat Oostenrijk 4 y 3 jaar na het eind van de oorlcg nog de „enorme financiële en morele last van een militaire bezetting der vier mogendheden" moest dragen. Figl sprak de dank uit voor de hulp die in het kader van het plan-Marshall werd verleend, en wees op de noodzakeiykheid

van een Oostenrijks leger. Verdere punten van het regeringsprogramma zyn: administratieve hervormingen, o,a. de afschaffing van enkele ministeries om bezuinigingsredenen. Spoedige beslissingen over de door de devaluatie geschapen toestand, belastinghervormingen ter verlichting van de lasten der Oostenrykse economie en bevordering van de buitenlandse handel en het toeristenverkeer. De regering zal haar werk doen onder het motto: „alles voor Oostenrijk". In de loop van het debat, dat zich gisteren na de openingszitting van het nieuwe Oostenrykse parlement ontwikkelde, riep dr Fritz Stueber, vertegenwoordiger van de rechtse onafhankelijke liga, uit: „de Oostenrijkse politie heeft de nationaal-socialisten in 1945 even slecht behandeld, als de nazis het de slachtoffers der concentratie-kampei deden." Onmiddellijk stonden afgevaardigden van alle partijen op en riepen luidkeels: „u beledigt de nagedachtenis van de slachtoffers der concentratie-kampen". Verontwaardigde afgevaardigden omringden dr. Stueber, terwijl de communistische volksvertegenwoordigers in koor riepen „fascistische moordenaars", hetgeen zy tien minuten lang volhielden. De 78-jarige voorzitter van net parlement, Leopold Kunschalk, luidde verwoed zyn bel, om de afgevaardigden tot de orde te roepen. Toen dit niet hielp, verliet hij zijn zetel, rende op de afgevaardigden toe, die zich rondom dr. Stueber hadden geschaard en verzocht hen weer naar hun plaatsen terug te keren. Het incident werd beëindigd, toen dr. Stueber verklaarde de beledigende opmerking terug te nemen.

Meer mensen zien het kleine in het grote, dan het grote in het kleine

Kolonel Dr. J. M. Somer, gewezen hoofd van de Militaire Inlichtingendienst in Indonesië, destijds hoofd van de Nederlandse Inlichtingendienst in Londen na het Englandspiel, is gisteren met de „Oranje" in Nederland teruggekeerd. Kolonel Somer, die een Drenth van geboorte is en vele jaren in Assen heeft gewoond, heeft, daar hij zich niet langer met het regeringsbeleid in Indonesië kon verenigen, ontslag genomen als chef van de Inlichtingendienst. In een gesprek, dat een redacteur met hem had, liet de kolonel zich bijzonder pessimistisch uit over de situatie in Indonesië. Hy ïoemde de stemming in Indonesië verbitterd. Men heeft daar het gevoel — zo zeide hy — dat het Nederlandse volk zowel door zijn kranten als door zyn regering zeer slecht is voorgelicht en daarom nimmer tot een reactie tegen het beleid van de regering is gekomen.

Over de toekomst van Indonesië was de kolonel uiterst kort. „Het wordt een chaos", zo zeide hij, „en dit komt omdat de TNI de situatie onmogelijk kan beheersen. Een accoord van de sultan van Djogjakarta met de communisten heeft de activiteit van deze laatste opgeschort. zodra echter de souvereiniteitsoverdracht zal hebben plaats gevonden zal met name de Murba, de party van Tan Malakka, niet aarzelen tot revolutionnaire daden over te gaan, waarbij, zoals gewoonlijk, de kleine man de dupe zal worden. Kolonel somer stelt zich op het standpunt, dat de van Royen-Rum-overeenkomst het beslissende keerpunt is geweest. Deze overeenkomst zo zeide hy, dreef de federalisten in de armen van Sukarno en daarmede verspeelden wy de stevige positie, die dr. eBel ten opzichte van de federalisten had opgebouwd. Een tweede oorzaak — behalve het communistische gevaar — die kolonel Somer zag voor de z.i. te verwachten chaotische toestand, is de houding van de Ambonnezen, de Timorezen en de Menadonezen, de minderheden van de Grote Oost. Deze mensen, zo zeide hy, voelen zich letteriyk verkocht en verraden en zullen zien nimmer neerleggen by een bestuur van Java uit. In de toekomst ziet, kolonel Somer namelijk de republiek Djogja d.w. z. de Javanen, als de heersers en nij achte het uitgesloten, dat de 39 andere

volken van de Archipel zich by deze overheersing zullen neerleggen, wat de buitenlandse invloeden in Indonr Jë betreft, merkte kolonel Somer op, dat de Amerikanen nog veel slechter zijn voorgelicht dan het Nederlandse volk en nimmer hebben oegrepen wat zich in Indonesië afspeelde: de n'-uding van net State Departement was gebaseerd op onwetendheid ei op de behoefte economisch een vinger in de pap te houden. De Chinese invloed in Indonesië acht kolonel Somer uiterst gevaariyk. Het communisme onder de Chinezen breidt zich uit als een rode vlam en daar de Chinezen in de Indonesische wereld een volkomen onmisbare economische factor vormen — zij zyn de middenstand — legt hun politieke overtuiging een zeer belangryk gewicht in de schaal. De republiek Djogja zo vervolgde kolonel somer — ziet het • communistische gevaar wel doch leeft in de overtuiging het te kunnen beheersen. Maar dit zal een idee fixe biyken. Volgens zyn schatting staan de republiek straks 400.000 soldaten en politietroepen ter beschikking, die echter kwalitatief weinig gewicht in de schaal zullen kunnen leggen. Heel onaangenaam noemde hij de situatie voor het Indonesische KNIL-personeel, dat gezien de loop der geschiedenis naar zijn mening onmogeiyk naar de TNI kan overgaan. Ook de economische verhouding Nederland—Indonesië zal in de toekomst zeer onaangename verrassingen opleveren, meende kolonel somer. Met zeer grote waardering sprak de kolonel over wyien generaal Spoor, wiens dood hy doorslaggevend noemde. De generaal had nameiyk naar zyn mening veel van de volgens hem gemaakte fouten kunnen voorkomen. Alle geruchten over een gewelddadige dood zyn onzin, zo zeide de kolonel. De generaal was oververmoeid en is gestorven aan een embolie als gevolg van "n operatie, die hy enkele jaren tevoren had ondergaan. Wat betreft de stemming onder de Nederlandse troepen, deze noemde de kolonel zeer gedrukt. Er is geen sprake van, zo zeide hy, dat de Nederlandse troepen nog geschikt zijn om het federale leger eventueel tezijnertyd te helpen in de stryd tegen communistische benden. By de jongens heerst algemeen de opinie; Nu Sukarno souverein is moet hy zijn eigen boontjes maar doppen, wy zijn niet van plan ons leven te wagen in de strijd voor de republiek. Volgens de verwachtingen van de kolonel wordt het onderzoek van de enquêtecommissie inzake het Englandspiel — een zaak, die hem zeer nauw aan het hart ligt — uiterst nauwkeurig gevoerd. Hij acht het niet uitgesloten, dat omstreeks Januari de enquêtecommissie hierover zal rapporteren. De grondoorzaak van het Englandspiel ligt, volgens kolonel somer,, echter in Engeland en daar de Engelsen vermoedeiyk geen inlichtingen zullen willen verstrekken, blijft het voor hem een vraag of de feiten van het Englandspiel wel ooit volledig uit de doeken zullen komen.

Woensdagmorgen is te Parijs de conferentie van Bevin, Schuman en Acheson, de ministers van buitenlandse zaken van Engeland, Frankrijk en de V. S., begonnen. Iedere minister was vergezeld van de leidende functionarissen van de regeringsafdeling, die speciaal met de zaken van Duitsland en West-Europa belast is. De bijeenkomst werd gehouden op het Franse ministerie van buitenlandse zaken en duurde 2% uur. Gistermiddag kwamen de ministers weer bijéén. Toen hem na afloop gevraagd werd hoelang de besprekingen zouden duren, zeide minister Schuman: „Wij hopen dat zij morgen afgelopen zijn". Gisteravond is, na afloop van de 'tweede bijeenkomst, het volgende communiqué uitgegeven: „De ministers van buitenlandse zaken van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn op de Quai d'Orsay bijeen gekomen voor het bespreken van een aantal voor hun landen van gemeenschappelijk belang zijnde problemen, waarbij vooral aandacht is geschonken aan de algemene lijn van hun gemeenschappelijke politiek in Duitsland.

Hitiers oorlog kostte Duitsland 510.000.000.000 vooroorlogse Reichsmarken, hetgeen neerkomt op ongeveer 452.000.000.000 guld-n, aldus een ruwe schatting van het Duitse instituut voor economisch onderzoek te München. Volgens het instituut zou een bedrag van 270.000.000.000 RM voldoende zijn geweest voor een volledig gemeubileerd huis met tuin en een auto voor ieder gezin in Duitsland.

Dezer dagen werkte een Zwitser„ monteur ter revisie van een der machines in onze drukkerij. Hij d dat de arbeidsruimte voor de Werknemers aan de Torenlaan er „„rfect uitzag en dat heel wat werk£!vers elders wat dat betreft jaloers op hen mochten zijn. Het was ' n ongehuwde, rustige werknemer van tegen de veertig, die niet alleen maar ook buiten Europa in opdracht van zijn werkgever te Bern tal van drukkerijbedrijven was werkzaam geweest en daar niet alleen z 'n ogen goed de kost had gegeven betreffende de omstandigheden waaronder het werk door de werknemers in die bedrijven werd verricht, omtrent de huisvesting en de outillage dier bedrijven, maar die óók overal z'n oor goed te luisteren had gelegd omtrent de sociale positie der werknemers. Zo vergeleek hij de sociale voorzieningen in ons land met die in z'n eigen land. Het uitgekeerde loon was er over het algemeen iets hoger, maa r de sociale voorziening belangrijk slechter: öf van belangrijk kleinere omvang, öf niet aanwezig. Zodat hij de Nedérlandse werknemers om hun in dezen wel zeer bevoorrechte positie benijdde. Geen wonder. Want immers, zo zette Mr Dr A, A. van Rhijn, de secretaris-generaa l van het Departement van Sociale Zaken, dezer dagen uiteen, in 1938 ontving de in ons land arbeidende en onder de sociale voorzieningen vallende groep 47 % van het nationale inkomen, maar in 1946 daarentegen 58 %. Sedertdien, zo zette hij verder uiteen, is wel enige daling in dat percentage gevolgd, maar de verbetering blijkt nog onmiskenbaar, onder meer uit het feit dat na 1945 een groot aantal maatregelen is genomen om een meer rechtvaardige maatschappij te bevorderen. In de eerst* plaats werd het prijspeil van de belangrijkste artikelen voor het levensonderhoud zo laag mogelijk gehouden. Hiertoe strekten de subsidies op de levensmiddelen, die aanvankelijk een bedrag van ongeveer f 650 millioen per jaar uitmaakten en geleidelijk konden worden verlaagd. Daarnaast werd ook buur, op het arbeidsbudget een belangrijke post, op het vooroorlogse peil gehouden. En wanneer straks vermoedelijk een eerste bescheiden stap zal worden gedaan om de huren meet bij de gestegen bouwkosten aan te passen, dan zal dit kennelijk met voldoende voorzichtigheid geschieden. Verder zijn maatregelen genomen die van de meer welgestelden een bijzonder offer hebben gevraagd. Hierbij moet in de eerste plaats worden vermeld de zeer sterke progressie in de inkomstenbelasting, waardoor de hogere inkomens zwaar worden belast. Maar ook door de extra-belasting van luxe-artikelen dragen de welgestelden weer veel meer bij. Verder werd in het bijzonder in de landbouwsector vermeden, dat bepaalde personen excessieve winsten maken als gevolg van de bijzondere omstandigheden. En als nieuwste voorbeeld noemde de heer Van Rhijn de maatregel, die de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening toepast om te hoge winst op de kaasexport te beperken. In de derde plaats is het inkomen uit vermogen beperkt, terwijl tenslotte moet worden gewezen op de politiek der volledige werkgelegenheid, die er toe heeft geleid, dat, terwijl men in België momenteel rond 250.000 werklozen heeft, dat cijfer in ons land slechts 40.000 bedraagt. En tenslotte mag niet worden vergeten, dat na de oorlog sterk verruimde sociale voorzieningen zijn getroffen, zoals veertien dagen vacantie; verlenging van de termijn van het ziekengeld van 26 weken tot één jaar; dat een noodvoorziening voor ouden van dagen is getroffen en dat vele werkgevers hun Werknemers eens per jaar een gratificatie van twee procent verlenen, terwijl tenslotte de bedrijfspensioenfondsen aanmerkelijk vergroot 2 'jn en talrijker zijn geworden. Het is de vraag, zo zegt Mr Dr van tthijn, nu onze economie in een crisis verkeert, of dit alles zo kan doorgaan, erger, of dit alles in de toekomst op het peil van dit ogenblik «an worden gehandhaafd, hetgeen "JJ betwijfelt. Doch, zo besluit hij, wanneer aan arbeiderszijde een - ap terug zal moeten worden gea an, dan zal dit zeker moeten ged leden deze geest, dat de lijn zori verbetering weer wordt hervat to f huidige economische noodestand i? overwonnen. Het is hierec hter van belang, dat de werkWat 61 * en ar beiders zich beraden don * 6n rï. eze kan worden gedaan de r r erh °g' n g der productie, want lanrf t laat in ons 0115 n °® wensen over. Alle met lanH v l rg , e ^'Jkba re landen als EngeD ( ' Be lgië, Frankrijk, Noorwegen, I941) P aai 'ken en Zweden hadden in bleef gere ci J fers - Alleen Duitsland ons t P ° m begrijpelijke redenen bij vast ,? t ac ^^ er - 1° ieder geval staat tussér, ^ z °nder een nauw overleg beiders rf Gr ' 1e !d' werkgevers en arWoro*. strijd tegen de armoede daarenf V6r . n ' doch dat wij ons ^°ir Ho Sen -'P gezamenlijk overleg slaa n pti moe ilijkheden kunnen heentere "..^ogen vertrouwen op be^oordfin t? 1 ' Behartenswaardige Rhljtï 1 . zl J n het, die Mr Dr van Jot overri , oren - Ze mogen ons stof u^uiten t. t 6n ® even en ons doen ^ten. * ns Panning van al onze

Het bedrijfschap voor zuivel heeft — teneinde de voordelen van reeds verleende subsidie weg te nemen — aan producenten en handelaren in kaas, melkpoeder, gecondenseerde melk en blokmelk een heffing opgelegd over de op 5 Nov. 1949 bij hen aanwezige voorraden. Dit besluit houdt verband met het niet langer subsidiëren van uit melk bereide producten, met uitzondering van consumptiemelk. Hierdoor wordt ook het stelsel van exportheffingen, dat ten doel had de op de producten verleende subsidie voor binnenlandsgebruik weg te heffen, overbodig. Alleen gesuikerde condens blijft met een exportheffing belast teneinde de verleende subsidie op de daarin verwerkte suiker weg te nemen. Millionnair tot 8 maanden veroordeeld De Bijzondere Raad van Cassatie heeft uitspraak gedaan in de zaak van de Aerdenhoutse millionnair p. N. M. die door het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld werd. De raad vernietigde het vonnis van het Hof en bepaalde de straf op acnt maanden. By de behandeling van net beroep van M. had de procureur-fiscaal tot een gevangenisstraf van 2y i jaar geconcludeerd. M. was als lid of medewerker van de staf van de Duitse poiitie-officier Schoengarth in 1941 mee naar polen getrokken. Hy droeg 14 dagen een Duits uniform en werkte mede als tolk en kunstdeskundige by het opsporen van door de Russen geroofde kunstschatten uit Poolse musea. Bovendien kocht hy enige kunstvoorwerpen voor Schoengarth. De heer Slok in Nederland terug Enkele uren later dan verwacht was, meerde gistermorgen het vlaggeschip van de maatschappy Nederland, tiet m.s. ,,Oranie" in de Noordersluis te IJmuiden. Langs de kade hiervan hadden zich wel 400 volgelingen van de heer L. Slok, hoofdbestuurder van de Hersteld Apostolische Gemeente in Nederland, die een inspectiereis naar Indonesië had gemaakt, opgesteld om hun „Apostel" een harteiyk welkom te bereiden. Honger, kou en natte voeten hadden deze mensen getrotseerd en toen ten slotte om acht uur de „Oranje" in de kolk lag, zes uur later dan verwacht was, klonken hun arezangen en welkomstroepen even vroiyk en hartelijk alsof zij zo juist waren gearriveerd. Minister Stikker en dr Hirschfeld naar Parijs Naar wij vernemen zullen minister Stikker en dr Hirschfeld zich rieden met een Beachcraft van de Aero-Holland naar Parijs begeven, in verband met de aldaar te houden samenkomst van de grote drie, waarin over de problemen van Duitsland zal worden gesproken. Verwacht kan worden dat ook de ministers van Buitenlandse Zaken van België en Luxemburg zich naar Parijs zullen begeven.

Een zakelijk briefje van de minister van financiën heeft grote wanhoop gebracht onder de tien families, die het kamp vcssenbos by Wierden bevolken. Ruim een jaar geleden nam een familie uit Wierden, die als „woning" 'n varkenshok en een koestal had, wederrechteiyk haar intrek in het voormalige kamp van de arbeidsdienst „vossenbos". Andere families, die al even slecht behuisd waren volgden dit voorbeeld. Hoewel de barakken verre var ideaal zyn, voelen de bewoners zich volkomen tevreden. Zij trotseren de dagelijkse lange wandeling naar het dorp.

Reeas enige malen ontvingen zij sommaties het kamp te verlaten, doch de afwezigheid van een andere woongelegenheid noopte de bewoners de sommaties te negeren. Nu hebben zy echter een schrijven van de minister van Financiën ontvangen, waarin zij worden gelast de barakken te ontruimen vóór 15 November a.s. De tien families zyn radeloos, want de burgemeester van Wierden kan in zyn overbevolkte gemeente geen woongelegenheid aanbieden. Met angstige spanning zien deze mensen, waaronder drie a.s. moeders, de vijftiende November tegemoet.

Na de eerste vlucht van het Engelse reuzenvliegtuig „Brabazon" in September jj., zijn nog tal van oefenvluchten gevolgd. Acht machines dryven de „Brabazon", die het grootste burgervliegtuig ter wereld is (de lengte is 54 meter), voort, zy zal non-stop van Londen naar New-York vliegen met 100 passagiers aan boord. De „koningin" der vliegmachines in de lucht.

(Van onze parlementaire redacteur)

Woensdagmiddag kwamen bij algemene beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1950 de financiële experts aan het woord, nadat eerst Ds P. Zandt van de Staatkundig Gereformeerde Partij nog het zijne had gezegd over het regeringsbeleid. Hij drong aan op drastische bezuinigingen en beklom vervolgens zijn stokpaardje, de indirecte vaccinatiedwang, waar hij sterk tegen gekant is. Ook over het vloeken en de Zondagsheiliging kwam hij nog te spreken en vond voorts dat Nederland in Indonesië volledig gecapituleerd had. De heer F. H. v. d. Wetering (CH) ging op allerlei financiële détailpunten

in en maakte zich bezorgd over het feit, dat de militaire uitgaven in een arm land als het onze een vierde deel van de gehele begroting uitmaken. Ook de communistische heer J. Hoogcarspel vestigde daarop de aandacht en knoopte er aan vast, dat deze uitgaven elke poging om financiële verlichting in ons land te brengen in de weg zullen staan. De klacht van de heer v. éL Wetering, dat er voor particulieren betrekkelijk weinig gelegenheid bestaat tot investering, werd door andere sprekers onderschreven. Evenals verleden jaar had de heer H. J. Hofstra van de PvdA een middel bij de hand om investeringen mogelijk te maken. Hij bepleitte namelijk opneming van de gelden, die grote ondernemingen aan de fiscus schuldig zijn, in deze bedrijven. Overigens trok de socialistische spreker van leer tegen allen, die klaagzangen aanheffen over hoge belastingdruk, over een verkeerde deviezenpolitiek, over devaluatie en andere maatregelen, zonder dat zij daar een behoorlijk alternatief tegenover stellen. Als _ men de sociale Tweede Kamer voorzieningen of de vergoeding van de materiële oorlogsschade wil verminderen; als men de militaire uitgaven wil beperken, laat men daar dan duidelijk voor uit komen, riep hij de oppositie tegen het financiële beleid der regering toe. Hijzelf stond achter dit beleid. Voor het denkbeeld van Prof. Romme om kinderbijslag uit te keren aan kleine zelfstandigen voelde de heer Hofs + ra wel, doch als dat de schatkist 40 a 50 millioen gaat kosten, dan wilde hij toch eerst de vraag onder de ogen zien, of de verzekeringsgedachte geen uitvoering verdient en of voor de loontrekkenden nog iets gedaan moet worden. De communistische heer H. Gortzak tracteerde de Kamer op een propagandaspeech, die hij zelfs besloot met een opwekking aan de Nederlanders om lid van de CPN te worden .... In de Sowjet-Unie is het uiteraard veel beter leven dan hier. — Wat zal de regering doen om het kunstmatige evenwicht tussen lenen en de prijzen te handhaven ? vroeg de heer W. J. Andriessen (KVP). Het antwoord gaf hij voor het grootste deel zelf : verhoging van subsidies: verhindering van zekere belastingdruk als compensatie van de huurverhoging; verlegging van de belastingdruk van de sfeer van de verwerving naar die van het verbruik, teneinde het verbruik te beperken. De bevolking is onvoldoende doordrongen van het kunstmatige van hej. evenwicht, zo zeide hij. Vandaar, dat hij er bij de regering op aandrong de mensen ervan te overtuigen, dat aan allerlei — meest onaangename — maatregelen niet te ontkomen is. Aan de nooddruft mag echter niet geraakt worden, voegde hij eraan toe. De koopkracht is gedaald, zo constateerde de heer Andriessen. Hij was ervan overtuigd, dat Z Ü no § verder dalen zou. Hij vond het noodzakelijk, dat de cijfers van de koopkrachtindex zeer nauwkeurig gecontroleerd worden, omdat daarop de loon- en prijspolitiek gebaseerd is. De nivellering van de lonen na de oorlog ging hem te ver. Koestert de regering voornemens ten aanzien van een speciale beloning voor bijzondere prestaties ? vroeg hij. Als offers gebracht moeten worden, dan eist de sociale rechtvaardigheid dat de gehele bevolking die offers brengt, zeide de heer Andriessen tenslotte.

In verband met de E.C.A.-medede. ling inzake de hervatting van de hulpverlening aan Indonesië heeft de heer Koetsier, voorzitter van de Nederlandse Aankoopcommissie in de Ver. Staten, die belast is met de E.C.A.-aangelegenheden die betrekking hebben op Indonesië, tegenover Aneta verklaard, dat in overeenstemming met de aanbeveling van de O.E.E.S. 37.5 millioen dollars zouden worden beschikbaar gesteld voor het jaar 1949-'50 plus bepaalde E.C.A.-fondsen van het voorafgaande iaar, die nog met gebruikt waren toen de hulp aan Indonesië werd stopgezet. Het totaalbedrag, dat voor 1 Januari 1950 zal worden toegewezen, is nog niet definitief vastgesteld, doch het zal ongeveer 40 millioen dollars bedragen. Dit bedrag zal uitsluitend worden gebruikt voor verbruiksgoederen met een grote prioriteit. Libye onafhankelijk De politieke commissie der Verenigde Naties heeft besloten Lybië tot een onafhankelijke en souvereine staat uit te roepen. De nieuwe staat zal Cyrenaica, Tripolitanie en cte Fezzan omvatten.