(Van onze speciale verslaggever) .. n a iie ziekten is de kanker langzamerhand onze grootste vijand orden. Iedere drie kwartier overlijdt in ons land een patiënt aan m deelde ons de Staatssecretaris van Sociale Zaken, Mr. Dr. A. A. n Rhiin, die tevens voorzitter van de vereniging „Koningin WilhelVa 'nafonds'' is, mede. En een tweede Staatssecretaris van hetzelfde HpDartement, Dr. Muntendam, die voorzitter der Centrale CommisiJ voor de Kankerbestrijdir^g is, voegde daar even later aan toe : Fr K e Dcodsoorza^k bij 18 van de 100 gevallen; kanker Ja hei: is hard nodig, want, waarde lezers, beoordeelt zelf eens deze sobere maar veelzeggende cijfers. Per 10.0/>0 inwoners stierven aan kanker in ons land in 1890 zeven personen, in 1900 negen personen, 1910 tien, in 1920 elf, in 1930 twaalf en in 1940 dertien personen. In vijftig jaar tijd derhalve een verdubbeling. Omstreeks de eeuwwisseling was de tuberculose onze grootste vijand. Onder de doodsoorzaken nam de'kanker slechts de zevende plaats in- Maar de volgorde is nu geheel veranderdIn de bestrijding der tuberculose zijn gfote vorderingen gemaakt. Daarentegen neemt de kanker nu een hoge plaats op de ranglijst in. Niet minder dan 18% van de totale sterfte in Nederland wordt veroorzaakt door kanker. Dit cijfer wordt alleen overtroffen door de hartziekten, welke als doodsoorzaak met 20% in de statistiek voorkomen. Men bedenke, wat het zeggen wil, dat in 1948 13380 patienten fean kanker zijn overleden. En n.og gaat de stijging voort. Reeds we^rd het aantal overledenen aan kanker in het eerste halfjaar van 1948 in 'dezelfde periode van 1049 met 30/0 overschreden. Heeft Koningin, Emma haar naam gegeven aan de zegenrijke bestrijding der tuberculose, de naam van Koningin Wilhsimina zal voor altijd aan de kankerbestrijding verbonden blijven, doordien zij het huldeblijk Haar bij Haaj> 50-jarig Regeringsjubileum door het Nederlandse Volk geschonken in de vorm van f 2.000-000 voor dit 'joel ter beschikking gesteld. Maar voor een doelmatige bestrijding zijn vele millioenen meer nodig. Ons volk gaat dit meer en meer beseffen en hoewel er reeds 742 plaatselijke afdelingen en contactpersonen van het Koningin Wilhelminafonds zijn, zal het bestuur, zo zeide ons Mr. Dr. van Rhijn niet rusten, voordat met elke Gemeente in den lande een vaste band gelegd is. Reeds 585 gemeenten zijn als lid toegetreden met een vaste contributié van een halve cent per inwoner. Maar ook vele particulieren en instellingen tonen hun hartelijk medeleven. Voetbalclubs, tfridge- en klaver jastournooi's, de N.C.R.V- met ^ a r „Haak-Li-actie", de Koninklijke ohell door een vorstelijke jubileumgift van f 500.000, maar ook arbeiders en schoolkinderen, die een cent per week offeren — zij allen doen blijken, dat men het werk der Vereniging een waarlijk nationaal karakter wil geven. Vorderingen bij de bestrijding der ziekte O ver *e besteding der ingezamelde g 'den heeft Dr. Muntendam ons het v !l e V nder medegedeeld mede in band met de belangrijke plannen J 1 , ^eniging en de vorderingen bij der kanker gemaakt, v- , Z1J Nederlandse geleerden als eweg, Wassink, Waterman, de Knorf™?' alsmed e van wijlen Den tem \ , te vroe g ontslapen direcrano r'uH' Rotterdams Radio-Therapeutisch Instituut. dat r.r heef ï uit de statistiek geleerd, WerkeniW l lende X? n buiten af instaan fac toren zijn, die het ontinvlnprf 311 a f ker bevorderen, b.v. de huidkani^ 11 r op het on tstaan van huidkanker en het toenemende aantal sterko l0nSkanker onder de v J\ sl §aretten-rokers. gebied zi ^ n gemaakt op het en npt herkenning van kanker Verdient , ensclla PPeHjk onderzoek ra'ent de yolle aandacht. meliji- ^ and eling, zich nog voornaen radinth* " d tot de chir urgische levens in t r ?L e '. redt vele mensenziekte'in v, blonder wanneer de 6 ln haar eerste stadium is. Nl8UW ^«instituut te Amsterdam gen ro'(iio° r "ï zulke enorme bedrahet ter ph/ !Jn ' ° m te Ams terdam op huis7 e r n' n - Van £ et Wilhelmina-Gastttiut teHnhi W entraal Kankerinstite nscham\ n r-f n als centrum van weda aruit leidh!'' onderzo ®k en om van •lelijke k-nk k 4 geVen aan de lan " der *oekh^ Str,jding - Naast on " P'ex de'ra^n e ïli al he t nieuwe com° m vatten" Y„ "therapeutische afdeling öeli n „ Vai ® rw !' 1 de overige behane en kliniei lce ten plaats hebben in WerkW x ' waar de mede " eialistpn Z bekwame kanker-speo® dêJ! S arbor & d is - 5eï Ukheifi V ' ''' wordt tevens de mogeopend tot de vorming van e«n staf van wetenschappelijke geïwéJspecialisten, waaraan In ons land grote behoefte Is. Vele millioenen zal dit grote plan vergen en onder voorzitterschap van Dr. Querido, de directeur der Openbare Geïondheidszorg in de hoofdstad, is reeds een voorbereiding gemaakt, met het ontwerpen van plannen voor de bouw van hét nieuwe instituut. Ook andere projecten steunt het Koningin Wilhelminafonds. Zo de vernieuwing en uitbreiding van het Rotterdam Radio-Therapeutisch Instituut, dat zijn patienten vooral uit Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Utrecht betrekt. En daarnaast spelen ook de centra der Universiteiten Groningen, Utrecht, Leiden 4en straks ook Nijmegen een belangrijke rol in het wetenschappelijk kankerprobléem. Ken eerste vereiste voor een doelmatige organisatie der kankerbestrijding vormt de kanker-registratie, zoals deze reeds in Denemarken en sommige deien van Groot Brittanniëwordt aangetroffen. Het is toch onbekend, hoeveel kan - ker patienten ons land telt. Per jaar komen er naar schatting 18.000 nieuwe gevallen bij. Niet alleen zal het nodig zijn een uitgebreid archief samen te stéllen, doch tevens het materiaal volgens Wetenschappelijk statistisch verantwoorde methoden te verwerken. Een medicus-statisticus is reeds aangesteld bij het Kankerinstituut voor de voorbereiding der algemene registratie, die eigenlijk een onderdeel vormt van het gehele sociaalgeneeskundige aspect der kankerbestrijding, welke voor alles er op gericht moet zijn de patienten zo vroeg mogelijk onder behandeling te krijgen. Voorlichting noodzakelijk Onnodige kankervrees moet evenwel voorkomen worden. Dit kan geschieden door verkeerde begrippen weg te nemen b.v. dat kanker een besmettelijke ziekte zou zijn, doch vooral ook door te wijzen op de mogelijkheden tot genezing van kanker. Het spreekt vanzelf, dat deze voorlichting zich niet tot het publiek alleen heeft te beperken, doch dat hierin ook de geneeskundigen en verpleegsters betrokken dienen te worden. Afgezien van de oprichting der centra, waar goed geoutilleerde poliklinieken gelegenheid tot het meest moderne onderzoek aan de toenemende stroom van patienten moeten bieden, wordt voorts overwogen of periodiek onderzoek van gezonden en schijnbaar-gezonden ook bij de bestrijding van kanker ingang dient te vinden. In het buitenland, o-a. in Amerika, vindt men hiervan reeds goed werkende voorbeelden en in ons land bewijzen de gevallen van longkanker, welke bij het röntgen-onderzoek op t.b.c. gevonden worden, hoezeer een periodieke keuring van volwassenen in de toekomst pok voor de kankerbestrijding vruchten kan afwerpen. Mr. C. Baron de Vos van Steenwijk, bestuurslid van het Nederlands Kankerinstituut, vertelde ons tenslotte van het zegenrijke werk, dat nu al 36 jaar het Antoni van Leeuwenhoekhuis, sinds 1930 aan de Sarphatistraat te Amsterdam gevestigd gedaan heeft en wat het Nederlandse volk daarvoor deed. Van 1930 af is grotendeels door vrijwillige bijdragen bijeengebracht f 2.061.000 aan de actieve kankerbestrijding besteed. In Mei 1949 werd een propagandacampagne ingezet, welke reeds 18.000 nieuwe leden en begunstigers bracht, terwijl aan gelden f 350 000 binnenkwam en weer uitgegeven wérd voor het zegenrijke Werk. De opbrértgst der collectes, welke om en op de 31sté Augustus — de 70ste verjaardag van H.K-H. Prinses Wilhelmiha — in het gehele land gehouden worden, zal voor de helft aan het Antoni van Leeuwenhoekhuis ten goede komen. Ook van de tweede grote loterij met 480.000 loten verwacht het Kankerinstituut veel goeds. En wij vertrouwen dat het Nederlandse volk als een man en een vrouw deze aartsvijand no. 1., de vreselijke kankerkwaal te lijf zullen gaan. door onze geleerden en mediei tenvolle te steunen bij hun prachtige arbeid in dienst der lijdende mensheid!
Provinciale Drentsche en Asser courant
- 26-08-1950
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Provinciale Drentsche en Asser courant
- Datum
- 26-08-1950
- Editie
- Dag
- Uitgever
- van Gorcum
- Plaats van uitgave
- Assen
- PPN
- 398540756
- Verschijningsperiode
- 1851-1962
- Periode gedigitaliseerd
- 2 juli 1870-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Drents Archief
- Nummer
- 200
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ELKE DRIE KWARTIER STERFT IN ONS LAND EEN KANKERPATIENT Koningin Wilhelminafonds ontwierp grootse bestrijdingsplannen
HET DOMEIN DER VROUW Wagenwiel en capuchon
Het is altijd buitengemeen plezierig om na de vacantie weer thuis te komen. Wanneer men zijn bagage, die louter keistenen schijnt te bevatten, op de stoep deponeert en de sleutel in het slot steekt (moet je zo'n bel zien en het schijnt hier twee weken lang modder geregend té hebben) waarschuwt de moeilijk schuivende voordeur al dat het met de vrijbuiterij afgelopen is. Alles goed en wel om urenlang door stille lanen te dwalen en met een boek dat men niet leest in een ligstoel op een grasveld te zitten — maar hier ligt het leven van alledag weer duimen dik op de voordeurmat. Tijdschriften en brochures en brieven van opgetogen dames en heren, „naar aanleiding van uw laatste rubriek", en radio-boden en aanslagbiljetten en kennisgevingen van aangetekende stukken: enfin, we zijn zo echt gezellig weer thuis. Ik heb de gehele stapel liefderijk uit het gezicht gedeponeerd (behalve natuurlijk de brieven voornoemd) en alleen maar de krant opgepakt om met een lichte dosis alvast weer aan het werken met de hersens te wennen. En het eerste bericht, waarover ik met mijn bereidwillige aandacht struikelde, was zo echt geschikt om mij weer helemaal met de ernst des levens vertrouwd te maken. Kijk, dacht ik, dat is nu toch iets waarvan wij vrouwen speciaal op de hoogte behoren te zijn. Het is zo juist wat we nódig hebben; een sprekend bewijs hoe goed ons dierbaar vaderland ondanks alle aderlatingen van defensie-uitgaven, verlies van handelsmarkten, moordende belastingen en stijgende prijzen er voor staat. Vertel ons niet dat West-Europa met de rug tegen de muur staat, zoals het boek beweert waarmee ik mij in de vacantie al bladerend heb bezig gehouden (als ik het degelijk bestudeerd heb hoort u er wel meer van). Welnee, dat is allemaal bangmakerij om kleine kinderen naar bed te jagen. Kijk naar Noordwijk: daar is geen vuiltje aan de lucht, daar is het al benzinegeur en zonneschijn, want onder grote belangstelling werd daar weer het jaarlijks Concours d' élégance verreden. ïs het niet heerlijk? Klopt uw huisvrouwenhart niet sneller c*»«hr uw gebloemde schortje? Concours d'êlégance. dat is toch v/aarlijk geen gekheid. Dromen van wagens, bestuurd door dames in dromen van toiletten: de jury was niet te benijden, dat kan ik u verzekeren.
Had u geweten wie u kiezen moest om te beantwoorden aan de strenge voorwaarden, die bij zo'n gewichtig concours gesteld Worden? De aesthstische waarde van de auto met betrekking tot lijn en kleur, de verschijning van de dame achter het stuur en San nog de combinatie van die twee — ai ai, het is géén kinderwerk om dat te beoordelen. Om te beginnen waren al die bestuursters getooid in namiddagtoilet, met bijpassende accessoires, en droegen meestal daarbij op de modieuze coiffure een hoed als een wagenwiel — als u mij niet gelooft, ik houd mij eerlijk aan het verslag. Nu moét u zich alleen al eens indenken wat een hoofdbreken dat gekost heeft aan al die deelnemende dames om op haar voordeligst voor de dag te komen en tegelijk in de stijl en het kleurenschema van haar wagen te blijven. Gaat u maar aan staan: een grijze Skoda-roadster, wat zou ü daarbij aantrekken? Was u ooit op het idee gekomen* van ëen practisch en vrolijk groen-rood geruit jurkje met rode tas, handschoenen, schoenen, misschien oorknoppen en de juitse tint lippenstift? En een Kaiser-1950 in twee kleuren grijs — had die u op het brillante idee van een vieux-rose japon en wagenwiel gebracht? De mevrouw met de Delahayé Competition had het helemaal niet gemakkelijk, want zo'n sleetje heeft een lange neus, gedrongen cabine en gecoupeerde staart, en dat lijkt zo te horen niet een bijster voordelig uiterlijk — maar derzelver chauffeuse was zo wijs geweest 'n zwart cocktailtoiletje aan te trekken en ëen maisgeel hoedje op te zetten, en toen was het land gered met een eerste prijs maar liefst in twee klassen. Hetgeen een pak van uW en mijn hart betékent. Ü zult zeggen: Maar Saskia, is het nu nodig om over zoiets dermate sarcastisch te worden? Vindt u dat nu werkelijg zó erg? Laat ieder diertje zijn pleziertje: Noordwijk kan heus wel een paar attracties gebruiken, zo'n concours trekt touristen en dat brengt toch ook weer aardig deviezen in het lege laatje. Weet ik wel. Ik zou ook bereid zijn over die Skoda's en Paekards en Sedan annex geruite wagenwielen en vieux-rose handschoenen glimlachend de schouders op tè halen, als ik niet wist: dat duizenden beste ijverige zuinige en opofferende vrouwen, die dit lezen, er weer een afschuwelijk minderwaardigheidsgevoel
door opliepen. Zie je voor zoiets snoezigs en elegants deug ik nu helemaal niet: dat duizenden gedachteloze echtgenoten van dergelijke niet-metgoud- te-betalen huisvrouwen zullen denken of misschien wel verstaanbaar mompelen: Zie je, zó'n vrouwtje, daar kun je als man nog eens mee vöor de dag komen; sportief, presentabel, módieus-mmm; dat er op dié lijst van publiékelijk toegejuichte en bekroonde dames achter geen enkele naam vermeld Wordt in wélk cultiireel of maatschappelijk opzicht zij zich
verdienstelijk hebben gemaakt; dat deze dames haar uiterlijk aantrekkelijke verschijning comfortabel rondrijden in geruisloze gloednieuwe auto's, terwijl legioenen schooljuffertjes, wijkzusters, vroedvrouwen, telefonisten, typisten, zelfs apothekeressen en vrouwelijke doktoren zich door weer en Wind op doodgewone fietsen dag aan dag stug trappend naar hun onmisbare en vaak zeer matig betaalde maatschappelijke taak spoeden. Maar die komen in haar gummi-jas-met-capuchon en spörtsfchoenen nooit voor 'n prijs in aanmerking. SASKIA.
EEN VERHEUGENDE NEDERLANDSE SPEELFILM: De dijk is dicht Walcherens strijd als symbool van levensaanvaarding
WALCHEREN'S ONDERGANG, toen het door een een geallieerd bombardement aan de zee prijsgegeven werd en Walcheren's victorie, de overwinning, die er op de verwoestende natuurkrachten behaald werd in een ongebroken geestkracht — deze elementen uit een zeer nabij verleden vormen het hoofdthema van een nieuwe Nederlandse speelfilm. Ter gelegenheid van zijn dertig-jarig bestaan heeft het Nederlandse filmbedrijf Polygoon—Profilti, „dat tot nu toe alleen documentaires en journaals vervaardigde — maar dan van voortreffelijke kwaliteit — deze nieuwe rolprent: „De dijk is dicht" geproduceerd. Na het mislukte „Niet tevergeefs", het bewonderenswaardige maar nog wel zwakke „LO—LKP" en het banale „Een koninkrijk voor een huis" is dit dUs de vierde grote speelfilm, die na de oorlog in Nederland tot stand kwam, en van deze vier verreweg de beste.
Het scenario voor „De dijk is dicht" werd geschreven door de literator A. Koolhaas, die reeds eerder met enkele rolprenten (zoals het heel gave „Moeder des lands") bewees een Sterke en gèvoelige begaafdheid voor de film te hebben. In zijn nieuwe film trachtte hij niet alleen een reconstructie te geven van 't tragische historische gebeuren op Walcheren, maar vooral dit Walcheren met zijn nieuwe opbloei na een rampzalige verwoesting
tot een symbool te doen worden van levensaanvaarding. Hoofdfiguur in deze film is een jongeman Bert Verbloeme, die in Rotterdam zijn werk heeft, maar zijn vrouw, met het oog op het bombardementsgevaar in de grote stad, tijdens de oorlog bij haar ouders op Westkapelle achterlaat. Maar Walcheren loopt naarmate de oorlog vordert, groter gevaar nog dan Rotterdam. Door de radio hoort Verbloeme, dat de geallieerden om de
Duitsers te verdrijven genoodzaakt zijn Walcheren te bombarderen en onder water te zetten; de burgerbevolking is gewaarschuwd de vlucht te nemen. En dan gaat Bert Verbloeme op weg om zijn vrouw in veiligheid te brengen. Met hulp van illegale werkers tracht hij de linies te passeren, maar midden in de Biesbos raakt hij gewond door het vuur van een Duitse patrouille. Half bewusteloos blijft hij in een kreek liggen, waar het water langzaam stijgt. Én dan voelt hij hoe dat water hem verbindt met zijn vrouw op hte verdrinkende Walcheren. Hij wordt echter gered, raakt dan gevangen, maar keert na de bevrijding uit het werkkamp terug. Zijn vrouw ziet hij niet weer — zij kwam om in de molen van Westkapelle, waar talrijke dorpsbewoners een toevlucht gezocht hadden tijdens het bombardement; dé uitgangen raakten echter door puin versperd en toen eenmaal de dijk vernietigd was werd de molen door de zee overspoeld. Voor Bert Verbloeme heeft het leven dan alle zin verloren. Hij brengt nog een laatste bezoek aan Westkapelle om nog eens te leven in de onmiddellijke herinnering
aan zijn verloren geluk. Daar o-j Walcheren ziet hij echter geen treurende en lamgeslagen, maar wel fors weer aanpakkende mensen en langzamerhand wordt hij gegrepen door de ongebluste energie, waarmee de bevolking aan wederopbouw en herstel begonnen is: de dijk is gedicht, het land drooggemalen; men is de grond ophieuw vruchtbaar gaan maken, huizen zijn er weer opgetrokken, jonge bomen geplant; de kinderen Spelen er en de volwassenen trachten er na alle rampen hun leven weer in normale banen te leiden. Met onverstoorbare rust maalt de vuurtoren er zijn stralen over herwonnen leven. En uit dit alles put de door de oorlog uit 't lood geslagen Bert Verhoeve nieuwe kracht om verder te leven en zich een gezonde toekomst op te bouwen. Met dit gegeven, dat ten slotte niet zonder pretenties is, heeft de filmer het zich geenszins gemakkelijk gemaakt. En al heeft de film ook zwakke gedeelten en tekortkomingen, „De dijk is dicht" kan mefa in ieder geval beschouwen als een geslaagd bewijs,, dat het mogelijk is in Nederland met eigen krachten een film te maken, die niet onderdoet voor het gemiddelde buitenlandse product. De fotografie (van Piet Buis, die samen met W. G. Sips ook voor de goede — zij het ook niet verrassende — montage verantwoordelijk is) heeft bijzondere kwaliteiten; een subtiel en uitdrukkingsvol gebruik van het .zwartwit in fraai gecomponeerde beelden, die dikwijls bijzonder krachtig en persoonlijk dienstbaar gemaakt werden om gevoelens uit te drukken (zo t jvoorbeeld het ontroerende beeld van Verbloeme, die( juist teruggekeerd op Walcheren, langs het stand loopt, even zijn handen in de uitlopende golven dompelt en ze dan, herinneringen proevend, naar bijn mond brengt). Verder ontpopt de jonge acteur Kees Brusse, die hier de hoofdrol speelde, zich als een zeer gevoelig filmtalent. Voortreffelijk acteerden ook Henny Alma — heel ingehouden als zijn vrouw Els — en Jan Teulings, die beheerst en toch zeer markant de rol van een vriend speelde. Het overige spel leed echter algemeen te veel aan de nadrukkelijkheid van het „verfilmde toneel", daarbij nog gehandicapt door loodzware dialogen of een al te trage monoloog, die verschillende beeldreeksen — de film vertelt dé geschiedènis van Walcheren en van de hoofdpersoon in enkele grote terugblikken — begeleidt. Het laatste gedeelte van de film zou men wat minder nuchterdocumentair hebben willen zien, vergeleken bij de tére, halfirreële sfeer van de voorgaande delen (het optimistische slot is hierdoor ook weinig geloofwaardig), aan de andere kant bleek hieruit oók echter de kracht van de Nederlands filmers, die vooral (en oók hier) in het meer documentaire Werk uitmunten. . ,D< e dijk is dicht" toont nog duidelijk zwakheden (zo bijvoorbeeld ook de banale wendingen in enkele scènes, waarmee aan de publieke smaak tegemoet gekomen werd, en verder de te uitdrukkingloos gebleven „versierende" filmmuziek van Rudolf Karsemeyer). Daartegenover staan echter zoveel goede kwaliteiten — het zinvolle gegeven, de (werkelijk volmaakte) technische verzorging, talrijke prachtige gedeelten (de liefdestaferelen in de aanvang, de scène in de Biesbos en d° droomtaferelen!) en tenslotte 't verrassende spel van Kees Brusse en Henny Alma — dat men „De dijk is dicht" met vreugde begroeten mag. Een rolprent, die zeker niet volmaakt geslaagd is. Maar in ieder geval een film, die wat te zeggen heeft en dat doet op een dikwijls verrassend zuivere wijze. LONG-SHGy >
Voor de herfst: Elegant mantelpakje
(Door onze mode-medewerkster). U heeft misschien ook zo'n gezellige wijde topper, die U bij verschillende zomerjurken draagt ? Maar heeft U er een effen stra krokje bij in dezelfde of ln een göéd harmoniërende kleur 1 Dan heeft U voor de komehde herfst een elegant mantelpakje. Toch weten vele dames niet, dat juist deze cofribinatie minstens even chic kan staan als een goed zittend mantelcostuum.
Hier ziet U een rokpatroontje, dat niet alleen eenvoudig, maar ook voordelig is: U heeft n.1. bij een stofbreedte van 130 k 140 cm maar één lengte nodig plus een paar centimeter extra voor de zakpatjès. Eén plooi van voren, die U bij stof van 140 breed een paar cm dieper kunt maken, zorgt voor de nodige bewegingsvrijheid. In die plooi laat U de naad vallen. U moet er dus wel om denken, de middenachterlijn niet tegen de stofvouW té léggen, maar eèn plooldiepte er vanaf, in dit geval dus 5 cm. Heeft U een smalle stof, dan néémt U ook middenachtér een naad. Ü zet de voeringzak aan de even gebogen zakopening, die U met êen 3 cm breed zakpatje, in dezelfde vorm en van dubbele stof, afwerkt. De figuurnaden stikt U dicht, behalve die van de linkerzij, waarin U een ritssluiting aanbrengt. De plooi wordt X op . vallend ingelegd en over de lengte van ca. 20 cm dichtgestikt. De bovenrand naait U even ingehouden op een tailleband. Naar verkiezing kunt U de rok ook van voren glad nemen en middenachter de plooi aanbrengen.
In 1949 was er over het algemeen weinig werkloosheid Interessante gegevens van C.B.S.
Eind Januari j.1. bereikte het totaal aantal geregistreerde werkloze mannen (geheel werklozen, DUW-arbeiders en wachtgelders) een hoogte van 104.000. Dit komt neer op een werkloosheidspercentage van nog geen 5 procent. Eind Januari 1949 bedroeg het percentage nog geen 4 procent. Hierbij moet men bedenken, dat de Januarimaanden altijd een vrij sterke seizoenwerkloosheid kennen. In Juli 1949 bijv. bedroeg het werkloosheidspercentage slechts 2 procent. Onder de ingeschreven werklozen komt een vrij groot aantal voor, dat in het bedrijfsleven niet of moeilijk plaatsbaar is. Dit aantal beliep eind Januari J.1. 23 procent van het totaal aantal werkloze mannen. Van de gemeenten met meer dan 100-0Ó0 inwoners blijken vooral de textielcentra Enschede en Tilburg 'n zeer laag werkloosheidspercentage te hebben,. Nijmegen daarentegen geeft een vrij hoog percentage te zien, evenals Arnhem, 's-Graveaihage en Groningen. In voornoemde gemeenten heerste vooral veel werkloosheid onder de losse arbeiders. Van de gemeenten met 50.000 tot 100-000 inwoners heeft Emmen een zeer hoog werkloosheidspercentageDe werkloosheid aldaar bestaat voor
uuita 50 procent uit veenarbeiders. Het blijkt, aldus het CBS dat deze gegevens verstrekt dat in gemeenten waar een hoog werkloosheidspercentage voorkomt, meestal ook het aandeel van de losse arbeiders in de totale werkloosheid groot is. Dit valt niet te verwonderen, omdat de groep losse arbeiders grotendeels uit ongeschoolden bestaat, die bij vermindering van werkgelegenheid of bü reorganisatie het eerst ontslagen of vervangen worden. In de gemeenten van 20.000 tot 50-000 inwoners waren voor het merendeel de werkloosheidspercent" 'js zeer gering, maar een belangrijke Werkloosheid is geconcentreerd in Hardenberg, Hoogeveen en Onstwedde. Ook voor de oorlog was de werkloosheid in deze gemeenten beduidend. Uit de tabel der werkloosheidspercentages voor een groot aantal gemeenten, die tot economisch-geografische gebieden zijn samengevoegd, blijkt, dat in het algemeen de landbuwstreken in de wintermaanden veel, doch in de zomermaanden Weinig van werkloosheid hebben te lijden. Duidelijke taal spreken in dit opzicht het Oldambt, de Noord-Friese bouwstreek, het veenkoloniale gebied, De Streek en de bollenstreek, de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en de kleistreek van Noord-Brabant. De veenkoloniale gemeenten met hun agrarisch georiënteerde industrieën geven in de wintermaanden een hoog werkloosheidspercentage te zien. Dit houdt verband met de omstandigheid, dat de werkzaamheden in deze industrieën sterk aan het seizoen gebonden zijn. Voor de Drentse v eenstreek valt de zeer hoge werkloosheid in Odoorn op, waar, evenals in Emmen, de werklozen grotendeels veenarbeiders zijn. Het textielgebied Twenthe had in 1949 weinig werklozen. De textielindustrie heeft tot op heden een tekort aan arbeidskrachten in.plaats van een overschot. Samenvattend constateert het CBS, dat in 1949 de werkloosheid in ons land over het algemeen van geringe omvang was.