Provinciale Drentsche en Asser courant

De twee hoofdrolvertolkers van de in 1950 te houden passiespelen te Oberammergau gekozen Hel zijn .Ie .'47-jnrige hoteleigenaar Anton Preisinger, die de r 'stus-rol heeft gekregen, en de 20-jarige Annemarie Mayr, leerlinge aan een school voor houtsnijkunst, die de Mariarol zal vertolken.

(Van onze parlementaire redacteur) Als Ds P. Zandt zijn zin kreeg, zou het er weldra somber in ons land uitzien. In zijn repliek bij de algemene beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1950 heeft hij Vrijdagmiddag zgn wensen nog eens nauwkeurig geformuleerd. Zijn veldtocht tegen het vloeken en vóór de Zondagsheiliging is ongetwijfeld zeer loffelijk, maar — zo kon men zich afvragen — gaat hij niet wat ver, als hij van de regering verlangt, straffen uit te vaardigen tegen het vloeken en op de Zondagen alle publieke ve. voer stop te zetten ? Een doorn in zijn oog was het inleggen van extra treinen op Zondag ten behoeve van voetbalwedstrijden en kermissen.

De bioscopen en dancings vullen — als we Ds Zandt mogen geloven — de krankzinnigengestichten, de zenuwinrichtingen en de gevangenissen „tot in de nok". Het liefst zou hij de bioscopen en dergelijke oorden des vermaaks geheel zien ver dwijnen. In elk geval wenste hij, dat de regering een einde zal maken aan de gruwel van de films, waarin de spot wordt gedreven met God en Gods gebod. Hij sprak zijn afschuw uit over de kermissen en keurde scherp de vaccinatie af. Ook was hij tegen de openbare leeszalen, want wat daar de lezers soms aan lectuur in handen wordt gegeven....! — Waarom bent U eigenlijk tegen de openbare leeszalen? interrumpeerde Mr J. J. R. Schmall (CH). — Dat heb ik al zo vaak gezegd. Later zal ik er nog wel eens op 'erukkomen, ik heb nu mijn tijd nodig — zo maakte Ds Zandt zich van de vraag af. Mr Schmall kwam echter even later op de kwestie terug en sommeerde de heer Zandt de openbare leeszalen en bibliotheken en de boeken te noemen, waartegen zich zijn bezwaren richten. „U heeft nog nooit man en paard genoemd", verweet de Christelijk-Historische spreker de Staatkundig-Gereformeerde dominee. En hij voegde eraan toe: , Als u met de directeur van een openbare leeszaal en bibliotheek gaat praten, dan is altijd wat te bereiken. U moet de Koninklijke weg bewandelen! Dit debatje gaf nog enige afwisseling in de replieken, die zich kenmerkten door veel herhaling en weinig nieuws. De heer H. J. Hofstra (PvdA) deed het goed, dat er in de Kamer overeenstemming bestaat over de noodzaak van een bilTweede Kamer J y ke verdeling van de offers, die op het altaar der devaluatie moeten worden gebracht. Aangezien hij van geen der sprekers antwoord gekregen had op de vraag, hoe dit beginsel tot uitvoering gebracht diende te worden, gaf hij zelf als oplossing: verlaging van de winsten en verhoging van de belastingen voor de economisch sterken. De heer J. Hoogcarspel (CPN) klaagde er zijn nood over, dat de arbeiders door de devaluatie weer het loodje leggen, waartegenover staat dat de Nederlandse beleggers in Amerika een devaluatiewinst van 1300 millioen gulden hebben gemaakt, een cijfer, dat minister Lieftinck echter bestreed. Nadat de heer F. H. van de Wetering (CH) o.a voor meer vrijheid op de beurs gepleit had, verzekerde de minister-president Dr W. Drees aan hen, die daaromtrent een andere mening toegedaan waren, dat er geen sprake was van zaalafdrijving, toen aan het N.J.V. het Kurhaus in Scheveningen geweigerd werd om er een tegen de RTC gerichte vergadering te houden. Het zou een krenkende bejegening geweest zijn van onze Indonesische gasten, als de bijeenkomst in hetzelfde gebouw, waar in zij lc£ eerden, was doorgegaan. Tegenover de heer Weiter hield hij staande, dat een latere souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië dan op dit ogenblik, voor Nederland veel nadeliger geweest zou zijn. Dat nam niet weg. it hij zich ten volle bewust was van de narigheid, die nog komen zal. Hij legde de nadruk op de absolute noodzaak van bezuiniging op electriciteit, omdat de centrales, die nog onvoldoende geoutilleerd zijn. overbelast zijn en deelde mee, dat de moeilijkheden, waarmee de in Zwitseriand verpleegde Nederlandse t.b c.-patiënten tengevolge van de devaluatie

te kampen hebben gekregen, de aandacht heeft van het Departement van Sociale Zaken. De minister van Financiën, Prof. Mr. P. Lieftinck, bleek gevoelig geweest te zijn voor de critiek, die op de verhoging van de representatiegelden voor de ministers geoefend was en zegde toe, dat het kabinet zich beraden zal en een nota van wijzigingen zal indienen, teneinde aan de bezwaren aan de Kamer tegemoet te komen. Als wenselijk erkende hij, dat het deviezenregime wordt opgeheven en wat de Marinekosten in Indonesië aangaat, verklaarde hij, dat deze in Indonesië zelf worden betaald, zodat van een oninvorderbare post waarschijnlijk geen sprake zal zijn. De Kamer keurde tenslotte de hoofdstukken „Huis der Koningin' „Nationale Schuld", „Buitengewone aflossing van Nationale Schuld' „Onvoorziene Uitgaven" en de Wet op de middelen zonder hoofdelijke stemming goed. Bij hoofdstuk „Huis der Koningin" en de Wet op de mid delen kregen de communisten aantekening, dat zij tegen waren. De eerste ronde van de behandeling der begroting is thans achter de rug. Dinsdag beginnen de heren met de begroting van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. De Tweede Kamer heeft de volgende

voordracht opgemaakt voor de benoeming van een Raadsheer >n de Hoge Raad ter vervulling van de vacature, ontstaan door het aftreden van mr. G. v. d. Flier . 1. Mr. M. A. van Rijr van Alke made, raadsheer in het Gerecntshoi in Den Haag; 2. prof. mr. G. J Wiarda, hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de Universiteit te Utrecht; 3. mr. F. M. Westerouwen van Meeteren, advocaat en procureur in Den Haag en raadsheer plaatsvervanger in het Gerechtshof aldaar.

De Sowjet-Russische minister van buitenlandse zaken, Andrei Wysjinsky, heeft op een diner van de vereniging Amerika—Sowjet-Rusland voor de vrede gepleit. In de toespraak, waarin hy zowel joviaal als overredend was, zeide hy onder andere dat „Bevin voor het socialisme even nutteloos is als een geitebok voor het verkregen van melk". In plaats van een voorbereide speech af te steken over „de Amerikaanse plannen voor wereldoverheersing", week hy af en verklaarde: „Wy komen op voor vrede, voor geiykheid der landen en voor het socialisme. Ik zal hieromtrent openhartig zyn: wy komen niet op voor het kapitalisme, doch w\J wensen ons niet in Uw aangelegenheden te mengen".

Wij mengen ons niet in Uw aangelegenheden.... Wysjinsky wees er op, dat het de zestiende verjaardag was van de Amerikaans-Russische betrekkingeg. „Het is een belangrijke vriendschap" zo vervolgde de minister, „want vriendschappelijke betrekkingen tussen deze landen betekenen de beste garantie voor vrede in de gehele wereld. Wij waarderen Uw pogingen om te verhinderen, dat deze vriendschap verbroken wordt". Hij zeide, dat de Sowjet-delegatie de lopende zitting der V.N. bijwoonde „om te tonen dat het mensdom vrede wenst, dat de volken in de gehele wereid de oorlog haten en de oorlog reeds in het begin gedood willen zien" In de tekst van de voorbereide toespraak beschuldigt Wysjinsky de

Westerse mogendheden ervan, dat zij pogen de voorraadvorming van atoombommen stop te willen zetten, opdat de V.S. hun voorsprong zouden kunnen handhaven. Het is algemeen bekend, zo zeide Wysjinsky, dat de V.S. meer atoombommen hebben, dan zich in enig ander land bevinden. Hij wees er nog eens op. dat de Sowjet-Unie in het verleden steeds een onmiddellijk verbod op atoomwapens en de instelling van een nauwlettende internationale controle op de productie van atoomenergie in de gehele wereld heeft voorgestaan.

WYSJINSKY

De grootste Amerikaanse staalmaatschappjj, de „United States Steel Corporation", is met de vakbond der staalarbeiders tot overeenstemming gekomen over beëindiging van de staking in de staalindustrie, welke 42 dagen geduurd heeft. De directeur van ie maatschappij, Benjamin Fairless, heeft van de getroffen overeenkomst mededeling gedaan. Fairless verklaarde, dat de staking van de 170.000 arbeiders van zijn bedrijf, officieel heden, Zaterdag, zou eindigen en dat de productie over drie a vier dagen weer op gang zou zijn. De getroffen overeenkomst is een compromis ten aanzien van de pensioeneisen. De maatschappij en de arbeiders zullen ieder de helft der kosten betalen van een verzekeringsstelsel vol. gens hetwelk uitkeringen zullen worden gedaan bij overlijden, ziekte, ongevallen en ziekenhuisverpleging. Men verwacht, dat de kleinere staalbedrijven zich bij deze regeling zullen aansluiten.

De Regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indonesië zijn gerapporteerd : Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 30 Oct.: soldt. H. J. Beverdam uit Alcelo en soldt. G. Dijkstra uit Wijmbritseradeel (F.) Koninklijk Ned. Ind. Leger: Gesneuveld 17 Oct.: Amb. soldt. Ie kl. infie.: K. Jachaoeboen. 17 October tijdens actie verdronken: Chin. soldt. 2e kl. An Kwee, en Men. soldt. 2e kl. infie: D. Warow. Alle drie afkomstig uit Indonesië.

In de Sowjet-sector van Berlijn zijn 598 industrieën en 991 huizen en gebouwen, voormalig bezit van oorlogsmisdadigers en actieve nazi's, door het bestuur van Oost-Berlijn tot „volksbezit" verklaard. Tot deze industrieën behoren de „LG. Far'oenfabriek", de fabriek voor kunstzijde „Aceta", de chirurgische-instrumenterjfabriek „Injecta" en de fabriek van film- en fototoestellen „Agfa", die tot nog toe door de Sowj et-Russische bezettingsautoriteiten werden beheerd.

Xn de zomermaanden geniet de stedeling in bos en op de hei, aan het strand of op het water van zijn vacantie. De landman daarentegen ploetert en zwoegt en werkt in hoogspanning op zijn akker, want er o-roeit goud op zijn land. ° Een vol jaar -erkte hij hard. God gaf de regen, de zonneschijn, de dag en de nacht en de vruchtbaarheid. Oogsttijd is voor hem de zwaarste en ook de mooiste tijd en wij mensen plukken de vruchten van zijn arbeid en van zijn inspanning. Wij hebben ons dagelijks brood. Het is zaak, dat daarvoor ook dankbaar zijn en alles niet als van zelf sprekend moeten hebben. In de oorlogsjaren leden de stedelingen gebrek en stierven duizenuen medeburgers daar van honger en ondervoeding, doch ook nu lijdt meer dan de helft van onze medemensen gebrek. Het maandblad, dat uitgegeven wordt door de UNO publiceert onstellende cijfers over de voedselpositie uit andere landen en geeft voorlichting over de mogelijkheden, die nog op dat gebied geschapen kunnen worden. Zware conferenties worden ei gehouden, om alle mogelijkheden onder de ogen te zien. Jaarlijks neemt de bevolking op de wereld met ruim 20.000.000 toe. Er wonen thans ruim 2200.000.000 mensen op de aarde. Ons land heeft ruim 10.000.000 inwoners en kan er slechts 4.000.000 voeden. Dit is een probleem, dat steeds nijpender wordt en opgelost zal moeteu worden. Werkloosheid, armoede en ontevredenheid zullen een gevolg hier van worden, tenzij de kwestie opgelost kan worden. Er zijn nog woestijngebieden, die mogelijk tot vruchtbare gronden kunnen worden omgewerkt en hiermede houdt de UNO zich bezig, doch het is te hopen, dat het niet bij papieren adviezen zal blijven, doch dat deze gebieden productief zullen kunnen gemaakt worden. Er is nog een kwestie en wel deze. Hoe zal men niet alleen voedsel kunnen produceren, maar ook, boe zal men dat voedsel eerlijk kunnen distribueren? Voor de oorlog draaide men veel voedsel door en het verdween op de mestvaalt, terwijl andere volken gebrek leden. Dit