Ingezonden mededeelingen betreffende zaken van particulier handels- en nijverheidsbelang. Zomer Nouveautés 1879. De Broste Maiaira DE BEURS firma F°" THIERRY & C ie de Rruxelles, hebben de eer hunne geachte clientèle ter kennis te brengen, dat hun geïllustreerde Catalogus der Zomer-Nouveautés verschenen is. Dit Album dat gravuren bevat onzer fraa : e modellen van Costuinen en Confecties voor Heeren, Dames en Kinderen en tevens 12 stalen onzer meest voordeelige artikelen, wordt franco toegezonden aan onze clientèle en verder aan iedereen die het ons zal willen vragen. Degrowtc Mugazifflieii DE BEURS. Firma F ois TÏÏIEHRY & G ie de Brnxelles, zenders franco stalen en bestellingen boven de 10 Gnlden naar Nederland.
Arnhemsche courant
- 04-04-1879
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 04-04-1879
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 7762
- Jaargang
- 66
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Advertentie
Buitenland. Frankrijk.
Bij de stemming in den Senaat over het voorstel der Regering om de behandeling van het voorstal van Peyrat (herziening van art. 9 deiconstitutie) te verdagen, stemden 151 republikeinen en 2 leden der regterzijde voor de verdaging, 115 leden der regterzijde en 10 leden van het linker-centrum tegen haar; 3 leden der linkerzijde en 3 der regter onthielden zich van stemmen; 10 leden waren afwezig. De republikeinen zijn tevreden over de verdaging , daar zij die beschouwen als een afwending van een dreigend gevaar. — De prefecten hebben aan de maires van hun departement de aanschrijving gezonden, dat het ter openbare kennis brengen van het protest der ministers van 16 mei door aanplakken niet mag worden toegelaten. — Ook de aartsbisschop van Besamjon heeft met zijne suffraganen een protest tegen de onderwijswetten van Ferry openbaar gemaakt. — Door den ministerraad werd besloten , de tegenover het Trocadero gelegeu fa<;ade van het tentoonstellingsgebouw op het Champs de Mars met den parkaanleg daarvoor, in wezen te laten. Brieven uit Parijs. * Parijs, 26 maart 1879. Half-vasten, een dag die in Holland geheel onopgemerkt voorbijgaat, is hier , ouder gewoonte, wederom behoorlijk gevierd ; — dank zij goeddeels de dames van de Hal en de waschvrouwen. In de Halles-Centrales zeiven, waar anders dagelijks, vooral 's ochtends, een onbeschrijfelijke drukte heerscht, was het dien morgen in 't oogvallend stil en zag het er vrij verlaten uit. In de straten er omheen was het gewoel en de drukte daarentegen veel grooter dan gewoonlijk. De Société des Gueux toch, een corporatie van visch- en groenvrouwen, slagersknechts en al wie verder aan de marktbanken in de Hal eetbare waar te koop biedt, zou haar jaarlijkschen optogt houden. Ten 11 ure zette de stoet zich in beweging en werd eerst 's avonds om 6 uur ontbonden, na de voornaamste straten en pleinen, onder het gejuich van duizenden, met een bezoek vereerd te hebben. Natuurlijk werd het feest 's avonds met een bal besloten. Dat behoort er zoo bij. De trein bestond uit een lOtal keurige landauers met koetsiers in liverei en allen bezet met 5 of 6 heeren en dames in de bontste costumes, terwijl de daags te voren gekozen »koning" in het volle besef zijner waardigheid, op een retormpaard van de kavallerie voorop reed. Als het waar is, dat voorbeelden trekken , zou ik de vereenigingen in Nederland tot veredeling van het Volksvermaak sterk aanraden om het volgend jaar met Half-vasten een half dozijn vischvrouwen en »neutenmeisies" hierheen te sturen , opdat zij eens zouden kunnen zien hoe hare fransche zusters weten feest te vieren. Bij al de beruchtheid, welke de dames de la Halle aankleeft, zouden zij toch nog heel wat van haar kunnen leeren. Alles ging in de volmaaktste orde toe : geen geschreeuw, geen gejoel, geen in Holland bij dergelijke gelegenheden steeds zoo onvermijdelijke, rondgaande flesch ; — niets van dat alles, Wanneer de dames niet de voorkei r gaven om in ce neergeslagen kap van de landauer te gaan zitten , in plaats van op de bank — preferentie, die zich trouwens ligtelijk laat verklaren, als men bedenkt, dat zij hare veelkleurige costumes gaarne zooveel mogelijk laten zien en bewonderen — zou men niet anders meenen, dan dat zij haar leven lang gewoon waren om in equipages rond te rijden. Die orde en dat hoogst welvoegelijke gedrag dezer lieden uit de heffe des volks vond ik wel het meest aantrekkelijke van het schouwspel, want overigens was aan den geheelen optogt weinig bijzonders te zien. De costumes muntten meer uit door veelkleurigheid, dan door kostbaarheid, karakter of goeden smaak, en lieve, bekoorlijke gezigtjes zocht ik onder de deelneemsters ook te vergeefs: dikke matrones waren er sterk vertegenwoordigd. Voor de waschvrouwen was het dien dag ook de éénige feestdag van het geheele jaar. Ook zij besteedden dien door bont uitgedost in met groen versierde wagens de stad door te trekken. Elke waschinrigting kiest zich voor die gelegenheid een » koningin", die, geheel in het wit gekleed, midden op den wagen tusechen hare gecostumeerde en soms ook gemaskerde vriendinnen zit of staat. Op enkele wagens zag ik een inderdaad bevallige «koningin", maar toch, dat was zeldzaam. In de groote opera werd dien dag het laatste bal masqué van het saizoen gegeven. Het was er stampvol, drukker dan een der vorige keeren en bovendien heerschte er een aangename, prettige geest. De verscheidenheid en de rijkdom der toiletten , waarbij over het algemeen de goede smaak volkomen tot zijn regt kwam , ging alle beschrijving te boven. Al geloof ik gaarne, dat onder de diamanten , welke daar schitterden , heel wat namaak was , het effect was er daarom niet te minder om. Onder de niet-gecostumeerden werden bijzonder opgemerkt een paar toiletten , die eenige dagen te voren in de Grands Magasins du Printemps, bij de opening van het zomer-saizoen aldaar, reeds de algemeene aandacht hadden getrokken en thans bleken uitmuntend te voldoen; iets wat, wel beschouwd , ook geen w*nder is , want elegante modellen ontbreken daar nooit. Maar ik behoef hierover niet verder uit te weiden: de hollandsehe dames weten dit even goed als ik, en zij die den Printemps nog niet mogten kennen , zullen er het best over kunnen oordeelen , als zij den geïllustreerden Catalogus aanvragen, die dezer dagen weêr hij duizenden verzonden wordt en dien iedereen op franco aanvrage aan den eigenaar van den Prin temps , den heer Jaluzot, 70 Boulevard Haussmann, kan krijgen: een aanvraag welke ik mijne lezeressen niet genoeg kan aanbevelen , al ware het
maar alléén om op de hoogte te blijven van de parijsche modes en nouveautés. De Half-vasten-bals duren, als uitzondering op den regel , evenals de Carnaval-bals, tot vroeg in den ochtend en na afloop maken de restaurateurs goede zaken. Men is dan eenmaal uit en wil het er eens van nemen. Onder een fijn en gewoonlijk peperduur soupé worden de aangeknoopte kennismakingen voortgezet en onder het schuimen van den champagne worden eeuwige liefde en vriendschap bezworen! Van champagne gesproken, 't Is aardig te zien hoe alles hier aan mode onderhevig is : niet alleen de kleêren , die men draagt, maar zelfs wat men in een restauratie eet en drinkt. Zoo is thans overal een speciaal merk van champagne aan de orde. Een restaurateur die geen champagne LorinDelacour van Bouzy heeft, kan tegenwoordig niet meêdoen. Nu , ik moet ook eerlijk bekennen dat ik zelden zuiverder en aangenamer champagne gedronken heb. Dit a governo voor de liefhebbers ! Als onvermijdelijk gevolg dezer na-bals stonden den volgenden morgen tal van slaperige gezigten op het programma van d«n dag en kwam menigeen een half uurtje te laat op magazijn of kantoor ; ik zou haast zeggen op hollandsehe manier, want daar is men 's morgens in den regel niet bijster vlug. Openen de winkels en kantoren er gewoonlijk , vooral in de groote plaatsen , eerst om 9 uur of half 10 , hier kan men om 8 uur al overal te regt. Maar 's avonds heeft ieder ook op een behoorlijken tijd gedaan ; de koffijhuizen sluiten om 12 uur en nachthuizen zijn hier onbekend. Aanleiding tot nachtbraken bestaat niet, ergo kan men vanzelf 's morgens bijtijds uit de veêren. Of het hier dan ook het beloofde Land is voor afschaffers en matigheidsgenootschappen, vraagt ge misschien V Ja, zie , dat kan ik nog' niet zoo stellig verzekeren. De heer Savalle ten minste maakt voortdurend uitmuntende zaken, en dat zou mij het tegendeel wel eenigermate doen vooronderstellen. Het is waar , de man doet overal zaken , door geheel Europa heen , maar toch in Frankrijk met zijn circa 150 groote distilleerderijen niet het minst. Wie de heer Savalle is? Wel, de geridderde — ik had bijna gezegd de gelegioen-vaneerde, en tevens op de Tentoonstelling ten vorigen jare met de groote gouden medaille bekroonde fabrikant van distilleermachines : een man die millionair is geworden door zijne ingenieuse uitvinding van een schier in elke distilleerderij ingevoerde machine om alcohol tot den hoogst mogelijken graad van zuiverheid te brengen.
Duitschland. Uit den Rijksdag. Eerst heden zal de duitsche Bondsraad zich bezig houden met het ontwerp-tariefwet, intusscheu nog slechts om de de wijze van beraadslaging vast te stellen. Met de zakelijke discussie zal eerst later een aanvang kunnen gemaakt worden. Het gevoelen vau de vertegenwoordigers der middenstaten in den Bondsraad komt in hoofdzaak met dat van den Rijkskanselier overeen, wat betreft de zoo spoedig mogelijke behandeling der voordragt, opdat zij nog vóór het Paasch-reces door den Rijksdag tot wet verheven worde. In de zitting van heden zal de snelste wijze van behandeling bepaald worden. De beha ideling in de volle openbare zitting van den Bondsraad wordt door een groot aantal Bondsvertegenwoordigers doeltreffend geacht , omdat reeds tusschen de Rijksregering en de afzonderlijke regeringen van gedachten over de voordragt is gewisseld. De Hanze-steden houden zich, gelijk bekend is, op haar afzonderlijk standpunt. Gisteren is in den Bondsraad het voorstel betreffende de regeling van het goederentarief tot afdoening gekomen. Een voorstel van Wurtemburg om de commissie, door den Rijkskanselier voorgesteld, te doen bestaan uit leden van den Bondsraad en uit deskundigen, is door den Rijkskanselier goedgekeurd en gisteren aangenomen. — Dingsdag interpelleerde de afgevaardigde dr. Witte de Regering in den Rijksdag om te vernemen , of deze voornemens was officieel deel te nemen aan de wereldtentoonstellingen , dit en het volgende jaar in Australië te houden , hetgeen hij met het oog op het belang van Duitschlands handel en industrie zeer wenschelijk achtte. De president der Rijkskanselarij, de heer Hofmann, verklaarde dat de Regering natuurlijk bereid was alles te ondersteunen wat waarlijk in dat belang was , doch men moest ook overtuigd zijn dat de kosten , die de Regering en de particulieren bij zulke tentoonstellingen maken, niet noodeloos verloren gingen. Oorspronkelijk was de te Sydney op touw gezette zaak een particuliere onderneming , die geen voldoende waarborgen aanbood. Eerst later heeft do Regering zich de zaak aangetrokken, en nu zou onderzocht worden in hoever ook Duitschland goed zou doen om er deel aan te nemen. Ook ten opzigte van de tentoonstelling, die voor 1880 te Melbourne is aangekondigd, zal de Regering afwachten of de deelneming van Duitschlands industrie zoodanig is, dat tusscbenkomst van rijkswege gewettigd wezen zou. Den vorigen dag had de Rijksdag zich onledig gehouden met de quaestie der beperking van de woekervrijheid. De voorstellers dezer beperking, de heeren Reichensperger en von Kleist-Retzow, trachtten de noodzakelijkheid er van aan te toonen. De eerste wilde, dat een maximum van interest werd vastgesteld en dat het regt, wissels te trekken , beperkt werd; de tweede verlangde strafbepalingen tegen den woeker , waarvan ligtzinnigen, onervarenen en in nood verkeerenden de slagtoffers waren. Hiertegen werd geen wezenlijk bezwaar geopperd, maar wel tegen het eerste. De Rijksregering had in deze zaak nog geen opinie aangenomen, maar de president van het departement van justitie, dr. Priedberg, constateerde toch, dat er in den tegen woordigen toestand verandering moest komen; maar hij meende dat de heer Reichensperger te ver ging. Het kwam er vooral op aan, noodlijdenden tegen woeker te beschermen en hiertoe waren strafbepalingen vooreerst voldoende. Mogt dit later niet voldoende blijken, dan zou men er op het gebied van het burgerlijk regt in kunnen voorzien. De Rijksdag besloot beide voorstellen naar eene commissie van 21 leden te verwijzen. Gisteren is in den Rijksdag de behandeling voortgezet van de dingsdag aan de orde gekomen tweede lezing van de wetsvoordragt,
regelende het strafbaar stellen van vcrvalschen yan levensmiddelen. Behalve eenige onbelangrijke wijzigingen, is het ontwerp luidens de redactie der commissio aangenomen. Daarna werd in de tweede lezing behandeld de wet op de bescherming van nuttige vogels. De pest in Rusland. Volgens prof. Pelikan , was Rusland in deze eeuw meer dan eens door de pest van uit het zuid-oosten en het zuiden overvallen. Yan 1804 tot 1812 vertoonde zij zich bijna ieder jaar in den noordelijken Kaukasus , van waaruit zij zich in 1806 en 1807 in het gouvernement Astrakan en wel in 1806 in het gehucht Zarewsk en in 1807 in de stad Krassny-Jar vertoonde. In den winter van 1807—1808 trad zij wederom in Astrakan en in het sjaratowsche gouvernement op, maar werd zij door strenge quarantaine en afsluiting, welke tot junij voortduurden , gelokaliseerd. Gedurende 70 jaren daarna bleef het astrakansche district geheel bevrijd , alhoewel de ziekte zich tot 1872 afwisselend in den noordelijken Kaukasus vertoonde en later tot in 1874 meermalen uit Perzie en Aziatisch Turkije naar Transkaukasie werd overgebragt. Het zuiden van Europeesch Rusland bleef tot 1873 aan de pest, die op turksch gebied heerschte , blootgesteld, maar de ziekte werd aanhoudend door quarantaire-maatregelen bestreden, zoodat het cijfer der slagtoffers betrekkelijk gering bleef. Zoo vertoonde zij zich in den winter van 1824—25 in de voorstad der ismaëlsche vesting Tutschkow en in 1829—30 in meer dan 87 gehuchten van Bessarabie , terwijl zij tot naar Odessa en Sebastopol, door een schip uit Kustendsche werd overgebragt. Op het einde van september 1837 werd de pest nog eenmaal door een schip uit Straktscha, waar zij heerschte, naar Odessa overgevoerd, maar door de strenge maatregelen van den gouverneur Woronzow onderdrukt. Deze epidemie was de laatste, welke tot op heden binnen de grenzen van Europeesch Rusland voorkwam. Uit het Oosten. De turksche ministers moeten, zoo wordt uit Berlijn aan de Köln. Ztg. gemeld , den sultan hebben aangeraden , de gemengde bezetting van Oostrumelie volgens de door Engeland aanvankelijk gestelde voorwaarden aan te nemen. Gelijk bekend is , behoorde tot die voorwaarden, at de Balkan-passen door turksche troepen werden bezet. De London Advertiser wil weten, dat de engelsche Regering besloten heeft, een engelsch troepen-contigent van 5000 man naar Oostrumelie te zenden. De Polit. Corr. meldt uit Konstautinopel, dat de sultan een hoogwaardigheidsbekleeder naar Italië zal zenden, om de koningin van Engeland te begroeten. De sultan wenscht een eigenhandig schrijven tot de koningin te rigten. Engeland. Stipt op den eersten dag van het nieuwe boekjaar heeft de engelsche Regering reeds een overzigt openbaar gemaakt van de bruto-ontvangsten in het afgeloopene. De in- en uitgaande regten stegen van 19,969,000 tot 20,316,000 £; de belasting van gebouwde en onbebouwde eigendommen van 2,670,000 tot 2,720,000 £; de inkomstenbelasting van 5,280,000 tot 8,710,000 £ ; de ontvangsten der posterijen van 6,150,000 tot 6,240,000 £; die der telegrafen van 1,310,000 tot 1,335,000 £; de renten van voorschotten aan gemeenten van 949,884 tot 1,091,751 £ ; verschillende ontvangsten van 4,064,415 tot4,223,221 £. De accijnsen en de wisselbelasting leverden alleen minder op. De kroondomeinen bragten evenals in het vorige dienstjaar 410,000 £ op. De meerdere ontvangst bedraagt in het geheel 3,352,673 £. Oogenschijnlijk is deze uitkomst zeer gunstig; maar men weet nog niet hoe hoog de uitgaven loopen , hoeveel er van het drie jaren lang opeengestapelde deficit zal kunnen worden gedekt door de meerdere ontvangsten van het afgeloopen jaar. Men vergete niet, dat het werkelijke deficit over het nu afgesloten boekjaar met inbegrip van het krediet voor den Zulu-oorlog meer dan 2 1 /» millioen £ bedraagt en dat van vroeger nog meer dan 5 millioen £ valt aan te zuiveren. — In Londen neemt de kindermoord schrikbarend toe. In hulpeloozen toestand geboren wichtjes worden op allerlei en de meest vreemde wijze van de hand gedaan en aan de zorg van den vinder overgelaten. Tegenwoordig schijnt de veiligste wijze om ze als pakgoed te verzenden. Yan drie kinderlijkjes , waarover de coroner dr. Hardwicke de vorige week uitspraak had te doen, waren twee op die wijze gevonden. In het eene geval was het kind als een handpakje in een kleedkamer yan het station van den Metropolitanspoorweg achtergelaten en werd door den portier gevonden. In het andere geval was het kind ondersteld te York vermoord en naar Londen gezonden in een pakje per goederentrein van den Great Northern. Het was zoo slordig ingepakt in een lap oil-cloth , dat bij de behandeling in het goederenbureau van Kings' Cross-station het losging en het lijkje over den grond rolde. In het derde geval was het lijkje eenvoudig op het voorplein van een huis in Bedford-square neêrgeworpen en door een bediende uit dat huis gevonden. In alle drie de gevallen was het verdict — wat zou men ook anders doen ? — »opzettelijk vermoord door een of meer onbekenden" , en »onbekend" zal het van den dader of daders wel blijven, tenzij men krachtiger middelen weet te bedenken ter opsporing van zulke misdadigers dan tot hiertoe, of de gevallen maar niet zoo blootelij k als faits accomplis beschouwde en zich er wat meer moeite om getroostte.