ARNHEM, 17 April. Omtrent de stemming der beurs op gisteren zegt de Amsterdamse/ie Courant: De beurs was in Europesche fondsen weder min of meer gedrukt, maar de variatien bleven gering en bepaalden zich tot 1 / g a 1 / 4 pet. teruggang in de hoofdsoorten. Tegen de sluiting der markt, was er eenige reactie in Russische fondsen, die gevraagd sloten. De Amerikaansche markt was geanimeerd en de handel was in enkele fondsen zeer uitgebreid. Missouri Kansas Texas stegen 1 en Denver Pacific 4 pet. Maxwells en Colorado's stegen van 1 tot 2 pet. Columbianen verloren op lagere buitenland sche koersen 2 1 /,, pet. Geld was niet gemakkelijk te plaatsen.
Gisteren morgen ten 10 ure is de commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer voor het wetsontwerp tot heffing van een effectenbelasting vergaderd , om het voorloopig verslag over dat wetsontwerp vast te stellen. § Door 's Konings commissaris in Gelderland is , ter vervanging van den heor W. de Hartog, directeur van de hoogere burgerschool te Nijmegen , die voor zijne benoeming als lid van de commissie tot afneming der eind-examens met vijfjarigen cursus heeft bedankt, benoemd de heer dr. G. J. Michaelis, leeraar aan de hoogere burgerschool te Arnhem. * Een melkboer reed gisteren met zijne vrouw en eene groote hoeveelheid melk over den Westervoortschen dijk naar de stad, toen hij door een anderen wagen werd aangereden, ten gevolge waarvan de boer, zijne vrouw benevens kar en paard van den dijk tuimelden, terwijl het geheel met een melkstroom werd overgoten. De melkkar werd beschadigd en de vrouw verwond, gelukkig niet ernstig. In den foyer van den schouwburg wordt thans eene zeer fraaije tentoonstelling gehouden van wege de vereeniging Arbeid Adelt. Ook thans vindt men hier tal van 'handwerken, die de vindingrijkheid en kunstvaardigheid der inzendsters evenveel eer aandoen, terwijl de wijze van uitstallen weder getuigt van den smaak der dames, die zich met de leiding dezer tentoonstelling hebben belast. Eene tombola biedt ieder de gelegenheid aan om voor een kleinen inleg een der nette handwerkjes enz. te verkrijgen , die hiervoor aangekocht zijn. Heden avond zal de tentoonstelling door een concert worden opgeluisterd. * De heer Coster is voornemens, in het laatst dezer maand een groot vocaal en instrumentaal concert te geven, waarop wij met «en enkel woord de aandacht onzer stadgenooten wenschen te vestigen. Als solisten zullen daarop medewerken mejufvrouw Marie Grosse, bij ome stadgenooten zeker nog eene aangename herinnering aan de opera van het vorige saizoen, mejufvrouw M. Kühne, ex-pensionaire van Z. M. den Koning, die hare studiën aan het conservatoire te Keulen heeft volbragt en aldaar de lessen ven onzen
landgenoot, professor Kwast, heeft gevolgd, terwijl hij zelf eveneens zich als solist zal doen hooren. Het orkest, zamengesteld uit ongeveer 60 meesters en dilettanten, onder leiding van den heer H. A Meijroos, zal o. a. eene compositie van dezen uitvoeren, en bovendien een door den heer Coster gecomponeerden Festzug ten gehoore brengen. Het is te wenschen dat de heer Coster zich zal mogen verheugen in eene ruime deelneming van de zijde van het publiek; steeds toch was hij bereid om te voldoen aan een tot hem gerigt verzoek om zijne medewerking te verleenen, en menig concert werd dan ook door zijn spel opgeluisterd, en wij twijfelen dan ook niet of de lijsten, die bij onze stadgenooten circuleren, zullen talrijke handteekeningen dragen. Voor hen , die door de eene of andere omstandigheid daartoe niet in de gelegenheid waren , liggen lijsten ter teekening in de muziekmagazijnen der heeren Rahr, Meijroos en Kalshoven en Gilbers , alsmede in het gebouw Musis Sacrum. De entréeprijs is gesteld op fl, zoodat ook van dien kant op eene algemeene deelneming mag gerekend worden. Zijn de klagten menigvuldig en gegrond over veel verkeerds en onzedelijks in de maatschappij, ook worden er ernstige pogingen aangewend, om betere toestanden in het leven te roepen. Daarvan getuigt een nieuwe pennevrucht, verschenen bij den uitgever H. W. van Marle te dezer stede, getiteld : »Regten en pligten, de grondslag van betere toestanden ten opzigte der dienstboden." Dit vlugschrift draagt den stempel van eene werkelijke studie, die de schrijver, A. Nieuwveld (een nom de plumej, van dat onderwerp heeft gemaakt. Het is bondig en duidelijk geschreven niet alleen, maar kenmerkt zich tevens door een uitmuntend volgehouden en klaar betoogd zedelijk standpunt, waarvan de schrijver uitgaat. Dat standpunt geeft een zeer bijzonder karakter aan het vlugschrift. Maar ook is de praktijk niet uit het oog verloren, en wordt een als het ware klaar gemaakte schotel opgedischt, om er dadelijk gebruik van te maken. Wordt dit gedaan , ernstig en standvastig, dan verwacht de schrijver er de beste gevolgen van, voor de gezinnen en de dienstboden beiden. Ook wij koesteren die verwachting er van. Waarlijk het is hoog tijd, dat de dienstbodenquaestie opgelost wordt, maar hoe ? Dit was tot dusverre het struikelblok, en de wijze waarop,
het middel, wordt zoo bepaald mogelijk en uitvoerbaar tevens aangegeven. Wij bevelen de lezing en verspreiding van de brochure, vooral onder het schoone geslacht, ten sterkste aan, te meer , wijl geenerlei rigting er iets aanstootelijks in zal aantreffen. Integendeel, duidelijk genoeg straalt er in door, dat op aller zamenwerking gebouwd wordt en standpunt, zoowel als de te nemen maatregelen, maken dat mogelijk. Wij vernemen, dat het hoofddepót der brochure gevestigd is bij de boekhandelaren Hoekstra & de Bruijne alhier. Over de opvoering van Jarvis , dat heden avond ook door de zutphensche rederijkerskamer Polyhymnia in Musis Sacrum zal worden vertoond, spreekt de Zutphensche Courant met zeer veel lof. Vooral de heer J. A. Vrugtman moet bijzonder voldoen. Ook het nastukje, Een Oom uit OostIndie , wordt geprezen. De redactie van Noord en Zuid zou wenschen, dat de bewerkers van het Woordenboek van rijkswege in staat waren gesteld, om jeugdige taalgeleerden aan de taak te verbinden, door een jaargeld voor hen beschikbaar te stellen. Zij beschouwt het woordenboek als eene nationale zaak en grondt daarop haar wensch. Te Nijmegen bestaat plan, om bij gelegenheid van de opening voor het publiek van de lijn Arnhem-Njjmegen een groot feest te vieren. De Gemeenteraad zal daarvoor eene belangrijke som beschikbaar stellen, en heeft reeds uit haar midden eene commissie gekozen, die, bijgestaan door eenige ingezetenen dier gemeente, de feestviering zal leiden. * Zutphen, 16 april. Waarschijnlijk zal het binnen korten tijd tusschen den Raad dezer gemeente en een twaalftal ingezetenen tot een proces komen. Wat toch is er geschied ? Het vorige jaar is door de gemeente het terrein voor het station alhier verkocht onder de verpligting, dat de koopers daar ter plaatse geen fabrieken of dergelijke oprigten. Nu heeft onlangs een der eigenaars aan den Raad gevraagd, daar eene stoomdrukmachine te mogen plaatsen. Burgemeester en wethouders hebben hierop gunstig geadviseerd en ook de meerderheid der raadsleden schijnt
voor inwilliging van liet verzoek te wezen, teregt of ten°onregte geloovende, dat eene stoomdrukmachine niet tot de fabrieken of dergelijke behoort. Als nu binnen weinige dagen de Raad tot het plaatsen der machine vrijheid geeft, zullen zeer waarschijnlijk de eigenaars der belendende o-ebouwen , hiermede niet tevreden op grond van art. 3 der koopakte, bij Gedeputeerden gaan requestreren gelijk nu reeds aan den Raad geschied is , en zoo dit niet baat, tot een proces overgaan. Op twee zaken moet hier een antwoord gegeven worden : hebben de ontevredenen met den Raad of den eigenaar der drukkerij te doen j^en is eene stoomdrukmachine een fabriek of dergelijke ? — Vreemd mag het inderdaad heeten, dat in de laatste maanden in bijna alle provinciën van ons land eene uitbreiding en reorganisatie der rijksnormaallessen heeft plaats gehad en hier in Gelderland hoegenaamd niets verandert. Zou men in Gelderland daarmee wachten tot de invoering der nieuwe wet ? * Over Betuwe , 16 april. Gedurig waaijen er uit Amerika weersvoorspellingen tot ons over, die ons niet zelden met angst den volgenden dag doen te gemoet zien. Nu eens is er een hevig onweör met bliksemvuur , dan weêr niets minder dan een orkaan of een cycloon op de komst, en angstvallig nemen wij dan onze deuren en ramen in oogenschouw, om ons te overtuigen , of die spulletjes wel sterk genoeg zijn , om het naderend onheil behoorlijk weerstand te bieden. Gelukkig blijkt het dikwijls, dat die overzeesche weêrprofeten ook feilbaio menschen zijn, want meestal loopt het heele alarm met een sisser af. Ook de ooijevaars schijnen onvertrouwbare profeten te zijn , want hun tijdige terugkomst uit het Zuiden heeft de vroege lente niet aangebragt. Wij schrijven nu half april, en in de laatste dagen is het nog zoo koud geweest, dat er o. a. veel aardappelen in den grond bevroren zijn. Gelukkig was maart inhoudend , waardoor de bloesems der fijne vruchten belemmerd zijn, zich te ontwikkelen. Ouden van dagen beweren gewoonlijk, dat voorheen de winters strenger en de lentes vroeger en liefelijker waren. Ik geloof dit niet, maar wel geloof ik , dat die bejaarden het leed van vroeger vergeten hebben eu dat het verre verleden voor hen iets aangenaams en poëtisch heeft verkregen, omdat zich daaraan de herinneringen van hun jeugd hebben verbonden. Dal het ook vroeger, o. a. in de 17de eeuw , soms terdege koud was in tijden, dat men mot regt voorjaars- of zomerwarmte megt verwachten, blijkt b. v. uit de volgende citaten van een paar brieven van P. C. Hooft. Den 8sten van grasmaand 1629 schreef deze beroemde zanger, van uit den huize te Muiden, aan Justus Baak : »Onze stilstant van leven is te ongevoeliger door de koude, die alles in eenen staat houdt. Quam 'er een zoete zonneschijn, zij zoude de bladen uitbroeijen , om ons te leeren dat de tijdt zijnen tredt gaat. Nu schijnt zij zich te verslaapen." Aan mejufvrouwe Tesselschade Roemers schreef Hoofl uit zijn Toorentjen, den 27ste.. van zomermaand 1633 : »Maar wat daagen hebben wij alle daaghs ? Sint Jan moet zijn tijdt vergist hebben. Uit wat hoek dat de windt ook waait, geen' warmte komt 'er over. Ik erbarme my over onze arme pruimen, die niet een zonneschijn gebeuren magh. Wanneer zal 't eens zijn, dat wy die rijpe geeltjes met haaren waas, onder de blaauwe van Damasco zullen zien uitsteken, als starren aan haaren hemel ? Ik watertand' 'er nu meer naa, dan als ik ze in 't oogh heb , en slaght Homerus in dit stuk , die 't levendighste gezicht had, toen hij blindt was, ende door 't verlangen naa de verwen en maxels der dingen, d'innerlijke verbeelding der zelve schijnt gesterkt te hebben. Ik hoorde wel eer, datje kunsjens kondt. Het is waar, zoo spreek een hoogh tooverwoordt, ende doende meer als Circe, steek het weder in een ander bakhuis. Oft zoo UE. oogen zonnen zijn, gelijkdevrjjers plaghten te zweeren, zeint 'er ons een over tot geleide derwaarts aan. Oft plant 'er een in de Beverwijk om Jofl'rouwe — — —uit te lokken, die ook tegens geen' koude magh, al is ze beter gedost met vlees en vet, dan wy zijn." De fransche dichter Jean Aicard , die in den afgeloopen winter ons landje bezocht, zegt in zijn Visite en Hollande : » Cest le soleil d 'argent, celui de la Hollande." Het was december toen de dichter onze zon zag, en toen had hij gelijk. Het is nu april, en ook nu zou de man gelijk hebben. Wij hebben echter wel een soleil d'or, maar zij schijnt zoo kort, dat het voor de dames bijna de moeite niet waard is, gaas en neteldoek te koopen. Wij , heeren , verslijten drie duffels tegen een enkelen demi-saison. * Eist (Over-Betuwe), 16 april. Heden werden alhier ter voorjaars-veemarkt aangevoerd 650 stuks rundvee, benevens vele schapen. De prijzen waren als volgt: dragtige malen f 110 a 130; vaarzen f80 a 100; guste koeijen f80 a 140; schapen f 18 a 22. Er waren vele kooplieden. * Men schrijft ons : In de Neder-Betuwe is de tabak voor het grootste deel verkocht. Te Indoornik, Andelst en Herveld zitten nog slechts enkele partijen. Het meest is verkocht tegen f16 per 50 kilo. Enkele opkoopers besteden echter f 1 meer of minder naar gelang der qualiteit. Zoowel op de Yeluwe als in de Betuwe zal in 1879 de tabaksbouw alweer aanmerkelijk afnemen. Eergisteren avond heeft eene vergadering plaats gehad van de leden van het Botanisch Zoölogisch Genootschap in den Haag, ter verkiezing van leden van het bestuur. Van het vroegere bestuur, dat ten gevolge der bekende motie was afgetreden, werden drie leden herkozen, waaronder de voorzitter, graaf R. J. Schimmelpenninck. Wederom is aan eene dame in den Haag hare portemonnaie uit den achterzak van haar mantel
ontstolen. De dief, een knaap, was haar in een winkel gevolgd, waar zij eenige inkoopen deed. Te Rotterdam heeft een boekhandelaar, de heer Ducroissi Goetzee, een contract gesloten met Eigen Hulp, waarbij hij zich verbindt om bij contante betaling 10 pet. korting te geven. Zaturdag 11. werd door een broodbakker te Utrecht aan elk, die bij hem een brood haalde , een krentenbroodje present gedaan. Dit lokte koopers ; eergisteren avond werd hetzelfde herhaald, maar toen was de toevloed zóó groot, dat de adsistentie der politie moest worden ingeroepen , om den bakker het uitgeven mogelijk te maken. Naar men zegt, geschiedde de uitdeeling op last van een vischkooper, die onlangs een lot van de ƒ100,000 trok. Dingsdag avond werd aan de heeren van der Peltz en Bmmsteede, voormalig burgemeester en afgetreden wethouder van Assen, eene hulde gebragt voor hotgeen zij gedurende hun twintigjarig bestuur voor de gemeente hadden gedaan. Een prachtig album werd aan ieder van hen ter blijvend» herinnering aangeboden. De albums bevatten een overzigt van de geschiedenis van Assen in sierlijk schrift. Uit Groningen wordt aan het Hdbl. berigt, dat dingsdag door de kiesvereeniging »Hunsingo" een vergadering was belegd ter bespreking van het budget van Oorlog. De bijeenkomst was vrij talrijk bezocht en werd o. a. bijgewoond door het lid der Tweede Kamer, den heer Schepel. Algemeen achtte men het oorlogsbudget te hoog; sommigen wenschten afschaffing van de artillerie en kavallerie. Er is een comité benoemd om zich over deze zaak met de kiesvereenigingen in deze provincie in verbinding te stellen. Tot voorzitter is benoemd dr. G. Penon , leeraar aan de rijks hoogere burgerschool aldaar en tot secretaris de heer J. Doornbosch, burgemeester van Baflo. Door een heer te Horssen zijn vier beeldjes van oud porselein, voorstellende de Vier Jaargetijden, aan een oudheidkooper verkocht voor de som van vijf 'duizend gulden. Deze beeldjes waren bij de scheiding van den boedel, waaruit ze den verkooper vóór eenigo weken zijn toebedeeld, getaxeerd op vijf en twintig gulden. (R. N.) Na al hetgeen in den laatsten tijd reeds is gemeld omtrent den troep Zigeuners van ongeveer 40 personen, op hun togt door een gedeelte van ons vaderland , wordt aan de N. R. Ct. thans uit Nijmegen geschreven , hoe zij daar nu op zondag voor den dag zijn gekomen. Reeds vroeg , zoo verhaalt onze berigtgever , nadat het groote aantal kinderen gewasschen en gereinigd zijn, tooijen de mannen zich met hunne versierselen en ziet men hen vervolgens rookende uit hunne vuile pijpen , gevuld met niet eerste qualiteit tabak, als ware heeren der schepping tusschen de tenten wandelen. Mannen , vrouwen zoowel als kinderen dragen de ravenzwarte haren, zoolang als ze groeijen , in dunne krullen opgemaakt , over de schouders. Ik weet niet hoeveel liter olie voor den haartooi van den geheelen troep noodig is , maar zag dat vooral de kinderen er zoo goed van worden voorzien , dat het gezigt en de handen er een vetachtige kleur van hadden gekregen. Behalve de mannen en enkelen van het damespersoneel, die hooge en goede laarzen droegen, schijnt schoeisel en kleeding van de onderste ledematen , als overbodig , niet te worden gedragen. De troep, behalve de kinderen en een paar vrouwen, ging daarna ter kerke. Ze zijn allen katholiek. Het opperhoofd, een man van ongeveer 40jarigen leeftijd , groot en flink, en naar het mij toescheen volkomen bewust van den ernst zijner waardigheid , ging vooraan. De kleeding , pantalon en laarzen , jas (ongeveer als de attila's onzer kavallerie) voorzien van tressen en andere katoenen versierselen. Over de schouders om den hals en van voren tot op den buik afhangende, een collier , een decimeter breed en bestaande uit drie zilveren snoeren , waartusschen overal zilveren versierselen in den vorm van gedenkpenningen en groote muntstukken zijn bevestigd. In de regterhand houdt hij den bevelhebbersstaf , die, zoowel wat vorm als zilveren montering betreft, veel gelijkt op den stok van een tamboer-majoor. Een gewone ronde hoed met een vogelveer voltooit deze zonderlinge uitrusting. Aan zijn linkerhand gaat een krachtige oudere man, wiens haren reeds beginnen te grijzen, en ter regterzijde een jongere man. Wij zien dus hier, dat het oppergezag niet bij den oudste berust, zooals bij zwervende stammen anders het geval is. Achter dit drietal gaan nog een paar mannen ; allen zijn even als het opperhoofd getooid, doch zonder den staf en wat het collier betreft, van veel kleinere afmetingen. Ook ziet men hier zilveren bolletjes in plaats van penningen. Achteraan komen de vrouwen, van wier kleeding het onmogelijk is eene beschrijving te geven ; behalve de hooge laarzen is het ongeveer eene verzameling van rokken , doeken , sjaals en de hemel weet wat meer in een schitterende en zeer schreeuwende kleurenpracht; donkerrood is echter hoofdkleur , zoowel van de opgerolde doeken om het hoofd, als van de rokken om de beenen. Eene der vrouwen draagt een collier tot op de borst; het bestaat uit twee gedenkpenningen , zoo groot als rijksdaalders, en alles van goud. In de kerk nemen allen bij elkander plaats. Na de godsdienstoefening gaat de troep in de opgegeven volgorde naar het kampement terug, en vindt daar twee van de vijf tenten open en op hunne wijze versierd. In den vorm van een regthoek met eene der lange zijden open , zijn , ter hoogte van ruim een meter, de matrassen opgestapeld en naar de open zijde behangen met veelkleurige zijden behangsels. Op den grond zijn dekens uitgespreid en hierop ligt een houten
theeblad, waarop metalen kroezen, ton einde uit een aan den ingang geplaatsten koperen koffijketel de lunch te gebruiken. De troep schijnt mij toe ruim bij kas te zijn, en niet alleen de zeer dure versierselen, maar alles maakt den indruk dat hij, onder de omstandigheden waarin die leden leven, aan eene zekere welvaart gewoon is. De paarden, van gemengd hongaarsch en ardenner ras, zien er goed uit'; zij staan aan palen, die in den grond zijn geslagen, en zijn ruimschoots voorzien van hooi; het vuil wordt echter niet opgeruimd en door dit alles woelen en spelen de kinderen, dat het — geen lust is om te zien. Het voor de Zigeuners met ijzerdraad afgebakend terrein buiten de Molenpoort is doorloopend van een politiemagt voorzien en wordt overigens bewaakt door eenige echte berghonden. Ik vergat nog te zeggen, dat de mannen rookende ter kerke stapten. Hunne taal kan hier natuurlijk niemand verstaan. Iu de Köln. Zeit. leest men de volgende advertentie : Neuzenverbetering. Leelijke , stompe, gladde of scheeve neuzen verbetert, schriftelijk, tot een evenredigen vorm , J. Henslor-Maubach, directeur der inrigting te Baden-Baden. Het klinkt zonderling , dat men schriftelijk een neus zal verbeteren ; toch meenen wij de oplossing van de zaak te hebben gevonden: het antwoord zal aan ieder , die in ernst de verbetering aanvraagt, een gelijken langen neus doen halen. Het stoomschip Voorwaarts, kapitein de Ridder, van Singapore naar Amsterdam , vertrok 15 dezer van Suez. Alles wel.