De Corr. Ilavus verneemt dat de Eegering de
hoop koesterde, dat de Senaat het budget in den door de Kamer van Afgevaardigden goedgekeurden vorm zal aannemen. — In den zaturdag gehouden ministerraad is een voorstel goedgekeurd betreffende de beschikking over het Champ de Mars, dat de minister van Oorlog namens den Staat en de prefect der Seine namens de stad Parijs had ingediend. Volgens dit ontwerp zal de Staat aan de stad Parijs het gedeelte van het plein afstaan , dat zich tussehen de hoofdfaijade van het tentoonstellingsgebouw en de Seine bevindt, en dat nog tot tuin is aangelegd, terwijl ter beschikking van den minister van Oorlog, als exercitieterrein blijft het overige gedeelte van het Champ de Mars, namelijk dat waarop de tentoonstellingsgebouwen hebben gestaan. Als schadevergoeding voor het aan de stad afgestane gedeelte, krijgt de Staat beschikking over het Zwanen-eiland, waar zich thans reeds een Eijks-dépót van marmer en beelden bevindt. — Gambetta ter jagt! Zaturdag namen de heeren Grévy, president der Eepubliek, Gambetta, president der Kamer van Afgevaardigden, Gresley, minister van Oorlog, en Lepère, minister van Binnenlandsche Zaken , aan een gemeenschappelijke jagt deel in het Bois de Marlv. Die hoage jagt schijnt een jagt op hoog effect — en zeer zeker de telegrafische mededeeling er van door het agentschap Havas. — De minister Lepère heeft bij den Eaad van State een ontwerp ingediend, waarbij bepaald wordt: vooreerst, dat de diocesen niet meer kunnen hebben regtspersoonlijkheid; ten tweede , dat de werkkring der kerkelijke instellingen beperkt moet blijven tot die onderwerpen welke tot het stichten van scholen en liefdewerken betrekking hebben. Een tweede wetsontwerp heeft ten doel de regeling van den inwendigen toestand van het onlangs wettelijk gereorganiseerde kerkgenootschap der augsburgsche confessie. Bij een derde ontwerp worden de finantiele aangelegenheden der kerkbesturen onder toezigt der prefectuursraden gesteld. — Men meldt, dat de keizerin van Eusland zoo spoedig mogelijk uit Cannes naar Petersburg wenscht terug te keeren. Daardoor vervalt het plan van den czaar om zich in de tweede helft dezer maand naar Cannes te begeven , en dus zal ook het bezoek achterwege blijven, dat de czaar op zijne reis derwaarts aan het beilijnsche Hof had willen brengen. — Een 700tal bakkers hebben thans de nieuwe tarieven der bakkersknechts aangenomen. Duitseliland De trein, waarmede de russische kroonprins zondag ochtend te Berlijn aankwam, had een uur vertraging ondervonden wegens de groote massa's sneeuw die zich op den weg hadden opgehoopt. Aan het station bevonden zich — men weet het, de kroonprins wenschte geen officiele ontvangst — de kommandant van Berlijn luitenant-generaal graaf von Wartensleben, de president van politie von Madai, en de russische gezant von Oubril. Een vrij talrijk publiek was aanwezig, maar geen kreet werd gehoord. De kroonprins, die de pruissische uniform droeg, begaf zich met zijne gemalin in het gereedstaande hofrijtuig naar het gezantschapspaleis. In den loop van den voormiddag bragt het grootvorstelijke paar een bezoek aan den keizer, aan prins Karei, aan mevrouw prinses Erederik Karei en aan den erfprins en de erfprinses van Saksen-Meiningen, en ontving weldra een tegenbezoek van den keizer en de overige leden der keizerlijke familie. Des middags was er familiediné ten paleize van slechts 20 couverts en des avonds werd in de opera een gala-voorstelling gegeven ( Rienzi van Wagner). Gisteren had er een groot gala-diné bij den keizer plaats en des avonds, op verlangen van den grootvorst, een gala-ballet-voorstelling. Heden nacht om half twaalf heeft het grootvorstelijke paar Berlijn weder verlaten. Dit is de feestelijke kant van het veel besproken bezoek van den vertegenwoordiger des czaren aan den magtigste der leden van het 'nieuwe tweekeizersbond; wat de ernstige zijde te zien geeft, zal men eerst over een paar dagen gewaar worden, wanneer de medaille uit de handen der dip'omatie in die der pers is overgegeven. Zooveel kan men intusschen wel reeds opmaken, dat de grieven , die men in Duitschland tegen Eusland meent te mogen hebben, niet geheel en al zijn weggenomen door dat bezoek. Dat aan de Köln. Zeit. uit Berlijn juist nu gewezen wordt op een ongemotiveerde ligtgeloovigheid van de duitsche pers , heeft zijn beteekenis. De russische bladen hebben, toen de duitsche er op wezen , dat er verdachte concentratien van russische troepen aan de duitsche grenzen plaats grepen, alsof zij 't niet beter wisten eenvoudig verklaard dat dit onjuist was , dat er in het geheel geen in het oog vallende zamentrekking van troepen in de westelijke gouvernementen is geschied. De meeste duitsche bladen hebben die teregtwijzing voor goede munt aangenomen, maar nu deelt de Köln. Zeit. mede, dat de waarheid is, dat bijna de helft van het geheele russische leger in Polen en Litthauen staat. Daar bevinden zich tot aan de linie Dunaburg-Kieff 300 bataljons infanterie, 150 eskadrons en 450 bespannen kanonnen. Daarvan staan in het voormalige koningrijk Polen de regementen infanterie no. 9 tot 16, 21 tot 32, 37 tot 40, 65 tot 72, de reservebahiljons no. 25 tot 40, de scherpschutters-bataljons no. 1 tot 4 en 6 tot 8, totaal 455 bataljons met 80 eskadrons en 220 bespannen kanonnen; dat was de toestand in het eind van september. »Kan het Journal de St. Pétersbourg ons , zoo zegt de K. Z., van die troepenafdeelingen eenige aanwijzen, die sedert dien tijd de Weichsel-gouvernementen verlaten hebben , dan willen wij ons gaarne laten téregtwijzen." Ook in de oostenrijksche em hongaarsche bladen komen thans mededeelingen voor, die de geruststellende berigten van de laatste dagen een weinig temperen. Waarom, zoo vraagt de Pesther Lloyd o. a., heeft men bij het russische leger in den laatsten tijd zooveel werk gemaakt van het bestudereu der geografie van Hongarije en
Oostenrijk ? De weener Presse is echter van oordeel, dat het dubbele bezoek van den grootvorst-troonopvolger geen anders beteekenis kan hebben dan dat de goede verstandhouding tusschen de drie keizerrijken thans weinig te wenschen overlaat — wat niet overeenstemt met het telegram uit Berlijn in de Köln. Zeit. van heden, volgens hetwelk te Weenen tijdens het bezoek van den czarewitsch geen enkele politieke quaestie is behandeld. De russische kroonprins heeft te Berlijn ook bezoeken afgelegd bij de gezanten van Frankrijk, Oostenrijk en Engeland en bij graaf Moltke. Oostenrijk-Hongarije Het weener Fremdenblatt bevat uitvoerige berigten over de conferentie van de leiders der partijen met de ministers bij graaf Taaffe, over het vraagstuk der landsverdediging. Taaffe zeide dat dit vraagstuk geen partij quaestie was maar een Eijksquaestie, een vraagstuk waarmode het bestaan van den Staat zamenhangt. Men moet een tot den krijg toegerust leger bezitten, wil men eenerzijds de verwikkelingen in het Oosten uit de wereld helpen, anderzijds den vrede behouden. Heeft Oostenrijk zulk een leger niet, dan zou het voortaan moeijelijk krachtige bondgenooten verwerven, maar ook magtige vrienden, die in de monarchie geen bondgenoot van gelijke beteekenis meer zien zouden, verliezen. Daardoor zou het behoud van den vrede juist gevaar loopen. Minister Horst kwam met nadruk op voor den tienjarigen duur van de defensie-wet en voor behoud van de tegenwoordige bepalingen op den activen diensttijd. Anders zou de Eegering de verantwoordelijkheid niet kannen dragen voor de strijdvaardigheid van het leger. Minister Stremayr pleitte op het nadrukkelijkst de noodzakelijkheid om de voorstellen der Eegering aan te nemen om staat- en krijgskundige redenen. De leiders deipartijen verzekerden, dat zij het vraagstuk der verdediging zouden beschouwen niet als een partijvraag, niet als een quaestie van vertrouwen of wantrouwen in een bepaald Kabinet, maar dat zij het objectief zouden behandelen. — De commissie van onderzoek heeft het Eegerings-ontwerp ter zake van het krijgswezen aangenomen en een voorstel, benevens amendementen , om het leger op voet van vrede op een normale sterkte van 230,000 man te brengen, verworpen.