(Waarnemingen van des morgens 8 uur.) Plaats. Baror sta a £ 4-> «0 O aeternd. d I a> Windrichting. VVmdkr. (0—12) Temperatuur. Toestand der lucht. I Gevallen regen | Gron. Helder De Bilt Vliss. Maastr. mM. mM. 763 |76i 764 759 763 75 8 764 756 764 j75 8 ZO OZO ozo OZO ZO 4 2 4 3 1 5° 5° 55! 5°. 61 ! zw. bew. bewolkt » nevel zw. bew. 0 0 0 0 0 Overzicht van den weerstoestaüd in Europa. De barometers zijn in de omgeving van het karaal gedaald, doch in Zweden en Oost-Duitschlana nog verder gerezen. Het gebied van hooge drukking in het zuidelijk gedeelte der Oostzee is in beteekeDis toegenomen (Wisby, 777 mM.) De depressie boven zuidelijk Frankrijk heeft zich noordwaaits verplaatst (750 mM. te La Hague), terwijl de depressie ten westen der Britsche eilanden in diepte is verminderd. Over het algemeen is de temperatuur gestegen; in Ned rland vrij wat. Verwachting: Matige Zuidoostelijke wind ; afwisselend bewolkte lucht; zacht weer. Sibru.
Arnhemsche courant
- 15-04-1902
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 15-04-1902
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 4841
- Jaargang
- 89
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ARNHEMSCHE COURANT van Dinsdag 15 April 1902. TWEEDE (laatste) BLAD. METEOROLOGISCHE WAARNEMINGEN. Dinsdag 15 April.
Arnhem, 15 April.
.Thermometer (8 u. 54°) 12 u. 68° F. Fortin's Barometer, B. Holsboer, (12 u.) 757.3 Daling 4 .5. Nog dalende. Windstreek N.O. Windkracht 3. Hoogte van den waterspiegel aan ds peilschalen Te Arnhem bij de brug: 9.73 M.-f AP. = Amst. Nulp. 1 y , M 2.76 M. bov.of-j- Arnh. Nulp.J val 9 Ci «. Te Keulen 5 .17. Val 5 cM. MAAN: L. K. 1 April. N. M. 8 April. E. K. 15 April. V. M. 22 April. L. K. 30 April.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester der gemeente Arnhem brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat de van den heer Inspecteur van 's Rijks Belastingen ontvangen, door den heer Directeur goedgekeurde en executoir verklaarde kohieren No, 1 (Schaarsbergen) en No. 7 (stad) der Personeele belasting voor deze gemeente over den dienst van 1902, op heden ter invordering ziju verzonden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Arnhem, 14 April 1902. De Burgemeester voornoemd, SWEERTS.
LETTEREN, TOONEEL, KUNST, enz
«'t Kan verkeeren». Ja, en 't zal verkeerenElk festijn heeft zijn termijn, en elk verdriet zijn limiet. Dinsd. 15 April. Musis-Sacrum, Lieder-Avond te geven door Joh. Messchaert en Ju). Röntgen, 8 uur. Woensd. 16 April. Musis-Sacrum , Avondconcert A. O. V., 8 u. Dagelijks: Gerbraods' Kunstzaal. Tentoonstelling van Schilderijen en Teekeningen van Jo Koster. Kunstzaal van «den Nederl. Handel in Kunst en Foto-Artikelen», Vijzelstraat 4, Schilderijen, Teekeningen, Etsen, Gravures, enz.
Groote Markt 16a, over Hfttel Pays -Bas, Wereld-Panorama, Van Bethlehem naar Jerusalem.
Donderdagavond wordt door de Rotterdammers als laatste voorstelling van hun gezelschan in dit seizoen gegeven: «Grootmama», een Jung gesellenschwank van Mf x. Dreyer. 't Is, naar men zegt, een werk dat zich gunstig onderscheidt van de talrijke Duitsche kluchten, doordat 'twaarlijk geschreven is en vol is van gezonden, lustigen humor. Door de taal en door het temperament daarvan is 't genoegelijk aan te hooren. De voorstelling begint te 8 uur. — Naar wij vernemen, zal weldra een wetsontwerp worden ingediend, waarbij een krediet van f 70,000 wordt gevraagd voor verbouwing van het Rijksmuseum. De bedoeling is een zaal uit te bouwen voor de «Nachtwacht» overeenkomstig het thans definitief vastgestelde rapport der Rembrandt-commissie. Naar men verzekert heelt de architect dr. Cuypers zich met dit plan vereenigd. Het rapport moet vastgesteld zijn met 22 tegen 2 stemmen. («Vad.») — In den Stadsschouwburg te Amsterdam zal 20 Mei a.s. voor het eerst worden opgevoerd het oorspronkelijke treurspel Floris V van Adriaan van Oordt, door oud-leden der Vondel-vereeniging.
— Het «Vad.» weet te melden, dat er zeer groote kans bestaat, dat Tijssen, althans nog voor het volgend seizoen, voor de Ned. Opera behouden blijft. 't Is te hopen 1 — Een in het Haagsche muziekleven bekende persoon, de heer Revius, is op 69-jarigen leeftijd overleden. Revius was bekend door eenige composities voor violoncel (o.a. een concert door Mossel en Hekking gespeeld) en door een geestig werkje : der Catechismus der Mustk. — Onder de vele blijken van hoogachting en vriendschap die Lodewijk Mulder op zijn 8oen verjaardag ontving, was ook een schrijven van H. M. de Koningin-Moeder. (Vad.) — Onder redactie van den heer Oudegeest» en met medewerking van den heer F. van der Goes en mevr. Roland Holst, is te Utrecht een nieuw weekblad voor de Sociaal-democratische Arbeiderspartij, „De stem des volks" verschenen. — De studenten uit Leipzig zijn gistermiddag te Utrecht aangekomen ; zij werden ontvangen door het comité en een aantal studenten; de ontvangst was zeer hartelijk ; na den lunch werd een tochtje door de stad gedaan ; om kwart over drie begaven zij' zich naar den Kruisgang van den Dom, waar zij werden ontvangen met de muziek van het ie regiment veld-artillerie. Om 4 uur kwamen zij bijeen in de aula der universiteit. De rector-magnificus hield een hartelijke toespraak ; vervolgens werden eenige academie gebouwen bezichtigd. Gisteravond wan cr samenkomst in de studenten-societeit. — De commissie voor het woordenboek uit de Fransche Académie heeft in haar laatste vergadering besloten tot „toelating" in de cfficieele Fransche taal van het woord chic. — Vincent d'Indy schrijft in de «Revue Provinciale» orer dt Prix d» Home, de reeds zoo oude Fransche instelling. Hij verklaart het verplicht verblijf voor musici in een bepaald land (>n casu Italiö) labsolument dégénéré au point de vue de Vart» niet te kunnen begrijpen. Voor schilders en beeldhouwers moge te Rome veel te leeren zijn, voor musici volstrekt niets. Hij zou het veel beter vinden dat de slaat de jongel eden met wier onderricht zij zich belast, na volbrachte studie voorzag van een flinke toelage en hen naar hun woonplaats terugzond, ten einde daar vrij van zorg aan de muzikale ontwikkeling van hun stad of dorp te kunnen arbeiden en de kennis en denkbeelden die zij verworven hebben, daar te propageeren; immers alleen door gebrek aan goed muziekonderwijs wordt de ontwikkeling in zooveel kleinere plaatsen tegengehouden. — Het Beethoven-standbeeld van Max Klinger is eindelijk goed en wel te Weenen aangekomen. De beeldhouwer zelf kwam mede en werd aan een banket hartelijk gehuldigd. Van een aankoop door de stad Leipzig van het kunstweik is — naar Klinger verzekerde — geen sprake. — De kamerzanger Franz Naval heeft zijn ontslag uit de Weener Hofopera aangevraagd De directie wilde hem den Leopold in »La Juive»
laten zingen, wat hij beneden zyn waardigheid achtte. Of 't zingen van een rol in «La Juive» beneden iemands waardigheid geacht kan worden, betwijfelen wij wel eenigszins, maar dat een zanger als Naval er weinig zin in heeft, kunnen we ons best voorstellen! — Maxim Gorki's sociale drama «De kleine Burgers» heeft bij opvoering te St.-Petersburg groot succes gehad. — Te Monaco is het Congres gehouden der «Presse médicinale*. Onder de afgevaardigden was voor Holland dr. M. W. Pijnappel van Zwolle. Het doel van het Congres was: ie,het vaststellen der statuten van een internationale vereeniging van medici; 2e. het opmaken van een conventie regelende den letterkundigen eigendom van wetenschappelijke berichten; 3e. het oprichten van een permanent bureau als middelpunt voor alle bladen die deel uitmaken van de vereeniging. Vele geleerden van naam waren aanwezig. Dr. Pijnappel hield nog een toast, waarin hij verband bracht tusschen de beide landen. Het Gemeentebestuur van Nipe heeft de Congresleden ook ontvangen,
ontvangen, — Een nieuwe viool! — Uit Londen wordt gemeld, dat daar op een concert door den concertmeester van een orkest viool-solo's gespeeld zijn op een nieuw instrument, de z.g.n. Stroh-v iool. Het schijnt, dat dit instrument als solo-instrument weinig succes zal hebben, maar in kleine orkesten, waar de verhouding tusschen kwartet en blaasinstrumenten vaak in 't nadeel van het eerste is, zal 't goede diensten kannen bewijzen. Voornamelijk als aanvulling van een zeker toon-volumen van strijkinstrumenten zal 't van 'c grootste nut kunnen zijn. De afbeelding van het instrument is niet bijzonder aanlokkend. De snaarlengte is gelijk aan die van de gewone violen, de hals en het vingerbord komen daarmee eveneens overeen. De trillingen worden overgebracht door een kam, die rust op een wiegenden hefboom, ze worden overgebracht naar een trommelvlies en vandaar naar een resonator, een trompetachtig toestel van aluminium. De toonbalk, tevens de voornaamste steun van het instrument, neemt geen deel aan degeluidsvoortbrenging, maar dient alleen om de verschillende deelen bijeen te houden en om aan den grooten druk van de gestrekte snaren weerstand te bieden. Het trommelvlies, dat de plaats inneemt van den buik der viool, is volmaakt vrij om te trillen, zoodat wanneer de snaren door den strijkstok in beweging worden gebracht, de kam en hefboom gaan vibreeren en elke vibratie overgebracht wordt op het trommelvlies, dat door zijne trilling de lucht in den resonator in beweging brengt, en dat diejtrilling weer overbrengt op de omringende atmosfeer. Door het trommelvlies te veranderen, kan een ander timbre verkregen worden ; de mechaniek is wonderlijk eenvoudig en daar all«s machinaal gemaakt wordt, I cudoso reparaties gemakkelijk geschieden. De toon van het instrument is, naar men zegt, zeer mollig en een Stroh-v iool schijnt 't klankvolumen zooveel grooter te makeD, dat bij een orkest, waar b.v. vier eerste violen zijn, door de toevoeging van een zoo'n instrument men denkt eene bezetting van 8 è. 10 violen te hebben. Als 't alles waar is, dan heeft zeker de Strohviool een groote toekomst!
Inhoud van Tijdschriften. «De Ne derl andsche Spectator* no. 15: „De Vrije Fries''; het „Jaarboekje van Alberdingk Thijm" „Der Türnei''. — Verstand en rede, door prof. Balland. — Brugman's geschiedenis van Amsterdam's handel, door mr, S. Muller Fz. — Voorbereiding tot Guido Gezelle, door Carel Scharten. — Vlugmaren, door Flanor. — Plaat: De huig naar den wind hangen. — «Bouwkundig Weekblad» no. 15: Herziening der honorarium-tabel. — Zekerheid bij bouwconstructiën. — De Tentoonstelling te Düsseldotf, met afb. — Zesde Internationaal Congres van Architecten, — Ingezonden. — Verslagen. — Berichten. — «De Nederlandsche Handelsgids no. 57 : Van hier en daar. — De nieuwe telegrafische verbinding met Indië. — Buitenlandsch overzicht. — Landen en volken (PerziS, met afb.). — Uit de consulaire verslagen. — Korea — Scheepvaart overzicht.. — Kleine mededelingen. — Naamlooze vennootschappen. — Faillissementen. — Fondsenmarkt. —Tabak.
— De «Gracieuse» no. 14. Bovenkleeren voor dames; Practische voorjaarsjapon, Engelsche japon, prinsestoilet, japon met keursrok, practische japon voor bejaarde dames, jakjescostum, elegant zwart toilet, practische reisjapon, eenvoudige zomerjapon,- japon van liberty-zijde, tennisjaponnen, moderne costuumrokken, blousesjaponnen, moderne costuumrokken, blouses, velvetblouse, twee tailles, voorjaarsbolerajakje, rijk gegarneerde ondertaille, taille met licht borststuk, voorjaars- of reismantel, taffetpalletot, elegante korte cape, kraagboa, kapothoed, voorjaarshoed eenvoudige en moderne voorjaarshoed. (Vele artikelen met knippatronen.) Bovenkleeren voor kinderen: Empire jurk, jurkjes en versch. soorten, paletots, korte paletot, jongenspak, elegante voorjaarshoed voor meisjes. Handwerken: Tafellooper, stoelrank van Japansche mat, doosjes voor haar en kleedspelden, gehaakte kant, toiletkussen, muurtasch, salontafelkleed, rand voor tuinmanden, schuifgordijn van congresgaas, tuintafelkleed, kussen en kleed, gehaakte kralen armbend. horlogeketting van goud en kralen.
8) De „dikke familie". Schets uit het Indo-leven in Indië door DEVROEDE.
«Kom Sonnetje, jij kunt toch ook nooit lang in de plooien blijven» ... aldus trachtte ik een darn te werpen tegen den opkomenden spotvloed. «En die Siujo's... goed in de kleeren moeten ze wel zitten, dat blijkt als ze Zondags ter kerke gaan en bij andere plechtige gelegenheden; maar als ze zoo rondslenteren en wel eens een bezoek afleggen in het militaire kampement, om bij een der onderofficieren of soldaten een hapje «kazernesoep» te snappen, waarop ze verlekkerd moeten zijn... dan loopen ze d'r bij als die echte kampong- Sirja's ... enfin, zooals jij je «Hendrik» ontmoette. En in het kampement zijn die dikke «Sinjo's van Breem» zeer populair, vertelde rae laatst een intieme kennis van me, luitenant Derksen.» 's Was inmiddels tijd geworden voor het avondeten en daardoor werd het onderwerpelijke gesprek beëindigd. Een veertiental dagen Verliepen, eer mijn zelfstandig — hoe klein ook — Indisch vrijgezellen-huishouding was geregeld en eer ik me
volkomen had ingewerkt in mijn werkkring ter nieuwer standplaatse. Maar toen hield ik ook woord, en op zekeren vrijen dag kwansuis ter jacht trekkende, met mijn getrouwen Ketjil (1) achter me aan, richtte ik mijne schreden door de kamponglanen naar het als 't ware geheel in het groen van eene Indische vegetatie verscholen kluisje, bewoond door de mijne belangstelling getrokken hebbende «dikke familie».,.. En wat ik te zien kreeg overtrof de in mijn brein door de vertellingen van «Hendrik» gerijpte voorstelling. Groots goden ! bepaald eene merkwaardige verzameling van welgedane lichamen ! Ik zal ze even trachten voor te stellen. Mama, eene eerder blank dan donker getinte vrouw met eene lichaamsgestalte, welke mij onwillekeurig deed terugdenken aan het vroegere jaren op de vaderlandsche kermissen veelvuldig vertoonde type van de «dikke dame,» minu3 het deze zoo eigene zedelooze voorkomen. Njouja of te wel mevrouw de weduwe van Breem toch had een gelaatsuitdrukking zoo infatsoenlijk als men zich maar denken kan. Hoewel het aangezicht van de — naar ik vernam eerst 38-jarige — vrouw niet bepaald onfraai te noemen was, zoo werd dat toch ontsierd door de enormiteit der afhangende wangen en het tot een krop onder de breede kin saamgegroeidevleesch van den korten ingedrongen hals. Vriendelijk was mama ten zeerste, en ze (1) Javaansche mannennaam.
had ook niet dat wantrouwende en bedeesde uiterlijk, kenmerk van de meeste Indo-vrouwen uit de lagere standen. En als waardige concurrenten van mama volgden de beide dochters, de oudste achttien jaar — voor Indië een bedenkelijke leeftijd voor nog ongehuwde meisjes — de jongste eerst elf jaar. Ook haar voorkomen beloofde haar het type van dat van mama te zullen gaan gelijken. Resten nog de beide broers van Hendrik, waarvan de oudste den zestienjarigen en de arider den veertienjarigen leeftijd had bereikt. In lichaamslengte en gewicht overtroffen deze jongens natuurlijk hunnen jongsten broeder. De veertienjarige Pieter kwam mij voor in hart en karakter overeen te stemmen met mijn «jachtmentor», terwijl daarentegen de oudste — Karei — met zijn somber voorkomen en naar het idiotisme gaande ooguitdrukking een minder gunstigen indruk op me maakte. Met heel veel tact wist ik aan «mama» het doel van mijn bezoek uit te leggen. Nonja was in de wolken I Hendrik had haar reeds alles uitgelegd, verklaarde ze. Maar toen ik hieruit ook bespeurde, hoe mijn oorspronkelijk als scherts bedoelde wenk aangaande eeue verbintenis bij Wilson's circus, serieus was opgevat, haastte ik mij als toelichting er bij te voegen, dat het veel eervoller is voor een jongen, om in den zeedienst te gaan of te trachten «ambtenaar» te worden. En voor dit laatste nu hebben de meeste Sinjo's ooren. Klein ambtenaarsexamen
— binnen de grenzen van het lager onderwijs vallende — afleggen, om na geslaagd te zijn, als klerkje geplaatst te worden op een of ander gouvernements-bureau, maakt naast het zich eigen maken van Maleische minnedichten, de grootste illusie uit van den minderen Indo. Ik voelde, dat ik bij mijn kortstondig eerste bezoek reeds welkom was in deze omgeving van zwaarwichtige Indo's. Bij mijn vertrek werd me er vooral op gewezen, dikwijls terug te keeren. Niettegenstaande de plagerijen, die ik omtrent mijn doordrijven in de belangstelling jegens de van Breem's, herhaaldelijk van de zijde van mijn vriend van Sons mocht ondervinden, bleef ik gedurende de twee jaren, welke ik te Si-Bintang doorbracht, met allen tact en moed, die in mij was, het intieme leven van die kleurlingen-familie doorgronden. De jongens nam ik dikwijls ter jacht mede, ontwikkelde onder den langen weg naar het terrein hunne eenzijdig denkende hersenen, wees hen op kwade gewoonten en vond mijn pogen bij de beide jongsten, Hendrik en Pieter, met dankbaarheid bekroond. De oudste, Karei, onttrok zich dikwerf aan mijne nabijheid. Somber was des dikken Sinjo's uiterlijk, donker waren zijn wegen. School ging hij niet meer, daartoe was op het plaatsje voor jongens van zijn leeftijd geen gelegenheid. Enkele malen ontmoette ik hem in gezelschap van Chineesche jongelingen, terwijl de schout mij wist te vertellen van Karel's farailiejaren omgang met Niassers, ( Wordt vervo/gd.)
STOOMSCHEPEN.
De «Gedé» van Java, arriveerde 14 dezer te Rotterdam. De «Salak», van Rotterdam naar Java, arriveerde 12 dezer te Padang. De «Oengaran», van Java naar Rotterdam, arriveerde 14 dezer te Suez. De „Lawoe", van Rotterdam naar Java, vertrok 14 dezer van Perim. De „Ardjoeno", van Rotterdam naar Java, passeerde n dezer Peniche. De „Solo", van Java naai Rotterdam, passeerde 11 dezer Malta. De Koning Willem I», van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 13 dezer te Southampton. De «Bali», van Batavia, arriveerde 14 dezer te Amsterdam. De «Madura», van Amsterdam naar Batavia, vertrok 14 dezer van Suez. De „Anchises", van Amsterdam, arriveerde 12 dezer te Liverpoo!. De „Priam", van Java naar Amsterdam, passeerde 14 dezer iVight. De «Memnon», van Java naar Amsterdam, vertrok 12 dezer van Portland. De »Statendam», van Rotterdam, arriveerde 13 dezer te New-York. De «Rotterdam», van New-York naar Rotterdam, passeerde 14 dezer Lizard. De «Malang», van Rotterdam, arriveerde 14 dezer te Batavia. De «Laurens Pit», van de Kon. PaketvaartMaatschappij, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 14 dezer van Colombo. De „Koningin Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 14 dezer Gibraltar. — Volgens bij de Stoomvaart-Mij. Nederland ontvangen bericht, is hot se. „Koning w;iis. u i", op reis van Amsterdarfl naar Bata 'ia, nabij Dungeness tijdens dikken mist in aanvaring geweest met een onbekend gebleven schip, waarbij de „Koning Willem I" eenige schade bekwam boven de waterlijn. De schade zal binnen drie dagen hersteld zijn.
STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Militaire wetten.
De Commissie van voorbereiding van de ontwerpen : Wetboek van militair strafrecht en Wet op de Krijgstucht heeft aan de Tweede Kamer haar verslag uitgebracht van het mondeling overleg rnet dé Regeering. De voornaamste uitkömsten dier mondelinge gedachtenwisseling zijn de volgende: Het door afwezigheid niet mede maken geheel of gedeeltelijk van een bevolen reis met een oorlogschip en het door afwezigheid misloopen van eene ontmoetiDg met den vijand, acht de Regeering nooit voor krijgstuchtige afdoening vatbaar. De Regeering maakt bezwaar tegen één algemeene bepaling omtrent 's rechters bevoegdheid tot het opleggen van militaire detentie. Regeering en Comissie waren voor behoud der bestaande regeling, krachtens welke de degradatie zonder bepaling van termijn wordt uitgesproken en de commandeerende officier dus geheel vrij wordt gelaten in de keuze van het ;ijdstip van de bevordering van den verlaagde.' Tegen een imperatief voorschrift tot toepas-
sing van de doodstraf, bleef de Regeering zich, ondanks de vertoogen der commissie, verzetten. Een ernstige straf blijft zij noodig achten voor hem, die, opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, een handeling verricht die gevaar voor oorlogsverwikkelingen doet ontstaan, ook al was zijn opzet daarop niet gericht. Tegen vermindering of opheffing van straf wegens dapperheid na vlucht had de Regeering bezwaar. Het strafmaximum voor het uitsluiten door gebrek aan bekwaamheid, bijv. het doen verloren gaan van eene versterkte plaats, is op aandrang van de commissie eenigszins verlaagd. Strafbaarstelling van opzettelijke ongehoorzaamheid aan dienstvoorschriften blijft de R - geering handhav n. Daarentegen heeft de Regeering, ter voldoening aan het verlangen der commissie, doen vervallen de strafwaardigheid van hulpverzuim van een militair, tegenover zijn meerdere, achtende zij de vrees dat het bepaalde tot vechtpartijen aanleiding zal geven gegrond. Evenzeer handhaaft zij den eisch, dat een dienstplichtig zich niet aan lafheid schuldig maakt en naar vermogen zijn plicht doet. Aanleiding tot verhooging van het strafmaximum voor het geval dat een militaire meerdere van een mindere een gift of belofte aanneemt, acht de Regeering niet aanwezig. Krijgstucht lijke afdoening van feiten wenscht de Regeering allen militairen ten goede te doen komen, dus niet slechts hun die in werkelijken dienst zijn. De Regeering stelde prijs op behoud van den strafdienst, de eenige straf van lichten aard die men den onderofficieren aan boord kan opleggen. Verscherping van de soldij-inhouding, achtte zij, althans voor de landmacht, met het oog op het groot aantal gehuwde onderofficieren, niet aanbevelenswaardig. Evenzeer had zij bedenking tegen het denkbeeld om aan boord zoowel aan den commandant als den eerste-officier de bevoegdheid toe te kennen om te straffen. De Regeering verschilde vooral in gevoelen met de commissie in zoover de Ministers den burgerlijken rechter niet in staat achten een gemaakte inbreuk op de militaire tucht en orde strafrechtelijk te waardeeren, daargelaten nog het bedenkelijke, hetwelk gelegen is in de bestraffing van eene handeling tegen de krijgstucht met eene straf van het gemeene recht. Al ware dit echter anders, dan zou men toch stuiten op het bezwaar, dat niet zelden — men denke aan overtredingen, waartegen een laag straf-maximum is bedreigd — de bestraffing van het disciplinair vergrijp slechts zeer onvoldoende zou kunnen zijn.