Een bekend; stadgenoot, bewoner van de Weesperiijde, te Amsterdam was Zondag buitenshuis zijn middagmaal gaan gebruiken. Zijne huishoudster had als bioemenliefhebster zich een uitstapje veroorloofd naar de bloembollenvelden in de omstreken van Haarlem. Na een copieus diner keerde mijnheer omstreeks negen uur huiswaarts, klom de trap op, stak het gaslicht in de gang aan, en hoorde toen iemand loopen op zijn kamers. Plotseling ziet hij uit zijn studeerkamer, twee jonge mannen te voorschijn komen, die hem rakelings moeten passeeren om langs de trap de vlucht te nemen. De eene geeft hem in het voorbijgaan een duw tegen het bovenlijf om te voorkomen dat hij gegrepen werd. Een poging om de vluchtelingen te achterhalen was zonder resultaat, omdat in het avondduister niet zoo spoedig kon worden nagegaan in welke richtiog de vlucht genomen was. Bij het instellen van een nader onderzoek bleek, dat de beide mannen met een valschen sleutel de woning waren binnengegaan, zeer waarschijnlijk kort voordat de bewoner thuis kwam, er wordt althans niets vermist, terwijl evenmin iets overhoop is gehaald. De dieven, want diefstal was natuurlijk het doel van hun komst, hebben gebruik gemaakt van een brandende kaars, want op het tapijt lagen verscheidene druppels kaarsvet. («Tel.») — De politie te Halfweg-Haarlem heeft aangehouden drie personen, die van Amsterdam een handwagen, waarop een groote hoeveelheid fijne lederartikelen in vier zakken vervat, naar Haarlem trachiten te vervoeren. De voorwerpen zijn klaarblijkelijk afkomstig van den vei melden diefstal, dezer dagen te - msier tam gepleegd. De aangehoudenen zijn gevankelijk naar Haarlem .^vergebracht.
— Het „Hbld." vertelt als historisch. Een boertje komt met zijn spaarbankboekje aan het kantoor van een provinciestad en vraagt terugbetaling van f 50. Nadat het boekje verminderd, de post ingeboekt en de quitantie geteekend is, telt de ambtenaar hem de rijksdaalders voor. Boertje : „Ziezoo... ik heb het gezien — nou is het goed — nou hoeft het niet meer". Ambtenaar verbluft: „Wat bedoelt u?' Boertje knipoogend: „Wel, ik wou maar zien, of je het nog had ! Je kan nooit weten — 't is zoo'n rare tijd, tegenwoordig!" — De brievenbesteller de G. uit Leiden is gevankelijk naar de gevangenis te 's-Gravenhage overgebracht wegens diefstal van een postpakket, hetwelk aan een zijner collega's was toevertrouwd. — Een in aanbouw zijnd pand van twee verdiepingen, dat reeds onder dak was op den hoek van de Boezemstraat te Rotterdam, is gisteren door de hevige rukwinden ingestort. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. — Gisternacht is de groentenkoopman J. CSmit die zich in zijn woning aan He Hoogstraat 157 in Rotterdam met een kaars op het privaat had begeven, daar in brand geraakt. Toen voorbijgangers het vuur ontdekten, was de man al zoo met brandwonden overdekt, dat hij te 5 uur in het ziekenhuis is overleden. — In een koffiehuis te Feijenoord zijn in den vorigen nacht door het gebruik maken van valsche sleutels, ontvreemd 4 spaarbankboekjes, waarop ruim f300, benevens tal van gouden en zilveren lijfsieraden. De daders zijn onbekend. — Het lijkje van het sedert eenige weken [te Middelburg vermiste negenjarig knaapje, V., is aldaar in het kanaal drijvende gevonden. — Een tweejarig dochtertje van het echtpaar Valkenburg te Utrecht is op vreeselijke wijze oin het leven gekomen. Het liep toe op een tobbe, waarin juist de moeder een ketel met kokend water had leeggestort. Terwijl de moeder even het gelaat afwendde viel het kind in de tobbe. Stuiptrekkende overleed het arme schepseltje in de armen van de radelooze moeder. Talrijke brandwonden bedekten het lichaam. — De Berlijnsche vereeniging FrauenbildungFrauenstudium is een veldtocht begonnen tegen het woord Fraulein, ter aanduiding van ongetrouwde vrouwen. Zij meent dat elke volwassen vrouw, hetzij getrouwd of ongetrouwd, recht heeft op den naam Frau. Marie Raschke, doctores in de rechten, heeft, op verzoek van de vereeniging, een uitvoerig en grondig verslag over de zaak uitgebracht dat begint bij de schepping van de wereld. Ten aanzien van den tegenwoordigen tijd betoogt zij dat het nieuwe Burgerlijk Wetboek algemeen van Frauen spreekt, eenmaal slechts van „Weibsbilder'', ter aanduiding van een zekere klasse van vrouwen. Daarentegen spreken de Pruisische wetboeken nog van vrouwspersonen, terwijl de benaming manspersoon er reeds lang uit verdwenen is- De gemeenteraad van Rerlijn heeft de voorkeur gegeven aan den algemeenen titel Frau en b. v. aldus een onderwijzeres aangesproken bij hare bevordering tot hoofdonderwijzeres, niettegenstaande zij ongetrouwd was De naam Fraulein, een verkleinwoord met een zekere geringschatting, is, volgens dr. Raschke, niet in overeenstemming met de waardigheid en positie van een rijpe en zelfstandig denkende vrouw; evenmin zegt men immers „Herrlein" van een jongen man. Het is onnoodig een vrouw als ongehuwd kenbaar te maken. Volgens de wet, is er geen bezwaar dat elk Fraulein zicht voortaan Frau noemt. — Van de dienstregeling van Bremen naar en van New-York, Middellandsche Zee—NewYork, Bremen—Baltimore eo Galveston, BremenBratiliS en La Plata , Bremen—Hamburg naar Oost-AziS en Australië, Bremen — Cuba en Mexico, voor de maübooten der Norddeutsche Lloyd, is een Nederlandsche uitgave verscheüen. Daarin treft men ook bijzonderheden aan omtrent een reis om de wereld met de L'oyd-i-xpress. Van de inrichting der prachtige stoomschepen geven de illustratiën een goed denkbeeld. — Een ernstig spoorwegongeluk, waarbij 2 dooden vallen te betreuren en zeker wel vijftig personen gekwetst werden (waarvan 10 ernstig), heeft te Londen plaats gehad juist buiten het ondergrondsche station Hackney-downs op den Great Easternspoorweg. De laatste werkliedentrein van Chingford zou juist het station binnenstoomeD, toen de koppelstang van den derden waggon ach er de locomotiet brak en de wagens op elkander liepen. Het derde en het vierde rijtuig vielen bij den schok legen het tweede rijtuig aan en het vijlde rijtuig liep er juist tusschen door. De trein die bestond uit 15 wagens was stampvol. In de 3de klasse stonden de meeste passagiers en bijna alle compartimenten bevatten 16 personen. Het is betrekkelijk nog een wonder dat zoo weinig menschenlevens zijn te betreuren. — Een tragisch ongeluk greep Zaterdagmiddag 5 uur op de Wittevrouwenstraat te Utrecht plaats. Naar het «U. D.» meldt, werd zekere C. het slachtoffer vau zijn eigen onvoorzichtigheid. Met een handwagen, welke hij voortschoof kwam de man van de Bilistraat. Op de Wittevrouwenstraat kwam juist een tram aanrijden. Nu gebeurde het dat iets de opmerkzaamheid van den man had getrokken, waarom hij herhaaldelijk omkeeü, de kar de gewenschte richting deed verliezen en deze door de treeplank van het t amrijtuig werd gegrepen. De gevolgen waren ontzettend. De kar dompte, trok daardoor den bestuurder tegen den grond, wipte terug en door een enkelen vreeselijken slag van den poot werd de borstkas van dezen totaal ingedrukt. Stervende werd de ongelukkige opgenomen en per brancard naar het Ziekenhuis gebracht, waar hij reeds een uur later den geest gaf. — Zondag middag omstreeks 2 uur ontstond aan den Dolderscheweg, te Zeist, nabij de
spoorbaan een boschbrand die zich over eene uitgestrektheid van ongeveer 3 aren uitbreidde. Door de aldaar surveilleerende rijkspolitie en een ploeg spoorwegarbeiders werd het blusschingswerk verricht, niet zonder moeite. De oorzaak ligt vermoedelijk daarin, dat vonken uit eene locomotief in de droge hei zijn terecht gekomen. (U. D.) — In Augustus van het jiar igoo, had de boot „Salland", kapitein J. Slot te Deventer, op de Zuiderzee tusschen de „Ketel" en Elburg zwaar weer te doorstaaan, waarbij een gedeelte van den ballast verloren ging en ook de waakhond overboord sloeg en verdweeD. Algemeen meende de bemanning dat het dier was verdronken; groot was de verbazing van den kapitein en zijn echtgenoote, toen zij dezer dagen te hooren kwamen, dat hun trouwe Kees post had gevat voor de vroegere woning aan den Snippelingsdijk te Deventer; (le heer S. is inmiddels verhuisd naar 't Pothoofd aldaar). Vermoedelijk heeft het dier zwemmende den wal bereikt en is toen door een schipper medegenomen ; deze schijnt het dier weder aan een ander te hebben overgedaan, die te Deventer met zijn vaartuig voor den wal kwam. Zoodra Kees de kans schoon zag, sprong hij van boord en zocht onmiddellijk de oude woning van zijn vroegeren meester weder op. — Uit een lijst der rijkste belastingbetalers van New-York blijkt, dat daar 106 millionnairs zijn, die te zamen ongeveer 60 millioen gulden aan directe belastingen betalen. G. W. van der Bilt betaalt 5 millioen; W. K. van der Bilt 2 l / 2 millioen; Alice van der Bilt 2Y2 millioen; A. G. van der Bilt i 1 /^ millioen; R. E. van der Bilt f625,000 en C. van der Bilt — «de arme man» der familie, maar f 250,000. Carnegie en Rockefeller betalen ieder 2y 3 millioen, evenals ook Twombly. W. C. Schermerhorn, Jos Fulitzer en W. C. Witney betalen ieder i ] / 4 millioen. gj|— Te New-York is het vreeselijk heet en niettegenstaande allerlei verkoelings-maatregelen bezweken reeds twee menschen van de hitte. Daarentegen wintert het in Hongarije. Te Zevenburgen is zelfs veel sneeuw gevallen. — Op de tentoonstelling te St.-Louis zal men een kijktoren kunnen bewonderen in den vorm van een regenscherm. Een barbier van Chicago, Schneider genaamd, is de uitvinder van dit monster. Een toren van 76 meter en een doorsnee van zes meter is de stok en aan den top zijn 32 „baleinen" bevestigd aan wier uiteinden bakken hangen met zitplaatsen. De parapluie gaat dicht en de bakken dalen op een platform ter hoogte van zes meter. Zoodra de liefhebbers plaats genomen hebben], gaan de baleinen weer op en draaien langzaam rond, zoodat men op zijn gemak het tentoonstellingsterrein kan overzien. — Het zal misschien onzen lezers interesseeren te weten hoe zwaar een milliard weegt, In zilver 5 millioen kilo, in goud 322,180 kilo, in bankbiljetten van duizend francs 7580 kilo, in biljetten van 100 francs 1x500 kilo. Om het milliard te transporteeren, aannemende dat een man 100 kilo kan dragen, zouden respectievelijk noodig zijn 5000 man, 3215 man, 75 man enz. Hieru t blijkt dus dat heeren als Vanderbilt er niet prettig aan toe zouden zijn indien zij hun fortuin in den zak mee moesten dragen.