Te Amsterdam is op het drukste van den Zaterdagavond, in een dichtbewoond stadsgedeelte weer een brutaal stukje geleverd door inbrekers. Aan de Nassaukade, tegenover de groentenmarkt, woont de heer B. J, Trip, eigenaar van eene fabriek van rijwielbanden. Omstreeks 8 uur ging het echtpaar Trip op bezoek en daar de dienstmaagd vrijaf had, bleef de woning onbewaakt. De deuren binnen werden echter uit voorzorg gesloten en de heer Trip deed zelf de voordeur op het nachtslot. Toen men omstreeks twaalf uur terug kwam, werd onmiddellijk opgemerkt, dat er iemand aan de deur was geweest, want na het eerste omdraaien van den sleutel kon het slot worden geopend. De dief, of dieven, waren klaarblijkelijk binnengekomen met valsche sleutels. In een der achtervertrekken, tot kantoor ingericht, was een schrijfbureau opengebroken. Heel netjes waren, blijkbaar door een vakman, de vrij solide sloten weggestoken. Uit dit alles blijkt dat de dieven heel op hun gemak hebben gewerkt. In het bureau was niet veel te vinden, slechts een kleinigheid van postzegels. Een Amerikaansche chèque, ter verzending gereed is blijven liggen. Letterlijk alles in de kamer werd doorzocht en dooreengeworpen en daarna ging men op rijker buit uit. In een linnenkast die geopend werd, vonden de dieven een casette, inhoudende eenig geld en een aantal gouden en zilveren sieraden. De heer Trip had het geld bij zich. Voorzichtigheidshalve hadden de ongewenschte bezoekers achter aan de woning alles geopend om bij mogelijke ontdekking den aftocht te kunnen bewerkstelligen over de schuttingen naar de Bilderdijkkade. Deze voorzorg is overbodig geweest: na een bezoek in de voorkamer zijn de dieven door de voordeur vertrokken, hetgeen blijkt uit voetsporen en de weggeworpen lucifers. De diefstal moet zijn gepleegd omstreeks half tien, althans toen hebben bovenburen beneden heen-en-weergeloop gehoord en heeft een buurman achter licht gezien. Men wist echter niet dat de familie uit was. De heer Trip is van meening, dat een bekende de inbraak moet hebben gepleegd. („Hbld.'') — Den rangeerder Webeling is aan het station Weesperpoort te Amsterdam tusschen twee goederenwagens de borst ingedrukt, waardoor de dood onmiddellijk volgde. De man was gehuwd en had reeds meer dan 30 dienstjaren bij de spoorwegen. — Een inwoner uit Thiiringen, landbouwkundige, vertoefde eenige dagen hier te lande. Aan het Centraalstation te Amsterdam aankomende, vond hij daar twee allervriendelijkste heeren, die' hem een hotel zouden bezorgen. Men ging op weg en in de buurt van den Arastel wenschten de heeren iets te drinken. Men ging in een bierhuis waar eenige lui zaten kaart te spelen. Vooraf dient gezegd, dat het bierhuis juist was overgegaan aan een nieuwen eigenaar, die geheel vreerad aan het doen en laten van kwartjesvinders was en onbekend met Duitsch, dat de heeren spraken. Het viertal had blijkbaar het geheele plan vooruit opgemaakt, want hoewel de twee binnenkomenden eerst precies deden of zij vreemd waren aan de spelers, is naderhand het tegendeel gebleken. Heel toevallig maakte men kennis met de spelers. Men maakte eenige spelletjes mede en volgens opgave van den berooide werd toen zijne welvoorziene portefeuille, die hij naast zich op tafel gelegd had, weggenomen. Eerst liep de beroofde het café uit, ging toen weêr terug, eischte zijn geld terug, maar kon in plaats daarvan een pak slaag krijgen. Hij deed eerst zeer laat aangifte bij de politie. Door den heer van der Wïele werd toen eene nauwkeurige opgave van de signalementen gevraagd aan den bestolene, aan den eigenaar van het bierhuis en aan zijne familie, waarna door eenige rechercheurs van de groote recherche een onderzoek werd ingesteld. Dit werd zeer handig sgedaan en daaraan is het te danken dat de vier
roofvogels voorloopig in justitiehanden zijn. De kerels zijn pertinent herkend door den bestolene, door den eigenaar van het bierhuis, door diens vrouw en het dienstmeisje, maar de heeren ont kennen den diefstal en geven voor, een „eerlijk" spelletje kaart te hebben gespeeld. De aangehoudenen schijnen voor den ouden dag te gaan zorgen, want het Duitsche bankpapier was reeds ingewisseld en op de spaarbank gezet. („Hbld.") — Het programma van de 7e Internationale Hondententoonstelling, die de Kynologenvereeniging «Nederland» houdt van 23 — 25 Mei te Rotterdam, is verschenen en verkrijgbaar bij den secretaris ƒ. L. Havelaar aldaar. — Te Kampen is ingebroken bij mej. de wed. K,, terwijl deze met hare dochter voor eenige dagen uit de stad was. De linnenkast bleek met geweld opengebroken en doorzocht te zijn. Vóór haar vertrek had de weduwe gelukkig hare geldswaarden bij anderen in bewaring gegeven. Vermist worden onderscheidene gouden en zilveren voorwerpen. — Te Hoogwoud is de dochter van den heer B. in een gierkuil geraakt en levenloos daaruit opgehaald. — Zekere S. te Buchten, die bezi^ was zijn paard in te spanneD, geraakte, doordien het op hol ging, onder de kar, waarvan de wielen over hem heen gingen. De man gaf oogenblikkelijk deo geest. — Te Tilburg is door een rukwind een stuk muur van het in aanbouw zijnde nieuwe gedeelte van de fabriek des heeren Kessels, aldaar, naar beneden gestort en sleepte in zijn val een deel der stelling mede. Da zes personen, die er op stonden, vielen mide. De meesten van hen konden zich nog in tijds vastgrijpen, doch een hunner werd aan hoofd en beeoen zwaar gekneusd. — De omvang van den uitvoer van melk- en slachtvee naar België, in het tijdperk van 1 tot 15 April, heeft bedragen: 3245 stieren, ossen, koeien en vaarzen, 201 hokkelingen en kalveren, 57 varkens, 3588 schapen en 911 lammeren, totaal 8002 stuks vee, — De nieuwe electrische spoorweglijn van Parijs («Gare des lovalides») naar Versailles over Issy, Meudon-Valfleury, Chaville-Velizy en Vircflay, zal den ren Juni worden geopend. — In 1878, tijdens de internationale conferentie te Berlijn, kon men eiken ochtend in de „Times" lezen wat den vorigen dag door do diplomaten was verhandeld, ofschoon besloten was alles geheim te houden. Men kreeg natuurlijk verdenking op den Berlijnschen correspondent van het groote Londensehe blad en ging hem na. Maar te vergeefs. Wel ontdekte men dat in hetzelfde bierhuis, waar hij eiken avond kwam, ook geregeld een der klerken van de conferentie verscheen, maar tusschen beiden kon geen verstandhouding worden waargenomen. Zij zaten afzonderlijk, keken nooit naar elkaar, en kwamen of gingen nooit te zamen. Zij kenden elkaar — naar 't scheen — niet. Thans deelt een Engelsch blad mede, dat zij wel degelijk onder één hoed staken, of liever onder twee, De correspondent, die gewoonlijk 't eerst vertrok, zette dan den hoed op van den klerk, die op zijn beurt heengaande den hoed van den correspondent opzette. En tusschen de voering van zijn eigen hoed stak het bericht, dat den volgenden dag vertaald n de „Times" stond. — Reeds eenige jaren was men van plan tijdens den Walpurgisnacht op den Broeken het ingaan van de Meimaand feestelijk te vieren. Verleden jaar heeft men dit idee voor het eerst tot uitvoering gebracht. De mijnschool- leerlingen van Klausthal namen het initatief, waarna ook anderen hun medewerking verleenden. Het slagen in het vorige jaar gaf de zekerheid, dat ook dit jaar het plan zou gelukken. De deelnemers kwamen bijeen in het stadje Schierke ten Zuidoosten van den Broeken. Den 30en April bevonden zich daar talrijke „heksenuitdrijvers" ; het dorpje wemelde van vreemdelingen, ofschoon het seizoen eerst einde Mei begint. Het meerendeel hunner was het slachtoffer van 'n studentengrap geworden. In de vorige weken brachten namelijk alle couranten van den Harz eenstemmig de tijding, dat den 30en April een extra-trein van den Broeken-spoorweg van Schierke zou vertrekken. Een onaangename teleurstelling volgde, want de spoorweg wordt eerst den len Mei geopend. Wie dus niet bijtijds een of ander middel van vervoer had weten machtig te worden, moest den twee en een half uur langen weg per pedes afleggen. Ook van de andere plaatsen, Harzburg en Ilsenburg, kwamen talrijke vreemdelingen, zelfs was er een „Club der Heksen" uit Schierke, met bezems, hooivorken en andere voor den heksenrit benoodigde requisieten verschenen. Het Broeken-Hotel lag onder de opgewaaide sneeuw massa geheel bedolven. Door den storm moesten enkele nummers van het programma vervallen. Door allen werd echter onder het zingen van „De Mei is gekomen" en onder het oorverdoovend gebom der groote huisklok, met brandende kaarsen een tocht langs alle verdiepingen van het huis gemaakt. De feestrede werd in de groote restauratiezaal gehouden. De opgewekte stemming bereikte haar toppunt, toen tegen de morgen een dansje gemaakt werd. Tegen vijf uur hield de storm op, de berg lag geheel in dichte nevelen. Het afdalen ging, ten gevolge van den hevigen sneeuwval, zeer moeilijk het meerendeel der voetgangers moest weder terugkeeren en den terugtocht van den op 1 Mei vertrekkenden trein afwachten. — De jonge Koning van Italiö moet de spaarzaamheid in eigen persoon zijn, een navolgingswaardig voorbeeld voor zijn onderdanen. 't Hof-personeel heeft het echter voorloopig nog niet zoover gebracht in zelfverloochening dat het s konings manier van doen waardeert, en de chef van de keuken, die zijn vroeger traktement van 500 lire (f240) 's maands op 300 lire (f150) teruggebracht ziet, heeft zich
daarover beklaagd. Hij moest zich tot Koningin f Helena wenden, die als een degelijk huismoeder : over hof en keuken gaat. Maar hij kwam hier i van een slechte reis thuis. De Koningin ant- j woordde lachende: