Engeland enZui d-A f r i k a. Zij, die nog geloof hechten aan de meening, dat de vredesonderhandelingen te Vereniging tot een resultaat zullen leiden, moeten hun ongeduld nog wat beteugelen, want eenig positief nieuws is er niet. De beraadslagingen, waaraan naar Engelsche bladen vernemen, 160 afgevaardigden deelnemen, zullen nog wel een paar dagen duren. De uitslag wordt dan aan Kitche. ner bekend gemaakt. Deze seint er over naar Londen, waar de zaak in een Kabinetsraad behandeld wordt en voordat er van Londen antwoord is gezonden, wordt er niets bekend gemaakt. Zeker is het wel, dat de vredesverwachtingen in Engeland langzamerhand minder beginnen te worden. Er zijn zelfs Engelsche bladen, anders nogal eens de toeverlaten van 't publiek inzake optimistische beschouwingen, die nu beginnen te zeggen, dat 't toch nog wel eens mogelijk zou zijn (zeer voorzichtig 1) dat de voormannen der Boeren niet zoo grif voor den vrede zullen stemmen en dat men de vaste hoop op vrede maar moet laten varen. Kitchener blijft de voorkomendheid zelve: de Engelsche colonnes vallen geen commando's aan, maar toch wordt er zoo van tijd tot tijd nog wel eens gevochten. Ia de Engelsche verlieslijst leest men dat den i2en bij Vleiplaats 2 man gedood, 5 gevangen genomen en 17 gewond zijn. Van Boerenverliezen rept 't rapport niet. 't Is dus een soort bericht, zooals Kitchener ze maar heel zelden zendt. Verder vertelt men dat er in Bechuana-land 400 Boeren gevangen genomen zijn. Een bericht, aan welks waarheid wij voorloopig gelieven te twijfelen. 400 Boeren laten zich zoo gemakkelijk niet gevangen nemen, vooral met in Bechuanaland, waar de Engelschen niets te vertellen hebben, behalve bij enkele forten. Er is ook gevochten tusschen Boeren en Zoeloes in den omtrek van vrijheid. Volgens de Engelsche lezing kwamen 6 Mei 79 Boeren in Zoeloeland om naar voedsel te zoeken. Zij sloegen de Kafïervrouwen, die weigerden bergplaatsen van mielies aan te wijzen en dreven 300 stuks vee weg. De Zoeloes, die verwoed waren over de mishandeling van hun vrouwen, vielen de Boeren aan, van wien er 69 gesneuveld moeten zijn. De Kaffers kregen 40 dooden en 45 gewonden. De Zoeloes brachten 3 Boeren binnen Vrij heid, die als in onderwerping gekomen wenschten behandeld te worden. Er kan wel iet van dien aard hebben plaats gehad, maar dat het zoo gebeurd is, weigeren wij in ieder geval te gelooven. In hooge mate vermakelijk is de vorm, waarin de correspondent van de „Times" zijn lezers en daarmee tevens de Regeering weer een en ander vertelt wat ze doen en laten moeten. Het heet dan in dien brief, dat de meeste der afgevaardigden geen blijk geven zich hunne verplichtingen tegen Engeland te herinneren. Die verplichtingen hebben ze toch, immers ze reizen in Engelsche treinen, ze genieten van Engelsche gastvrijheize gebruiken de Engelsche telegraaf, 't Is toch een ondankbaar volk, die Boeren I Maar al stemt de meerderheid tegen den vrede — deze correspondent vindt bet niet erg. Immers, er zullen dadelijk een massa vredelievenden komen, die zich onder Engelands bestuur stellen en daardoor zullen de troepen van verschillende streken vrijkomen om ander gebied te overstelpen, zoodat het einde toch gauw te voorzien is. Niettegenstaande dat, vond de redactie van de «Times» het toch nog weer noodig, de Engelsche Regeering op hart te drukkeD, niet te veel toe te geven. Alleen door \oor goed het Afrikaansche volk onder den voet te krijgen, kan men de vrede blijvend maken. En daarom is 't zoo goed, dat Milner van Johannisburg naar Pretoria is gegaan om een oogje i n » t ze ;j te houden. Milner heeft zich reeds eenmaal de meerdere van Kruger getoond — dat is erg lasti g) wan . neer men d priori eene conferentie wil ( j oen mislukken I — en dus nu zal hij het ook we i weer klaarspelen. Verder: een datum van invoering van eig atl bestuur vast stellen, komt niet te pas. Engeland mag zich de handen niet binden en alleen wanneer de Boeren zich een eigen bestuur waardig hebben getoond, dan kunnen ze 't krijgen. En over de taalkwestie ook geen gekheid. Engelsch de eenige officieele taal; 'tHollandsch
1 zal geduld worden voor die menschen, die nu eenmaal willen, dat hunne kinderen in 't Hollandsch godsdienstonderwijs krijgen. Maar 't mooiste is wat de man over de rebellen schrijft: «Onze houding gedurende den geheelen oorlog is voldoende waarborg, dat de rebellen zich aan ons kunnen toevertrouwen.» Dat nu zijn wij volkomen eens met dien correspondent. Er zijn geen rebellen opgehangen of doodgeschoten, er zijn geen honderden, duizenden — waaronder die niet eens de wapenen hebben opgevat — in de gevangenissen geworpen, er zijn niet jaren gevangenisstraf uitgedeeld ; vrouwen, meisjes en jongens zijn niet, blank en zwart door elkaar, opgesloten en veroordeeld tot dwangarbeid; er zijn geen duizenden rebellen beboet; er is nooit een kreet van verontwaardiging gehoord over de krijgswet en de toepassing daarvan — er is nooit iets geschied in één woord, waarom de rebellen zich niet met het volste vertrouwen aan Engeland kunnen toevertrouwsn. En als dat alles niet lukt, dan moet meu maar krachtiger optreden. Immers, minder dan een tiende van der Boeren stiijdmacht is nog in het veld, hun land is geannexeerd en door hun bereidwilligheid om te onderhandelen toonen zij 't hopelooze van hun zaak ("dat is log'ca!) in te zien. En nu nog stellen zij de meest dwaze eischen. En nu zou men denken, dat de onbeschaamdheid dier eischen aanleiding voor de Engelschen geweest was, hen met minachting weg te zenden. H;usch niet! «De lankmoedigheid die ons (der Engelschen) gedrag in dezen oorlog gekenmerkt heeft, is grenzenloos» .., Dat schrijft een Engelsch blad, terwijl de Engelsche Minister-president op honenden toon spreekt over de dappere strijders voor vrijheid en onafhankelijkheid, terwijl hij elke voorwaarde weigert en 't eeuwigdurend refrein van zijn speeches is : «geen voorwaarden, onvoorwaardelijke onde.werping», terwijl Cnamberlain spreekt van: «de onverzoenlijken, die hun land te gronde richten», terwijl het volksbestaan van twee Republieken vernietigd is, twee landen verwoest zijn, twee volken gedood of in ballingschap gebracht zijn, een geheele wereld gewapend is om een handvol Boeren te overwinnen, en er een overwinnaar is, die weigert voorwaarden te stellen, en slechts de overwonnenen in onverbreekbare boeien aan zich wil binden. En dat noemt men in Engeland „lankmoedigheid» — dat durft een der eerste Engelsche bladen in ernst mededeelen 1 't Is haast ongelooflijk brutaal!! F r a n k r ij k. Het gerucht, dat Waldeck-Rousseau af wil treden, wordt bevestigd. Voor den ien Juni zou hij zijn ontslag nemen. Tusschen Loubet en Waldeck-Rousseau zou zijn afgesproken, dat de zaak niet officieel behandeld zou worden, voordat de President uit Frankiijk terug was. Het ontslag van het Ministerie zou men dus op zijn vroegst den 28en Mei tegemoet kunnen zien. De «Presse» heeft een hatelijk artikel over deze quaestie. 't Begint met de verzuchting: tEnfin*. Het blad noemt de taak van Loubet zoo gevaarlijk, dat hij zelf er bij zou kunnen vallen. Andere bladen geven enkele weinig-zeggende beschouwingen, de meeste laten er zich nog niet over uit. Van Frankrijk naar Rusland. is slechts een stap. President Loubet is in Rusland aangekomen en met het gebruikelijke ceremonieel ontvangen. De Czaar wachtte hem op aan dek van een stoomschip; na aankomst bracht hij zijn gast naar het Paleis, dat deze bewonen zal. Kort daarna bracht Loubet een bezoek aan de Keizerin en aan de Keizerin-weduwe. Gisteravond was er een groot gastmaal, waaraan de Keizerlijke familie en de grootwaardigheidbekleeders deelnamen. De Czaar en president Loubet hielden speecheD, waarin"verzekerd werd, dat de vriendschapsbanden tusschen Frankrijk en Rusland nog steeds even innig waren. Spanje. Over de te Madrid ontdekte anarchistische samenzwering tegen koning Alfons wordt nog medegedeeld, dat zes anarchisten in hechtenis genomen zijn. Onder hen bevindt zich zekere Gabriöl Lopez, bediende bij een verzekeringsmaatschappij, die haar bureau heeft in de straat San Geronimo; hij werd in het bureau gearresteerd. De politie moét een pakje met dynamietpatronen bij hem gevonden hebben; Lopez zou hebben beweerd, dat hij het van een anderen anarchist gekregen had, met de opdracht, bij het voorbijrijden van het koninklijk rijtuig een patroon te werpen. De gearresteerden erkennen dat zij anarchist zijn, hun verklaringen worden overigens niet openbaar gemaakt. Het carlistische orgaan Correo de Espano bevatte op den kroningsdag het portret van Don Corlos, en een artikel waarin de betuigingen van trouw aan den pretendent herhaald worden.