ARNHEM, 27 Juni. Men meldt uit Schaumburg, dat, hoewel de gezondheidstoestand van H. M. de Koningin zeer bevredigend blgft en de krachten voortdurend toenemen, het toch noodig is dat Hare Majesteit zich goed in acht blijft nemen. De kleine wandelingen en rijtoeren die de Koningin reeds sedert het begin van haar verblijf te Schaumburg maakt, worden dan ook slechts langzaam aan verder uitgestrekt. • De missie, die H. M. de Koningin bij de kroning van Koning Eduard zou vertegenwoordigen, werd gisteravond in de residentie terugverwacht. De voorzitter van het Roode Kruis, baron van Hardenbroek, heeft heden van den Nederlandschen consul te Colombo, den heer Wennink, een telegram ontvangen, meldende dat ook te Ceylon nog niets bekend is van eene spoedige vrijlating der Roode-Kruisdoctoren. Het is 5 Juli a. s. twee jaar geleden dat dr. Koster en zijn medeleden van de tweede ambulance te Irene in Transvaal werden gevangen genomen. De heeren Wessels en Grobler zijn uit Londen in den Haag teruggekeerd. * De Nederlandsche afdeeling der «Allianc e Israélite Universelle», hoewel ze naar hare krach" ten meewerkt om de ellende der Joden elders te helpen verzachten, zag haar ledental over het laatste jaar weer verminderen, zoodat dit nu ongeveer 3800 leden bedraagt. In het hoofdcomité werd voor de Afd. Arnhem wegens het overlijden van mr. H. M. Wulff gekozen opperrabbijn L. Wagenaar te Arnhem. Ia verschillende afdeelingen werden lezingen gehouden om voor de «Alliance» nieuwe leden te winnen, o. a. in de Afd. Gelder's Oosten, waar de heer S. J. Hirsch uit Amsterdam een lezing hield. Vermeerdering van leden is zeer noodig, wanneer men let op de vele uitgaven, die er gedaan moeten worden om de Joden uit Rumenië, die dit land wegens de vervolging moeten verlaten, te helpen. Ook in Rusland is de behandeling der Joden nog zeer treurig. Behalve deze omvangrijke werkzaamheden blijft het beschavingswerk voor de Joodsche scholen in het verre Oosten de zarg der «Alliance» eischen.
Arnhemsche courant
- 27-06-1902
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 27-06-1902
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 4902
- Jaargang
- 89
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BINNENLAND.
NIEUWS UIT GEMEENTE EN PROVINCIE.
Ia het re militie-district van Gelderland, waartoe Arnhem behoort, telde de lichting van 1895 595 verlofgangers, van welken 29 niet bij de inspectie opgekomen zijn. Er zijn dus geïnspecteerd 566 manschappen der lichting van 1895, en van dezen waren slechts 3 niet meer in het bezit hunner militaire kleeding. — Behalve de door ons reeds vermelde punten, die in de gewone Zomerzitting der Provinciale Staten van Gelderland zullen behandeld worden, komen o. a. nog de volgende aan de orde : Voorstel omtrent een door E. J. Fuijkschotte Zuilichem tegen den Commissaris der Koningin qq. ingestelden eisch wegens de gedeeltelijke opruiming van adressants woning aan den dijk aldaar. Verslag en voorstel betrekkelijk de aangevraagde wijzigingen en aanvullingen van het reglement op de wegen, voetpaden en tramwegen in Gelderland. Er zijn 31 gemeenten, die verscherping der bepalingen betreffende de beperking van het vervoer van vrachten over kunstwegen in den cia van den in Friesland bestaandea toestand wenschelijk achten en 7 voorwaardelijk wenschelijk. Er zijn 116 gemeenten, die haar meening hebben uitgebracht. Daaronder zijn er 7 waa
geen kunstwegen zijn. Van het advies van Ermelo wordt gezegd, dat het niet tegen verscherping schijnt; 't advies is niet duidelijk. Voorstel betrekkelijk een adres van B. en W. van Bergh, om subsidie uit de provinciale fondsen voor de verharding van den weg Ellen—Doetinchem door Beek en Klder. Voorstel betrekkelijk een adres van J. v. Egmond om ontslagen te worden van de huur van vertrekken in de voormalige gnffi;rswoning aan de Groote Markt. Verder een aantal verslagen en gewone verzoeken om subsidie. — f De krijgsraad te Arnhem, zal gedurende de maand Juli bestaan uit: president majoor F, van Hasselt, commissarissen kapitein J. Kruisinga en ie luitenant A. G C. Gaillard ; leden kapitein W. Abresch, ie luitenants C F Doerrleben, T. van der Ploeg en jnr. J. G. L, Calkoen. Volksbond. Gisterennamiddag te 4 uur had in het Loge-Gebouw alhier een vergadering plaats van den Volksbond, Vereenigieg tegen drankmisbiuik, afd. Arnhem, Voorzitters jhr. mr. A. G. Nahuijs. De secretaris leest de notulen voor, die worden goedgekeurd. Het jaarverslag wordt daarop voorgelezen ; het loopt slechts van 2 Aug. tot 31 Dec. 1 Om de twee maanden wordt in het orgaan der Vereeniging van de belangrijke gebeurtenissen melding gemaakt. Den aen Aug. j 901 werd éen vergadering gehouden, die tot stichting van een afdeeling Arnhem besloot. Portefeuilles met literatuur en inteekenbiljetten werden door de afdeeling rondgezonden met een poover resultaat. De geldmiddelen zijn dan ook nog in een weinig bloeienden toestand. Gedurende den winter *ijn twee groote openbare vergaderingen gehouden. Het aantal leden bed'aagt 260. Dit verslag is aan het hoofdbestuur opgezonden. Op de statuten zijn door den Minister van Justitie enkele aanmerkingen gemaakt; wanneer deze zullen zijn weggeruimd, zal geen bezwaar bestaan om de vereeniging als rechtspersoon te erkennen. De vergadering hecht hare goedkeuring aan de nieuwgeformuleerde artikels. Aan de orde is de verkiezing van twee bestuursleden in plaats van de heeren mr. van Essen en van Wessem, die aftreden moeten. Deze heeren worden met, op een na, algemeene stemmen herkozen. De heeren laten zich de benoeming welgevallen. Vervolgens wordt overgegaan tot het kiezen van een afgevaardigde naar de algemeene vergadering te Grocingen. Bij acclamatie wordt de voorzitter daartoe gekozen. Daar nog geen geheel vereenigingsjaar achter den rug is, wordt geen rekening en verantwoording door den penningmeester uitgebracht. Evenwel moet een begrooting vastgesteld worden, wat uiterst lastig is, omdat de vereeniging aich steeds uitbreidt. Vermoedelijk zullen de inkomsten f 600 bedragen en een batig saldo van f 105 overblijven. Het bestuur doet tegenwoordig zeil alle moeite om leden te werven. Daarop komt in behandeling de quaestie van leeszaal en koffiehuis. In de Doelenstraat is reeds een dergelijke inrichting, maar van dien kant is gezegd, dat men geen concurrentie vreest. Het Volkskosthuis heeft tot nu toe geen grooten bloei gekend. Toen nu het bestuur van deze inrichting hoorde van de plannen van den bond, richtte het zich tot dezen met de vraag of zijn lokalen niet te gebruiken waren, ze zullen dan gratis worden disponiebel gesteld. Niettenstaande dit aanbod zal de steun van de ingezetenen van Arnhem noodig zijn. De geheele onderneming is slechts een proef, maar biljart en boeken, die men zou moeten aanschaffen, blijven toch hun waarde behouden bij een eventueele mislukking, want de levensvatbaarheid van een dergelijke inrichting ia niet vooruit te bepalen. Dr, Sissingh heeft bezwaar tegen het plaatsen van een volks-café in mindere buurten. Het publiek loopt te wandelen in de winkelstraten, niet op £en Hommelschen weg. Het is daarom aan te radea nog wat te wachten tot men over ruimer middelen kan beschikken om dan tot het oprichten van een gebouw in het hart der stad over te gaan. De heer van Oldenborgh vindt, dat intusschen een proef kan genomen worden in het Volkskosthuis, te meer daar het geen huur kost. Mr. van Essen vreest, dat in de winkelstraten geen publiek loopt voor wie de inrichting is be doeld. Dr. Sissingh is van oordeel dat het beter is om direct in het groot te beginnen. De voorzitter betwijfelt of in Arnhem de middelen te vinden zouden zijn. In Amsterdam en in Utrecht zijn enkele particulieren buitengewoon vrijgevig geweest, maar zulke menschen hebben zich hier ter stede nog niet voorgedaan, Dr. Sissingh wil geen voorstel maken, doch dringt er toch op aaD, dat de zaak in den boezem van het bestuur nog eens rijpelijk overwogen worde. Het bestuur verklaart zich daartoe gaarne bereid. Indien deze plannen niet uitvoerbaar blijken, vraagt en verkrijgt het bestuur volmacht om de kasgelden voor het café en de leeszaal te gebruiken. Aan het hoofdbestuur wordt om subsidie gevraagd. Daarop wordt de vergadering, die buitengewoon slecht bezocht wap, gesloten. — f Bij het, den 21e Juni te Arnhem gehouden examen voor diploma A. van den Nederl. Stenografenbond „1. Pitman'' zijn geslaagd de dames: A. Mulder uit Deventer, J. M. H. van Workum en J. C. Moonen uit Arnhem. — * * Gisterenmiddag viel een kinderwagen waarin een baby van 8 maanden lag en die door een 13-jarigen jongen werd geduwd van de helling der Rijnkade op de losplaats beneden. Het kind werd licht verwond. De pleegmoeder die het voorval op eenigen afstand aanzag, kreeg een zenuwtoeval. — * * Aan den Spoordijk achter den Janssingel IS een spoedig gebluscht brandje ontstaan, vermoedelijk
ten gevolge van het vallen van vuur uit de passeerende locomotieven. — * Ede, 26 Juni. Ia de Raadsvergadering van heden werd o. a. behandeld een van den heer dr. C. A. L Jacobse Boudewijnse, arts te Biinckom, ingekomen adres, waarin werden uiteengezet de vercischten, waaraan een goed ingerichte bewaarplaats voor af/al behoort te voldoen, Dit moet d ). zijn een behoorlijk breede en diepe gemetselde put, afgesloten met luiken, waardoor verspieiding door den wind, stank en vuile stufwolken voorkomen worden. Adressant wijst nu op de bergplaats voor afval te Bennekom, een ruim'e, aan een fraaien boschweg, aan drie zijden afgesloten en niet overdekt en geheel onvoldoende aan wal verlangd mag worden. Uit het oogpunt van volksgezondheid verzocht adressant wijzi ing dezer bergplaats als door hem was aangegeven en tevens bij politieverordening verbod om htt vuil naast de bergplaats te werpen. De Voorzitter beaamde geheel de aangevoerde bezwaren, die vooral voor de omwonenden van niet gering gewicht zijn. Hij wees er echter op, hoe door het publiek niet wordt medegewerkt om een goeden toestand te behouden. Het meeste vuil toch wordt' niet in de bergplaats gestort, doch eenvoudig er naast op den weg, die aldus over een paar honderd meter onbegaanbaar is. Eakele raadsleden kwamen bevestigen, dat de toestand dringend voorziening behoelt; B; en W. zullen naar middelen ter verbetering omzien. Door B en W werd ingediend een verordening op het vangen en dooden en verzenden van vogels, gelijk aan die onlangs te Nijmegen is vastgesteld. De heer Tulp vreesde, dat men te veel verordeningen zou krijgen en dat van de naleving niet veel zou komen. De Voorzitter antwoordde dat men juist tegen de kwaden moet kunnen optreden en dat waar in Ede zelf het eigenlijke vogelvangersbedrijf niet wordt uitgeoefend, men in andere deelen der gemeente die menschen, vooral van elders komend, wel aantreft. De heer Thomas wenschte de verordeniog uit te reiken aan de onderwijzers, opdat die de kin leren, door wie toch in dezen door 't uithalen en vernielen van nesten het grootste kwaad wordt gesticht, met den inhoud bekend kunnen maken. De verordening werd ten slotte met algemeene stemmen goedgekeurd. Naar aanleiding van het ongeluk onlangs voorgevallen aan het station Veenendaal-de Klomp, waar des avonds door de duisternis een rijtuig met 2 paarden bespannen in de Grift reed en de inzittende twee dames ternauwernood van verdrinken werden gered, werd uitbreiding der straatverlichting besproken. B. en W. kregen machtiging, de verlichting, wanneer die noodig bleek, ook des zomers te doen plaats hebben. De heer Tulp maakte er op attent, dat de trein Ede—Barneveld, des Zondags door het gelui en gefluit ergernis geeft aan de bezoekers der Geref. kerk, waarlangs de trein rijdt. — * Donderdag ontstond te Harskamp door onbekende oorzaak brand in de huizen, bewoond door W. v. d. Hoef en H. Waarden burg. De huizen, benevens twee schuren, zijn afgebrand met het grootste deel van den inboedel. Bij v. d. Hoef verbrandden 6 varkens en 3 vette kalveren. Het verbrande was verzekerd. Woensdag is in de Maanderbuurt afgebrand het huis met hooiberg, bewoond door A. v, d. Dikkenberg. Oorzaak het spelen van kinderen met lucifers. Enkele kippen verbrandden mede. — * Huisen, 26 Juni. Door Gedeputeerde Staten is benoemd tot poldermeester van den Huisensche-uiterwaardenpolder de heer H. Th. Peters alhier, om zitting te hebben tot r Juli 1908. — § Bij den metselaar F. Scharrenburg te Heteren zijn des nachts de jonge ooievaars ontvreemd, niettegenstaande de boom met pikkeldraad is omwonden. Twee jaar geleden werden de ooievaars daar eveneens gestolen. Ned. Slagershond. * Nijmegen, 26 Juni. De aftredende bestuursleden de heeren E. H. S. van Santen, voorz, en H. J. van Zadelhoff werden herkozen, De Utrechtsche Vleeschhouwers-vereeniging stelde voor bij vernieuwing bij de Regeering aan te dringen op verkrijging van Rijkskeur. De Amsterdamsche Varkensslagersvereenigicg deed, naar aanleiding der besprekingen in de Tweede Kamer omtrent onzen exporthandel, waaruit twijfel spreekt of de Minister van W. H. en N. is voor het facultatief dan wel voor het verplicht stellen van Rijkskeur — een voorstel van dezelfde strekking. De Groninger Slagersvereeniging had voorgesteld den Minister te vragen in hoever de commissie, onder het vorig Ministerie benoemd, ter voorbereiding eener wet tot verplichte vee- en vleeschkleur, thans nog werkzaam is. Naar aanleiding van die voorstellen benoemde de vergadering eene commissie van vijf leden om te onderzoeken wat er behoort gedaan om der Regeering een uitgewerkt plan voor te leggen. De Zwolsche Spekslagers vereeniging stelde voor de gewone tarra- of kortponden, volgens plaatselijk gebruik te handhaven en verzocht steun van alle afdeelingen. De vergadering zeide den steun van den Bond toe in den strijd tegen den Orerijsselschen Boerenbond. Aangenomen werd het voorstel der Bredasche Slagersvereeniging, om de Regeering te verzoeken om afschaffing van den accijns op het geslacht. Eenige onderwerpen werden tot een buitengewone vergadering aangehouden. Verworpen werd een voorstel der Amsterdamsche Varkensslagersvereeniging om nu, aan de aanstaande Duitsche Bondsvergadering te Stuttgart, een vaktentoonstelling verbonden is, iemand op kosten van het vakblad d:arheen af te vaardigen, opdat deze daarvan een uitvoerig overzicht in dat blad kan geveD. Na de sluiting der vergadering gingen de
leden van den Bond een bezoek brengen aan het openbaar Slachthuis.
EERSTE BLAD. BERICHT.
Zaterdagavond wordt aan de abonnés in de stad een extra-blad der courant met het verslag der Gemeenteraadszitting toegezonden. Advertentiën voor dat blad worden, op de vroeger bekend gemaakte voorwaarden» tot uiterlijk 2 uur 's namiddags aan bet Bureau der Courant aan. genomen.
DE NIEUWE BURGERSCHOOL.
Zaterdag en Maandag 11. is, zonder eenige opmerking onzerzijds, uit de voorstellen betreffende de met x Sept. a s. te openen H. Burgerschool met 3 -jar. cursus en daaraan verbonden Handelsklasse door ons medegedeeld wat na eerste kennismaking ons daarin het belangrijkste toescheen. Het omvangrijke dossier stukken is Vrijdag en Zaterdag 11, broksgewijze in druk verschenen, en nagenoeg gelijktijdig werd bekend gemaakt dat het onderwerp reeds morgen in den Raad aan de orde gesteld zou worden. Het is dus ook hiermede weder gelijk herhaaldelijk 't geval reeds geweest is, dat Burg. en Weth. aan de leden van den Raad, aan de belangstellenden onder de ingezetenen en aan de pers nauwelijks den tijd laten om van een belangrijke en verre van eenvoudige quaestie als deze, zich door nauwgezette studie voldoende op de hoogte te stellen en de voorgestelde regeling in haren geheelen omvang en in hare consequenties te overzien. Het is en blijft ons een raadsel, dat de ledeD van onzen Raad met zulk een wijze van handelen van Burg. en Weth., welke een vaste methode dreigt te worden, genoegen nemen. Maar, zooals wij reeds vroeger zeiden, wij zullen niet ophouden daartegen te protesteeren in \ belang der ingezetenen, die het recht hebben te verlangen dat de plaatselijke wetgeving, waaronder zij moeten leven, tot stand kome niet dan na nauwgezet en zaakkundig onderzoek van hen, wien als leden van den Raad zij de behartiging hunner belangen hebben toevertrouwd. Zooals uit de algemeene toelichting der voorstellen Maandag 11. door ons werd overgenomen, hebben Burg. en Weth. zich niet in alle opzichten met het advies der Commissie van Toezicht vereenigd, in 't bijzonder niet wat de regeling der jaarwedden van de leeraren betreft, omdat, ook al erkenden zij de wenschelijkheid der gelijktijdige regeling van de jaarwedden der nieuwe en der bestaande Hoogere Burgerschool, toch voor het volvoeren van dien wensch de noodige tijd ontbreken zou. «Van een verder uitstel van de vaststelling eener verordening op de H. Burgerschool met 3-jar. curs. en van een besluit betreffende het aantal en het bedrag van de jaarwedden der aan die school te verbinden leeraren kan en mag geen sprake zijn, waar de oproeping van sollicitanten voor de betrekking van leeraar aan die inrichting noodwendig op het tot stand komen dier verordeningen wacht en reeds te lang wacht». Aldus Burg. en Weth., en dit zal wel niemand hun tegenspreken. Ook kan dit als verontschuldiging gelden voor de groote overhaasting, waarmede de nauwelijks bekend geworden voorstellen den Raad ter beslissing worden voorgelegd. Maar gevraagd mag toch worden, aan wie anders dan aan Burg. en Weth. is 't te wijten, dat «reeds te lang» op die verordeningen gewacht is? Voorzeker, het advies der Commissie van Toezicht is van 23 Mei en voor de behandeling daarvan hebben Burg. en Weth. nog geen volle maand genomen, wat in verband met de vele werkzaamheden van het College van DageJijksch Bestuur waarlijk niet te lang genoemd
zou mogen worden, al is dan ook de tijd van voorbereiding van ééne week, welke Burg. en Weth. aan de Raadsleden gunnen, daarmede niet in overeenstemming. Ook kan men, na kennisneming van het zaakrijk advies der Commissie van Toezicht, er allerminst deze een verwijt van maken, dat zij dit eerst den 23en Mei aan Burg. en Weth. meededeelde, als men ziet dat bij schrijven van 29 Maart de zaak eerst bij haar werd aanhangig qemaakt. Waarom echter is darmede door Burg. en Weth. zoolang gedraald, waar bij de begrooting de stichting der nieuwe onderwijsinrichting in dit jaar reeds in 't vooruitzicht was gesteld f En reeds sedert jaren heeft het plan der oprichting bestaan en had ze kunnen zijn voorbereid 1 Dat er thans periculum in mora is, kan Burg. en Weth. worden toegegeven, maar dit verontschuldigt niet de overhaasting, waarmede nu de regeling voor de nieuwe school moet worden vastgesteld. Al heeft ons de noodige tijd ontbroken om die regeling nauwkeurig in al hare onderdeelen na te gaan, niettemin kunnen wij de vrees niet onderdrukken, dat er ingevolge den spoed dien er nu gemaakt moet worden, allicht eene regeling tot stand zal komen, welke op teleurstelling uitloopen en oorzaak wezen zal dat de nieuwe school niet beantwoordt aan de hooge verwachtingen, welke daarvan door vele**jiurgers reeds sedert langen tijd gekoesterd zijn. Onder de overwegingen, waardoor Burg. en Weth. zich hebben laten leiden, om niet in alle opzichten met de Commissie van Toezicht mede te gaan, noemen zij ook deze, dat «eene Commissie zich wel de vrijheid kan veroorlooven, zich enkel te laten leiden door motieven van wenschelijkheid, doch het van B. en W, de plicht is daarbij ook te rade te gaan met de financieele draagkracht hunner gemeente». Volkomen juist, mits de zuinigheid de wijsheid maar niet bedriege, en daarvoor komt 't ons voor dat in dezen reden bestaat te duchten. Voor de regeling der jaarwedden van de leeraren der nieuwe school hebben B en W., gelijk zij zeggen, de ten vorigen jare voor de Rijksscholen vastgestelde regeling ten voorbeeld genomen, maar men mag vragen of zij zich billijkerwijze daarbij wel mogen beroepen op «de groote ingenomenheid» daarmede, waarvan ede belanghebbenden in den lande» hebben doen blijken, indien zij daaruit niet overnemen wat juist die ingenomenheid verklaart. Ia plaats van vier periodieke verhoogingen stellen Burg. en Weth. er over hetzelfde tijdperk slechts drie voor; in hun voorstel is het bedrag der verhooging niet afhankelijk van het aantal lesuren, zoodat bij splitsing van klassen de leeraar daarvan geen voordeel ondervindt, wat bij de Rijksscholen wel 't geval is, en eindelijk wordt voor den leeraar aan eene Rijksschool wel in rekening gebracht de diensttijd aan eene andere H. B. School of Gymnasium, zoodat édir zijne meerdere ervaring ook in zijne bezoldiging wordt gewaardeerd, terwijl Burg. en Weth. voor deze voor de deugdelijkheid van het onderwijs zoo belangrijke overweging de oogen sluiten en èen voorstel der Commissie van Toezicht te dezen opzichte niet overnemen. Het gevolg is dat alle leeraren aan de nieuwe school aangesteld zullen worden op de m i n im u m-jaarwedde , met minder gunstige vooruitzichten voor de toekomst dan aan de Rijksscholen. Daarbij komt dat die minimum-jaarwedde aanvankelijk zeer laag zal zijn, daar bij de oprichting der school de tweede en derde klassen en de Handelsklasse nog ontbreken, zoodat de bezoldiging, naar het aantal lesuren berekend, voor de te benoemen leeraren, met 't oog op de eischen des levens in Arnhem, eerst ( voor de benoeming tot leeraar aan de school plaats hebben, en is 't nu denkbaar dat, bij de zeer onzekere kans van splitsing der eerste klasse en met minder gunstige vooruitzichten voor de toekomst dan elders, de bevoegden in den lande zich haasten zullen naar de betrekkingen aan de nieuwe school te dingen f En voor zooyer er zich aanbieden, dat dezen behooren zullen tot de meest ervaren, met de practijk van het onderwijs bekende, meest bekwame personen f Ons dunkt, de vraag stellen is ze beantwoorden, en er is weinig voorspellingsgave voor noodig om hiervan treurige gevo'gen voor het onderwijs aan de nieuwe school te duchten. Ter vergelijking van de door Burg. en Weth. voorgestelde regeling met die, geldende bij de Rijksscholen, en met de regeling, door de Commissie van Toezicht voorgesteld, wordt aan het slot der Toelichting eene ta^el medegedeeld, welke echter van den werkelijken toestand een volkomen onjuiste voorstelling geeft, indien de voorstellen van Burg. en Weth. door den Raad mochten worden aangenomen. Als grondslag van vergelijking is daarin aangenomen het minimum-aantal lesuren, welke (zonder splitsing van klassen) aan de leeraren zal «orden opgedragen, «in geval de Avondschool wordt opgericht en de Handelsklasse is geopend», wat echter bij de opening der school en ook nog wel eenigen lijd daarna niet het geval zal wezen. Komt derhalve de regeling, door B. en W. voorgesteld, vrijwel met die der Rijksscholen overeen, dan zal dit intusschen vooreerst het geval nog niet wezen, nl. eerst nadat er een tweede en derde klasse en een Handelsklasse, benevens een Avondschool zullen zijn, zoodat de DÏeuw te benoemen leeraren aanvankelijk een bezoldiging zullen genieten — om enkele voorbeelden te noemen: de leeraar in de wiskunde van minder dan f 1330, de taal-leeraren van minder dan resp. f 1490, 1530, 1450^ 1610, enz., en bedenkt rnen dat elk wekelijksch lesuur boven het aantal van 10 eene verhooging van f 40 medebrengt, dan kan men gemakkelijk nagaan, dat deze leeraars vermoedelijk wel zullen moeten beginnen met het minimum-salaris van f 1250» Toch wordt van hen, buiten het bezit der akte van bevoegdheid, ook nog gevorderd de geschiktheid en kennis om handelsonderwijs te geven! De derde kolom der tabel bevat de tractementen, door de Commissie van Toezicht voorgesteld, en deze moet oppervlakkig wel den indruk geven, dat zij inderdaad uitsluitend gerekend heeft met de «wenschelijkheid», maar volstrekt niet met de «financieele draagkracht der gemeente.» Toch zou die indruk volkomen onjuist zijn en onbillijk jegens de Commissie van Toezicht. Als grondslag is, zooals wij reeds zeiden, voor deze tabel aangenomen het aantal lessen dat de leeraren, na verloop van een paar jaren, vermoedelijk zullen moeten geven (zonder splitring der klassen), en slechts voor éénen, den leeraar voor aardrijkskunde en geschiedenis, — dus alleen voor 't geval deze vakken gecombineerd zijn, — bedraagt dit aantal meer dan 20 (21). In het stelsel der Commissie echter is als grondslag der bezoldiging aangenomen een minimum-aantal lesuren van 20 (door B. en W. van io), en nu zijn de tractementen volgens dezen grondslag in de tabel ter vergelijking geplaatst naast die, welke in het stelsel van B. en W. zullen worden genoten voor 12, 15, 16, 17 en 19 lesuren. Niemand zal ontkennen, dat deze manier van vergeljjken zeer onbillijk is. Hoewel het rapport der Commissie van Toezicht de duidelijke sporen draagt van ernstige en wel overwogen studie, kunnen wij toch niet zeggen, dat 't wenschelijk ware indien haar advies door Burg. en Weth. geheel gevolgd was. Om dit te kunnen beoordeelen en ons oordeel met argumenten te staven, — daartoe heeft ons de tijd ontbroken, nu ons slechts enkele dagen van studie en onderzoek gegund werden. Maar wel meenen wij op grond van het bovenstaande te mogen zeggen, dat de voorstellen van Burg. en Weth., speciaal wat de regeling der jaarwedden betreft, den Raad leiden niet op den goeden weg, indien het hem ernst is met den wensch om de nieuwe Burgerschool met Handelsklasse te doen beantwoorden aan de verwachtingen, welke reeds langen tijd in een breeden kring der bevolking daarvan gekoesterd werden. ~