Op weg naar Carlsbad, waarheen hij voor zijne geschokte gezondheid zich begeven wilde, is gistermiddag te Brussel plotseling overleden de Boeren-generaal Lucas Meijer. Een hartkwaal, waarvan hij ook gedurende den oorlog meermalen last had, heeft een einde aan zijn leven gemaakt. Lucas Meijer is wel niet een van de hfvorra■ gende personen in den oorlog geweest, zooals Botha, de Wet en de la Rey, maar zijn daden en vooral zijn volhouden in den strijd geven hem recht op een plaats onder hen, die in de geschiedenis van Zuid-Afrika van de laatste jaren met eere genoemd worden. De naam van Lucas Meijer is verbonden aan het kortstondig bestaan van de republiek Vrijheid. Toen twee inlandsche vorsten in 1884 elkaar gingen bevechten, zocht een van beide hulp bij de Boeren van het Transvaalsche district Utrecht, Een kommando van deze hielp de inlanders, ten dank waarvoor zij een stuk. van Zoeloeland ten geschenke kregen. Daar werd eene Republiek gesticht met Vrijheid als hoofdplaats en Lucas Meijer als president. Er was daar een Volksraad en een Uitvoerende Raad. Het bestaan dezer Republiek duurde echter slechts 4 jaar; in 1888 werd met algemeen goedvinden de nieuwe Republiek als het district Vrijheid bij de Zuid-Afrikaansche Republiek ingelijfd. Lucas Meijer werd voor dat district afgevaardigde naar den Eersten Volksraad. Daar was hij iemand, die nog al invloed had en wiens meening voor velen geldend was. Toen Frederik Wolmarans, de voorzitter van den Volksraad te oud werd, volgde Lucas Meijer hem als leider op. Onder zijn voorzitterschap zijn de stukken gewisseld die aan den oorlog voorafgingen. Dooidat de oorlog op til was, heeft Lucas Meijer niet geheel kunnen toonen, wat hij als voorzitter van den Raad praesteerd zou hebben. We herinneren dat tijdens zijn presidentschap de pensioenwet tot stand is gekomen. Toen de oorlog uitb'ak was Meijer koramandant van een commando en onder zijn leiding heeft de eerste groote slag in den Zuid-Afrikaanschen oorlog plaats gehad. Het was de slag bij Dundee. Drie commando's onder de generaals Koek, Erasmus en Meijer, zouden Natal binnenrukken. Niettegenstaande een ziekte hem veel last veroorzaakte, werden de plannen voor den tocht door Meijer met groote nauwkeurigheid ontworpen en het is waarschijnlijk te wijten geweest aan den dikken mist, dat niet alle generaals op tijd °p het afgesproken punt waren. De bevelen waren ïoo gegeven, dat de terugtocht der Engelschen was afgesneden, maar de onbekwaamheid van Erasmus was oorzaak dat dit plan mi.slukte. Met 700 man stond Meijer, die de Tanala-kop bezet, had, tegenover een leger van 3000 man
onder generaal Symons. Het leek wel overmoed den strijd aan te binden, maar toen het gevecht geopend was met een artillerie-duel, zooals nog nooit op Zuid-Afrikaanschen grond gehoord was en de Boeren zich op de hen eigene wiize verspreidden, bleek het al spoedig, dat de Engelschen in de minderheid waren. De troepen waartegen de Boeren vochten, werden gehouden voor mee de beste van het Engelsche leger, zij waren gewend aan overwinningen, maar die waren doorgaans bevochten op minderwaardige vijanden; met beschaafde blanken, die hoewel voor 't meerendeel landbouwers en herders, echter ook den strijd met allerlei vijanden bij ervaring kenden, hadden zij nimmer te doen gehad. Het gevolg was dan ook, dat Meijer zijn stelling behield en den Engelschen een gevoeligen klap toebracht. Als commandant is dat de eenige groote daad geweest die Lucas Meijer volbracht heeft. Hij is echtjr mee blijven vechten en heeft deelgenomen aan den strijd bij Ponts-drift, Boschrand en Pietersheuvel. Toen Bulier eindelijk er in slaagde door de Boerenlinies aan de Toegela heen te breken, waren Botha en Meijer degene die het langste stand hielden. Zij waren voornemens aan de Modderspruit stand te houden, maar toen zij daar kwamen, bleek het dat Joubert weg was en dus moesten zij het plan opgeven. Daarna gingen zij naar Natal, waar het hoofdkwartier gevestigd werd nabij Glencoe. Nt he: ontzet van Ladysmith gebruikte M e y e r den rustlij 1 om zijn stellingen in de Biggarsbergen te versterken; men herinnert zich waarschijn-r lijk nog wel, hoe ieder als om strijd de inrichting daarvan geprezen heeft. Met een scherpte van blik, bijna alle Boerengeneraals eigen; maakte bij deze stelling tot een bijna onneembare. Achter schan;;en en loopgraven konden de Boeren zich ongezien verplaatsen en de eenige schansen,die voor den vijand zichtbaar waren, lagen ver achter de loopgraven der verdedigers. Ook konden de Boeren ongezien naar het hoogste punt in de bergen terugtrekken. De stelling was echter nutteloos ; toen Buller optrok, rukte hij om de BiJgarsbergen heen. Lucas Meyer trok toen terug en voegde zich ' bij de commando's onder Botha. Toen in Mei 1900 Louis Botha voor eene korte zitting van den Volksraad naar Pretoria ging, was Lucas Meyer tijdelijk commandants-generaal. Wat daaroa in Oostelijk en Zuid-Oostelijk Transvaal zijn aandeel in den oorlog is geweest, is niet duidelijk geworden door de verminkte Engelsche telegrammen. Gedurende het laatste deel van den oorlog voerde hij geen bevel meer, hij maakte deel uit van de Transvaalsche Regeering en nam als zoodanig deel aan de beraadslagingen over den vrede. Hij was voor den vrede, omdat hij de ellende, die geleden werd, te groot vond. Het laa'st heeft Lucas Meijer van zich doen spreken door zijn verblijf in Engeland. Dat heett niet veel goeds van hem doen zeggen. Bemind was hij overigens toch ook niet; zelfs waren er; die hem «Jingo» noemden. Hij wjs een progessist, evenals Botha, dus een tegenstander van de staatkunde van Kruger. Ook Mansvelt vond in zijn streven ter verbreiding van de Neder), taal in hem een voortdurend bestrijder. Ook is hij een dergenen gefeest, die krachtig meegewerkt heeft tot het schandelijk volksraadbesluit, waarbij de Jonge, ie secretaris bij het dep. van onderwijs, werd ontslagen. Daardoor oordeelden niet allen gunstig over hem en 't feit dat hij nu, zoo kort na den oorlog frtre compagnon heeft gespeeld met Chamberlain en Kitchener, dat hij met hen getafeld en geklonken hetft, heeft hem geen goed gedaan in veler oogen. Mag men het «Berl. Tageblatt» gelooven, dan heeft zelfs Kruger, toen Meijer hem deze week bezocht, zich daar zeer afkeurend over uitgelaten. Heeft hij dan ook daarmee misschien niet handig.gedaan, erkend moet worden, dat hij de belangen van zijn volk bleef toegedaan tot 't laatste toe en 0. a. 't zeggen dat de Boeren blij waren nu ze Engelsch waren geworden, heeft hij, ook in Londen, ten stelligste ontkend. Tragisch is zeker dat hij zoo kort na 't eindigen, der vijandelijkheden, ontrukt wordt aan zijne familie, met wie hij zich weer pas vereenigd had.
Het bezoek van een Italiaansch eskader aan de haven van Tripolis heeft dan nu toch een soor demontratief karakter gekregen, in zooverre namelijk dat in de toekomst alleen nog maar Italiaansche schepen hun vlag in de haven van Tripolis vertoonen zullen. Met betrekking tot de erkenning van de plaats die Italië beweert in te mogen nemen in de Middellandsche zee, is door Engeland een sprekend bewijs gegeveD. Zooals men weet heeft het Engelsche eskader in de Middellandsche. zee evenals dit ieder jaar geschiedt, ook dit jaar de haven van Tripolis zullen bezoeken. Met het oog op in den laatsten tijd verspreide geruchten als zou Engeland plannen hebben ten opzichte van Tripolis, die m,t de belangen van Italië in de Middellandsche zee in conflict zouden komen, heeft men in Londen de wenschelijkheid ingezien, het bedoelde eskader te bevelen de reis naar Tripolis niet te doen. Men mag wel als zeker aannemen, dat deze beslissing van de Engelsche Regeering niet alleen voor dit speciale geval genomen is, maar dat zij ook in de toekomst van kracht zal blijven. En evenzeer kan men er van overtuigd zijn, dat ook Frankrijk en ook de andere landen, geleid door gelijke overwegingen als in Londen, wat betreft het gebied in de Middellandsche zee een gelijk standpunt als het Engelsche Kabinet in zullen nemen. Het zal dan een algemeene erkenning zijn van het feit, dat de R.egeeringeti het reeds zoo vaak besproken gebied in de Middellandsche zee beschouwen als te behooren tot den Italiaanschen invloedssfeer.
Het Maced nische comité schijnt na de herinneringsfeesten in Schipkapasz weer eene nieuwe actie voor te bereiden. De Russische pers gaat den laatsien tijd heftig te keer tegen Turkije, wegens de toestanden in Macedonië en het vermoorden van Christenen Daarbij wordt zij door de Bulgaar,sche pers, voor zoover deze onafhankelijk
is, gesteund, terwijl de Regeeringsbladen met de noodige omzichtigheid tisschen de klippen doorzeilen. Het Macedonische comité heeft nu een memorandum publiek gemaakt, waarin het aandringt op autonomie van Macedonië met eigen rechtspraak en financieel beheer. Verder verklaart het, dat het de feesten in Sofi» en Schipkapasz niet in de war zal sturen, maar dat het daarna een actie met geweld zal beginnen. De aankomst van een Russisch eskader in Burgas wordt natuurlijk uitgelegd in dien zin, dat Rusland met Macedonië samen zal gaan. En al kan men ook alles wat het comité zegt, niet geheel au serieux nemen, zeker is het, dat het onder het volk vele aanhangers telt, en van dat standpunt uit gezien, verdienen de uitingen van de Russische en de Regeeringsbladen aaadacht. Vermoedelijk echter zullen de andere mogendheden , voornamelijk de meest geïnteresseerden, Rusland en Oostenrijk-Hongarije, er wel een stokje voor steken, wanneer het comité te hard van stapel wil loopen.
Het Lagerhuis te Londen las de „ Appropriation bill" voor de derde maal. Minister-president Balfour stelde voor tot 16 October de zitting te verdagen. Het hoofidoel van de herfstzitting was, zeide hij, het afdoen van de onderwijswet en de Londensche waterwet. Overeenkomstig Balfour's voorstel wordt besloten. Ook het Hoogerhuis ging tot 16 October uiteen. — De laatste Engelsche verlieslijst zal den i4en Augustus verdwijnen. Dan is dus een opgave te geven van het juiste aantal dooden en gewonden. — Koning George van Saksen is gisteren zeventig jaar geworden. De Duitsche pers met de Reichs-Anzeiger vooraan, huldigt hem: niet om zijn reg eringstalenten, want in den korten tijd dat hij op den troon zit, heeft hij nog geen gelegenheid gehad om die te toonen, maar om de diensten die hij vroeger als veldheer aan het Duitsche vaderland heeft bewezen. Koning George hetft naar aanleiding van dezen feestdag, een amnestie voor burgers en militairen die zich aan overtredingen hebben schuldig gemaakt, uitgevaardigd. — Naar aanleiding van de Galliffet's verklaring, dat het borderel van Esterhazy is geweest, die twee medeplichtigen heeft gehad, vraagt het Journaal de Genève, waarom die medeplichtigen niet zijn gevangen genomen. Esterhazy is gevlucht. Maar de medeplichtigen ? Het Journal vordert van Galliff:t dat hij hen noeme. — Het bezoek van den Duitschen Keizer aan Reval is afgeloopen. Na de gebruikelijke wederzijdsche bezoeken en een dejeuner, waaraan de beide monarchen elkaar geschenken gaven, nadat de geridderde heeren audientie hadden gekregen en de beide vorsten een intiem onderhoud hadden gehad, is gisterenmiddag te 4 uur Keizer Wilhelm naar Wisby gegaan. Een Reuter-telegram zegt nog: De ontmoeting van beide Keizers werd door prachtig weder begunstigd en is uitstekend afgeloopen. 11 hun gedurig samenzijn was de omgang allerintiemst. Gelukkig!
Echo's uit Parijs. (Particuliere correspondentie.) Parijs, 7 Aug. 1902. Weet gij wat een daurignac is, geachte lezerf Zoo niet, dan zijt gij, van te voren, ten volle verontschuldigd. Genoemd woord toch is zóó jong, dat het nog geen gelegenheid had in eenig woordenboek ter wereld opgenomen te worden. Het- is een voorbeeld van de levenskracht en van de altijddurende verjonging der taal. Gelijk het zelfstandig naamwoord tjaluzot » geboren we rd op het oogenblik een substantief, waarvan het jonge geslacht ternauwernood de beteekenis kent (*), —zoo is ook tdaurignac » in de wereld gekomen : de altijd op de loer liggende Fransche geestigheid maakt zich van de gebeurtenis van den dag, van de g r o o te gebeurtenis, meester en schenkt het leven aan een woord, dat, van mond tot mond loopende, in een oogwenk burgerrecht verkrijgt. Ook de familie Humbert heeft op die wijze tot den rijkdom der taal bijgedragen — en het is haar niet dikwijls gebeurd iemand te verrijken 1 De befaamde broeder van mevrouw, Romain Daurignac, had, gelijk men weet, zoogenaamde ontdekkingstochten gedaan in Zuid-Amerika en versmaadde niet over zijn heldenfeiten de trom 'te roeren. Meermalen afgebeeld in het traditioneele gewaad van den ontdekkingsreiziger, is hij voor de buitenwereld het meest bekend geworden met het helmvormige hoofddeksel dat in tropische gewesten gedragen wordt. De Parijzenaar heeft naar aanleiding daarvan een min of meer nieuwmodischen heeren-zomerhoed, van linnen en met twee kleppsn voorzien, daurignac ge noemd. Er bestaat voor dezen zomer dus geen gevaar dat men in 't geheel niet aan de Humbertzaak herinnerd wordt. Wat den gerechtelijken loop betreft, doet de zaak evenwel al minder en minder van zich spreken. Alle van medeplichtigheid beschuldigden zijn thans voorloopig in vrijheid gesteld; de instructie duurt voort, maar brengt geen nieuws meer aan het licht; de informatica dienaangaande aan de pers verstrekt beslaan nauwelijks vijf regels eiken dag. Het pu .liek zal naar alle waarschijnlijkheid nooit het genoegen hebben de familie te Parijs terecht te zien staan. Het berust echter in die teleurstelling, (*) Na den brand van de «Printemps», een jaar of twintig geleden, had de eigenaar — zoo liep het gerucht — gezegd: «Ik heb niets kunnen redden, zelfs geen parapiuie.» Daar het den volgenden dag regende, was dit woord niet geheel en al misplaatst. Hoe 't zij, gedurende een paar jaar heette een regenscherm: un jaluzot.
tenminste wordt er in de bladen geen nieuwe campagne ondernomen omjjer op te wijzen hoe vreemd het is dat in onze dagen een familie van van vijf personen zich nog ergens ter wereld verbergen kan, terwijl een geheel leger van detectives haar op de hielen zit. Wanneer men over de zaak spreekt, dan is het niettemin om met eenparige stemmen de meening uit te spreken dat de autoriteiten wel degelijk weten waarheen de familie de wijk genomen heeft. En toch — de Minister van Justitie scheen zoo oprecht mogelijk, toen hij in de {Kamer verklaarde dat hij alles m 't werk zdu stellen om de schuldigen te arresteeren en dat hij onmiddellijk zijn ontslag zou nemen, indien hij overtuigd was dat alle hooge rechterlijke ambtenaren van het parket niet van denzelfden geest bezield waren. De moraal van dat alles is dat zelfs een Minister van Justitie in Frankrijk geen meester is in zijn eigen huis. Gelukkig voor de Parijzenaars, die onder den komkommertijd lijden, heeft de affaire du GastB a r b o u x, welke een paar weken geleden de tongen in beweging hield, een staartje gehad in de vervolging, ingesteld tegen den Prins de Sagan, die om zijn vriendin, mevrouw du Gast, te wreken, mr. Barboux op een paar klappen onthaald had. Gisteren is die zaak voorgekomen onder een ontzettenden toeloop van publiek. Gelijk te verwachten was, is de Prins veroordeeld, doch de straf is zeer matig te noemen, 500 francs boete, hetgeen aan een beroemd advocaat den uitroep ontlokt heeft: «Tot dien prijs zal men voortaan alle dagen een advocaat geweld kunnen aandoen * Ware dat juist, dan zou die eigen rechting voor veler beurs toch nog wat te duur uitkomen. De Parijsche advocaten, die waarlijk wel noodig hebben van tijd tot tijd tot gematigdheid jegens hun tegenstanders aangemaand te worden, hebben dan ook zeker niet te vreezen dat hardhandige waarschuwingen regel worden. Met den Prins van Sagan, die de vaderlijke traditie om nu en dan de tongen der Parijzenaars in beweging te houden, door zijn inmenging in de zaak du Gast-Barboux heeft gevolgd, is bij deze gelegenheid een andere persoonlijkheid ook weer even op het tapijt gebracht, nl. de heer Guy de Mareilly. Deze had voormelden prins den vriendendienst bewezen mr. Barboux op te wachten en een oogenblik aan den praat te houden, teneinde den aanvaller in de gelegenheid te stellen op zijn gemak tot het voorwerp van zijn afstraffing te nadereo. De heer de Mareilly, die wegem dat feit tot 100 frs. boete veroordeeld is, heeft reeds vroeger meermalen de mondaine en zelfs de gerechtelijke kroniek met zijn persoon beziggehouden. In de speelhuisquaestie, die ia 1893 zulk een rumoer gemaakt heeft op den Boulevard en een verscherpt toezicht op de cercles ten gevolge had, heeft hij o. a. een rol gespeeld, als getuige en dus meer als slachtoffer dan in hoedanigheid van medeplichtige. Gewoonlijk echter blijven