ARNHEM, 2 Januari. Van bevoegde zijde wordt omtrent het bericht betreffende de inrichting van cellen voor in voorloopige hechtenis gestelde personen, de volgende opmerking gemaakt. De last om zoo spoedig mogelijk in de meeste huizen van bewaring naar gelang der beschikbare ruimte eenige cellen in te richten voor bijzondere preventief gedetineerden is niet uitgegaan van den tegenwoordigen Minister van Justitie, maar werd reeds een paar jaar geleden gegeven onder het bestuur van zijn ambtsvoorganger, mr. Cort van der Linden. Ter geleidelijke uitvoering van den maatregel, die in de richting gaat van de meer en meer geopenbaarde meening, dat een verdachte nog niet gelijk te stellen is met een veroordeelde, wordt elk jaar een post op de Justitie-begrooting uitgetrokken tot verbouwing van cellen voor preventieve gevangenen. Dergelijke som is ook op de begrooting van dat Departement voor 1904 gebracht. Het besluit is niet genomen speciaal met het oog op „bijzondere" preventief gedetineerden, wat allicht den schijn zou verwekken alsof hierbij de maatschappelijke positie of rang van de personen in aanmerking werd genomen, maar is algemeen en geldt 'dus voor alle preventief gevangenen zonder onderscheid van stand of klasse. || In een over eenige dagen te Amsterdam te houden vergadering hoopt men een bond van directeuren van melkinrichtingen en melkfabrieken in Nederland op te richten, met het doel op voordeeliger wijze de verschillende artikelen bij het bedrijf te verkrijgen alsmede gunstiger voorwaarden bij de uitvoering der Ongevallenwet en Zondagswet. In een te Utrecht gehouden vergadering is in begeginsel reeds tot de oprichting van dien bond besloten. - im-n rn—
Arnhemsche courant
- 02-01-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 02-01-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5366
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
ARNHEMSCHE COURANT. van Zaterdag 2 Januari 1904. DERDE BLAD. BINNENLAND.
NIEUWS UIT GEMEENTE EN PROVINCIE.
Door de besturen der „Arnhemsche Kooken Huishoudschool" en de „Industrieschool voor Meisjes te Arnhem" is den 24en Dec. 11. aan Z. Exc. den Minister Binnenlandsche Zaken het volgende adres verzonden: „Geven eerbiedig te kennen het Bestuuurder Arnhemsche Kook- en Huishoudschool en het Bestuur van de Industrieschool voor meisjes, beiden te Arnhem: dat adressanten de aandacht van Uwe Excellentie willen vestigen op de wenschelijkheid om zoo spoedig mogelijk eene regeling te maken omtrent de bevoegdheden tot het geven van onderwijs op de door hen beheerde scholen en andere scholen van dergelijken aard in het teekenen, de kook- en huishoudkunde, de nuttige handwerken en het kostuum maken; dat voor het onderwijs in het teekenen. aan bedoelde scholen thans aangesteld kunnen worden zij, die in het bezit zijn eener acte M' (handteekenen en perspectief) en ook zij, die de acte Lager Onderwijs teekenen bezitten, doch de kennis door die acten gewaarborgd niet aansluit aan hetgeen op dergelijke scholen onderwezen behoort te worden en daarvoor eene speciale acte noodig is ; dat tot het geven van het algemeen noodig geachte onderwijs in het koken en de huishoudkunde, thans wel is waar beschikbaar zijn zij, die het examen hebben afgelegd, waartoe door den bond van leeraressen bij het huishoudonderwijs gelegenheid wordt gegeven, doch het zeer wenschelijk is, dat daartoe eene wettelijke bevoegdheid in het leven worde geroepen, te meer nu reeds aan vele bestaande en nieuw opgerichte industrie- en huishoudscholen voor meisjes van overheidswege subsidie wordt verleend en zulks in de toekomst met nog wel meer nieuwe scholen het geval zal zijn; dat wat de nuttige handwerken betreft de thans bestaande acte, zooals die van Staatswege worflt uitgereikt, berekend is voor het onderwijs op de lagere scholen en die voor meer uitgebreid lager onderwijs, maar weinig waarde heeft voor het voortgezette onderwijs in dat vak, zooals dat op vakscholen behoort te worden gegeven; dat in het kostuumvak bezwaarlijk goede onderwijskrachten te verkrijgen zijn en in de bestaande behoefte zeker te gernoet gekomen zoude worden door de instelling van een Staatsexamen, hetgeen daarvoor dringend noodzakelijk geacht mag worden, waar zoovele duizenden vrouwen haar bestaan in de uitoefening van dat vak trachten te vinden; ■ dat adressanten de hoop koesteren, dat wat het teekenen aangaat, weldra eene wettelijke regeling verwacht mag worden, nu Uwe Exc. tegelijk met het onlangs bij de Staten-Generaal ingediende ontwerp van wet op het Middelbaar Onderwijs, ook wederom het ontwerp van Haren ambtsvoorganger tot wijziging van* art. 77 der wet op het Middelbaar Onderwijs aanhangig heeft gemaakt ; dat zij echter tot hun leedwezen hebben ontwaard, dat wat de andere bovengenoemde vakken betreft, zulks het geval niet is en Uwe Exc., blijkens de toelichting, het meer bepaaldelijk niet verstandig acht, daartoe thans reeds over te gaan, voordat de plannen omtrent het oprichten eener Middelbare Technische School een vasten vorm hebben aangenomen en het leerplan voor de verschillende onderdeelen dier inrichting is vastgesteld, wijl die school allicht tevens ook zal gunnen dienen om aanstaande leeraren en onderwijzers
op het gebied vaii vakonderwijs op te leiden; dat adressanten echter Uwe Exc. eerbiedig doen opmerken, dat het hier drie vakken betreft, die uit hun aard speciaal en bij uitzondering aan meisjes onderwezen worden en zich bescheidenlijk de vraag veroorloven of, met het oog op de dringende behoefte aan eene regeling, het wenschelijk is daarmede te wachten tot tijd en wijle de plannen voor eene Middelbare Technische School zijn uitgewerkt, nu voorzeker niet vaststaat, dat die school ook dienstbaar gemaakt zal worden aan de opleiding in dergelijke speciaal voor vrouwen aangewezen vakken en zelfs ernstig betwijfeld mag worden of dit wel het geval zal zijn; dat adressanten meenen dat deze vraag moeilijk bevestigend beantwoord zal kunnen worden; dat zij om al deze redenen zich veroorloven om met bescheidenheid er bij Uwe Exc. op aan te dringen, zoo mogelijk reeds bij de thans voorgenomen wijziging en aanvulling der wet op het Middelbaar Onderwijs, maar anders zoo spoedig als doenlijk is, eene regeling in het leven te roepen omtrent het verkrijgen van bevoegdheden tot het geven van onderwijs aan industrie-, kooken huishoudscholen voor meisjes in de bovenaangegeven vakken." Een afschrift van dit verzoekschrift is door de besturen verspreid met de uitnoodiging om, bij instemming met den inhoud, het verzoekschrift met een adres van adhaesie te ondersteunen. — De afdeeling Arnhem van den Nederl. Timmerliedenbond, die van den Metselaarsbond en van den Opperliedenbond hebben aan den Gemeenteraad een adres gericht, waarin wordt aangedrongen op het opnemen in de bestekken der Gemeente van bepalingen omtrent minimumloon en maximumarbeidstijd, in overeenstemming dus met het indertijd door het Raadslid Zoestbergen ingediende voorstel. — Ter vervanging van den 2e luit. J. F. Quanjer, van het 3e re. vesting-art. te Arnhem wordt de ie luit. J. de Jongh, mede van gemeld korps en garnizoen, gedetacheerd op het fort te Pannerden.
— Wij vestigen de aandacht van belanghebbenden op de in dit nummer voorkomende advertentie van het Comité voor het Tweedaagsch Muziekfeest, op 17 en 18 October 11. hier gehouden, de mededeeling inhoudende dat de rekening en verantwoording gedurende de volgende week, dagelijks tusschen 12 en 2 uur, voor de deelnemers in het Waarborgfonds ter inzage liggen ten huize van den secretaris, Apeldoornsche weg 1. — De schipbrug over den Rijn voor deze stad is gisteren weggenomen, omdat er wat drijfijs werd medegevoerd door den stroom, zoo ongeveer 1 /5 van de rivierbreedte. De gemeenschap met de Betuwe is dus weder zeer bemoeilijkt en altijd is de vaste brug niet gereed ! — X Ten nadeele van den photograaf S. en diens bediende zijn Donderdag namiddag uit de openstaande gang hunner woning aan den Velperbuitensingel ontvreemd twee winterjassen. Een dier jassen is later bij een koopman in beslag genomen. Een paai sjouwers, die Donderdagavond in een winkel aan de Rijnstraat nieuwjaar kwamen wenschen, namen tevens de gelegenheid te baat om van de toonbank een portemonnaie, inhoudende ongeveer f 1 .50, mee te nemen. In den nacht van 31 Dec. op 1 Jan. is in de Bakkestraat zekere A. door den bekenden W. K. met een scherp voorwerp in het aangezicht gewond, waardoor een bloedende wond ontstond. In den Oudejaarsnacht werd door een vrouw nabij de Rietsteeg „hulp" en „moord" geroepen, waarbij uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de bewuste vrouw M. J. door haar souteneur met een tak van een boom op het hoofd werd geslagen, waardoor zij hevige pijn leed. In denzelfden nacht is het paard van de postkar uit Emmerik op het Land van de Markt gevallen, tengevolge waarvan de bestuurder en de brievenbesteller uit het rijtuig geworpen werden en de beide boomen van den wagen braken. Omstreeks 5 uur in dien nacht ontstond ten huize van de water- en vuurverkooper J. in de Langstiaat een uitslaande brand, zoodat de brandweer moest uitrukken. Alles wat brandbaar was werd een prooi der vlammen, terwijl niets was verzekerd. Gistermorgen is de schipbrug over den Rijn weggenomen en zijn de vakken in de haven gebracht. Gisteravond c.a. 7 uur is J. v. V. wonende Weerdjesstraat in zijn woning mishandeld door zekere J., waarbij hij met een mes aan het hoofd en de rechterhand is verwond, zoodat hij zich in het ziekenhuis moest laten verbinden. In eene tapperij aan de Riethorststraat ontstond gisteravond eene vechtpartij, waarbij de jas van een der bezoekers werd vernield. — § De Steeg 1 Jan. De IJsel is over J / 4 der breedte met drijfijs bedekt. Tusschen de kribben begint zich reeds veel ijs vast te zetten. De scheepvaart is gestremd. — § Dieren 1 Jan. De ijsbaan op het kanaal Dieren—Apeldoorn werd heden reeds vrij druk bereden. Het Bestuur van den Veluwschen Ijsbond heeft alles in het werk gesteld om de baan zoo goed mogelijk te maken. De IJsel is met blanke schollen drijfijs bedekt. De overtocht per pont is gestaakt doch heeft geregeld per veerboot plaats. ■— Op den tweeden Kerstdag vond de familie L. aan den Coehoornsingel te Zutphen, uit de kerk komende, de dienstbode Mina Zeeuwsen uit Etten met een kleine bloedende wonde in den tuin bewusteloos liggen. De „Z. C." meldt, dat Donderdag het bewustzijn nog niet was teruggekeerd. Daarom verkeert men in 't duister omtrent de oorzaak. Misschien is het meisje gestruikeld en het hoofd door een scherp kiezelsteentje zoo ongelukkig gekwetst.
— Lobith, 1 Jan. Een weinig drijfijs vertoont zich hier in den Rijn. Volgens ingewonnen berichten is de rivier bij Ruhrort overdekt. De scheepvaart ondervond tot heden nog geen moeilijkheden. — * Winterswijk, 1 Jan. In de Donderdag gehouden Raadszitting is tot onderwijzer aan school L benoemd de heer G. J. Assendorp uit Kotten met 11 tegen 2 stemmen op den heer S. Polstra. Tot onderwijzer aan school C werd benoemd de heer A. J. Hakstege, tijdelijk onderwijzer alhier en no. 2 van de voordracht met 8 stemmen, tegen 5 op den heer Beus uit Lienden. De uitslag van deze laatste benoeming gaf den voorzitter aanleiding bij de raadsleden aan te dringen op een beter gebruik van hun vrijheid tot benoeming, want deze vrijheid kan tot losbandigheid overslaan, wat hij jammer vond bij goed voorhereide voordrachten. — t Gisterennacht hebben twee honden in een weide onder Malburgen 8 schapen gedood, van den heer Pruim te Elden, en twee van den heer Hoogveld. Enkele zijn er half verscheurd gevonden. — De gierpont tusschen Tiel en Wamel is opgebroken. — Bij bet afbreken van een 18 meter hoogen schoorsteen aan de machinale steen- en pannenfabriek te Geldermalsen, zijn vier werklieden, die boven bezig waren, plotseling neergevallen, vermoedelijk door het losraken van een der steigerplanken. Een van hen, zekere v. B., kwam op den grond terecht en kreeg vrij ernstige kneuzingen, de anderen hadden echter het geluk in hun val zich vast te grijpen en kwamen met den schrik vrij. — De Waal bij Nijmegen is over circa 1 /3 der breedte met licht drijfijs bedekt, dat de scheepvaart weinig hindert. De gierbrug is weggenomen, de overtocht naar Lent geschiedt per stoom- en roeiboot. — Te Weurt, bij Nijmegen, wordt seder* Woensdagmiddag de jongeling Th. O. vermist. Hij is met schaatsen van huis gegaan en men vreest nu, dat hij bij het schaatschenrijden is verdronken. — Voor Kerk-Driel en Hedel is de geheele Maasoppervlakte met drijfijs bedekt. Aan het Drielsche veer wordt de gemeenschap tusschen baide oevers per boot, aan het Hedelsche per boot en schietschouw onderhouden.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Door de faculteit der wis- en natuurkunde der hoogeschool te Amsterdam is tot den Minister van Binnenlandsche Zaken een adres gericht, waarin zij met redenen omkleed de nietwenschelijkheid uitspreekt, dat aan de technologen — zooals in het op 11 Maart 1903 ingediende wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der Hooger-Onderwijswet bedoeld wordt —- op grond van hun diploma verleend wordt het geven van onderwijs aan de hoogere burgerscholen. — H. M. de Koningin reed Oudejaarsdag schaatsen op de vijvers van de buitengoederen aan den Wassenaarschen Weg. De Prins vergezelde de Koningin. — Miss ^Saxton Winter, de voormalige gouvernante van Koningin, logeert op het Paleis. — Uit Enschedé meldt het „Hbld" : Door den maatregel der firma van Heek & Co, genomen hoofdzakelijk ten gevolge der hooge katoenprijzen, zijn ongeveer 1200 arbeiders getroffen. De vaste arbeiders in de vijf gemelde inrichtingen bleven aan het werk. — Van de ruim veertig steenfabrieken in de provincie Groningen waren ruim dertig, sedert drie jaar, in een bond vereenigd. De leden hadden zich, om overproductie tegen te gaan, verbonden, om niet meer dan drie vierde van het totaal steenen, dat aan elk fabriek kon worden gebakken, te labriceeren. Ook werden vaste prijzen voorgeschreven. Daar beneden mocht niet worden verkocht. Het doel werd echter niet bereikt, daar de samenwerking verre van algemeen W&s. Verleden zomer kwam dan ook reeds een voorstel in be handeling, om het syndicaat te ontbinden. Met een kleine meerderheid werd dit toen verworpen. De overeenkomst werd tot 31 Dec. 1903 aangegaan. Met op drie na algemeene stemmen is nu besloten, haar niet te verlengen. Het syndicaat behoort dus tot het verleden. — De consul van België te Maastricht, de heer Schols van Beethoven, bericht dat aanvragen om programma's voor de Wereldtentoonstelling te Luik aan hem kunnen worden gericht tot 1 Mei a.s., zullende na dien tijd geen programma's meer afgegeven worden. De tentoonstelling beslaat een oppervlakte van 62 hectaren en zal bestaan uit 21 hoofdgroepen, verdeeld in 128 klassen.
BUITENLAND.
De President der Fransche Republiek heeft gisteren, bij de Nieuwjaarsreceptie, in antwoord op de toespraak van de Pausélijken nuntius, gezegd, met genoegen te constateeren, dat de onlangs door de groote Mogendheden gesloten conventies met Frankrijk blijk gaven van de wijdheid der vreemde Regeeringen en van den wil om zooveel mogelijk oorzaken tot conflicten uit den weg te ruimen. — Men maakt zich zeer ongerust over het lot van het Fransche transportschiep „Vienne." Het schip is den ioen December uit Rochefort vertrokken, sedert heeft men er niets van vernomen. Men vreest, dat het schip opdeSpaansche, Portugeesche of Marokkaansche kust vergaan is. De kruiser „Galilée" is naar de kust van Marokko gestoomd om uit te kijken.
Dat de Duitsche Keizer afstamt van dett Cid — el Campeador, eigenlijk don Rodrigo of don Ruy Diaz de Bibar (f 1099), door Herder vereeuwigd — wordt aangetoond door dr. Stephan Kekulé von Stradonitz. Dus Wilhelm II heeft in zijn bloed niet alleen droppels van Karei den Grooten, de heilige Elisabeth, de heilige Hedwig, admiraal Coligny, Maria Stuart enz., maar ook van den Cid. Maria Stuart was een achterkleindochter van Koning Hendrik VII van Engeland (+1509) door diens dochter Margaretha. Deze was met Koning Jakob IV van Schotland getrouwd. Beider zoon was Jakob V van Schotland de vader van Maria. Op gelijke wijze was Hendrik Stuart lord Dannley een achterkleinzoon van Hendrik VIL Diens pasgenoemde dochter Margaretha was nam. voor de tweede maal gehuwd met Archibald Douglas graaf van Angus. Hun dochter lady Margaretha Douglas huwde met Matthias Stuart, graaf van Lennox. Dit echtpaar had een zoon met name Hendrik, die trouwde met Maria Stuart. Dat Hendrik VII van Engeland den Cid tot voorvader had, is in Engeïsche genealogische werken reeds meermalen aangetoond. — De „Vorwarts" meldt dat de Groothertog van Hessen, bijgenaamd de „roode", op den avond voor Kerstmis in een herberg te Darmstad tegenwoordig is geweest bij een Kerstfeest van arme handwerkslieden. Toen hij heenging, liet hij een geschenk van 100 mk. achter. Men moet inderdaad erkennen, zegt het socialistische orgaan, dat de jonge Vorst zijn tijd goed weet te besteden, door zich met eigen oogen te overtuigen van de ellende der armen; bovendien lijkt dit ons Christelijker dan de „minzame sociale politiek, die een paar daalders of goudstukken met Kerstmis weggeeft, zonder overigens den neus te wagen aan de kwalijke geuren van de nooddruft". Wanneer men weet dat Keizer Wilhelm gewoon is op een wandeling op den dag voor Kerstmis fonkelnieuwe goud- en zilverstukken aan bedelaars langs den weg uit te deelen, dan zal men de „ponite" wel raden. — Als gevolg van de geheime order des Duitschen Keizers naar aanleiding van de onthullingen van luitenant Bilse in zijn boek over de „Kleine garnizoenen" zijn, naar 't Mil. Wochenblatt bericht, de commandant van 't 16e trein-bataillon te Ferbach, Fuck en twee kapiteins en twee luitenants op pensioen gesteld of op non-activiteit, sommigen met, anderen zonder pensioen.
Uit het laatste nummer van het „MilitarWochenblatt" blijkt zelfs dat alle officieren aldaar in garnizoen, op twee na die niet door het proces tegen luitenant Bilse gecompromiteerd waren, hun ontslag hebben gekregen. —- De „Frankfurter Zeitung" wijdt een hoofdartikel aan de toenemende weelde en verwijfdheid onder het Duitsche officierencorp en de één-jarige vrijwilligers, gelijk deze zich openbaart in buitensporige kleeding, het dragen van armbanden, het spelen en het leiden eener verkwistende levenswijze. Het is dringend noodzakelijk — dus besluit het blad -— dat hieraan een einde kome, zal het leger eene plaats blijven waar, gelijk het behoort, de spieren worden gestaald en karakter, wilskracht en zedelijkheid verhoogd. — Uit Krimmitschau meldt men, dat alle pogingen van den Regeerings-raad prof. Böhmert, om de fabikanten en wevers te verzoenen, zijn mislukt. De eigenaren der spinnerijen en weverijen verklaren een verkorting van den arbeidstrijd zonder gelijken maatregel in de fabrieksplaatsen waarmee Krimmitschau heeft te concureeren, voor onmogelijk, zoodat de arbeid slechts op de oude voorwaarden is te hervatten. En dat willen de wevers vooralsnog niet. — De Hamburgsche Bürgerschaft heeft 8 x / 4 millioen mark beschikbaar gesteld voor den aanleg van een nieuw kanaal ten dienste van de binnenscheepvaart langs de Elbe en voor een spoorwegverbinding met Wilhelmsburg, en nog 2,200,000 mk. voor haven verbetering. — De Pruissische Landdag is tegen 16 Januari bijeengeroepen. De „Nowy Krai," het orgaan van admiraal Alexejef in Oost-Azië, put uit de ontbinding van het Parlement en het uitstellen der nieuwe verkiezingen d^hoop op een gunstigen afloop der diplomatieke onderhandelingen. Het blad zegt, dat Rusland, dat op alle mogelijkheden voorbereid is, geen oorlog wenscht en, wanneer de door Japan gewenschte nieuwe concessies de wezenlijke rechten van Rusland niet benadeelen, dan zou de liefde tot den vrede van Japan bij de Russische Regeering weerklank vinden. Het hangt er dus nu maar van af, of met concessies over en weer een vreedzame oplossing te bereiken valt. En daarvoor bestaat juist veel gevaar. Gevaar vooral, doordien wolken aan den horizont verschenen zijn, die er zeer dreigend uitzien. Die wolken zijn het gele gevaar: het vormen van een Pan-Mongolisch verbond, met het devies: „Azië voor de Aziaten." Wanneer die wolken losbarsten, is een oorlog zeker niet te vermijden. — De Berlijnsche correspondent van de „Standard" zegt van iemand, die bijzonder goed op de hoogte is, het volgende vernomen te hebben : „Zoowel de Czaar als graaf Lamsdorf zijn zonder eenigen twijfel uiterst vredelievend. Er is in Rusland een sterke partij die den oorlog wil, en die al wat in haar vermogen is aanwendt, om graaf Lamsdorf den voet te lichten. Tot dusver heeft echter dit streven niet het geringste succes gehad. Hoe de zaken staan, zal hieruit blijken, of Lamsdorf aanblijft, of dat de Tsaar hem zijn ontslag geeft. Wat mij betreft, ik ben nog altijd overtuigd da,t de oorlog vermeden zal worden." — Door het Permanent Internationaal Vredesbureau te Bern is tot de Mogendheden het verzoek gericht, op grond van art. 2 derHaagsche
Conventie hunne bemiddeling te verleenen in het Russisch—Japansch geschil, teneinde eene vredelievende oplossing te bevorderen. Verschillende officieele bescheiden ter toelichting zijn door het Permanent Bureau bij zijnggeschrift gevoegd. In Melbourne had men gaarne gezien, dat Chamberlain een bezoek aan Australië bracht om daar zijn nieuwe Engelsche beschermende politiek uiteen te komen zetten; maar Joe vond, hoe vereerend de uitnoodiging ook was en hoezeer hij heel bescheiden verklaarde, al het voordeel in tc zien van zulk een bezoek, dat die langdurige afwezigheid uit Engeland niet gewenscht was. Althans voorloopig nog niet. Misschien later. — In Australië wekt het bekend worden der waarschijnlijke onschuld van den wegens beweerden moord in Zuid-Afrika veroordeelden Australischen luitenant Witton begrijpelijk, verontwaardiging. Het doet er feitelijk de maat overloopen ; want men was er al over verontwaardigd dat zoovele Anstralische vrijwilligers, aan wie winstgevende betrekkingen beloofd waren, berooid terugkwamen. De liberale Engelsche bladen wijzen op dit verschijnsel als voor de toekomst niet onbedenkelijk voor Engeland. — In Joodsche bladen wordt bericht dat de Engelsche Regeering haar aanbod om een hoogvlakte in Britsch Oost-Afrika aan de Zionisten ter kolonisatie af te staan, thans heeft ingetrokken nu gebleken is dat een groot aantal Zionisten daarvan niets wil weten. Aldus vervalt ook het besluit, waai tegen zich op het Congres van Bazel 178 afgevaardigden verklaard hebben, nl. om te beginnen met een commissie van onderzoek naar de hoogvlakte te zenden. — Te Madras is het XlXe Indisch Nationaal Congres gehouden. Ruim 8000 personen waren tegenwoordig, waaronder een groot aantal afgevaardigden. De heer Lal Mohm Ghose, een bekend Bengaalsche redenaar, presideerde en in zijn openingsrede critiseerde hij het reactionnair optreden van de regeering. voornamelijk het totstandkomen van eenige wetten, die hij schadelijk achtte voor de persoonlijke vrijheid van het volk. De Engelsche expaditie naar Tibet keurde hij sterk af, in de eerste plaats was ze onwettig, omdat het Parlement geen toestemming gegeven had om de troepen de grenzen over te laten trekken, en voorts, omdat Indië nu weer de kosten zal moeten dragen van de uitbreiding van het Britsche gezag. Verder drong de spreker aan op ontwikkeling van het volk en eischte, dat de Indische bevolking in aanmerking zal kunnen komen voor hooge administratieve betrekkingen. In de reeds gemelde vergadering der kardinalen over het vetorecht, door Oreglia gepresideerd, is geen beslissing genomen, doch men was het er algemeen over eens, dat het vetorecht, nu de Paus enkel nog geestelijk gezag uitoefent, geen reden van bestaan meer had. — In het begin van Januari worden te Bel" grado de drie adjudanten des Konitigs vervangen. Van de keuze der nieuwe adjudanten zal het afhangen of de gezanten der Mogendheden terugkeeren dan wel of de Fransche gezant ook nog heengaat. — De „Köln. Ztg." meldt: Het syndicaat dat na den Spaansch-Amerikaanschen oorlog gevormd is om de Spaansche oorlogsschepen, in de baai van Munilla gezonken, weer boven te brengen, heeft succes gehad : bijna alle schepen zijn gelicht. Volgens de „China Mail" is daarbij echter gebleken, dat de Amerikaansche kanonniers bij die gedenkwaardige forceering van den toegang tot de baai, op I Mei 1898, schandelijk slecht geschoten hebben : de romp van alle schepen is zoo goed als onbeschadigd, en men neemt nu aan, dat de Spanjaarden zelf ze hebben laten zinken, toen ze niet langer te verdedigen waren.